Brief regering : Reactie op de Appendix 2018 van het Zwartboek van de Vereniging van Verkeersslachtoffers (VVS)
29 398 Maatregelen verkeersveiligheid
Nr. 775 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 december 2019
Hierbij geef ik, op verzoek van de Vaste Kamercommissie Infrastructuur en Waterstaat,
mede namens de Minister voor Rechtsbescherming en de Minister van Infrastructuur en
Waterstaat, een reactie op de Appendix 2018 van het Zwartboek van de Vereniging van
Verkeersslachtoffers (VVS). Om een beter inzicht te krijgen in de aanbevelingen uit
het Zwartboek en de problemen die verkeersslachtoffers ervaren tijdens de afwikkeling
van een verkeersongeluk, is de VVS uitgenodigd voor een gesprek met ambtenaren van
het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en het Ministerie van Justitie en
Veiligheid.
In 2016 hebben de toenmalige ministers van Veiligheid en Justitie en Infrastructuur
en Milieu een beleidsreactie op het oorspronkelijke Zwartboek gegeven1. Daarom wordt in deze brief niet opnieuw op alle aanbevelingen ingegaan, maar worden
alleen die punten uitgelicht die nieuw zijn, waar ontwikkelingen op zijn geweest of
die in het gesprek met de VVS expliciet aan de orde zijn gekomen.
Voordat ik op deze specifieke punten in ga, wil ik graag benadrukken dat de verkeersveiligheid
een belangrijk onderwerp is voor het kabinet. De Minister van Infrastructuur en Waterstaat
heeft tezamen met mij, andere overheden en maatschappelijke partijen het Strategisch
Plan Verkeersveiligheid 2030 (SPV) opgesteld. De ambitie is dat er in 2050 nul verkeersslachtoffers
vallen.
Positie van slachtoffers
De VVS heeft aangegeven dat zij op basis van persoonlijke ervaring zeer te spreken
is over de wijze waarop slachtoffers direct na een ongeluk worden behandeld door de
politie. Net zoals de VVS vind ik het belangrijk dat de politie adequate en persoonlijke
hulp biedt aan verkeersslachtoffers. Ik ben dan ook blij om te horen dat dit in de
praktijk ook gebeurt. Sinds een aantal jaren wordt meer aandacht gegeven aan de positie
van het verkeersslachtoffer binnen het strafrecht en civielrecht. Op 22 februari 2018
is de Meerjarenagenda slachtofferbeleid 2018–2021 opgesteld. De Meerjarenagenda valt
uiteen in drie thema’s:
1. Versterking rechtspositie slachtoffers
De afgelopen jaren hebben slachtoffers een steviger positie gekregen in het strafproces.
De komende tijd zal dat verder worden uitgebreid. Op 27 november 2019 is het wetsvoorstel
uitbreiding slachtofferrechten aangeboden aan de Tweede Kamer (Kamerstuk 33 349). In dit wetsvoorstel wordt geregeld dat specifieke categorieën verdachten verplicht
worden om aanwezig te zijn op de zitting en bij de uitspraak. Daarnaast wordt met
het wetsvoorstel geregeld dat slachtoffers in heel Nederland op een uniforme wijze
gebruik kunnen maken van het spreekrecht. Het wetsvoorstel breidt ook de kring van
spreekgerechtigden uit met de stieffamilie.
2. Verbetering bejegening slachtoffers in het strafproces
Slachtofferhulp Nederland informeert slachtoffers over hun rechten. Slachtoffers kunnen
zich wenden tot Slachtofferhulp Nederland voor emotionele steun, ondersteuning in
het strafproces en voor hulp bij het krijgen van een schadevergoeding. Om breder bekend
te maken dat Slachtofferhulp Nederland hulp aan verkeersslachtoffers biedt, is zij
gestart met de campagne «Als verkeersslachtoffer ben je ook slachtoffer». Daarnaast
heeft Slachtofferhulp Nederland haar onlinedienstverlening uitgebreid met een chatfunctie,
de mogelijkheid om te mailen en met webcare op sociale media waardoor meer slachtoffers
hulp en ondersteuning krijgen. Ook wordt er gewerkt aan een digitaal slachtoffer informatieportaal.
3. Vergroting mogelijkheden tot verhaal van schade
Binnen het civielrecht en strafrecht wordt sinds kort niet alleen gekeken naar de
positie van het slachtoffer, maar ook naar de positie van de nabestaanden. Per 1 januari
jl. is een wet die voorziet in de vergoeding van affectieschade in werking getreden.
Met deze wet hebben ook naasten en nabestaanden van het verkeersslachtoffer recht
op vergoeding in de vorm van affectieschade. Het gaat hierbij om een vergoeding voor
het leed dat een naaste of nabestaande ondervindt doordat het slachtoffer ernstig
en blijvend gewond raakt of overlijdt. De vergoeding kan het verdriet van de naaste
en nabestaanden niet wegnemen, maar biedt erkenning voor het toegebrachte leed.
Verzekeringen
De VVS heeft in het gesprek aangegeven dat de afwikkeling van letselschade langer
kan duren dan de vastgestelde termijn van twee jaar in de Code Tilburg (ook wel bekend
als de Gedragscode Behandeling letselschade). De Code Tilburg is ontwikkeld om ervoor
te zorgen dat de afwikkeling van letselschadezaken binnen een proportionele termijn
gebeurt en is bindend voor de leden van het Verbond van Verzekeraars. Per 1 januari
2019 worden de leden van het Verbond van Verzekeraars eens per drie jaar getoetst
op de nakoming van de Code Tilburg.2
Omdat het voor slachtoffers met letselschade van cruciaal belang is dat hun schade
voortvarend wordt afgehandeld, heeft de Minister voor Rechtsbescherming in februari
2018 gesproken met De Letselschade Raad. Dit heeft geresulteerd in een onderzoek naar
de oorzaken van de lang lopende letselschadezaken. De resultaten van het onderzoek
worden in het voorjaar van 2020 verwacht en aan de hand van de uitkomsten zal in samenspraak
met de verschillende maatschappelijke belangenbehartigers worden bekeken welke acties
mogelijk zijn om de afhandeling van letselschade te optimaliseren.3
Technologische ontwikkelingen
Ontwikkelingen zoals de Advanced Driver Assist Systems (ADAS) kunnen helpen bij het
voorkomen van ongevallen mits de systemen doen wat ze suggereren en veilig gebruikt
worden door de bestuurder. Insteek van het ADAS-convenant is dan ook om veilig gebruik
van veilige ADAS te stimuleren, gebaseerd op onderzoek van de SWOV naar veiligheid
van bestaande ADAS. Inmiddels is ook het onderzoek «Wie Stuurt» van de Onderzoeksraad
voor Veiligheid verschenen. Hierin worden ook de risico’s van ADAS genoemd. Dit benadrukt
het belang om hier onze aandacht op te richten. In de Kamerbrief van 28 november jl.
geeft de Minister van IenW een eerste reactie hierop en zegt toe binnen zes maanden
met een uitgebreid antwoord te komen.
Snelheidsbegrenzer
De Intelligente Snelheid Assistent (ISA) wordt door de VVS genoemd als een kansrijke
ontwikkeling voor de verkeersveiligheid. ISA is één van de ADAS-systemen die bij kunnen
dragen aan de verkeersveiligheid, mits goed gebruikt. Er zijn verschillende vormen
van de ISA, van puur informerende systemen die een waarschuwing afgeven tot systemen
die fysiek ingrijpen bij het overtreden van de snelheidslimiet. In Europees verband
is inmiddels ingestemd met een verplichte ISA-variant voor nieuwe voertuigen vanaf
2022. De Minister van Infrastructuur en Waterstaat zal bij de uitwerking van dit voorstel
inzetten op het maximaal effect voor de verkeersveiligheid.
Rijbewijsslot
De VVS zou graag zien dat een rijbewijsslot wordt ontwikkeld om te voorkomen dat personen
zonder (geldig) rijbewijs de weg op gaan. Een rijbewijsslot is een interessant idee.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat geeft aan dat er ook kanttekeningen te
maken zijn bij het idee van een rijbewijsslot. Voor het invoeren van een rijbewijsslot
dient op Europees niveau overeenstemming te worden bereikt en dient medewerking te
worden verkregen vanuit de autobranche. Auto’s dienen te worden voorzien van een fraudebestendig
systeem dat het rijbewijs van de desbetreffende bestuurder herkent. Dit betekent dat
het rijbewijs actuele informatie dient te bevatten met betrekking tot de geldigheid.
Dat auto’s niet voorzien zijn van een rijbewijsslot betekent overigens niet dat personen
zonder geldig rijbewijs achter het stuur mogen gaan zitten. Ik ben van mening dat
het rijden zonder (geldig) rijbewijs hard moet worden aangepakt. Bij brief van 17 september
2018 heb ik u geïnformeerd over de maatregelen die ik heb genomen om intensiever te
handhaven op het rijden zonder (geldig) rijbewijs.4 Met de wet aanscherping strafrechtelijke aansprakelijkheid ernstige verkeersdelicten,
wordt ook het strafmaximum voor rijden zonder (geldig) rijbewijs verhoogd.
Telefoon gebruik in de auto
De VVS ziet graag dat telefoons tijdens het rijden automatisch geblokkeerd worden.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat en ik achten telefoongebruik, anders
dan voor de rijtaakondersteuning, in het verkeer als een grote afleidingsbron tijdens
het rijden. In dit kader is de MONO-campagne gestart met de insteek: stel jouw telefoon
op zo een wijze in dat tijdens het rijden automatisch geen meldingen worden ontvangen.
Daarnaast stelt de MONO-campagne de norm om geen berichten te sturen naar een bestuurder
die aan het verkeer deelneemt en dat men accepteert dat de bestuurder niet reageert
tijdens het rijden. In september is voor de werkgevers de MONO-zakelijk gelanceerd.
Een telefoon kan geen onderscheid maken tussen een bestuurder of een bijrijder. Desondanks
kunnen apps een bijdrage leveren aan de verkeersveiligheid. Daarom heeft de Minister
van Infrastructuur en Waterstaat, samen met een aantal maatschappelijke partijen,
het convenant «Veilig Gebruik Smartfuncties in het Verkeer» gelanceerd. Doel van het
convenant is om zoveel mogelijk stakeholders te stimuleren om acties te ondernemen
zodat de bestuurders ongestoord aan het verkeer deelnemen. Dit betreffen onder andere
aanpassingen van apps waardoor de bestuurder onderweg geen berichten ontvangt. Met
het convenant worden bestuurders gestimuleerd om hun telefoon zodanig in te stellen
dat deze automatisch in de niet-storen modus overgaat tijdens deelname aan het verkeer.
Handhaving en straffen
Handhaving
De VVS heeft in het gesprek aangegeven dat de pakkans van verkeersovertreders kan
worden verhoogd met behulp van inzet van technologie. Ook ik vind dat digitale handhaving
kan bijdragen aan de verhoging van de pakkans. Daarom worden verschillende maatregelen
genomen. Er worden 20 trajectcontrolesystemen geplaatst op N-Wegen. Daarnaast is het
OM meerdere innovatiepilots op het terrein van verkeershandhaving gestart. Het gaat
hierbij om handhaving op de snelheid met meer flexibele handhavingsmiddelen (zoals
verplaatsbare flitspalen) en handhaving bij het negeren van een rood kruis met behulp
van camera’s. Indien de pilots succesvol zijn, zal worden bezien of deze handhavingsmiddelen
ook daadwerkelijk kunnen worden ingezet. Ook de camera’s die de politie onlangs na
een pilot in gebruik heeft genomen voor de controle op het handheldgebruik van mobiele
elektronische apparaten zijn een goed voorbeeld van innovatie in de handhaving.
Recidiveregeling
De VVS heeft in het gesprek gepleit voor een «boetevermenigvuldigingsfactor» gebaseerd
op het aantal en de ernst van de overtredingen. Dit is in de kern het progressief
boetestelsel waar JenV uitgebreid onderzoek naar heeft gedaan. Uit dit onderzoek van
JenV, samen met OM, politie, rechtspraak en andere ketenpartners, blijkt dat de houdbaarheid
van het systeem van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften
(Wahv) door een progressief boetestelsel onder druk kan komen te staan en dat een
progressief stelsel tot een minder efficiënte afdoening leidt. Daarom wordt, zoals
ik al reeds eerder heb gemeld aan uw Kamer, nu niet gekozen voor een progressief boetestelsel
in de Wahv.5 In plaats daarvan kijk ik naar alternatieven voor aanpassen van het boetesysteem
waarbij recht wordt gedaan aan het uitgangspunt in het Regeerakkoord, maar waarbij
tevens de effectiviteit en efficiëntie van de Wahv in stand blijven. Ik heb het OM
gevraagd mij te adviseren. Verwachting is dat het OM in het voorjaar van 2020 een
advies zal uitbrengen. Ik zal de Kamer in het voorjaar van 2020 informeren over de
vervolgstappen die ik op basis van dit advies ga zetten.
Tevens kijk ik naar andere manieren om veelplegers in het verkeer harder aan te pakken.
Indien bestuurders een overtreding en/of misdrijf begaan die strafrechtelijk wordt
afgedaan, wordt bij het opleggen van de straf reeds rekening gehouden met recidive.
In het wetsvoorstel rijden onder invloed staan bepalingen om recidivisten harder aan
te pakken. Deze wet is 7 november jl., in consultatie gegaan. Ik zet in op een spoedige
behandeling van dit wetsvoorstel. Daarnaast loopt er een pilot bij de politie om een
kleine groep verkeersveelplegers aan te pakken die een groot risico voor de verkeersveiligheid
vormen.
Strafmaat
De VVS pleit ook voor zwaardere straffen voor personen die ernstige verkeersdelicten
plegen. Mede daarom heb ik het wetsvoorstel aanscherping strafrechtelijke aansprakelijkheid
ernstige verkeersdelicten ingediend.6 Met dit wetsvoorstel wordt het grote verschil weggenomen in het strafmaximum bij
(zeer) gevaarlijk rijgedrag zonder en met gevolgen. Dit door het strafmaximum bij
gevaarlijk rijgedrag dat zonder gevolgen is gebleven (artikel 5 WVW 1994) te verhogen
en een strafbaarstelling te introduceren, namelijk het zeer gevaarlijk rijgedrag dat
zonder gevolgen is gebleven (artikel 5a WVW 1994). In de wet wordt verder geëxpliciteerd
waar roekeloosheid bij zeer gevaarlijk rijgedrag met gevolgen (artikel 175 WVW 1994)
in kan bestaan. Daarnaast wordt het strafmaximum verhoogd bij rijden onder invloed,
doorrijden na een ongeval en rijden zonder (geldig) rijbewijs. Tenslotte worden de
opsporingsbevoegdheden van de politie bij doorrijden na een ongeval uitgebreid, zodat
zij ook buiten heterdaad bijzondere opsporingsbevoegdheden kunnen inzetten bij het
doorrijden na een ernstig ongeval. Het wetsvoorstel is in juni aangenomen door de
Eerste Kamer en zal inwerkingtreden op 1 januari 2020. De VVS heeft in dit kader in
het gesprek aangegeven dat zij positief staan tegenover het wetsvoorstel «aanscherping
strafrechtelijke aansprakelijkheid ernstige verkeersdelicten».
Slot
Verkeersveiligheid is een belangrijk doel voor dit Kabinet. Ik acht het net als de
VVS van belang dat er zo min mogelijk verkeersslachtoffers vallen. Met de huidige
ontwikkelingen hopen wij steeds een stap dichterbij dit doel te komen. Deze stappen
neem ik niet alleen samen met de ministers voor Rechtsbescherming en Infrastructuur
en Waterstaat, maar ook met de maatschappelijke partners en medeoverheden. Ik wil
de VVS bedanken voor haar waardering voor het wetsvoorstel «aanscherping strafrechtelijke
aansprakelijkheid ernstige verkeersdelicten» en haar grote betrokkenheid bij het verbeteren
van de verkeersveiligheid.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus
Indieners
-
Indiener
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid