Brief regering : Vroegtijdige aanpak seksueel misbruik
34 843 Seksuele intimidatie en geweld
Nr. 38 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 december 2019
Zedenmisdrijven zijn ernstige misdrijven met vaak ernstige, ingrijpende en langdurige
gevolgen voor slachtoffers. Slachtoffers kampen bovendien met gevoelens van schaamte,
onmacht en onveiligheid en worden soms bedreigd. Sommige slachtoffers durven hierdoor
seksueel misbruik niet te melden of geen aangifte te doen bij de politie. Dit vind
ik een zeer kwalijke zaak en het motiveert mij des te meer om de aanpak van seksueel
misbruik sluitend te maken. Zeker waar het gaat om seksueel misbruik van kwetsbare
minderjarigen of jongvolwassenen dient onze strafrechtketen stevig en vroegtijdig
te kunnen optreden tegen de daders.
De aanpak is gericht op het zoveel mogelijk voorkomen van zedenmisdrijven. Ernstige
zedenzaken, zoals verkrachting of aanranding, beginnen soms met het delen van naaktfoto’s
of met het online seksueel verleiden of seksueel «inkapselen» van kinderen of jongeren.
Dit onderstreept het belang van een stevige aanpak van online ongewenst seksueel gedrag,
met een sterke focus op preventie. De (online) veiligheid en ook de bescherming van
jonge slachtoffers is en blijft een van mijn grootste prioriteiten.
Het vroegtijdig tegen daders van strafbaar seksueel gedrag kunnen optreden, vereist
dat we minderjarigen en jongvolwassenen een zo laagdrempelige mogelijkheid bieden
om hun verhaal te doen. Zodat strafbare gedragingen zo snel mogelijk aan het licht
komen en worden stopgezet, ook om herhaald slachtofferschap of nieuwe slachtoffers
te voorkomen. Dit is ook van belang om het slachtoffer van seksueel misbruik te kunnen
beschermen en – al gelang zijn of haar situatie en behoeften – te kunnen bijstaan
met informatie, advies, hulp en zorg.
Hieronder vat ik, mede namens de Minister voor Rechtsbescherming, kort samen waaruit
onze aanpak bestaat en vervolgens schets ik hoe we samen met onze partners in de strafrechtketen
erop inzetten de meldingsbereidheid van minderjarigen en jongvolwassenen te vergroten.
Hierbij is ook aandacht voor het vergroten van het bewustzijn rondom (strafbaar) ongewenst
seksueel gedrag. Mijn ministerie werkt hierbij nauw samen met andere ministeries,
zoals het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en het Ministerie
van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW).
Aanpak strafbaar ongewenst seksueel gedrag
Een slachtoffer van seksueel misbruik of seksueel geweld kan terecht bij de politie
of een van de Centra Seksueel Geweld (CSG’s). Slachtoffers worden hier meteen geholpen.
De CSG’s bieden multidisciplinaire dienstverlening (forensisch-medische en psychosociale)
aan slachtoffers en verlagen de drempel om seksueel misbruik of seksueel geweld bij
de politie te melden. De CSG’s zijn gericht op de acute fase, dat wil zeggen de eerste
zeven dagen nadat het voorval heeft plaatsgevonden. Maar ook slachtoffers in de niet-acute
fase kunnen zich melden bij een CSG, bij de politie of bij Slachtofferhulp Nederland.
In mijn brief van 12 november 2019 heb ik uitgebreid de strafrechtelijk aanpak van
zedenzaken na melding en aangifte uiteengezet.1 In alle politie-eenheden zijn gespecialiseerde zedenteams actief. De politie en het
Openbare Ministerie (OM) investeren doorlopend in de kwaliteit van zedenrechercheurs
en zedenonderzoeken. De veiligheid van slachtoffers en de risico’s op herhaald slachtofferschap
en herhaald daderschap staan hierbij centraal. Met de 15 miljoen euro die extra structureel
is vrijgemaakt voor de zedenpolitie, wordt een stevige impuls aan de kwaliteit en
capaciteit van de behandeling van zedenzaken worden gegeven.
Een andere stimulans voor een gerichte aanpak in zedenzaken is de in voorbereiding
zijnde modernisering van de zedenwetgeving. Met onder meer de introductie van de nieuwe
strafbaarstellingen van seks tegen de wil en seksuele intimidatie in het Wetboek van
Strafrecht, waarover ik uw Kamer in mijn brief van 22 mei 2019 heb bericht, wil ik
slachtoffers beter beschermen.2 Zo wordt met de nieuwe strafbaarstelling van seks tegen de wil niet de dwang maar
het handelen tegen de wil uitgangspunt voor strafbaarheid.3 Als de ene persoon aangeeft seks niet te willen, moet de andere persoon – die het
initieert – daarna luisteren en handelen. Als het niet duidelijk is of de ander seks
wil, heeft degene die het initiatief neemt straks een onderzoeksplicht. Onderzoek
je dan niet of de ander wil, dan ben je straks strafbaar.
Met een actueel wettelijk kader dat is toegesneden op veelvoorkomende verschijningsvormen
van strafbaar gedrag wordt het voor slachtoffers duidelijker voor welke strafbare
feiten een dader vervolgd en bericht kan worden. Dit kan bijdragen aan de aangiftebereidheid
van slachtoffers. De politie, het OM en andere organisaties uit de strafrechtketen
krijgen met de nieuwe wetgeving meer mogelijkheden om doelgericht tegen verschillende
typen strafbaar seksueel gedrag op te treden. Bij overschrijding van de norm kan een passende strafrechtelijke reactie volgen. Aansluitend
op het wetgevingstraject wordt de komende tijd bezien wat er nodig is aan aanvullende
maatregelen binnen en buiten de strafrechtketen voor een effectieve en efficiënte
aanpak van seksueel misbruik.
Daarnaast pak ik online seksueel kindermisbruik stevig en integraal aan. In mijn brief
van 22 november 2019 heb ik u bericht over de voortgang van mijn preventieve en repressieve
aanpak.4 Er lopen verschillende projecten, zoals het voor mij op dit moment urgente traject
om middels het bestuursrecht de verwijdering van online kinderpornografisch materiaal
af te dwingen. Ook zet ik stevig in op preventie van daderschap, bijvoorbeeld door
de specifieke hulplijn Stop it Now voor mensen met pedofiele gevoelens (en hun naasten).
In de in voorbereiding zijnde modernisering van de zedenwetgeving overweeg ik ook
het seksuele communiceren met kinderen strafbaar te stellen, als dit gedrag leidt
tot het seksueel inkapselen van het kind.5
Meldingsbereidheid van ongewenst seksueel gedrag
Het kan ontzettend zwaar en moeilijk zijn voor slachtoffers om te praten over het
ervaren seksueel misbruik, laat staan om zich te melden bij de politie of een andere
instantie. Dit geldt minder als het een onbekende dader betreft, maar in sterke mate
als de dader bekend is. Dit terwijl 80% van de daders van seksueel geweld een bekende
is. Voor minderjarige slachtoffers en jongvolwassenen kan het extra moeilijk zijn
om hun verhaal te doen. Om die reden zijn er specifieke landelijke voorzieningen naast
tal van laagdrempelige, lokale initiatieven6 die zich (mede) richten op jonge slachtoffers.
Naast laagdrempelige mogelijkheden om seksueel misbruik te melden spelen bewustwordingsactiviteiten
een belangrijk rol. Bewustwording is van belang om slachtofferschap bij jezelf of
een naaste te herkennen, te weten waar je in welke situatie en voor welke hulp terecht
kan. Ook kan het slachtoffers stimuleren om hun verhaal te doen en de directe sociale
omgeving van een slachtoffer om steun te geven.
Aan het einde van de brief sta ik nog expliciet stil bij hoe ik de gezamenlijke aanpak
en samenwerking tussen de organisaties in de zorg, onderwijs en de strafrechtketen
rondom online ongewenst seksueel wil versterken. Deze organisaties leveren ieder op
hun eigen werkterrein een bijdrage aan de aanpak van ongewenst seksueel gedrag, waaronder
het vroegtijdig in beeld krijgen.
Ik vind het dan ook belangrijk het gesprek en de samenwerking tussen deze organisaties
te faciliteren en te versterken.
Campagne «Wat kan mij helpen»
Om de meldingsbereidheid bij seksueel geweld te bevorderen is de Minister voor Rechtsbescherming
op 25 november jl. een campagne gestart «Wat kan mij helpen». Deze campagne duurt
drie jaar en brengt het belang en de mogelijkheden voor hulp na een ongewenste seksuele
ervaring onder de aandacht. De campagne richt zich de eerste periode op slachtoffers
vanaf 14 jaar tot 40 jaar. Bij deze leeftijdscategorie komt seksueel geweld het meeste
voor en vanaf 14 jaar zijn slachtoffers in staat zelf hun verhaal te doen. De eerste
reacties op deze campagne zijn positief. Het aantal bezoekers op de website (www.watkanmijhelpen.nl) is ruim 63.000 in de eerste drie weken van de campagne. Het is te zien dat dit onderwerp
speelt en dat de campagne mensen raakt. De betrokken organisaties, CSG, Slachtofferhulp
Nederland en de politie monitoren de invloed van de campagne op hun eigen organisaties.
Zo heeft Slachtofferhulp Nederland een groei van het aantal deelnemers van de lotgenoten
community gezien.
Hulplijn Helpwanted.nl
Minderjarigen en jongvolwassenen (tot 26 jaar) die te maken hebben (gehad) met online
seksueel misbruik kunnen voor melding, informatie en advies terecht bij de hulplijn
Helpwanted.nl. Het kan daarbij gaan om naaktfoto’s van minderjarigen, het online lastig
worden gevallen voor seksuele doeleinden (bijvoorbeeld grooming), gevallen van bedreiging,
chantage, afpersing of wraak met naaktbeelden. Slachtoffers kunnen ook (anoniem) chatten
en advies krijgen over wat strafbaar is en wanneer naar de politie te gaan. Ook ouders,
docenten, hulpverleners en maatschappelijk werkers kunnen bij Helpwanted.nl terecht
voor informatie en advies over thema’s als sexting, sextortion en grooming.
Meldknop.nl
Meldknop.nl is een initiatief van Veiliginternetten.nl en biedt informatie en hulp
bij internetproblemen. Een van de categorieën betreft seks, waaronder valt grooming, wraakporno, chantage met naaktbeelden, loverboys, kinderporno
en sexting. Via een browserbutton hebben jongeren met 1 klik direct informatie, advies
en hulp vinden bij vervelende ervaringen op het internet. Meldknop.nl wordt ondersteund
door de politie. Bezoekers op de website worden ook doorverwezen naar de juiste organisatie
voor het beantwoorden van verdere vragen.
Www.Vraaghetdepolitie.nl
Via de website Vraaghetdepolitie.nl kunnen jongeren laagdrempelig chatten met de politie
en bijvoorbeeld vragen stellen over online seksueel gedrag, zoals rondom het vervaardigen
en verspreiden van seksueel beeldmateriaal. Een politieagent geeft dan een persoonlijk
advies bij vragen over online veiligheid en kan ook hulp bieden, zoals hulp bij het
verwijderen van het online naaktfoto’s en informatie over welke stappen je kunt zetten
om (verder) verspreiding te voorkomen.
Samenwerking rondom ongewenst seksueel gedrag
Om minderjarige slachtoffers van ongewenst seksueel gedrag eerder in het vizier te
krijgen is het bovendien van belang dat organisaties in de strafrechtketen, de zorg
en het onderwijs goed samen optrekken. Tijdens een door mijn ministerie in samenwerking
met het Ministerie van OCW, het Ministerie van VWS en de Stichting School en Veiligheid
op 26 juni jl. georganiseerde expertmeeting is met 60 experts in kaart gebracht hoe
de aanpak en de samenwerking rondom sexting kan worden versterkt. De opbrengsten van
de expertmeeting zijn via de kanalen van de Stichting School en Veiligheid richting
scholen verspreid, waaronder goede praktijkvoorbeelden7. Een belangrijke vervolgactie van de expertmeeting is de oprichting van een expertisenetwerk.
Het doel daarvan is dat experts vanuit het onderwijs, de zorg, de strafrechtketen
en kenniscentra doorlopend inzichten, ervaringen en praktijkvoorbeelden rondom de
aanpak van online ongewenst seksueel gedrag kunnen uitwisselen. Dit netwerk wil ik
ook benutten om eventuele additionele mogelijkheden in beeld te krijgen om voor minderjarige
slachtoffers (en jongvolwassenen) het melden van online ongewenst seksueel gedrag
nog laagdrempeliger te maken.
Daarnaast zet ik in op het vergroten van het bewustzijn van ouders over online ongewenst
seksueel gedrag, waaronder ongewenste sexting. Momenteel verken ik de mogelijkheden
om een online campagne uit te voeren die zich richt tot ouders en ze informeert over
het waarom en hoe zij het gesprek daarover met hun kinderen kunnen voeren. Ouders
spelen een belangrijk rol in gezonde opvoeding van kinderen op het gebied van seksualiteit
en de steun van ouders kan een belangrijk verschil maken wat betreft de meldingsbereidheid
van kinderen en jongeren bij politie of hulpverlenende instanties.
Tot slot
Met de geschetste inzet streef ik ernaar dat jonge slachtoffers zich gesteund voelen
en ondersteund worden om hun verhaal bij politie en andere instanties te doen zodat
we ze eerder en beter kunnen bijstaan en we daders stevig kunnen aanpakken.
Mijn doel is en blijft het realiseren van een meer sluitende aanpak opdat seksueel
misbruik zoveel mogelijk wordt voorkomen en de (online) veiligheid van jonge mensen
wordt vergroot.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus
Indieners
-
Indiener
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.