Brief regering : Rapport Governance van beheer en onderhoud van informatiebouwstenen in de zorg
27 529 Informatie- en Communicatietechnologie (ICT) in de Zorg
Nr. 210 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 december 2019
Hierbij presenteer ik u het rapport «Governance van beheer en onderhoud van informatiestandaarden
en bouwstenen in de zorg» (bijlage 1)1. Het rapport is in opdracht van het Informatieberaad opgesteld door Berenschot. Als
bijlage treft u tevens de reactie van het Informatieberaad op het rapport (zie bijlage
2)2.
Met de aankomende wetgeving ten aanzien van verplichte elektronische gegevensuitwisseling
zal ik standaarden die nodig zijn voor eenheid van taal en techniek verplicht stellen.
Voor zover dat nog niet het geval is moeten deze standaarden wel beheerd worden. Het
rapport gaat op de wijze van beheer in.
Aanleiding en achtergrond
Bij de realisatie van elektronische gegevensuitwisseling in de zorg is een belangrijke
rol weggelegd voor het gebruik van standaarden voor taal en techniek die ook wel informatiestandaarden
worden genoemd. Een informatiestandaard bevat een afsprakenset voor taal en techniek
die ervoor moet zorgen dat zorginformatie met de juiste kwaliteit kan worden vastgelegd,
opgevraagd, gedeeld, uitgewisseld en overgedragen. Informatiestandaarden worden opgesteld
met partners in de zorg waarbij zorgrichtlijnen of zorgstandaarden als uitgangspunt
worden genomen (zie bijlage 3)3.
De ontwikkeling van informatiestandaarden vindt vaak plaats in programma’s. De Basisgegevensset
Zorg (BgZ) en bijbehorende zorginformatiebouwstenen (ZIB’s) komen bijvoorbeeld voort
uit het Programma Registratie aan de Bron (RadB). Deze programma’s hebben vaak een
tijdelijk karakter en zijn daardoor ook niet ingericht op het onderhoud en beheer
van de ontwikkelde standaarden. Er zijn daarom standaarden waar structureel beheer
en onderhoud nog niet voor is geregeld. Dat geldt dan niet zozeer voor de vaak internationale
standaarden en woordenboeken die worden benut, maar over de wijze waarop in Nederland
die standaarden worden toegepast in bijvoorbeeld afspraken over de uitwisseling van gegevens
over allergie.
De recente brieven over gegevensuitwisseling die aan uw Kamer zijn gestuurd met de
daarin aangekondigde wettelijke verplichting van digitalisering van gegevensuitwisselingen
volgens standaarden voor taal en techniek leiden tot intensieve en wettelijk verplichte
toepassing van informatiestandaarden4. Denk hierbij bijvoorbeeld aan (informatie)standaarden die nodig zijn voor het medicatieproces
(MP 9.0) of de genoemde BgZ. Het is noodzakelijk deze (informatie)standaarden goed
te beheren en te onderhouden, want na de ontwikkeling van de standaard staat de wereld
niet stil. Zowel vanuit de medische wereld als vanuit de ICT-wereld zullen er altijd
ontwikkelingen zijn met invloed op standaarden voor taal en techniek.
Daarom is het noodzakelijk om een goede beheerstructuur op te richten die ervoor kan
zorgen dat informatiestandaarden actueel toepasbaar blijven en voorzien in de ondersteuning
die zorgverleners in hun werk nodig hebben. Informatiestandaarden moeten blijven aansluiten
op de veranderende werkprocessen van de zorgprofessionals in de praktijk.
Voorgestelde oplossingsrichting
Het rapport Berenschot adviseert om houderschap van het beheer en onderhoud van informatiestandaarden
publiekrechtelijk te beleggen. Gezien de terughoudendheid om steeds nieuwe overheidsorganisaties
in het leven te roepen, heeft het de voorkeur om deze sturende rol bij een bestaande
partij onder te brengen.
De voorgestelde oplossing combineert een vorm van centrale sturing met decentraal
beheer van de informatiestandaarden. Een (publiekrechtelijke) organisatie, het sturend
orgaan, vervult de rol van houder en definieert de kaders waaraan de informatiestandaarden
moeten voldoen en hoe het beheer wordt vormgegeven. Met deze centrale sturing kan
de samenhang tussen verschillende informatiestandaarden worden geborgd. Hierin wordt
onderscheid gemaakt tussen houderschap (sturing) en operationeel beheer.
De rol van beheerder van specifieke informatiestandaarden kan, indien het sturend
orgaan hiertoe besluit en voldaan wordt aan bepaalde voorwaarden, decentraal worden belegd. Het sturend orgaan behoudt hierbij de eindverantwoordelijkheid.
Het Informatieberaad heeft ingestemd met dit advies en heeft ook voorkeur geuit voor
een publiekrechtelijke vorm. Daarbij heeft het Informatieberaad er nadrukkelijk op
gewezen dat de aanbevelingen van de Commissie Van der Zande5 leidend zijn bij opvolging van het advies van Berenschot. De doelstelling hierin
om meer dan 90 procent van de informatie voor kwaliteitsregistraties automatisch te
genereren uit Elektronische Patiëntendossiers (EPD’s) of andere ziekenhuisinformatiesystemen
(ZIS), stelt net als de uitwisseling tussen zorgprofessionals hoge eisen aan de vastlegging.
De keuze voor gestandaardiseerde ZIB’s en goed beheer van deze bouwstenen is daarin
essentieel.
Ik ga verkennen hoe het publieke houderschap op beheer van informatiestandaarden vorm
kan krijgen. Daarbij wordt afgestemd met de kwartiermaker van de programma-organisatie
»governance van kwaliteitsregistraties»6.
De verkenner krijgt als opdracht om te onderzoeken:
Welke publiekrechtelijke vorm passend is
Wat de specifieke scope is van informatiestandaarden die duurzaam in beheer moeten
worden genomen
Welke specifieke taken behoren bij de sturende rol op het vlak van beheer. Daarbij
wordt uitgegaan van de NEN-norm voor het beheer van standaarden, NEN 7522
Hoe de beheerorganisatie kan samenwerken met de huidige beheerorganisaties van standaarden
zoals ZINL, Nictiz, IHE, Nen en HL7 Nl.
Tot slot
De verkenner richt zich op de definitieve oplossing. Een (tijdelijke) oplossing is
gewenst omdat bij diverse programma’s het onderhoud- en beheervraagstuk zich nu al
aandient. De ambitie is in het de eerste helft van 2020 duidelijk te hebben bij welke
organisatie het houderschap (tijdelijk) wordt neergelegd met een duidelijk omschreven
takenpakket. Zodra dit bekend is, zal ik uw Kamer informeren.
Daarnaast is het wenselijk aan te sluiten op het programma Elektronische gegevensuitwisseling
in de zorg. Voor informatiestandaarden die als verplicht worden aangewezen door middel
van de komende wetgeving ten aanzien van elektronische gegevensuitwisseling in de
zorg, moet ook het beheer zijn ingeregeld.
Bestaande organisaties kunnen specifieke beheertaken blijven uitvoeren zoals bijvoorbeeld
het Zorginstituut Nederland (ZINL) dat nu al verantwoordelijk is voor het beheer van
iStandaarden (iWmo, iJw en iWlz)7 en andere standaarden8. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) blijft het beheer op classificatiestelsels
verzorgen en Nictiz de uitvoering van het operationeel beheer van BgZ en ZIB’s.
De Minister voor Medische Zorg en Sport,
B.J. Bruins
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg