Brief regering : Reactie verzoek commissie over de quick scan over het thema ‘wachttijden en wachtlijsten in de zorg
32 620 Beleidsdoelstellingen op het gebied van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Nr. 242
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 december 2019
Hierbij ontvangt u, mede namens de Minister voor Medische Zorg en Sport en de Staatssecretaris
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de antwoorden op de vragen van uw Kamer over
de wachttijd/wachtlijstinformatie. Bij een aantal feitelijke vragen heb ik de antwoorden
per sector schematisch uitgewerkt, teneinde de overzichtelijkheid te bevorderen.
Onderdeel: invulling stelselverantwoordelijkheid ten aanzien van toegankelijkheid
van de zorg
Welke informatie ontvangt u met welke frequentie ten aanzien van wachtlijsten en wachttijden
in de verschillende zorgsectoren?
Sector
Gegevens systematisch aangeleverd aan VWS?
Basiszorg (huisarts, mondzorg)
Geen systematische aanlevering aan VWS. Er vindt thans geen onderzoek plaats.
Paramedische zorg
Geen systematische aanlevering aan VWS. Incidenteel vindt onderzoek plaats naar wachttijden
en wachtlijsten. Zie ook de NZa-monitor paramedische zorg 2012–2018.
Medisch specialistische zorg (MSZ)
Zorgaanbieders moeten op basis van een vast format wachttijden over polikliniek, behandeling
en diagnostiek publiceren op hun website en maandelijks actualiseren. De NZa houdt
toezicht op de aanlevering. Informatie over wachttijden is te vinden op www.volksgezondheidenzorg.info en De Staat.
Geestelijke gezondheidszorg (ggz)
Momenteel ontvangt VWS een informatiekaart wachttijden van de NZa. Daarin staan wachttijdcijfers
(aanmeldwachttijden en totale wachttijden in weken) voor de generalistische basis-ggz
en gespecialiseerde ggz (uitgesplitst naar hoofddiagnosegroep). Eerder heeft de NZa
vergelijkbare informatie opgeleverd via de marktscan ggz en voortgangsrapportages
over de aanpak wachttijden van partijen. Op De Staat en www.volksgezondheidenzorg.info wordt een deel van de informatie van de NZa ook gepubliceerd.
Voor 2019 is aan de Kamer toegezegd hen tweemaal per jaar te informeren op basis van
de informatiekaart van de NZa. De NZa werkt aan het structureel ontsluiten van deze
informatie op zowel landelijk als regionaal niveau via De Staat en www.volksgezondheidenzorg.info van het RIVM.
Op www.kiezenindeggz.nl is de informatie op zorgaanbieder niveau toegankelijk gemaakt voor patiënten en verwijzers.
Wet langdurige zorg
Ja. Aanlevering aan De Staat. Primair ontsloten via website van het Zorginstituut:
www.istandaarden.nl. Rapportage tevens via de Monitor Langdurige Zorg (CBS).
Maandelijks doen zorgkantoren een upload naar het Zorginstituut. Betreft aantal wachtenden,
wachttijd, per zorgprofiel, per zorgaanbieder, per regio.
Wijkverpleging
Geen systematische aanlevering aan VWS. Voor algemene wijkverpleging is er geen registratie.
Voor casemanagement dementie is registratie van wachttijden verplicht per 1-12-2018.
De informatie over wachttijden moet nog beschikbaar komen.
Jeugdzorg en jeugdhulp
Geen systematische aanlevering aan VWS. Is decentraal belegd.
Maakt u daarbij gebruik van dashboards, monitors of gegevensbronnen die niet genoemd
worden in de quick scan? Zo ja, welke?
De quick scan is mijns inziens volledig in het noemen van bronnen, dashboards en monitors.
Ik kan hier geen aanvullende instrumenten noemen die ik gebruik om een beeld te krijgen
van de wachtlijsten.
Rond half december brengt het Capaciteitsorgaan een advies uit over het benodigde
aantal opleidingsplaatsen voor tandheelkunde en mondzorgkunde. Het Capaciteitsorgaan
doet daarvoor ook onderzoek naar de vraag naar mondzorg.
Voor de paramedische zorg geldt dat de NZa in april 2019 de monitor paramedische zorg
2012–2018 heeft uitgebracht. Hierin staan ook gegevens over wachttijden/wachtlijsten
per beroepsgroep.
Op verzoek van VWS hebben GGZ Nederland en MeerGGZ in juni jl. ook een uitvraag gedaan
bij ggz-aanbieders naar het aantal wachtenden in de ggz. Het resultaat van deze uitvraag
is door GGZ Nederland meegenomen in een factsheet (https://www.ggznederland.nl/actueel/factsheet-wachttijden--kernbegrippe…). Komend voorjaar wordt opnieuw een dergelijke uitvraag gedaan.
Heeft u voldoende inzicht in aard, omvang en ontwikkeling van wachttijden en wachtlijsten
om adequaat te kunnen sturen?
Er zijn accentverschillen tussen de sectoren. Vanwege de maatschappelijke relevantie
van de langdurige zorg heb ik het Zorginstituut gevraagd met het veld landelijke afspraken
te maken over de wachtlijstdefinities en de wijze van rapporteren. Ik gebruik deze
gedetailleerde informatie als instrument om sturing te geven aan mijn beleid.
Bij de jeugdzorg daarentegen is de sturing belegd bij de gemeenten. Er kunnen meerdere
oorzaken aan wachttijden en wachtlijsten ten grondslag liggen, die regionaal verschillen
en dus ook regionaal van een oplossing voorzien moeten worden. Met gemeenten zijn
afspraken gemaakt over de aanpak van wachttijden.
In de curatieve zorg is het toezicht op de zorgplicht van zorgverzekeraars en daarbinnen
het toezicht op de ontwikkeling van wachttijden en wachtlijsten belegd bij de NZa.
De NZa stelt hiertoe regels op ten aanzien van de registratie en publicatie van die
wachttijden.
Voor de medisch specialistische zorg (MSZ) is er al veel gedetailleerde informatie
beschikbaar. Ziekenhuizen zijn verplicht de wachttijden zichtbaar te maken op de eigen
website. Daarnaast zijn de wachttijdgegevens geaggregeerd publiek toegankelijk (per
specialisme, provincie, behandeling).
In de ggz-sector zijn we in staat op regionaal niveau per hoofddiagnosegroep in beeld
te brengen hoe lang de wachttijden zijn. Om meer grip te krijgen op met name de hoofddiagnosegroepen
waar de wachttijden structureel lang zijn, zou inzicht in de omvang van het aantal
wachtenden behulpzaam zijn. VWS heeft met GGZ Nederland en MeerGGZ afgesproken dat
zij hiervoor een uitvraag doen.
Voor de paramedische zorg concludeerde de NZa in de monitor van 2019: «Er zijn geen
signalen van patiënten dat zij niet binnen één week bij een paramedische zorgaanbieder
terecht kunnen.» In de monitor was wachtlijstinformatie over de verschillende beroepsgroepen
opgenomen. Deze gaf voldoende informatie om te concluderen dat sturen op dit moment
niet nodig is. Uiteraard blijft de NZa scherp op signalen die erop wijzen dat de norm
binnen de paramedische zorg wordt overschreden.
Onderdeel: verbetering informatievoorziening
Welke mogelijkheden ziet u om de informatievoorziening aan de Tweede Kamer over wachtlijsten
en wachttijden verder te verbeteren?
Sector
Mogelijkheid de Tweede Kamer beter te informeren
Basiszorg (huisarts, mondzorg)
In de huisartsenzorg is in veel mindere mate sprake van wachtlijsten. Mensen staan
ingeschreven bij hun huisarts en kunnen over het algemeen snel terecht. In 80% van
de gevallen kunnen patiënten binnen twee werkdagen bij de huisarts terecht in geval
van geen spoed. Voor spoedeisende hulp moet een patiënt direct bij de huisarts terecht
kunnen. Informatie naar de Tweede Kamer sturen, betekent ook meer uitvraag doen in
het veld. Dit verhoogt de administratieve lasten en lijkt niet nodig gezien de huidige
situatie.
Paramedische zorg
De Tweede Kamer is in april 2019 geïnformeerd over de monitor paramedische zorg 2012–2018.
Deze gaf geen concrete aanleiding om de Kamer vaker te informeren over de wachtlijsten,
omdat er geen signalen van patiënten zijn dat zij niet binnen één week terecht kunnen
bij een paramedische zorgaanbieder.
Extra informatie naar de Tweede Kamer sturen, betekent ook meer uitvraag doen in het
veld. Dit verhoogt de administratieve lasten en lijkt niet nodig gezien de huidige
situatie. Indien meldingen bij de NZa aanleiding geven om wel meer te monitoren, zal
uiteraard naar de mogelijkheden worden gekeken.
Medisch specialistische zorg
Voor patiënten staat informatie over de wachttijd op website van de zorgaanbieders.
Daarnaast zijn er keuzehulpen beschikbaar op de website van de Patiëntenfederatie
Nederland. Deze zijn ook voor de Tweede Kamer te raadplegen.
Geaggregeerde informatie over wachttijden en wachtlijsten per specialisme, behandeling
en provincie is te vinden op www.volksgezondheidenzorg.info en De Staat.
Geestelijke gezondheidszorg (ggz)
Momenteel wordt de Kamer tweejaarlijks geïnformeerd via de informatiekaart van de
NZa. De NZa werkt eraan de wachttijdinformatie te publiceren via De Staat en de website
van het RIVM en maandelijks te actualiseren. Deze informatie is dan ook toegankelijk
voor de Tweede Kamer.
Wet langdurige zorg
De Tweede Kamer kan maandelijks beschikken over actuele wachtlijstinformatie via www.istandaarden.nl. Deze informatie is voor iedereen toegankelijk en geeft goed inzicht in het aantal
wachtenden, de wachttijden, profielen en dergelijke.
Wijkverpleging
Er zijn geen signalen dat er wachttijden in de wijkverpleging zijn. Uit onderzoek1 blijkt dat de zorg over het algemeen binnen een paar dagen wordt geleverd: De zorg
start gemiddeld 2,6 dagen na aanmelding en 37% van de cliënten ontvangt op de dag
van aanmelding al wijkverpleging. In 7% van de gevallen duurt het een week of langer
en slechts in 1% van de gevallen wordt de Treeknorm niet gehaald. Er is voor de algemene
wijkverpleging daarom geen aanleiding om wachttijden en wachtlijsten te registreren.
Jeugdzorg en jeugdhulp
Regionale aanpak wachttijden en wachtlijsten is onderdeel van het actieprogramma Zorg
voor de Jeugd. De Tweede Kamer wordt over dit programma geïnformeerd via halfjaarlijkse
voortgangsrapportages.
De wachttijdaanpak is decentraal belegd en wordt uitgevoerd in de regio. Het Ondersteuningsteam
Zorg voor de Jeugd ondersteunt daarbij.
X Noot
1
Toegankelijkheid van de wijkverpleging (Significant, 2018).
Kunt u per sector een overzicht geven van eventuele plannen en voornemens om het inzicht
in wachttijden en wachtlijsten in de nabije toekomst te verbeteren?
Sector
Meer inzicht in wachtlijst mogelijk in nabije toekomst?
Basiszorg (huisarts, mondzorg)
In de huisartsenzorg is in veel mindere mate sprake van wachtlijsten. Mensen staan
ingeschreven bij hun huisarts en kunnen over het algemeen snel terecht.
Soms duurt het wel langer voordat mensen weer bij een nieuwe huisarts ingeschreven
staan na een verhuizing. Dan heeft de zorgverzekeraar echter de plicht om te bemiddelen.
Wel begint het in sommige regio’s voor wat betreft het aanbod van huisartsenzorg steeds
meer te knellen. Eerder is door Prismant en het Nivel onderzoek gedaan naar de balans
in vraag en aanbod in de huisartsenzorg. Begin 2020 gaat VWS samen met de LHV de regio’s
waar het knelt in om te bezien wat daar nodig is om het aanbod van huisartsenzorg
te vergroten en huisartsenzorg toegankelijk te houden en hoe we deze regio’s daarbij
kunnen ondersteunen.
Paramedische zorg
De monitor van de NZa laat zien dat er nauwelijks wachtlijsten zijn in de paramedische
zorg. Binnen enkele sectoren geven aanbieders aan wel wachtlijsten van langer dan
één week te hebben. Ook hier is echter de vraag of niet aan de normen wordt voldaan.
Immers, patiënten kunnen mogelijk bij andere aanbieders in de regio terecht. Meer
inzicht in wachtlijsten lijkt (voorlopig) niet nodig.
Medisch specialistische zorg
Voor patiënten staat Informatie over de wachttijd op website van zorgaanbieders. Daarnaast
zijn er keuzehulpen beschikbaar op de website van de Patiëntenfederatie Nederland.
Deze zijn ook voor de Tweede Kamer te raadplegen.
Geaggregeerde informatie over wachttijden/lijsten per specialisme, behandeling en
provincie is te vinden op volksgezondheidenzorg.info en De Staat.
Geestelijke gezondheidszorg (ggz)
Om meer grip te krijgen op met name de hoofddiagnosegroepen waar de wachttijden structureel
lang zijn, zou inzicht in de omvang van het aantal wachtenden behulpzaam zijn. De
Staatssecretaris heeft met GGZ Nederland en MeerGGZ afgesproken dat zij hiervoor een
uitvraag doen.
Wet langdurige zorg
VWS bespreekt met zorgkantoren of het mogelijk is meer nuance aan te brengen in de
registratie van de niet-actief wachtenden. Denk aan beweegredenen, voorkeur, urgentie,
opnamewens. Dat vergt intensiever contact van het zorgkantoor met de cliënt.
Ook is meer inzicht gewenst in de doorstroom vanuit ziekenhuis, Eerstelijnsverblijf,
crisisopname en Geriatrische revalidatiezorg naar de Wlz. Dat vergt een versterking
van de regionale coördinatiepunten en het delen van informatie in netwerkverband.
Doel is om geen extra registratieverplichtingen te veroorzaken bij betrokken partijen.
Wijkverpleging
Voor casemanagement dementie streeft de NZa naar publicatie van de gegevens vanaf
december 2019 op volksgezondheidenzorg.info.
Jeugdzorg en jeugdhulp
Dit is decentraal belegd.
Kunt u de Staat VenZ verder uitbreiden en daarin een zo actueel, compleet en uniform
mogelijk beeld geven van omvang en ontwikkeling van wachtlijsten en wachttijden in
de zorg? Is het mogelijk hiervoor een overzichtelijk dashboard te ontwikkelen?
Sector
Mogelijkheid De Staat uit te breiden met wachtlijstinformatie
Basiszorg (huisarts, mondzorg)
Hiervoor is thans onvoldoende aanleiding.
Paramedische zorg
De informatie uit de monitor paramedische zorg 2012–2018 zou kunnen worden opgenomen.
Dit betreft echter geen actuele informatie, maar een momentopname. Actuele informatie
zou betekenen dat er gemonitord moet gaan worden. Dit verhoogt de administratieve
lasten.
Medisch specialistische zorg
De geaggregeerde informatie over wachttijden/lijsten per specialisme, behandeling
en provincie is te vinden op volksgezondheidenzorg.info. Deze informatie kan ook op
de Staat worden opgenomen.
Geestelijke gezondheidszorg (ggz)
De NZa werkt eraan de beschikbare wachttijdinformatie te publiceren via De Staat en
volksgezondheidenzorg.info en maandelijks te actualiseren.
Wet langdurige zorg
Om maandelijks steeds een goed en actueel beeld te hebben van de wachtlijst in de
Wlz, is een koppeling in De Staat met www.istandaarden.nl voldoende.
In De Staat kan de ontwikkeling van de wachtlijst inzichtelijk worden gemaakt. Dat
kan op kwartaalbasis, gebaseerd uit gegevens die reeds beschikbaar zijn in de monitor
langdurige zorg (MLZ).
Wijkverpleging
Voor casemanagement dementie streeft de NZa naar publicatie van de gegevens vanaf
december 2019 op volksgezondheidenzorg.info.
Jeugdzorg en jeugdhulp
Dit decentraal is belegd.
Kunt u aangeven in welke sectoren op dit moment geen wachttijden en wachtlijsten worden
geregistreerd en wat daarvoor de reden is?
Dit antwoord is deels overlappend met dat van vraag a).
Basiszorg (huisarts, mondzorg): thans is er onvoldoende aanleiding om over te gaan
op het voeren van een wachtlijstregistratie.
Paramedische zorg: de monitor paramedische zorg 2012–2018 van de NZa geeft geen aanleiding
om wachttijden en wachtlijsten in de paramedische zorg te registreren. Indien meldingen
bij de NZa aanleiding geven om dit wel te doen, zal uiteraard naar de mogelijkheden
worden gekeken.
Wijkverpleging: zoals in de quick scan staat aangegeven, zijn er geen signalen dat
er wachtlijsten in de wijkverpleging zijn. Het heeft niet de voorkeur de registratie
voor casemanagement dementie uit te breiden naar de hele wijkverpleging, aangezien
dit gepaard zal gaan met een toename van administratieve lasten. Zolang er geen aanleiding
is, ga ik niet over tot een wachtlijstregistratie voor de hele wijkverpleging.
Onderdeel: specifieke vragen
Welke initiatieven zijn genomen om zicht te krijgen in wachttijden en wachtlijsten
in de jeugdzorg en jeugdhulp? Ziet u hier nog verdere verbetermogelijkheden? Zo ja,
welke? Zo nee, waarom niet?
Wachttijden en wachtlijsten zijn een weerbarstig onderwerp. Een onderwerp waar een
hele wereld achter schuil gaat en waar diverse oorzaken aan ten grondslag kunnen liggen.
Met gemeenten is afgesproken dat zij met hun aanbieders afspraken moeten maken over
hoe om te gaan met wachttijden, daar waar wachttijden zich voor doen: in de regio.
Het Ondersteuningsteam Zorg voor de Jeugd (OZJ) ondersteunt regio’s daarbij. Het OZJ
is met vijf regio’s aan de slag om wachttijden en wachtlijsten aan te pakken. Met
behulp van data krijgen de regio’s beter in beeld wat er in de regio bijdraagt aan
wachttijden en wachtlijsten. Het OZJ ondersteunt de regio met het aanpakken van vraagstukken
die hieruit voortkomen.
Daarnaast is voor de zomer een beschikbaarheidswijzer gelanceerd die wordt doorontwikkeld.
De wijzer is vooral bedoeld voor verwijzers en helpt hen om beter inzicht te krijgen
in het beschikbare gecontracteerde aanbod van jeugdhulp, opdat een kind sneller wordt
geholpen. Inmiddels maken 23 gemeenten en 7 huisartsen gebruik van de beschikbaarheidswijzer.
Welke initiatieven worden nog genomen om zicht te krijgen op de ontwikkeling van de
wachttijden in de wijkverpleging? Ziet u mogelijkheden om het inzicht hierin verder
te vergroten? Zo ja, hoe? Zo nee, waarom niet?
Er worden geen initiatieven ondernomen, omdat er geen signalen zijn dat er wachttijden
of wachtlijsten zijn in de wijkverpleging. Uit onderzoek1 blijkt dat de zorg over het algemeen binnen een paar dagen wordt geleverd: De zorg
start gemiddeld 2,6 dagen na aanmelding en 37% van de cliënten ontvangt op de dag
van aanmelding al wijkverpleging. In 7% van de gevallen duurt het een week of langer
en slechts in 1% van de gevallen wordt de Treeknorm van zes weken niet gehaald.
Kunnen gegevens over wachtlijsten e/o wachttijden waarover de Tweede Kamer (eenmalig)
is geïnformeerd – zoals bijvoorbeeld transgenderzorg of casemanagement dementie –
voortaan vervolgens ook standaard worden gerapporteerd en bijgehouden in de Staat
VenZ?
Eind november heb ik uw Kamer de voortgangsrapportage van de Kwartiermaker Transgenderzorg
toegestuurd, met onder meer een overzicht van de wachttijden en wachtlijsten voor
transgenderzorg. Ook heb ik aangegeven dat Zorgverzekeraars Nederland en VWS hebben
besloten om de opdracht aan de kwartiermaker transgenderzorg te verlengen tot medio
2021. In die periode zal de kwartiermaker onder meer ieder half jaar een nieuw overzicht
van de wachttijden, wachtlijsten en behandelcapaciteit maken, dat ik naar de Kamer
zal sturen.
Daarnaast spant de NZa zich in om, zoals ik in het VSO kwartiermaker transgenderzorg
op 18 juni 2019 heb aangegeven, de wachttijden voor transgenderzorg op te nemen in
de regeling wachttijden. Als dit gebeurt, kan via de website volksgezondheidenzorg.info
inzicht in de wachttijden voor transgenderzorg worden verschaft. Ook zijn individuele
aanbieders dan verplicht om hun wachttijden op hun eigen website weer te geven. Het
gesprek hierover tussen de NZa en veldpartijen vindt deze periode plaats. Ook zal
de NZa bekijken of de wachttijden die momenteel door de kwartiermaker transgenderzorg
bij de zorgaanbieders worden opgehaald, op de website van het RIVM en/of de websites
van de belangenverenigingen kunnen worden gepubliceerd.
Voor casemanagement dementie streeft de NZa naar publicatie van de gegevens vanaf
19 december op volksgezondheidenzorg.info. Om betrouwbare cijfers te kunnen publiceren
is, net als bij andere zorgsectoren, aanscherping en ervaring nodig in het werken
met de data. De NZa werkt daar momenteel aan samen met Vektis. Dit geeft aanleiding
om de regeling «Wachttijden casemanagement» te evalueren. De NZa bereidt deze evaluatie
nu voor en in de 1e helft van 2020 worden de uitkomsten van deze evaluatie verwacht.
Kunt u inzicht verschaffen in wachttijden en wachtlijsten (in de ggz dan wel gehandicaptenzorg)
met betrekking tot cliënten met multiproblematiek?
Ik heb geen systematisch inzicht in de wachttijden en wachtlijsten met betrekking
tot cliënten met multiproblematiek (GGZ en GHZ). Wel zijn zorgkantoren op dit moment
bezig met een inventarisatie van cliënten met een complexe zorgvraag die wachten op
een passende plaats. Dit doen ze vanuit het programma Volwaardig Leven. Daar zien
we dat mensen met een complexe zorgvraag vrijwel altijd aangewezen zijn op zorg op
het grensvlak van de GGZ en GHZ. Met die inventarisatie krijgen de zorgkantoren de
mensen met multiproblematiek in beeld die door de complexiteit van hun zorgvraag een
passende plaats nodig hebben en die op dit moment nog niet hebben.
Worden ook gegevens verzameld over wachttijden voor de poh-ggz? Zo ja, kunt u de ontwikkeling
daarvan schetsen en voortaan rapporteren in de Staat VenZ? Zo nee, waarom niet?
Aanbieders in de curatieve ggz registreren op basis van de transparantieregeling van
de NZa wachttijdinformatie en leveren deze informatie maandelijks aan bij Vektis.
De POH-ggz levert huisartsenzorg en valt daarmee niet onder de transparantieregeling.
Er is dan ook geen structurele informatie over wachttijden bij de POH-ggz beschikbaar.
Wel heeft in 2016 het NIVEL op basis van data over de tijd tussen het laatste contact
met de huisarts en het eerste contact met de POH-ggz een analyse gemaakt van de wachttijden
bij de POH-ggz, maar dit was een grove benadering.
Wat is de praktische betekenis van afzonderlijke Treeknormen voor aanmeldwachttijd?
Wordt daar ook op gestuurd en gehandhaafd? Zo ja, hoe? Zo nee, waarom niet?
In de paramedische zorg is afgesproken dat de maximale wachttijd 1 week is. Hierin
wordt geen onderscheid gemaakt tussen aanmeld- en behandelwachttijd.
In de medisch-specialistische zorg is de Treeknorm dat een patiënt binnen 4 weken
terecht moet kunnen voor een afspraak op de polikliniek. Daarnaast is de Treeknorm
dat een patiënt binnen 4 weken terecht moet kunnen voor diagnostiek (bijvoorbeeld
een MRI-scan). Ten aanzien van de behandeling in de medisch-specialistische zorg mag
er maximaal 7 weken zitten tussen het moment dat iemand van de arts een indicatie
krijgt voor een behandeling (zoals een operatie of een opname) en het moment dat die
behandeling plaatsvindt.
Bij de ggz wordt een Treeknorm van 4 weken gehanteerd voor de aanmeldwachttijd (de
wachttijd tussen aanmelding en intake). Voor de behandelwachttijd (de wachttijd tussen
intake en start van de behandeling) is de Treeknorm 10 weken. De praktische betekenis
van twee verschillende normen is dat vaak pas bij de intake duidelijk wordt of de
patiënt bij desbetreffende zorgaanbieder «op de juiste plek is». Door te sturen op
een korte aanmeldwachttijd, wordt voorkomen dat een patiënt onnodig lang op de verkeerde
wachtlijst staat. Er zijn ook aanbieders die ervoor kiezen de behandelwachttijd te
beperken ten koste van de aanmeldwachttijd. De patiënt moet daardoor langer wachten
op de intake, maar kan daarna wel snel starten met de behandeling. In dat geval is
het van belang dat er snel na de aanmelding een goede triage plaatsvindt, om te verifiëren
dat de patiënt bij desbetreffende aanbieder aan het juiste adres is.
De NZa en de inspectie beoordelen of respectievelijk zorgverzekeraars en zorgaanbieders
voldoende doen om de wachttijden terug te dringen. Zij gebruiken daarvoor informatie
over zowel de aanmeldwachttijden als behandelwachttijden.
In de wijkverpleging is de Treeknorm 6 weken. Uit onderzoek2 blijkt dat de zorg over het algemeen binnen een paar dagen wordt geleverd: de zorg
start gemiddeld 2,6 dagen na aanmelding en 37% van de cliënten ontvangt op de dag
van aanmelding al wijkverpleging. In 7% van de gevallen duurt het een week of langer
en slechts in 1% van de gevallen wordt de Treeknorm niet gehaald. Aanbieders melden
het bij de zorgverzekeraar als er een wachtlijst boven de treeknorm is, zodat actie
kan worden ondernomen.
De maximale wachttijd waarop een patiënt bij de huisarts terecht moet kunnen voor
niet spoedeisende hulp is drie werkdagen. In 80% van de gevallen kunnen patiënten
binnen twee werkdagen bij de huisarts terecht. Voor spoedeisende hulp moet een patiënt
direct bij de huisarts terecht kunnen.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.