Brief regering : Vlootvervanging onderzoek naar concept van multipurpose vessels (MPV)
35 300 XII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2020
Nr. 87 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 december 2019
Binnen het vlootvervangingsprogramma zet Rijkswaterstaat verschillende stappen om
zeker te stellen dat de schepen bij oplevering voldoen aan de gestelde eisen. Uw Kamer
heb ik met verschillende brieven geïnformeerd1. In de brief van juli 2019 heb ik u geïnformeerd over het vlootvervangingsprogramma.
Ik heb uw Kamer met die brief ook toegezegd te onderzoeken: of de invulling die Rijkswaterstaat
heeft gekozen met het MPV-concept aansluit bij de ontwikkelingen
binnen de scheepsbouw; binnen welke randvoorwaarden het combineren van meerdere functies
op één schip mogelijk is en wat de bouw van een MPV vraagt van zowel opdrachtgevers
als opdrachtnemer. In mijn opdracht heeft MARIN hier onderzoek naar gedaan. De rapportage
van MARIN2 is bijgevoegd 3.
MPV’s zijn schepen die flexibel inzetbaar zijn vanwege hun geschiktheid om meerdere
functies, gelijktijdig of na elkaar, te vervullen. Uit het onderzoek van MARIN komt
naar voren dat het MPV-concept een gangbaar en bewezen concept is dat veelvuldig wordt
toegepast. Met dit concept is het mogelijk de inzetbaarheid en daarmee de doelmatigheid
van een schip te verhogen. Om deze reden maken ook de offshore industrie, de civiele
maritieme sector en de Koninklijke Marine veelvuldig gebruik van MPV-schepen. MARIN
concludeert dat het concept past bij de combinatie van taken die met de schepen van
de Rijkswaterstaat worden uitgevoerd.
Naast multipurpose schepen gaat MARIN ook in op singlepurpose schepen. Singlepurpose
schepen zijn ontworpen om één taak efficiënt en doelmatig uit te voeren. Het is niet
per definitie een eenvoudig schip. In een kostengedreven markt, waarbij er veel vraag
is naar één soort operatie, kan dit scheepsconcept goed voldoen. Zijn de taken echter
meer divers, dan is de inzetbaarheid van dit type schip laag. Een afnemende vraag
voor de taak waarvoor het schip ontworpen is, heeft ook direct een negatief effect
op de inzetbaarheid van het schip. De patrouillevaartuigen van Rijkswaterstaat zijn
voorbeelden van singlepurpose schepen.
MARIN geeft aan dat schepen complexe werktuigen zijn. Dit complexe werktuig opereert
onder verschillende weersomstandigheden en in verschillende vaargebieden (denk hierbij
aan zee, kustwateren, binnenwateren, diep en ondiep water). Bij het ontwerp van elk
type schip is daarom altijd sprake van compromissen. Door een combinatie van taken
geldt dit volgens de specialisten voor een multipurpose schip in versterkte mate.
Een belangrijk criterium voor een evenwichtige invulling van het MPV-concept is de
verenigbaarheid van de bij de taken behorende operaties, zodat het mogelijke verlies
aan effectiviteit door noodzakelijke compromissen beperkt blijft.
MARIN concludeert dat Rijkswaterstaat bij de opstelling van het vlootprogramma, het
concept goed toepast. Dit resulteert in verschillende gerichte MPV-concepten.
MARIN concludeert dat Rijkswaterstaat de werkwijze kan verbeteren door in de fase
tussen vraagstelling en oplevering van een MPV meer integraal en iteratief naar eisen
te kijken. Met andere woorden, als tijdens het ontwerp of de bouw van het schip een
aanpassing wordt doorgevoerd, moet opnieuw worden beoordeeld of de gekozen combinatie
van taken nog steeds mogelijk is op het schip. Deze afweging kan leiden tot de conclusie
dat taken op een andere wijze over de schepen binnen de totale vloot moeten worden
verdeeld. MARIN beveelt aan om voor deze iteratieve werkwijze meer tijd te nemen en
de afweging expliciet te maken.
Mijn prioriteit bij de vervanging van een schip is dat het schip de taken waar het
voor beoogd is kan uitvoeren. De aanbevelingen van MARIN neem ik ter harte. Rijkswaterstaat
zal, in aanvulling op de eerdere aanbevelingen van de ADR4 de volgende aanpassingen in haar processen doorvoeren:
Rijkswaterstaat maakt bij haar vlootvervanging steeds expliciet de afweging of de
uit te voeren taken gecombineerd kunnen worden op één schip (inzet van een MPV) of
dat de taken vragen om de inzet van single purpose schepen.
Rijkswaterstaat voert de iteratieve werkwijze verder in het proces door, zowel op
het niveau van het schip als op het niveau van de gehele vloot. Op verschillende momenten
in het proces wordt expliciet de afweging gemaakt of de taken ook bij verdere uitwerking
nog steeds gecombineerd kunnen worden. Hierbij zal Rijkswaterstaat de mogelijkheden
van de aanbestedingswet gebruiken; Rijkswaterstaat investeert in het vergroten van
de kennis van de medewerkers en werkt samen met ervaren partijen en experts.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat