Brief regering : Reactie op het bericht over een neergeschoten advocaat
29 279 Rechtsstaat en Rechtsorde
Nr. 557
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 december 2019
Op verzoek van de Vaste Commissie voor Justitie en Veiligheid d.d. 7 november 2019
reageer ik hierbij op het bericht «Neergeschoten advocaat buiten levensgevaar, politie
zoekt schutter». U verzoekt daarbij een inschatting te geven van de veiligheid van
advocaten en andere procesdeelnemers en de vraag of de getroffen maatregelen afdoende
zijn. Tevens ontvangt u middels deze brief het voortgangsbericht over de verbeteringen
in de stelsels Bewaken en Beveiligen en getuigenbescherming. Hiermee doe ik mijn toezeggingen
gedaan in mijn brief van 14 oktober 20191 en tijdens het AO Georganiseerde Criminaliteit van 13 november 2019 gestand. Ook
voldoe ik met deze brief aan mijn toezegging in het plenair debat over het functioneren
van het stelsel bewaken en beveiligen d.d. 4 april jl. (Handelingen II 2018/19, nr.
71, item 11) door in te gaan op de werving van medewerkers, het wervingspotentieel en de stand
van de bezetting van de Dienst Koninklijke en Diplomatieke Beveiliging (DKDB) met
betrekking tot de persoonsbeveiliging.
Veiligheidssituatie advocaat
Het neerschieten van advocaat Philippe Schol is een verschrikkelijke gebeurtenis.
Het is schokkend dat, na de moord op Derk Wiersum, wederom een functionaris die in
dienst staat van de rechtsorde, is aangevallen.
Met betrekking tot de veiligheidssituatie van de advocaat kan ik uw Kamer het volgende
melden. Bij de Nederlandse en Duitse autoriteiten waren signalen van bedreigingen
gericht aan deze advocaat bekend. Daarop zijn maatregelen getroffen. De Nederlandse
Orde van Advocaten heeft een melding gedaan bij het contactpunt voor signalen en zorgen
over de veiligheidssituatie van advocaten en rechters bij de Nationaal Coördinator
Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV). Naar aanleiding van de melding heeft de
NCTV direct contact gelegd met het lokale bevoegde gezag. Over de getroffen maatregelen
kan ik, net als over het lopende strafrechtelijke onderzoek naar het incident, geen
nadere mededelingen doen.
Veiligheid advocaten en andere procesdeelnemers
Voor de weerbaarheid van kwetsbare beroepsgroepen moet structureel aandacht zijn.
De werkgroep bredere aanpak beroepsgroepen die ik in mijn brieven van 18 september
en 14 oktober jl.2 aan uw Kamer heb genoemd heeft hiermee een start gemaakt. Deze werkgroep heeft als
opdracht om breder naar de risico’s, behoeftes, zorgen en weerbaarheid van onder andere
rechters, advocaten, Officieren van Justitie en journalisten te kijken. De werkgroep
is in contact getreden met deze beroepsgroepen en stelt gezamenlijk een plan van aanpak
op voor de beroepsgroep die daar behoefte aan heeft waarin weerbaarheidsversterking,
sociale zorg, verantwoordelijkheid van het individu, verantwoordelijkheid voor de
werkgever en eventuele aanvullende beveiligingsmaatregelen vanuit de overheid centraal
staan.
De overheid kan aanvullende beveiligingsmaatregelen nemen als een persoon of de organisatie
waar zij deel van uitmaken of waarvoor zij werken op eigen kracht geen weerstand kan
bieden tegen de dreiging en het risico. Maatwerk en veiligheid staan daarbij voorop,
waarbij volledige veiligheid echter niet gegarandeerd kan worden.
Voortgang verbeteringen stelsels bewaken en beveiligen en getuigenbescherming
Eerder stuurde ik u een brief3 waarin ik u informeerde over de noodzakelijk geachte verbeteringen om de stelsels
bewaken en beveiligen en getuigenbescherming op langere termijn goed te kunnen laten
functioneren en de realisatie daarvan. De verdere realisatie van deze verbeteringen
hebben de betrokken partners de afgelopen periode ter hand genomen. Sinds de moord
op de advocaat Derk Wiersum wordt echter een zwaarder en ander beroep gedaan op het
stelsel. Daarom zet ik als onderdeel van het breed offensief tegen de georganiseerde
ondermijnende criminaliteit in op de versterking van bewaken en beveiligen en getuigenbescherming.
Een substantiële versterking van de stelsels dient ervoor te zorgen dat de stelsels
toekomstbestendig zijn, zeker gezien de toenemende dreiging vanuit de georganiseerde
criminaliteit. De continuïteit van de democratische rechtsorde moet te allen tijde
gewaarborgd zijn. De in gang gezette verbeteringen dienen daarom in het licht van
de uitwerking van het brede offensief tegen de georganiseerde criminaliteit wat betreft
bewaken en beveiligen en getuigenbescherming te worden bezien. Over die uitwerking
zal ik u nader informeren in het voorjaar. Over een aantal verbeteringen waar ik u
nu al de voortgang kan melden, vind u hieronder de actuele stand van zaken:
1 Verduidelijking reikwijdte van de zorgplicht van de overheid
De lijn die ik hanteer met betrekking tot de zorgplicht van de overheid – in de bescherming
van personen staan veiligheid en maatwerk altijd voorop en de overheid draagt er zorg
voor dat personen ongestoord kunnen functioneren als dit in het belang is van de democratische
rechtsorde of in het belang van waarden als de vrijheid van meningsuiting en persvrijheid
– is opgenomen in de geactualiseerde circulaire Bewaken en Beveiligen4. Hiermee is duidelijk wat van de overheid verwacht mag worden als het gaat om het
zorgdragen voor de veiligheid.
2 Kwaliteitsverbetering in de uitvoering en capaciteit
De opschalingsstructuur die binnen de politie is ingericht om sneller te kunnen reageren
op ernstige, complexe en/of regio-overstijgende zaken is inmiddels operationeel.
Ik heb aangegeven dat meer mogelijkheden gecreëerd moeten worden om beveiligingsconcepten
vorm te geven. Dit moet zorgen voor meer mogelijkheden en gradaties aan maatregelen
en voor minder druk op de capaciteit en middelen die beschikbaar zijn voor het uitvoeren
van de diverse beveiligingsmaatregelen. Zo kunnen tijdig maatregelen getroffen. In
opdracht van de NCTV heeft TNO een verkenning uitgevoerd naar innovatieve en toekomstgerichte
beveiligingsconcepten. Daarnaast is de politie verschillende beveiligingsconcepten
aan het vormgeven. Onlangs heeft het kabinet extra middelen aan de politie toegekend
die ook ingezet kunnen voor nieuwe technologie en materieel als onderdeel van deze
concepten. De verdere ontwikkeling en realisatie van deze beveiligingsconcepten worden
meegenomen in de uitwerking van het breed offensief tegen de georganiseerde criminaliteit
wat betreft bewaken en beveiligen en getuigenbescherming.
3 Beschikbare politiecapaciteit
De korpschef en ik spreken al geruime in het Landelijk Overleg Veiligheid en Politie
(LOVP) over de (voorziene) druk op de inzetbaarheid in het algemeen en de noodzaak
tot structurele versterking van de politiecapaciteit. In een separate brief aan uw
Kamer zal ik deze week nader ingaan op het onderwerp politiecapaciteit.
Het kabinet heeft in 2018 besloten € 91 miljoen extra beschikbaar te stellen aan de
regionale eenheden om de inzetbaarheid in de periode 2019–2021 zo veel mogelijk op
niveau te houden.5 Na de moord op de advocaat Wiersum heeft het kabinet ook eenmalig € 10 miljoen beschikbaar
gesteld om de druk die de tijdelijke extra maatregelen in het kader van het stelsel
bewaken en beveiligen met zich mee brengen, aan te pakken.
Zowel de gezagen, de korpsleiding als ondergetekende zijn er zich gezamenlijk van
bewust van dat ook in de komende jaren druk staat op de beschikbare capaciteit. Die
druk is dus zeker niet alleen het gevolg van de tijdelijke maatregelen na aanleiding
van de moord op advocaat Derk Wiersum. De huidige zware belasting van de politie onderstreept
eens te meer dat structurele versterking van de politiecapaciteit noodzakelijk is.
De realiteit is dat uitbreiding van de operationele bezetting tijd vergt; dat geldt
ook voor de capaciteit voor het stelsel van bewaken en beveiligen en getuigenbescherming.
In de uitwerking van het breed offensief tegen ondermijnende criminaliteit zal ook
worden ingaan op deze capaciteit.
Capaciteit DKDB
In het plenair debat over het functioneren van het stelsel bewaken en beveiligen d.d.
4 april jl. heb ik uw Kamer toegezegd in te gaan op de werving van medewerkers, het
wervingspotentieel en de stand van de bezetting van de Dienst Koninklijke en Diplomatieke
Beveiliging (DKDB) voor de uitvoering van de persoonsbeveiligingstaken.
Medewerkers van de DKDB moeten over een politiediploma beschikken. Voor de instroom
op korte termijn komen derhalve in principe alleen executieve (reeds opgeleide) politiemedewerkers
in aanmerking. De maatregelen die de politie neemt zijn enerzijds gericht op het vergroten
van dit interne potentieel; door middel van bijvoorbeeld gerichtere wervingsacties,
wijzigingen in het ketenproces en de DKDB als aantrekkelijke werkgever te positioneren.
Hierover blijf ik met de korpschef in gesprek.
In aanvulling daarop is met ingang van eind 2019 een initiële opleiding ingericht
voor aspiranten die van buiten de politie geworven worden om na de basisopleiding
meteen in te stromen bij de DKDB. Voordeel hiervan is dat de reguliere politiecapaciteit
niet wordt aangetast. Zo worden er geen politiemedewerkers uit andere eenheden weggetrokken.
Het effect hiervan wordt over een aantal jaren zichtbaar. Verder kunnen als gevolg
van tijdelijke afspraken met de vakbonden specifieke groepen6 sollicitanten met relevante werkervaring sneller geworven en opgeleid worden. Deze
maatregel wordt nu uitgevoerd en loopt door tot eind 2020.
In het eerste kwartaal van 2019 is, zoals verwacht, de instroom van de beveiligers
op gang gekomen. Dat resulteert er in dat er op dit moment nog 48 fte vacatures zijn
bij de DKDB voor de uitvoering van persoonsbeveiligingstaken (peildatum 11 november
2019). Eind november 2018 was dit nog 73 fte. De totale formatie van de DKDB is in
het inrichtingsplan 2012 vastgesteld op 392 fte. De korpschef heeft aangegeven dat
hij verwacht dat volledige bezetting van de DKDB, gelet op de nog te voorziene instoom
voor eind 2019, voor het eind van 2020 binnen bereik is.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid