Brief regering : Tweede voortgangsrapportage actieprogramma 'Eén tegen eenzaamheid'
29 538 Zorg en maatschappelijke ondersteuning
Nr. 311
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 januari 2020
In maart 2018 lanceerde ik het actieprogramma Eén tegen eenzaamheid1: één van de drie programma’s binnen het Pact voor de ouderenzorg. Het doel van Eén
tegen eenzaamheid is de trend van eenzaamheid onder ouderen te doorbreken en dat kunnen
we alleen gezamenlijk. Met de lancering van dit programma heb ik opgeroepen om in
actie te komen. Die oproep is breed omarmd. Met deze brief en de meegestuurde infographic
(bijlage 1)2 neem ik uw Kamer mee in de bereikte resultaten tot nu toe.
De hoofdpunten van deze brief zijn:
– Uit alle hoeken van de samenleving zijn duizenden mensen en publieke en private organisaties
actief aan de slag gegaan om eenzaamheid aan te pakken. De infrastructuur om gezamenlijk de trend van eenzaamheid te doorbreken staat. Inmiddels
hebben 100 landelijke organisaties en 126 gemeenten zich gecommitteerd om proactief
én gezamenlijk de trend van eenzaamheid te doorbreken. De inzet om iemands eenzaamheid
te doorbreken, komt hiermee op veel meer plekken en veel vaker terug. Alles dichter
bij de dagelijkse omgeving van ouderen. Met deze grote en diverse groep aan partijen
hebben we een stevig netwerk van preventie en bestrijding rond het thema gebouwd met
een enorm bereik.
– Eenzaamheid is stevig op de maatschappelijke agenda gekomen en hierdoor wordt het
beter erkend, herkend en aangepakt. Dat was hard nodig. Er wordt vaker en makkelijker over eenzaamheid gesproken en geschreven.
Het taboe rondom eenzaamheid is verminderd en hierdoor kan het probleem effectiever
worden bestreden.
– Kennis over eenzaamheid en de effectieve interventies worden breed gedeeld. Adviseurs zijn aangesteld om gemeenten door heel Nederland te ondersteunen in hun
lokale aanpak van eenzaamheid. Zij zijn toegerust met concrete instrumenten voor de
aanpak van eenzaamheid die zijn ontwikkeld in de praktijk en hun effect hebben bewezen.
Zowel middels een subsidieregeling (waarvan inmiddels al 35 voorstellen zijn gehonoreerd),
een benchmark bij gemeenten en een lopende beleidsevaluatie wordt geleerd over de
effectiviteit van interventies en dit actieprogramma.
– Het doorbreken van eenzaamheid is een kwestie van de lange adem en de effecten van
onze inspanningen zijn morgen niet zichtbaar. Dat betekent dat ontzettend veel inspanningen van zeer veel partijen voor langere
termijn noodzakelijk zijn. Gevoelens van eenzaamheid veranderen ook niet vandaag of
morgen en dat betekent dat het meten van onze effecten ook een kwestie van de lange
adem is. We moeten realistisch blijven over harde cijfers in een korte periode over
een omkering van een trend van gevoelens van eenzaamheid. Dat betekent dat het programma
duurzaam moeten worden geborgd zodat de gezamenlijke inzet volhardend wordt doorgezet.
In december 2018 heb ik u voor het eerst gerapporteerd over de voortgang van het programma.3 In deze brief neem ik uw Kamer graag mee op de volgende onderwerpen in wat sinds
die tijd is bereikt. In deze brief zal ik:
– Kort terugblikken naar de aanleiding en inhoud van het actieprogramma;
– Aangeven welke acties en opbrengsten in 2019 zijn gerealiseerd;
– Reageren op bevindingen uit bijgevoegde lopende onderzoeken;
– Een korte vooruitblik naar de inzet in 2020 geven.
De aanleiding en inhoud van Eén tegen eenzaamheid
Met het actieprogramma Eén tegen eenzaamheid pakken we eenzaamheid onder ouderen aan.
In Nederland voelt meer dan vijftig procent van de 75-plussers zich eenzaam. Het aantal
eenzame ouderen is de afgelopen jaren toegenomen. In 2030 zijn naar schatting 2,1
miljoen mensen in Nederland boven 75 jaar. Als we deze trend niet doorbreken, zijn
er in 2030 meer dan een miljoen eenzame ouderen4.
Onderzoek wijst uit dat eenzaamheid serieuze gevolgen kan hebben voor de gezondheid.
Eenzaamheid en sociale isolatie verhogen de kans op een beroerte en een hartinfarct.
Daardoor neemt het overlijdensrisico toe5. Daarnaast verhoogt eenzaamheid de kans op angst en depressiestoornissen, en zijn
eenzame mensen vatbaarder voor verslavingen6. Het doorbreken van iemands eenzaamheid is niet eenvoudig. Dat gebeurt dicht bij
mensen zelf, vanuit nabijheid van mensen, met compassie en inleving. Er is geen eenduidig
antwoord op wat helpt tegen eenzaamheid. Oplossingen zijn per definitie maatwerk.
Het aanpakken van eenzaamheid behoeft een veelzijdige aanpak. Daarom richt het actieprogramma
zich op het oprichten van zowel een landelijke als lokale coalities. Deze landelijke
en lokale coalities tegen eenzaamheid vormen de motor achter de beweging die ik heb
ingezet om eenzaamheid aan te pakken.
Dat gebeurt via twee actielijnen:
Actielijn 1 signaleren en bespreekbaar maken
Op eenzaamheid rust vaak een taboe. Deze actielijn is gericht op het bespreekbaar
maken en beter signaleren van eenzaamheid. Van kapperszaak tot supermarkt, van museum
tot gebedshuis. Daar waar mensen in het dagelijks leven sowieso komen. De publiekscampagne,
het inrichten van signaalpunten, het doen van huisbezoeken, het in kaart brengen van
risicogebieden en de 24 uur per dag, 7 dagen per week beschikbaarheid van een luisterend
oor zijn acties in 2019 die hieraan bij hebben gedragen.
Actielijn 2 doorbreken en duurzaam aanpakken
Er zijn heel veel interventies die zich richten op het verminderen en voorkomen van
eenzaamheid. Eenzaamheid kent ook verschillende vormen; emotioneel, sociaal, existentieel.
Iedereen kan eenzaamheid overkomen, door life-events en door veranderingen in de omgeving.
Wat werkt bij wie en waarom, vraagt nog veel meer kennis. Om effectiviteit van de
verschillende initiatieven te onderzoeken is er een subsidieregeling in samenwerking
met ZonMw gestart. In totaal zijn er 102 voorstellen in behandeling genomen (zowel
nieuwe als bestaande initiatieven).
Duurzaam aanpakken zit ook in het anders inrichten van de fysieke leefomgeving, het
op een slimme manier toepassen van technologie zodat deze contact bevordert en meer
inzetten op het voorkomen van eenzaamheid door op de juiste momenten de juiste informatie
te geven. Bijvoorbeeld op het moment van pensionering, bij verhuizing, op het moment
dat het rijbewijs niet meer verlengd wordt. Op deze praktische manier proberen we
het verschil te maken.
Het actieprogramma heeft een looptijd van vier jaar, verdeeld in vier fasen. De eerste
twee fases (0 = de Planvorming en 1 = Opbouw van het programma) werden in 2019 afgerond.
Fase 2, de uitvoering van de plannen, is in volle gang. Volgens de beleidsevaluatie
gebeurt dit met een «logisch construct dat doelen, opgaven en uitdagingen lijkt te
dienen met over het algemeen een positieve waardering». Eind 2020 gaat het programma
de fase van borging van het bestrijden van eenzaamheid met structureel beleid in.
Acties en opbrengsten
1. Bewustwordingscampagne – publiekscampagne op twee momenten in 2019
De publiekscampagne richtte zich op het doorbreken van eenzaamheid onder ouderen,
door henzelf en vooral door het algemeen publiek.
In juli en augustus werd de kleiner wordende wereld van ouderen tijdens de zomerperiode
onder de aandacht gebracht. Juist in deze periode blijkt één op de zes ouderen zich
nog eenzamer te voelen.7 Naasten zijn op vakantie. Vrijwilligerswerk en verenigingsleven ligt vaak stil. Er
was een speciaal op de zomerperiode gerichte televisiespot. In het oog sprongen banners
boven de vertrekbalies op Schiphol en digitale abri’s in de vertrekhal van Rotterdam
Airport gericht op vakantiegangers met de oproep «Laat wat van je horen». De Raad
van Ouderen heeft advies uitgebracht tijdens het ontwikkelproces van de uitingen.
In oktober was rondom de Week tegen Eenzaamheid het tweede campagnemoment op tv en
online met de boodschap «Iedereen kan iets doen tegen eenzaamheid».
De waardering voor de publiekscampagne scoort bij alle doelgroepen zeer hoog. De maatschappelijke
relevantie van het bespreken van eenzaamheid wordt door het algemeen publiek duidelijk
erkend8. Met de campagne wordt de landelijke beweging tegen eenzaamheid ook herkenbaarder
bij organisaties met als effect dat zij mee willen doen. Zo zijn er campagnes op eigen
initiatief uitgevoerd door gemeenten en andere organisaties onder de noemer van de
landelijke beweging tegen eenzaamheid. Komend jaar zet ik de publiekscampagne voort.
2. Week-tegen-Eenzaamheid
De Week tegen Eenzaamheid vond dit jaar tussen 1 en 8 oktober plaats, voor de 10e keer. De week begon niet, zoals gepland, met een bijeenkomst in de Ridderzaal, maar
door de 300 voorbereidde maaltijden uit te delen in een aantal buurtcentra.
Het doel van de week is bewustwording creëren en activiteiten te laten plaatsvinden
voor mensen die eenzaam zijn. Vrijwilligersorganisaties zetten deze week ook hun vrijwilligers
regelmatig extra in de schijnwerpers (bijvoorbeeld Humanitas). Het thema van de week
was «Kom Erbij». Partijen en mensen die iets wilden organiseren konden een pakket
aanvragen met attributen om de activiteit vorm en inhoud te geven. Er werden 550 pakketten
aangevraagd, waarmee onder andere 38.000 placemats zijn besteld, 2.000 posters en
46.000 ansichtkaarten. Het thema heeft tijdens de Week aandacht gekregen in bijna
400 landelijke en vooral ook lokale media. De televisieserie «Wie kent mij nog?» en
de documentaire «Goede Buren» gaven deze week verdiepend beeld aan de opgave waar
we voor staan in Nederland. En radioprogramma’s zoals «Spraakmakers» en «Dit is de
dag» hadden verdiepende interviews.
Naast de vele (gratis) eet en ontmoetingsgelegenheden (zoals «social bootcamp», «kletskoekhoeken»,
«Soamen op ’n Benkske») die er deze week waren, hieronder enkele voorbeelden van leden
uit de nationale en lokale coalities om de diversiteit te illustreren:
– De «eenzaamheidslijn»: Gedurende de week was er veel aandacht voor de «Eenzaamheidslijn», een gezamenlijk
initiatief van de Luisterlijn en Incluzio. Iedereen die zin had in een praatje of
goed gesprek kon daar die week naar bellen. De impact van een écht gesprek van mens
tot mens kan een groot verschil maken in hoe iemand zich die dag voelt. In deze week
belden er zo’n 5.000 mensen naar dit nummer.
– Eredivisie: Tijdens diverse eredivisiewedstrijden in speelronde 9 maakten ouderen hun opwachting
als player-escort om zo het groeiende probleem van eenzaamheid en sociaal isolement
in deze bevolkingsgroep voor het voetlicht te brengen. Een initiatief van KPN het
mooiste contactfonds, en de Vriendenloterij.
– Avondvullend tv-programma: Omroep Max wijdde een avondvullendprogramma aan eenzaamheid. Er keken zo’n 650.000
mensen naar de live-uitzending. In samenwerking met het belpanel van De Luisterlijn
werden bijna 5.000 telefoontjes ontvangen en 300 gesprekken gevoerd. Dit resulteerde
in circa 100 initiatieven die zijn overhandigd aan VWS.
– Ontmoetingsgebakje: Tijdens de derde editie van «WestlandOntmoet» gedurende de week was er aandacht voor
de kracht van een ontmoeting: een gesprek, wandeling of kopje koffie met een Westlands
«ontmoetingsgebakje» aangeboden door de lokale bakker.
– Scholieren: In Dordrecht waren zo’n 125 leerlingen van have 5 actief om stadsgenoten met een
klein netwerk een leuke middag te bezorgen. Een bloemencentrum gaf 300 rozen gratis
ter beschikking voor de scholieren om uit te delen.
– Portretten: Stadsnetwerk eensamen presenteerde in de Week tegen Eenzaamheid een minidocumentaire
met zeven portretten van Groningers die vertellen over hun eenzaamheid.
– Kunstkoppels: Bij aankomst in de Kunsthal Rotterdam kregen de bezoekers een kaart met daarop een
kunstwerk van de tentoonstelling «Joana Vasconcelos. I’m Your Mirror». Aan de hand
daarvan zoeken ze iemand met hetzelfde kunstvoorwerp. Zo ontmoeten twee onbekenden,
van een andere generatie of leefwijze, elkaar.
– Matchmarkt. Voor inwoners die zich niet langer alleen willen voelen en die graag nieuwe mensen
willen ontmoeten, organiseerde de gemeente Schagen met verschillende organisaties
een matchmarkt.
Maar liefst 80% van de Nederlandse bevolking wil een bijdrage leveren om eenzaamheid
terug te dringen. Zo blijkt uit de flitspeiling die ik heb laten doen voorafgaand
aan de week. De activatie van deze bereidheid zal ik in 2020 verder aanwakkeren, onder
andere tijdens de Week tegen eenzaamheid.
3. Nationale Coalitie tegen Eenzaamheid
De Nationale Coalitie tegen eenzaamheid is een publiek-private netwerk dat het voortouw
neemt bij het doorbreken van de trend van eenzaamheid onder ouderen. Deelnemers leveren
een bijdrage; ieder vanuit de eigen core business. Ten eerste de grote vrijwilligersorganisaties
die dagelijks duizenden vrijwilligers met honderden activiteiten voor duizenden ouderen
organiseren. Een paar voorbeelden: bij het Ouderenfonds zijn jaarlijks zo’n 9.000
vrijwilligers actief, Vier het Leven is met meer dan 1.800 vrijwilligers actief in
86 gemeenten, en jaarlijks helpen de 25.000 vrijwilligers van Humanitas zo’n 75.000
mensen. Dit is niet alleen belangrijk vanwege het werk dat verricht wordt.
Ik neem u graag mee in enkele voorbeelden van de infrastructuur die door middel van
aangesloten nationale partners wordt gerealiseerd om eenzaamheid te signaleren en
te verminderen. Drie aangesloten supermarktketens hebben gezamenlijk bijna 2.200 filialen
door het hele land, met daarbij veel winkelmedewerkers die (kenmerken van) eenzaamheid
kunnen signaleren. Ook hebben veel filialen ontmoetingsplaatsen of koffietafels met
een sociale functie.
Daarnaast heeft een postbedrijf elke dag 25.000 postbezorgers verspreid door heel
Nederland. Het postbedrijf wilt haar bezorgers faciliteren en informeren in het gebruik
van het Signaalpunt tegen eenzaamheid, zodat er een stevige infrastructuur rondom
het signaleren van eenzaamheid ontstaat. Ook worden pakketbezorgers van medische apparatuur
speciaal getraind. Zij krijgen een training met VR zodat bezorgers nog meer aandacht
voor klanten krijgen en eerder eenzaamheid signaleren. Inmiddels hebben al 120 bezorgers
deze training gevolgd. Daarnaast is een kinderopvang aangesloten met ruim 400 locaties
en 26.000 kinderen, waarbij kinderen op bezoek gaan bij ouderen, kaartjes sturen of
bezoek krijgen van ouderen, en organiseren zij een landelijk zomerevent. Zij hebben
een handleiding ontwikkeld om alle medewerkers toe te rusten om deze activiteiten
goed te organiseren. Een museum heeft een speciaal programma voor (eenzame) ouderen
opgezet en heeft dit jaar 180 ouderen bereikt. Deze bezoeken bestonden uit drie contactmomenten
in drie maanden, waarbij wordt ingezet op duurzame contacten tussen de groepsleden.
In 2020 wordt dit aantal verdubbeld naar 360 ouderen. Bovendien wordt ook ingezet
op de fysieke toegankelijkheid van het museum voor ouderen en worden alle medewerkers
en beveiligers getraind in het ontvangen van ouderen.
Momenteel hebben 100 organisaties zich aangesloten en daar komen steeds nieuwe partijen
bij. Dat is 54% meer dan vorig jaar. Onder hen bevinden zich kennisinstellingen, landelijke
bedrijven met haarvaten in verschillende sectoren van de samenleving, zorgorganisaties
die met ouderen in contact staan en sport- en cultuurinstellingen. Dit levert veel
nieuwe, structurele initiatieven op. Hieronder enkele voorbeelden.
Kinderdagverblijven: Er zijn diverse kinderdagverblijven, peuteropvang en BSO’s die de strijd aan gaan
tegen eenzaamheid onder ouderen. Ze sturen kaartjes, organiseren workshops zoals «Muziek
en Bewegen» voor jong en oud of brengen een bezoekje aan een verzorgingstehuis. Een
landelijk georganiseerd kinderdagverblijf heeft een handboek ontwikkeld om het personeel
toe te rusten voor deze sociale activiteiten met ouderen
Sportverenigingen en Ouderenfonds: In het najaar van 2019 waren loten te koop voor een loterij, waarbij kopers per lot
een oudere aan een wekelijks contact hielpen. Een van de projecten die werd gefinancierd
is De Derde Helft, een project van het Ouderenfonds waarbij sportverenigingen ontmoetingsplekken
worden voor ouderen. Tijdens De Derde Helft organiseren sportverenigingen in samenwerking
met ouderen activiteiten in hun clubhuis, zoals dansavondjes, computerles, yoga, stand
up comedy- en literatuuravonden. Activiteiten georganiseerd dóór ouderen en de sportverenigingen,
vóór ouderen en de sportverenigingen. Inmiddels is dit project in 8 gemeenten gestart.
Kletskassa’s: In juli 2019 was ik aanwezig bij de opening van de eerste supermarktkassa voor mensen
die zich niet willen haasten of behoefte hebben aan dat extra contactmoment. De supermarkt
werkt hierbij ook samen met een burgerinitiatief waarbij een vrijwilliger in de koffiecorner
van de winkel met ouderen in gesprek gaat en zo nodig hulp organiseert. Dit initiatief
is succesvol en wordt uitgebreid naar 30 tot 40 winkels.
Museumbezoek: en museum organiseert samen met zorg- en welzijnsorganisaties gratis rondleidingen
voor ouderen, alles wordt georganiseerd. Ze worden door een speciale museumPLUSbus
opgehaald en thuisgebracht. Deze bus rijdt elke dag een groep senioren naar één van
de veertien deelnemende musea. Het gaat om senioren die fysiek écht niet meer zelfstandig
een museum kunnen bezoeken. Een vrijwilligersorganisatie (Vier het Leven) helpt weer
om ouderen bij de bus te brengen en te begeleiden tijdens het bezoek.
Een aanjaaggroep met vooraanstaande Nederlanders (bijvoorbeeld Foppe de Haan, Ali
B en Bert van Leeuwen) hebben een rol om deze groep te inspireren. Dit doen zij op
bijeenkomsten en door het inzetten van hun eigen netwerk en podium.
En verder: Een bank helpt ouderen met «financieel veilig ouder te worden» door seniorenadviseurs
in te zetten. Een supermarkt leidt personeel in de winkel op om bewust te zijn van
de signalen van eenzaamheid. Elke deelnemer heeft een intentieverklaring ondertekend
en daarmee een commitment van twee jaar ingezet om bij te dragen aan minder eenzaamheid.
Op de website www.eentegeneenzaamheid.nl/nationalecoalitie zijn alle deelnemers te vinden.
Eenzaamheid staat niet als opgave op zichzelf. Om de partners in de nationale coalitie
meer inzicht te geven en daarmee ook meer kansen om zich in te zetten, worden deze
aanpalende onderwerpen verdiept in bijeenkomsten. In 2019 zijn de thema’s technologie
en zingeving opgepakt. Er zijn specifieke bijeenkomsten georganiseerd over deze onderwerpen
in relatie tot eenzaamheid, waarin veel ideeën en nieuwe contacten zijn uitgewisseld
met initiatieven tot gevolg. In 2020 zullen wij ons verdiepen in de relatie tussen
eenzaamheid en armoede, mobiliteit en kunst/cultuur, en verkennen wat daar aan mogelijkheden
liggen. Mensen in armoede hebben een verhoogde kans op eenzaamheid en minder mogelijkheden
om deel te nemen aan betaalde activiteiten. Hier kunnen we met de partners in de nationale
coalitie mogelijk iets voor betekenen. Net als voor mensen die minder mobiel zijn
en daardoor liever binnen blijven. Tenslotte, kunst en cultuur kunnen werken als een
effectief middel om eenzaamheid te bestrijden.
4. Lokale coalities
Om eenzaamheid in de wijken in beeld te krijgen en te doorbreken moet lokaal actie
worden ondernomen. Gemeenten hebben op grond van de Wmo die opdracht en voelen die
urgentie ook. Twee derde van de gemeenten heeft aandacht voor eenzaamheid in hun collegeprogramma’s.
Een ambassadeur roept bestuurders bij alle gemeenten in Nederland op om daad bij het
woord te voegen.
De kaarten met de risicogebieden van eenzaamheid per wijk, die het RIVM heeft gemaakt
als onderdeel van de toolkit, stellen gemeenten in staat om hun interventies en lokale
coalitie passend te maken voor de eenzaamheids-opgave per wijk. Het aantal gemeenten
dat daaraan een signaleringspunt koppelt, is toegenomen. Ook het aantal gemeenten
dat werkt met Welzijn op Recept en huisbezoeken is verder gegroeid. Exacte aantallen
volgen begin 2020 als de nu lopende benchmark onder gemeenten is uitgevoerd. Deze
benchmark dient inzicht te geven in de voortgang van de aanpak eenzaamheid bij gemeenten,
met als specifiek kader de vijf pijlers en de toolkit. In december 2019 is de vragenlijst
uitgezet. Eind januari 2020 ontvang ik de eerste rapportage. Vervolgens voert het
onderzoeksbureau deze benchmark eind 2020 en eind 2021 nogmaals uit om de voortgang
te monitoren. Ik informeer Uw Kamer in de volgende rapportage over de uitkomsten.
De volgende concrete resultaten zijn bereikt in samenwerking met gemeenten en verschillende
lokale partners:
– 126 gemeenten zijn verbonden aan het actieprogramma door bijvoorbeeld het ondertekenen
van de vijf pijlers9 of aan de slag te gaan met instrumenten uit de toolkit (een verzameling van in de
praktijk ontwikkelde instrumenten die bijdragen aan de vermindering van eenzaamheid);
– Deze aangesloten gemeenten tellen samen 758.930 75-plussers. Dit is 53,9% van het
totaalaantal 75-plussers in Nederland;
– 10 gemeenten hebben een «Signaalpunt eenzaamheid» ingericht, 6 zijn in ontwikkeling
en 18 hebben interesse;
– Meer dan een kwart van de aangesloten gemeenten leggen jaarlijks huisbezoeken af aan
75-plussers, of bereiden dat voor;
– Bijna een derde van de aangesloten gemeenten vormden een lokale coalitie die met verschillende
partijen een lokale aanpak formuleren voor preventie of bestrijding van eenzaamheid.
Een aantal voorbeelden staan hieronder;
– Vijftien adviseurs bieden de nu 126 gemeenten, verspreid door heel Nederland, praktische
ondersteuning in hun aanpak van eenzaamheid, bijvoorbeeld bij het implementeren van
een signaalpunt tegen eenzaamheid en jaarlijkse huisbezoeken van 75-plussers;
– De Nationale Coalitie en de beweging op lokaal niveau met de lokale coalities versterken
elkaar. Landelijke partijen doen lokaal mee met hun eigen vestiging(en).
Nog belangrijker is wat er daadwerkelijk gebeurd bij deze gemeenten die zich actief
inzetten om eenzaamheid bij hun inwoners te verkleinen. Verschillende onderzoeken
waar ik hieronder verder op in ga, geven daar een beeld van. Elke lokale situatie
is uiteindelijk anders en kent zijn eigen «push en pull» factoren om iets aan eenzaamheid
te doen. Hierbij enkele voorbeelden die die diversiteit weergeeft:
Een lokale coalitie in een middag in Valkenburg
Een lokale coalitie tegen eenzaamheid vormen lijkt misschien moeilijk te realiseren.
In gemeente Valkenburg is er echter voortvarend aan de slag gegaan met een innovatieve
aanpak. Door een beroepenlijst op te stellen en daar namen aan toe te voegen werd
een gevarieerd gezelschap geactiveerd van onder andere een notaris, de politie, de
zorg- & welzijnsorganisatie, een pedicure en de thuiszorg. In slechts één middag is
de coalitie opgericht en zijn er taken toebedeeld.
Zorg voor elkaar Breda
Met de aanpak «Omgaan met Eenzaamheid in Breda» is een lokale coalitie aan de slag
gegaan om een efficiënte en duurzame aanpak op te zetten en tegelijktijdig een beweging
met een gedeelde visie op gang te brengen. Dit doen ze in drie werkgroepen (bewustwording,
deskundigheidsbevordering, eenzaamheid in de wijk Haagse Beemden). In 2020 wordt een
meerjarenperspectief ontwikkeld en in februari/maart vindt een stedelijke bijeenkomst
plaats.
Daarnaast is er een centrale stedelijke aanpak «Dag eenzaamheid». Daarin wordt eenzaamheid
bespreekbaar gemaakt als onderdeel van het leven. Tegelijkertijd draagt de aanpak
bij aan waardevolle ontmoetingen ter vermindering van eenzaamheid.
Netwerk Samen tegen Eenzaamheid in Oegstgeest
6 mei 2019 was de eerste bijeenkomst van het netwerk Samen tegen eenzaamheid Oegstgeest
in oprichting. Inmiddels is in oktober het netwerk officieel opgericht en hebben meer
dan 70 mensen een «Ik-doe-mee-verklaring» ondertekend. Aan het netwerk neemt een gevarieerde
groep deel van zorg- en welzijnsmedewerkers, ondernemers, betrokken inwoners en afgevaardigden
van belangengroeperingen. In werkgroepen wordt gewerkt aan het in beeld brengen van
de sociale kaart, het organiseren van signaleringscursussen en het maken van een publiekscampagne.
Daarnaast is een groep ervaringsdeskundigen actief om te adviseren over het huidige
aanbod. Met dit 4-jarige project brengt gemeente Oegstgeest een beweging op gang die
niet alleen organisaties maar ook inwoners van het dorp uitdaagt een bijdrage te leveren
aan de aanpak van eenzaamheid.
Pilots in Utrecht
Gemeente Utrecht heeft de volgende pilots die als doel hebben om andere gemeenten
van te laten leren:
– Lokale campagne «Stel je voor». Betreft: Campagne rondom de Week-tegen-Eenzaamheid.
Samen met NS en Pro-Rail is een online- en offlinecampagne in een totale tijdspan
van 6 weken rondom de Week-tegen-Eenzaamheid geweest. De onlinecampagne bereikte 346
duizend mensen.
– Deskundigheidsbevordering in Utrecht. Betreft: trainingen van vrijwilligers in het
tegengaan van eenzaamheid.
– Versterken van de lokale coalitie. Betreft: Community Management van de Utrechtse
Coalitie. Het betreft het aanjagen en versterken van de lokale coalitie. Tegelijkertijd
wordt er ingezet op monitoren van resultaten en het ophalen van knelpunten.
– Automaatje Utrecht. Betreft: Project om meer minder-mobiele Utrechtse ouderen in staat
te stellen contact te maken/ onderhouden met vrijwilligers. Het doel is een brede
doelgroep minder-mobiele Utrechtse ouderen bereiken en voorkomen dat zij in een isolement
geraken door hun verminderde mobiliteit. Méér minder-mobiele Utrechtse ouderen in
staat stellen betekenisvolle contacten te leggen of te onderhouden door hen activering
en/of vervoer aan te bieden.
Bevindingen in lopende onderzoeken
1. Kwantitatieve onderzoeken
Begin 2019 heeft de Wetenschappelijke adviescommissie (WAC) advies uitgebracht over
het meten van de prevalentie van eenzaamheid en hoe het doel van dit actieprogramma,
namelijk een trendbreuk op de gevoelens van eenzaamheid bij 75+ers, gemeten zou kunnen
worden. In mijn reactie op dit advies10 heb ik u toegezegd tussen de metingen van de Gezondheidsmonitor, waarin vierjaarlijks
in iedere gemeente langs de «De Jong Gierveld-schaal» wordt gemeten, het LASA-onderzoek
te gebruiken om te bezien of we de goede kant op bewegen om de trend van eenzaamheid
te doorbreken.
Wanneer we spreken over een «trendbreuk» op eenzaamheid zijn er vier verschillende
niveaus om daarnaar te kijken. We kunnen kijken naar de verandering op het individuele niveau en op het landelijk niveau.
Op individueel niveau kan (middels het LASA-onderzoek 11) inzicht worden verkregen over a) de verandering in de gevoelens van eenzaamheid
van één persoon over de loop van de jaren en b) het verschil tussen een 75+er nu en
een 75+er 10 jaar geleden.
Op landelijk niveau kan (middels de Gezondheidsmonitor 12) inzicht worden verkregen over a) de verandering in het percentage van de bevolking
dat zich eenzaam voelt tussen 2012, 2016 en 2020 en b) de verandering in het percentage
dat zich eenzaam voelt corrigerend voor het effect van de demografische vergrijzing.
Op de volgende verschillende momenten in 2020 en 2021 komt informatie uit deze onderzoeken
(zie tabel 1). Ik zal de WAC vragen mij te adviseren over de interpretatie van deze
verschillende data en wat dit dan zegt over de beoogde trendbreuk en bijbehorende
opgave waar we als maatschappij voor staan. In de volgende voortgangsrapportage zal
ik u hierover informeren.
Tabel 1: kwantitatieve onderzoeken prevalentie eenzaamheid met Jong-Gierveld schaal
Onderzoek
Peilmoment
Populatie
Beschikbaar op
LASA-onderzoek
Najaar 2019
Maart 2020
400
77–100 jaar
10 gemeenten
Q4 2019 (bijgevoegd)
Q4 2020
Gezondheidsmonitor
Najaar 2012
Najaar 2016
Najaar 2020
~450.000
18–100 jaar
landelijk
Reeds beschikbaar
Reeds beschikbaar
Q2 2021
CBS Sociale samenhang & Welzijn
2017
2019
7.500
7.500
Representatieve steekproef
Reeds beschikbaar
Q3 2020
Nivel Participatiemonitor
Najaar 2019
Najaar 2020
4.500
4.500
Representatieve steekproef
Q4 2019
Q3 2020
LASA-rapport
Het rapport met analyse over de eerste extra meting bij de LASA-populatie (betreffende
de periode eind 2011 tot begin 2019) is bij deze brief toegevoegd (bijlage 2)13. Dit rapport kan gezien worden als 0-meting voor de volgende metingen gedurende het
actieprogramma. Dat betekent dat er in de volgende voortgangsrapportage van 2020 een
vergelijking kan worden gemaakt tussen deze metingen.
De resultaten tonen aan dat eenzame ouderen niet eenzamer zijn geworden sinds 2011.
Ook bevestigt de analyse over deze meting dat eenzaamheid gemiddeld genomen toeneemt
met het ouder worden. In de context van een vergrijzende samenleving is dat een relevante
constatering, die de urgentie van de inspanningen van het actieprogramma benadrukt.
Het gaat er om de te verwachte trend gelet op de vergrijzing, te keren.
2. Kwalitatieve onderzoeken en resultaten, subsidieregeling
De WAC heeft in haar eerste brief advies ook enkele procesindicatoren genoemd die
aan kunnen tonen of de beweging richting een trendbreuk groeit. Conform mijn toezegging
informeer ik u met deze voortgangsrapportage over de onderzoeken en bevindingen die
ik hier nu over heb.
Onderzoek naar resultaten gemeenten met een decentralisatieuitkering
Eind 2018 hebben zestien gemeenten met één of meer wijken/kernen met een eenzaamheidspercentage
van meer dan 56% een decentralisatie uitkering ontvangen voor de aanpak van eenzaamheid.
Bijgevoegd (bijlage 3)14 treft u het rapport van de inventarisatie wat er binnen deze gemeenten is gebeurd.
Inzichten uit dit rapport versnellen de aanpak voor andere gemeenten. De aanpak en
geleerde lessen uit deze zestien gemeenten wordt gedeeld met de adviseurs die gemeenten
lokaal ondersteunen. Zo kan bijvoorbeeld de inventarisatiefase en verdiepingsslag
bij «nieuwe» gemeenten relatief sneller worden doorlopen.
Hoewel sommige gemeenten al bezig waren met de aanpak van eenzaamheid heeft in zijn
algemeenheid de decentralisatie-uitkering een forse impuls gegeven aan de aanpak van
eenzaamheid in de zestien gemeenten. Doordat er geld beschikbaar kwam, is het onderwerp
vaak hoger op de agenda van het gemeentebestuur en de gemeenteraden gekomen. De landelijke
aandacht die het Actieprogramma heeft gegenereerd, heeft volgens sommige gemeenten
deze impuls nog eens versterkt. De meeste gemeenten geven aan dat zij de middelen
van de uitkering zo duurzaam mogelijk willen inzetten om met name de kwaliteit van
de bestaande voorzieningen, activiteiten en initiatieven te verbeteren. Veel gemeenten
zetten de middelen over meerdere jaren in.
Geleerde lessen uit deze gemeenten met een extra financiële impuls zijn:
– De eerste stap van bijna alle gemeenten die een decentralisatie uitkering ontvingen
was het in kaart brengen van wat er in de gemeente reeds gebeurt op het gebied van
voorkomen en bestrijden van eenzaamheid.
– Na de fase van inventariseren zijn veel gemeenten aan de slag gegaan met een duurzame
verbeterslag, enerzijds door de kwaliteit van bestaande activiteiten te verhogen en
anderzijds het bestaande aanbod aan te vullen met ontbrekende activiteiten.
– Voor sommige gemeenten leidt het inventariseren van activiteiten ook tot het inzicht
dat er behoefte is aan meer afstemming en samenwerking tussen organisaties die betrokken
zijn.
– In een aantal gemeenten is een verdiepingsslag op de interventies gemaakt. Er is gaandeweg
een inzicht opgedaan dat «eenzaamheid verminderen meer is dan alleen ontmoeting faciliteren»
– Een ander inzicht dat gemeenten opdeden is dat eenzaamheid een overkoepelend sociaal
vraagstuk is: «Eenzaamheid gaat overal dwars doorheen, bijna alle netwerken in het
sociale domein hebben wel een link met eenzaamheid». De gemeenten wijzen erop dat
ze het probleem integraal moeten aanpakken. Daardoor wordt de aanpak van eenzaamheid
in sommige gemeenten ingebed in bestaande programma’s of structuren.
– Tenslotte, bijna alle gemeenten werken met netwerken (lokale coalities) bij hun aanpak
van eenzaamheim. Vaak zijn dit partijen uit de gehele lokale samenleving. De rol die
de gemeenten hier zelf in vervullen is vaak van invloed op het succes van de lokale
coalitie.
Advies over zingeving (Raad van Ouderen)
De Raad van Ouderen adviseert het Ministerie van VWS en andere partijen die actief
zijn in de ouderenzorg, en vraagt aandacht voor relevante thema's. De raad bestaat
uit ouderen die ook actief zijn in regionale en landelijke ouderennetwerken. Het vierde
advies (bijlage 4)15, uitgebracht in november 2019, ging op mijn verzoek over zingeving. De vraag was:
«hoe maken we zingevingsvragen laagdrempeliger en toegankelijk zodat ouderen zich
daadwerkelijk minder eenzaam voelen?» In het advies doet de Raad in totaal 12 aanbevelingen
die in haar ogen bijdragen aan de zingeving bij ouderen. Oprechte aandacht voor ouderen
in het dagelijkse leven, een goede voorbereiding op de derde levensfase en faciliteren
dat ouderen op eigen wijze aan de samenleving kunnen blijven deelnemen zijn volgens
de Raad de belangrijkste succesfactoren voor betekenisvol contact en een zinvol bestaan.
Samen met het Pact voor de Ouderenzorg is in november een congres rondom Zingeving
georganiseerd, waarin initiatieven zijn bedacht die bij moeten dragen aan een zingevend
bestaan voor ouderen, en daarmee aan vermindering van eenzaamheid. De opbrengst van
deze bijeenkomst inclusief het advies van de Raad van Ouderen, wordt binnen de Pact
partijen en programma’s volgend jaar verder opgepakt.
Subsidieregeling met ZonMw
Zoals deze brief alleen al aantoont, is er ontzettend veel kennis en wil om actie
te ondernemen, overal verspreid door Nederland. Om te zorgen dat deze kennis en kunde
tot uiting komen, heeft ZonMw, in opdracht van het Ministerie van VWS, een subsidieoproep
voor initiatieven tegen eenzaamheid uitgezet. De subsidieoproep is bedoeld om de (door)ontwikkeling
van effectieve interventies tegen eenzaamheid te inventariseren en financieel te ondersteunen,
maar ook om de geselecteerde veelbelovende activiteiten te omschrijven en te evalueren.
Zo bouwt het programma gezamenlijk een database op van goede voorbeelden.
ZonMw heeft in 2019 twee subsidierondes opengesteld in het kader van de versterking
aanpak eenzaamheid. Startende en bestaande lokale initiatieven konden binnen deze
rondes een aanvraag doen voor de ontwikkeling, uitvoering en verspreiding van initiatieven
gericht op het voorkomen of bestrijden van eenzaamheid onder 75-plussers. Procesevaluatie
en het beschrijven van de aanpak middels een handboek maken onderdeel uit van de projecten.
Binnen de oproep voor bestaande initiatieven zijn 58 aanvragen in behandeling genomen.
Daarvan worden 35 aanvragen gehonoreerd op basis van de in de oproep gehanteerde relevantie-
en kwaliteitscriteria. De honoreringen vertegenwoordigen gezamenlijk een bedrag van
ruim € 800.000. Op het gebied van relevantie is onder andere beoordeeld op de beschrijving
van ervaringen met het initiatief, aansluiting op de lokale situatie, de beschrijving
en betrokkenheid van de doelgroep en samenwerking met andere relevante partijen. De
kwaliteitscriteria hadden betrekking op de kwaliteit van de doelstelling, plan van
aanpak, haalbaarheid, samenstelling en expertise projectgroep, continuïteit en begroting.
Binnen de oproep startende initiatieven zijn 44 aanvragen in behandeling genomen.
Het beoordelingsproces loopt op dit moment nog en de besluitbrieven worden uiterlijk
eind januari verstuurd.
Nog voor de zomer van dit jaar vindt opnieuw een subsidieoproep plaats, dan ook gericht
op de verbinding met landelijke initiatieven. De precieze invulling van de tweede
oproep wordt in de komende weken uitgewerkt. De bevindingen en verbeterpunten uit
de eerste subsidieoproep vormen daarin een belangrijk uitgangspunt.
Lange termijn kennisagenda
De WAC komt begin 2020 met hun derde advies, over een agenda voor onderzoek en ontwikkeling
op de lange termijn. Op dit moment werkt de WAC ook aan een checklist aan de hand
waarvan gemeenten de kwaliteit van cursussen en trainingen op het gebied van eenzaamheid
kunnen beoordelen. De checklist wordt opgenomen in de toolbox van de adviseurs.
Ex-durante Beleidsevaluatie
Het programma wordt sinds september 2019 ex-durante geëvalueerd met de onderzoeksvraag
of de opzet van het programma met de landelijke en lokale coalities bijdraagt aan
de impact die we willen bereiken. Daarin wordt gekeken naar de doeltreffendheid (doen
we wat we beogen?) en doelmatigheid (doen we dat efficiënt?). Middels een inhoudsanalyse,
interviews en ronde-tafel-gesprekken zijn lokale, landelijke betrokkenen van binnen
en buiten het programma bevraagd. Bijgevoegd treft u het eerste rapport (bijlage 5)16
De belangrijkste bevindingen zijn:
– Het initiatief voor en de regievoering op het programma door het ministerie wordt
als positief ervaren, onder andere vanwege de doorzettingsmacht en de versnelling
die dit oplevert. Er is een beweging in gang gezet die wordt herkend en VWS pakt hierin
een inspirerende rol.
– De opzet van het programma met een Nationale Coalitie en lokale coalities met partijen
die bijdragen aan het verminderen van eenzaamheid en daarbij worden ondersteund vanuit
het Ministerie van VWS, waarbij de Wetenschappelijke Adviescommissie zorgdraagt voor
kennisontwikkeling en -borging, wordt positief gewaardeerd in beleving en werking
ervan.
– Een belangrijke uitdaging voor het programma is het (nog) verder versterken van de
kracht en werking van de Nationale Coalitie zelf en het verder versterken van de verbinding
met de lokale coalities. Ook kan de ondersteuning aan lokale coalities nog beter en
concreter, met aandacht voor wat werkt, maar ook voor wat niet werkt (voorkomen van
verlies van energie). In 2020 breid ik daarom de toolkit uit met verschillende concrete
instrumenten, zoals een checklist voor trainingen en een handreiking monitoring en
evaluatie.
Na het agenderen moeten nu concrete resultaten worden behaald doordat partners aan
de slag gaan met effectieve interventies. Ten tweede is ook de borging van de thematiek
op langere termijn een uitdaging voor betrokkenen. Er is een aantal concrete aanbevelingen
gedaan, waar het programma mee aan de slag gaat. Het onderzoeksbureau is gevraagd
om actiegericht verder te onderzoeken. Dus mee te lopen en bij te sturen aan de hand
van bevindingen. Een volgend verslag hiervan stuur ik eind 2020 met de volgende voortgangsrapportage.
Motie van het lid Krol over gemeenten stimuleren om zich aan te sluiten bij Eén-tegen-eenzaamheid
Tot slot wil ik met deze brief nog de motie van het lid Krol afdoen17, ingediend bij de behandeling van de vorige voortgangsrapportage, die de regering
verzoekt zich meer in te spannen en ervoor te zorgen dat gemeenten zich zo snel mogelijk
aansluiten bij het actieprogramma Eén tegen eenzaamheid. Ik geef daar als volgt gehoor
aan:
– Een ambassadeur bezoekt wethouders om het thema eenzaamheid te agenderen en wethouders
uit te nodigen zich aan te sluiten bij het actieprogramma;
– 15 adviseurs ondersteunen gemeenten in de totstandkoming en uitrol van het eenzaamheidsbeleid;
De toolkit voor gemeenten wordt uitgebreid met praktische handvatten waar gemeenten
gebruik van kunnen maken.
– In 2020 wordt er weer volop tijdens bijeenkomsten ingezet om gemeenten te bewegen
zich aan te sluiten bij het programma. Zo verwacht ik op 15 januari 2020 bij het congres
in de Ridderzaal weer nieuwe gemeenten te verwelkomen bij het programma.
Deze lopende inspanningen hebben ertoe geleid dat de 70 deelnemende gemeenten van
december 2018 zijn uitgebreid naar 126 gemeenten op dit moment. Mijn programma is
erop gericht dat dit cijfer in 2020 toeneemt naar 200.
Tot slot
Tot slot is het belangrijk om ook over de grenzen te kijken van 2020. Er zijn verschillende
thema’s en onderwerpen die onze aandacht in 2021 vragen. Eenzaamheid is niet uitsluitend
iets van ouderen. Eenzaamheid kent geen voorkeuren: jong, oud, rijk of arm, eenzaamheid
vinden we terug in alle bevolkingslagen. De toon is gezet om eenzaamheid voor andere
doelgroepen bespreekbaarder te maken. Bijvoorbeeld voor eenzaamheid onder jongeren.
Een meldpunt voor eenzame jongeren kent sinds de lancering in oktober al meer dan
duizend jongeren meldingen. Zoals ik in mijn vorige voortgangsrapportage18 al aangaf in reactie op de motie van het lid Raemakers-Kuiken zet ik de ondersteuning
aan gemeenten breed in voor alle doelgroepen die te maken krijgen met eenzaamheid.
Internationaal kan er kennis worden opgedaan. Er valt te leren van landen als Denemarken,
Finland, en Japan. Het Verenigd Koninkrijk stelde al een Minister Against Loneliness aan. Duitsland heeft een peerreview groep opgestart waar Nederland deel van uitmaakt.
Mogelijk leidt dit tot een uitgebreider Europees netwerk.
Eenzaamheid blijft een complex fenomeen. Er zijn te veel mensen die ongewild lijden
onder een eenzaam bestaan. Met het actieprogramma hoop ik dat een toon is gezet die
een lang gevolg krijgt. De eerste periode van het programma heeft het accent gelegen
op het agenderen van het onderwerp en het activeren van partijen. Daar zijn we goed
in geslaagd met onder meer 126 actieve lokale coalities tegen eenzaamheid en 100 organisaties
die daarnaast nog activiteiten ondernemen. Nu verschuift de aandacht naar de kwaliteit
van alle verschillende interventies die we in het land tegenkomen: welke acties helpen
het best om eenzaamheid te bestrijden? Die kennis gaan we goed borgen en delen met
zoveel mogelijk partijen, om uiteindelijk het einddoel (minder eenzame ouderen) te
bereiken. Iemands eenzaamheid is niet in een jaar opgelost. Het vergt een aanpak van
een lange adem vanuit verschillende hoeken van de samenleving. Met dit programma,
en alle betrokkenen, is daar de eerste belangrijke stap in gezet.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge
Indieners
-
Indiener
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport