Brief regering : Uitvoering van de gewijzigde motie van de leden Peters en Jasper van Dijk over onderzoek naar de invoering van een uitzonderingsjaar en toezegging overzicht stelsel boetes en verhogingen
24 515 Preventie en bestrijding van stille armoede en sociale uitsluiting
Nr. 503
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 december 2019
In deze brief ga ik in op het verzoek1 van het lid Peters (CDA) van 3 december 2019 om binnen een maand te laten weten hoe
de motie van de leden Peters en Jasper van Dijk2 wordt uitgevoerd. Tevens maak ik van de gelegenheid gebruik om aan uw Kamer een overzicht
te sturen van het stelsel van boetes en verhogingen die van toepassing zijn per type
vordering, zoals ik heb toegezegd tijdens het AO armoede- en schuldenbeleid van 14 november
2019. Onderstaand geef ik eerst een overzicht van het huidige stelsel van boetes en
verhogingen. Tijdens het debat zijn vragen gerezen omtrent de mogelijkheden voor het
stopzetten of kwijtschelden van verhogingen. Ik ga vervolgens in op wat er al mogelijk
is om schuldenophoging te voorkomen binnen het huidige stelsel en ik licht een aantal
maatregelen toe die ik in het kader van de Brede Schuldenaanpak heb opgepakt. Hierover
informeer ik u mede namens de Minister voor Rechtsbescherming.
Uitvoering motie
In de motie van de leden Peters (CDA) en Jasper van Dijk (SP) wordt gesteld dat schuldenaren
onder voorwaarden gebruik moeten kunnen maken van een «uitzonderingsjaar», waarin
alle door de overheid gecreëerde en oninbare verhogingen worden kwijtgescholden. Op
3 december jl. heeft uw Kamer deze motie aangenomen waarin de regering wordt verzocht
te onderzoeken hoe en met welke consequenties invoering van een uitzonderingsjaar
mogelijk is en de Kamer hierover voor de zomer van 2020 te rapporteren. In reactie
op dit verzoek deel ik u mee dat ik in overleg met de Minister voor Rechtsbescherming
en de Minister van VWS een korte verkenning zal laten verrichten. Daarbij zal ik ook
de effecten op het betaalgedrag van mensen betrekken.
Toezegging overzicht stelsel boetes en verhogingen
Onderstaand licht ik toe hoe het nu is geregeld en welke maatregelen ik in het kader
van de Brede Schuldenaanpak tref om onnodige schuldenophoging te voorkomen.
Huidige wet- en regelgeving
In 2018 is in mijn opdracht een overzichtsonderzoek door Atos Consulting uitgevoerd
naar wet- en regelgeving en uitvoeringsbeleid op het gebied van het invorderen van
schulden door Rijksoverheidsorganisaties en gemeenten3. De
Het rapport bevat een overzicht van de wet- en regelgeving die in het algemeen van
toepassing is op het invorderen van schulden door Rijksoverheidsorganisaties en beschrijft
per organisatie het wettelijk kader, het uitvoeringsbeleid en het invorderingsproces.
Daarbij worden tevens de wettelijke kosten beschreven die in rekening gebracht mogen
worden bij het invorderen van schulden. Hieronder ga ik nader in op het ontstaan van
vorderingen en de verschillende soorten boetes en op de kosten bij niet tijdige betaling
van vorderingen en boetes.
Vorderingen van de overheid
De term «vorderingen» wordt op uiteenlopende terreinen en in verschillende context
gebruikt. Vorderingen kunnen op allerlei manieren ontstaan. Het kan onder meer zijn
dat te veel kinderbijslag is uitgekeerd, er sprake is van een niet (tijdig) betaalde
inkomstenbelasting, gemeentelijke belasting of -heffing, kinder- of partneralimentatie
die niet is betaald, een studielening niet (tijdig) is terugbetaald of dat ten onrechte
te veel huur- of zorgtoeslag is toegekend.
Daarnaast kunnen bestuurlijke, administratiefrechtelijke of strafrechtelijke geldboetes
zijn opgelegd die moeten worden betaald4.
Bestuurlijke, administratiefrechtelijke of strafrechtelijke boetes
Overheidsorganisaties, zoals het UWV en gemeenten leggen bestuurlijke boetes op wanneer
er sprake is van onder meer fraude (bij overtreding van de inlichtingenplicht). Deze
boete komt bovenop de initiële vordering. In de materiewetten zijn hierover nadere
regels voor de uitvoeringsorganisaties gesteld.
Op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
heeft het CJIB de opdracht om administratiefrechtelijke verkeersboetes te innen. Ook
int het CJIB de door de rechter of het openbaar ministerie opgelegde geldboetes bij
strafrechtelijke overtredingen.
Verhogingen
Er is alleen bij de verkeersboetes en strafrechtelijke geldboetes of schadevergoedingsmaatregelen
sprake van de wettelijke term verhogingen. Wanneer een verkeersboete niet tijdig wordt
betaald, wordt de boete verhoogd met het wettelijk bepaalde percentage.
Een andere vorm van verhoging doet zich voor bij verzekerden met een betalingsachterstand
ter hoogte van zes maanden zorgpremie. Zij kunnen door de zorgverzekeraar worden aangemeld
bij het CAK voor de wanbetalersregeling en krijgen een bestuursrechtelijke premie
(120% gemiddelde premie) opgelegd.
Overige kosten
Naast specifieke wetgeving zijn er ook algemene wetten van toepassing waarin regels
zijn gesteld voor kosten die overheidsorganisaties in rekening mogen brengen. In de
Algemene Wet bestuursrecht (Awb) is geregeld dat een bestuursorgaan een aanmaning
kan versturen wanneer er geen tijdige betaling plaatsvindt. Eveneens kan wettelijke
rente worden berekend. De aanmaningsvergoeding en het in rekening brengen van wettelijk
rente is voor een bestuursorgaan niet verplicht5. Niet alle overheidsorganisaties brengen een aanmaningsvergoeding in rekening.
Ook kunnen buitengerechtelijke kosten in rekening worden gebracht6. De kosten worden berekend aan de hand van het Besluit buitengerechtelijke kosten
(Bbk) en kunnen maximaal 15% van de hoofdsom zijn. Het vorderen van buitengerechtelijke
kosten is geen verplichting maar een bevoegdheid; het bestuursorgaan kan er dus voor
kiezen om deze kosten niet in rekening te brengen
Als een overheidsorganisatie een gerechtsdeurwaarder inschakelt voor het verrichten
van ambtshandelingen dan rekent de gerechtsdeurwaarder de wettelijke schuldenaarstarieven
uit het besluit tarieven ambtshandelingen gerechtsdeurwaarders (Btag). Niet alle organisaties
maken gebruik van de diensten van een gerechtsdeurwaarder. Zo heeft de Belastingdienst
eigen deurwaarders in dienst. De kosten die de Belastingdienst in rekening brengt
voor het verzenden van een aanmaning en de betekening van een dwangbevel, zijn voorts
wettelijk vastgelegd in de Kostenwet invordering rijksbelastingen. Overigens stuurt
de Belastingdienst eerst kosteloze betalingsherinneringen.
Voorkomen en kwijtschelden van schulden
Het kabinet wil voorkomen dat mensen met schulden verder in de financiële problemen
komen als ze te maken krijgen met invordering door de overheid. In de Brede Schuldenaanpak
zet ik daarom in op een zorgvuldige en maatschappelijk verantwoorde incasso7.
Op dit moment zijn er al diverse mogelijkheden om verdere schuldenoploop te voorkomen
en om schulden (gedeeltelijk) kwijt te schelden. De huidige en toekomstige maatregelen
worden hieronder nader toegelicht.
Voor de meeste vorderingen geldt dat in ruime mate betalingsregelingen mogelijk zijn.
Daarbij geldt dat extra kosten kunnen worden voorkomen, wanneer in een vroeg stadium
een betalingsregeling wordt overeengekomen.
Voorts geldt voor de meeste vorderingen dat het mogelijk is om deze, inclusief de
extra ontstane kosten tijdens de inning en incasso, mee te nemen in minnelijke- dan
wel wettelijke schuldsaneringstrajecten. In een aantal situaties zijn voor bepaalde
types vorderingen daaraan nadere wettelijke voorwaarden gesteld. Bijvoorbeeld ingeval
van onverschuldigd betaalde uitkeringen8. Ook ingeval van bestuurlijke boetes zijn er onder voorwaarden mogelijkheden om deze
in een minnelijke schuldregeling te laten meelopen9. Hiermee is het voor de schuldenaar voldoende mogelijk om extra kosten, bestaande
uit verhogingen, boetes, wettelijke rente of incassokosten te voorkomen. Daarnaast
zijn er mogelijkheden om overheidsvorderingen inclusief kosten – al dan niet gedeeltelijk
– kwijtgescholden te krijgen. Ik vind het vanzelfsprekend dat voor het laatste een
zwaardere toets wordt aangelegd dan voor het treffen van betalingsregelingen of uitstel.
Brede Schuldenaanpak
De inzet van het kabinet is om zo tijdig mogelijk te onderkennen wanneer het nodig
is om hulp te bieden bij (dreigende) problematische schulden. Daarom geef ik vroegsignalering
prioriteit. Met het ingediende wetsvoorstel voor de wijziging van de Wet gemeentelijke
schuldhulpverlening wordt ten behoeve van vroegsignalering gegevensuitwisseling gefaciliteerd.
Om verhogingen (dan wel schuldenoploop) te voorkomen zijn eveneens maatregelen genomen.
De Minister voor Rechtsbescherming heeft de mogelijkheden voor betalingsregelingen
uitgebreid bij de boetes op grond van de Wahv en strafrechtelijke boetes. Verder wordt
een noodstopprocedure ontwikkeld voor mensen die hun verkeersboetes vanwege schulden
niet kunnen betalen. Met de noodstopprocedure wordt tijdelijk de invordering van verkeersboetes
en eventuele verhogingen stopgezet. In dat geval geldt dat de betrokkene schuldhulpverlening
moet accepteren. Na het goed doorlopen van een minnelijke schuldenregeling kan het
CJIB bij Wahv boetes besluiten om de restschuld niet verder te innen.
Met het opleggen van een bestuursrechtelijke premie wordt een preventieve werking
beoogd om te voorkomen dat verzekerden achterstand oplopen in de betaling van de zorgpremie.
Zorgverzekeraars hebben op grote schaal betalingsregelingen getroffen met verzekerden,
soms met gedeeltelijke kwijtschelding. Op dat moment betalen verzekerden direct weer
de normale premie aan de zorgverzekeraar. Daarnaast wordt vanaf 1 augustus 2018 geen
eindafrekening meer door het CAK opgesteld. Dit houdt in dat bij een verzekerde die
zijn schuld bij de zorgverzekeraar heeft voldaan, eventuele openstaande bestuursrechtelijke
premie wordt kwijtgescholden.
Het kwijtschelden van de eindafrekening biedt een positief vooruitzicht voor schuldenaren
die op het punt zijn gekomen dat ze in actie willen komen.
Tot slot
Ik constateer dat we gezamenlijk al veel tot stand hebben gebracht en in gang hebben
gezet. Door alle betrokken overheidspartijen wordt volop ingezet om de verhoging van
schulden te voorkomen en op te lossen. Dit geldt ook voor vorderingen van de overheid
zelf. In de met deze brief aangekondigde verkenning zal ik de maatregelen uit de Brede
Schuldenaanpak als uitgangspunt nemen en bezien hoe een uitzonderingsjaar zoals de
motie vraagt daarin past en wat het daaraan toevoegt.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
T. van Ark
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T. van Ark, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid