Brief regering : Voortgang Zevenpuntenplan Onbedoelde (tiener) zwangerschappen, inclusief stimuleringsplan preventie onderwijs
32 279 Zorg rond zwangerschap en geboorte
Nr. 181
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 december 2019
Samen met veldpartijen (GGD GHOR Nederland, PO-Raad, VO-Raad, MBO-Raad (samen met
het consortium Gezonde School), Stichting School en Veiligheid (SSV), Rutgers en Siriz)
heb ik het Zevenpuntenplan Onbedoelde (tiener) zwangerschappen1 opgesteld en op 11 september 2018 aan uw Kamer gezonden.
Onbedoeld zwanger raken is een ingrijpende gebeurtenis waarbij de vrouw, haar (eventuele)
partner en hun omgeving worden geconfronteerd met essentiële levensvragen waar in
relatief korte tijd antwoord op moet worden verkregen. Het Zevenpuntenplan is opgesteld
om op verschillende onderdelen te investeren op preventie en ondersteuning van onbedoelde
(tiener) zwangerschappen. Collectieve preventie in het onderwijs is bijvoorbeeld één
van de thema’s, waarbij aandacht voor het onderwerp seksuele gezondheid en relaties
op scholen wordt gestimuleerd. In het Zevenpuntenplan wordt ten behoeve van structurele
uitvoering van collectieve preventie een meerjarig stimuleringsbudget beschikbaar
gesteld. Ook de structuur rondom de ondersteuning voor vrouwen die onbedoeld zwanger
raken, is verstevigd en financieel beter geborgd. Daarnaast is het belangrijk dat
er voldoende kennis is over onbedoelde zwangerschappen bij hoogrisicogroepen en welke
praktijkverbeteringen er kunnen worden aangebracht. Ik heb u toegezegd ieder jaar
een voortgangsrapportage te sturen.
Het afgelopen jaar is er met de partijen hard gewerkt om de diverse thema’s uit het
Zevenpuntenplan verder te brengen. In deze brief wil ik graag de laatste stand van
zaken toelichten.
Tot slot informeer ik u ook over de stand van zaken inzake het voornemen van Siriz
en VBOK om te komen tot een eventuele nieuwe organisatiestructuur.
Punt 1 Zevenpuntenplan: Stimuleringsprogramma Seksuele en relationele vorming in het
onderwijs (collectieve preventie)
Op 4 juli 2019 (Kamerstukken 32 793 en 32 279, nr. 402) heb ik u geïnformeerd over de stand van zaken Stimuleringsprogramma seksuele en
relationele vorming in het onderwijs dat wordt opgesteld in het kader van het Zevenpuntenplan
Onbedoelde (tiener) zwangerschappen. Ik heb toegezegd u dit programma in het najaar
van 2019 toe te zenden. In de bijlage2 stuur ik u – mede namens de Ministers van OCW – het programma dat is opgesteld door
de partijen.
Wij zijn verheugd dat de partijen met elkaar tot dit resultaat zijn gekomen en wij
zijn bereid dit programma als zodanig ook (grotendeels) te implementeren.
Reikwijdte Stimuleringsprogramma Seksuele en relationele vorming in het onderwijs
In het Zevenpuntenplan «Onbedoelde (tiener) zwangerschappen» zijn afspraken gemaakt
om de collectieve preventie van onbedoelde (tiener) zwangerschappen via het onderwijs
te stimuleren. In mijn brief van 4 juli 2019 (Kamerstukken 32 793 en 32 279, nr. 402) heb ik aangegeven dat partijen gezamenlijk hebben geconcludeerd dat – om onbedoelde
zwangerschappen te voorkomen – het belangrijk is de focus van het programma breder
te leggen, namelijk op het thema seksuele integriteit en relationele vorming van leerlingen
en mbo-studenten. Hierbij gaat het onder andere om respectvol en verantwoordelijk
gedrag ten opzichte van elkaar, het leren omgaan met verschillen in normen en waarden
en het leren omgaan met het bestaan van verschillen in ontwikkeling van leerlingen
in relatie tot het thema seksualiteit.
Partijen vinden het belangrijk dat er meer structureel aandacht komt voor seksuele-
en relationele vorming in het onderwijs.
De wens van partijen was om het programma met stimuleringsmaatregelen op te stellen
aan de hand van een inventarisatie naar de behoeften onder scholen. Om deze reden
heeft het enige tijd gekost voordat het programma tot stand is gekomen. Het RIVM heeft
deze inventarisatie uitgevoerd onder twee MBO scholen, vijf VSO scholen, acht PO scholen
en vier VO scholen. De inventarisatie is in de bijlage van deze brief bijgevoegd3.
Ondertussen heb ik maatregelen genomen in 2019 om dit programma voortvarend van start
te laten gaan en in afwachting van het definitieve stimuleringsprogramma. Het gaat
om de onderstaande maatregelen.
Maatregelen (schooljaar 2019/ 2020)
Er hebben 103 extra scholen een budget van € 3.000 ontvangen op het thema Relaties
& Seksualiteit door extra publiciteit op dit thema begin 2019.
Het RIVM heeft extra geld gekregen, zodat interventie-eigenaren subsidie kunnen ontvangen
voor het doorlopen van het erkenningsproces.
Het ondersteuningsbudget per schoollocatie is per september 2019 verhoogd van € 3.000
naar € 8.000. Hiervoor hebben zich ongeveer 420 scholen extra aangemeld. Daarnaast
hebben zich 45 van de 103 eerder gemelde scholen een aanvraag voor deze nieuwe ronde
ingediend. Het totaal aantal scholen komt daarmee op 478.
Tot slot is er geïnvesteerd in Testjeleefstijl. Testjeleefstijl is een online leefstijltest.
De uitkomsten van de test leveren bruikbare informatie op voor de school, aangezien
snel duidelijk is wat er op leefstijlgebied speelt onder de studenten, ook in relatie
tot relaties en seksualiteit. Het levert voor de kennisinstituten ook bruikbare (geanonimiseerde)
informatie op. Hierdoor zijn scholen eerder geneigd bepaalde interventies in te zetten.
Het Stimuleringsprogramma Seksuele en relationele vorming in het onderwijs 2020/ 2021
en 2021/2022
Het Stimuleringsprogramma Seksuele en relationele vorming in het onderwijs dat is
opgezet door partijen heeft als uitgangspunt dat het vraaggestuurd is en aansluit
bij de bestaande infrastructuur. Dit betekent dat scholen op basis van vrijwilligheid
worden gestimuleerd dit onderwerp op te pakken, zodat het beter ingebed kan worden
in de cultuur van hun organisatie en past bij de specifieke behoefte van scholen ten
aanzien van de inzet op het brede thema seksuele en relationele vorming. Het doel
hebben de partijen als volgt geformuleerd: «Meer scholen zijn structureel in staat
om hun leerlingen en studenten te vormen tot burgers die verantwoordelijk en respectvol
omgaan met hun eigen seksualiteit en die van de ander. De scholen dragen daarmee bij
aan het voorkomen van onbedoelde (tiener) zwangerschappen.» Er zijn ook verschillende
subdoelen aangemerkt, namelijk a) educatie b) schoolklimaat c) schoolbeleid en d)
externe ondersteuning.
Op basis van de conclusies van de behoefteninventarisatie die het RIVM deed op scholen
stellen de partijen maatregelen voor. Uit deze inventarisatie kwam naar voren dat
alle bezochte scholen seksuele en relationele vorming belangrijk vinden en hieraan
dan ook aandacht besteden in hun onderwijs. Er is vaak nog geen structurele en schoolbrede
aandacht voor dit thema. Scholen willen wel vakoverstijgend en meer integraal werken,
maar zijn zoekende hoe ze dit kunnen invullen.
Maatregelen Stimuleringsprogramma onderwijs
De voorstellen die partijen doen beslaan twee schooljaren (2020/2021 en 2021/2022).
Voor deze schooljaren stellen partijen op hoofdlijnen een stimuleringsmaatregel aan
scholen voor en overige randvoorwaardelijke maatregelen die nodig zijn om het thema
meer structureel en op langere termijn vorm te geven in de structuur op scholen. Wij
steunen deze maatregelen grotendeels.
Stimuleringsmaatregel via Gezonde School
Stimuleringsbudget naar € 5.000
Een stimuleringsmaatregel Relaties & Seksualiteit via de Gezonde School vinden partijen
een goede manier om scholen te ondersteunen. Zij stellen voor het stimuleringsbudget
aan te passen aan een marktconform tarief. De € 8.000 euro die beschikbaar is gesteld
voor het schooljaar 2019/ 2020 was tijdelijk vastgesteld tot dat er een goed onderbouwd
bedrag zou zijn. Partijen stellen voor dit bedrag naar € 5.000 per schoollocatie te
verlagen en dat voorstel neem ik graag over. Dit betekent dat voor het nieuwe schooljaar
2020/ 2021 dit bedrag kan worden aangevraagd.
Bij de toekenning van het stimuleringsbudget krijgen scholen met kwetsbare groepen
voorrang, afhankelijk van het aantal aanvragen in relatie tot het totale bedrag dat
maximaal beschikbaar is. Ook scholen die het tweede jaar opnieuw willen aanvragen,
krijgen voorrang. Hiermee bevorderen we dat scholen meer structureel aandacht besteden
aan het thema.
Verplichte onderdelen
Partijen stellen voor om voor de aanvraag van het stimuleringsbudget verplichte onderdelen
vast te stellen en daarnaast een aantal facultatieve onderdelen op te nemen, waaruit
scholen kunnen kiezen als ze aanspraak willen maken op de € 5.000. Verplicht moet
volgens partijen zijn dat als een school gebruik wil maken van het stimuleringsbudget
van € 5.000 dat er een Gezonde School-coördinator moet worden aangesteld op de school
zelf en dat er gebruik moet worden gemaakt van de adviezen van de Gezonde School-adviseur
die vanuit de GGD wordt aangesteld. Beide onderdelen zijn tot stand gekomen uit de
conclusies van de behoefteninventarisatie van het RIVM. Daarin is namelijk geconcludeerd
dat de bijdragen van de Gezonde School-adviseur en de Gezonde School-coördinator belangrijk
zijn om het thema goed in de school in te bedden.
Deze verplichting geldt nu ook bij het huidige ondersteuningsbudget van de Gezonde
school en dit voorstel neem ik over.
Erkende interventies en facultatieve onderdelen
Indien een school een interventie inzet dan vinden partijen het belangrijk dat deze
interventie erkend is. Een erkenning betekent dat de interventie getoetst is door
een onafhankelijke commissie die kijkt of er voldoende vertrouwen is dan wel bewijzen
zijn dat een interventie ook daadwerkelijk het beoogde effect oplevert. Deze lijn
is nu ook gebruikelijk bij de Gezonde School. Deze lijn ondersteun ik daarom van harte.
Er is jarenlang hard gewerkt aan de totstandkoming van samenhangende interventies
die bestaan uit verschillende onderdelen. De erkenning daarvan is belangrijk voor
scholen voor de kwaliteitsborging. Daarom willen wij dit handhaven.
Tegelijkertijd is uit de behoefteninventarisatie van het RIVM gebleken dat er op specifieke
onderdelen meer aandacht nodig is. Het is bijvoorbeeld belangrijk meer aandacht te
besteden aan de competenties van docenten en andere functionarissen omtrent dit onderwerp
op scholen, bijvoorbeeld door het aanbieden van trainingen voor deze groep. Ook de
verbinding met ouders en hun rol hierin is als essentieel benoemd. Ook blijkt dat
een teamtraining of theatervoorstelling voor leerlingen en studenten als inhoudelijk
goede aanvulling wordt beschouwd om het thema ter discussie te stellen. Om die redenen
hebben partijen facultatieve onderdelen opgesteld als keuzemogelijkheid voor scholen.
Op basis van de behoefteninventarisatie van het RIVM en de gesprekken die naar aanleiding
hiervan met de betrokken partijen zijn gevoerd, komen wij tot een volgende aanpak.
Als een school (locatie) een aanvraag doet voor het stimuleringsbudget wordt altijd
vanuit de school een Gezonde school coördinator en Gezonde School adviseur ingezet.
Daarnaast geldt dat als een school een interventie wil inzetten, deze erkend moet
zijn. Een overzicht van erkende interventies waaruit scholen kunnen kiezen staat op
www.gezondeschool.nl. Indien een school gebruikt maakt van facultatieve onderdelen dan is dit ook mogelijk.
Het blijft belangrijk dat de Gezonde School- adviseur en coördinator altijd met de
school samen kijkt wat kwalitatief het beste aanbod voor de school is met het oog
op haar leerlingenpopulatie en de omgeving waarin leerlingen opgroeien.
Op deze manier werken we vraaggestuurd, zodat scholen op eigen tempo en op eigen manier
met maatwerk invulling kunnen geven aan hun wensen ten aanzien van dit thema. We vinden
het ook belangrijk dat scholen die misschien nog twijfelen om op dit thema in te zetten
via een laagdrempelige wijze gestimuleerd worden toch stappen te zetten. De facultatieve
onderdelen kunnen heel behulpzaam zijn in een dergelijke verkennende fase waarin sommige
scholen nog verkeren. Wij willen dan ook niet dat de school op dat moment verplicht
wordt een erkende interventie naast de facultatieve onderdelen in te zetten. Daarbij
wordt in onze ogen ook recht gedaan aan de autonomie, de deskundigheid en de behoefte
aan maatwerk van de school. Wij vertrouwen erop dat scholen adequaat de elementen,
zoals de facultatieve onderdelen, zullen inzetten die dit thema op hun school doen
bevorderen en daarbij hun eigen afweging kunnen maken. We verwachten dat scholen,
als ze het tweede jaar deelnemen, dan wel een erkende interventie zullen inzetten
om dit specifieke beleid binnen hun school te bevorderen.
Het komende jaar zal ik – in overleg met alle partijen – monitoren hoe scholen met
deze bovenstaande mogelijkheden omgaan. Daarbij zal ik samen met Gezonde School bezien
hoe we de scholen die het komend jaar het stimuleringsbudget aanvragen met alleen
facultatieve onderdelen maximaal kunnen stimuleren om het jaar daarop opnieuw het
stimuleringsbudget aan te vragen en dan wel gebruik te maken van een erkende interventie.
Het verplichte in te zetten onderdeel van de Gezonde School-adviseur en Gezonde School-coördinator
kan hier een belangrijke rol in hebben.
Dit is de lijn die ik voorsta. Ik hecht er wel aan dat deze lijn ook in de praktijk
straks goed werkt en ik ben met partijen in goed overleg om er samen voor te zorgen
dat de regeling goed uitvoerbaar blijft.
Schematisch ziet bovenstaande er als volgt uit (tabel 1).
Tabel 1: Menukaart Stimuleringsbudget Relaties en Seksualiteit vanaf schooljaar 2020/2021
Verplichte onderdelen
Facultatieve erkende interventie
Facultatieve onderdelen
Advies en begeleiding door Gezonde School-adviseur van de GGD [NB dit hoeft de school
niet te betalen van het ondersteuningsbudget van € 5.000].
Compensatie van uren en deskundigheidsbevordering in verband met verplichte Gezonde
School-coördinator.
Afname erkende interventies Relaties en Seksualiteit
Scholing (vak)docenten
Teamtraining
Training functionarissen in zorgstructuur (vertrouwenspersonen, aandachtsfunctionarissen,
zorgcoördinator, etc.)
Gastdocenten
Ouderaanbod (ouders informeren over relaties & seksualiteit en hoe ermee om te gaan)
Theaterproducties Relaties en Seksualiteit
Aanvragen stimuleringsbudget
U is gemeld (Kamerstukken 32 793 en 32 279, nr. 402) dat bij verhoging van het stimuleringsbudget van € 3.000 naar € 8.000 het mogelijk
moet worden voor scholen om het stimuleringsbudget het gehele jaar door aan te vragen.
Partijen geven aan dat dit niet nodig is. Scholen bepalen namelijk vooral aan het
begin van het nieuwe schooljaar hun beleid.
Voor het stimuleringsbudget voor het schooljaar 2020/2021 van € 5.000 wil ik de mogelijkheid
voor het toekennen van het stimuleringsbudget wel verruimen, zodat de scholen de mogelijkheid
krijgen om tweemaal per jaar het stimuleringsbudget toegekend te krijgen. Zij kunnen
dan het hele jaar het stimuleringsbudget aanvragen, en de toekenning van het geld
is tweemaal per jaar. Dit bedrag is dan het hele jaar, na toekenning, besteedbaar
conform de bovengenoemde menukaart. Voor het stimuleringsbudget dat in september 2019
is opgehoogd naar € 8.000 hebben scholen in oktober en november een aanvraag kunnen
indienen die zij in december hebben toegezegd gekregen. Dit was een tijdelijke impuls
voorafgaand aan dit definitieve stimuleringsplan, waarbij het bedrag – conform de
wens van partijen – wordt verlaagd naar € 5.000.
Aanbod lespakketten
Het aanbod van lespakketten begeeft zich op een markt. Daarom is het voor de overheid
niet wenselijk hierin specifieke aanbieders/ lespakketten te stimuleren in verband
met staatssteunregels. Wel is het mogelijk om binnen het programma van ZonMW (punten
2) Groepen met een hoog risico, 5) Beleidsoptimalisatie bij jong en kwetsbaar ouderschap
en 6) Kennisprogramma uit het Zevenpuntenplan) bestaande interventies door te ontwikkelen
(voor bijvoorbeeld een specifieke hoogrisicogroep) en deze in de lokale praktijk toe
te passen en te toetsen of het werkt. Ook zijn er mogelijkheden voor onderzoek naar
de ontwikkeling van interventies. Deze kunnen specifiek gericht zijn op een of meer
hoogrisicogroepen. Hiervoor heeft ZonMW medio oktober 2019 een subsidieoproep uitgezet.
Randvoorwaardelijke maatregelen
Partijen stellen de volgende maatregelen voor die naar hun oordeel randvoorwaardelijk
zijn om scholen beter te bedienen. Ik verwijs u naar het rapport voor een nadere toelichting
op de maatregelen.
Stimuleren van scholen om aandacht te besteden aan het thema.
Stimuleren van gemeenten om aandacht te besteden aan het thema.
Vergroten vindbaarheid van het aanbod voor scholen (via bestaande kanalen en campagnes).
In bestaande trainingen voor Gezonde School-adviseurs en -coördinatoren aandacht besteden
aan het thema Relaties & Seksualiteit.
Opzetten landelijke pool van trainers en gastdocenten.
Kennisuitwisseling tussen Gezonde School-adviseurs en coördinatoren, trainers en gastdocenten.
Vergroten capaciteit bij GGD’en voor het bieden van advies en ondersteuning aan scholen.
Inbedden van thema in lerarenopleidingen.
Ik kan mij grotendeels vinden in de randvoorwaardelijke maatregelen die partijen aandragen.
Maatregel 2 en 6 neem ik niet over, omdat maatregel 2 mijns inziens terugkomt via
maatregel 7. GGD-en zullen namelijk bij maatregel 7 ook gemeenten gaan benaderen om
hen te stimuleren dit onderdeel meer in hun beleid op te nemen. Maatregel 6 is in
mijn optiek een randvoorwaarde die in het bestaande systeem van de Gezonde School
al gebruikelijk moet zijn. Ik ga daarom daar geen extra middelen voor vrij maken.
Voor maatregel 7 wil ik in eerste instantie het komende jaar de helft van het door
partijen voorgestelde budget vrij maken. Na een jaar zal ik op basis van een nadere
onderbouwing besluiten of de andere helft ter beschikking wordt gesteld. Ik vind het
belangrijk dat er goede balans is tussen het aantal scholen dat ik kan bereiken via
de stimuleringsmaatregel en de gelden die ik steek in de randvoorwaardelijke maatregelen.
Begroting
Het programma zal in 2020 ongeveer € 7 miljoen kosten (schooljaar 2020/2021), evenals
in 2021 (schooljaar 2021/2022). In het stimuleringsprogramma dat in de bijlage is
bijgevoegd4 hebben partijen daartoe een begroting ingediend. Ik zal de komende periode bezien
welke bedragen ik per maatregel wil uitgeven en op welke wijze ik kan financieren
conform staatssteunregels. Ik verwacht dat er minimaal 500 scholen per jaar het stimuleringsbudget
kunnen aanvragen, maar als dit er meer kunnen zijn, sta ik daar uiteraard voor open.
Ik zal u in het najaar 2020 een voortgangsrapportage sturen over dit programma. Voor
het jaar 2022 zal opnieuw worden bezien welke maatregelen passend zijn en voor welk
budget. De maatregelen die ik ondersteun worden de komende tijd opgepakt met alle
partijen. VWS zal hierin – in overleg met OCW – de voortgang bewaken. Tevens zal de
voortgang op drie thema’s worden gemonitord, namelijk 1) of het plan impact heeft
op bijvoorbeeld het aantal tienermoeders of het aantal onbedoelde zwangerschappen
2) of de doelen worden bereikt die in het plan zijn gesteld en 3) in hoeverre de maatregelen
zijn uitgevoerd. Het RIVM zal deze monitor gaan uitvoeren. Over de precieze set indicatoren
wordt u nog geïnformeerd.
Tot slot heb ik in een Kamerbrief van 4 juli jl. aangegeven dat ik in kaart wil brengen
of er verbeterslagen mogelijk zijn in het beoordelingstraject van het RIVM rondom
erkenningen van lespakketten. Ik zal u over de resultaten van dit onderzoek in het
voorjaar 2020 informeren.
Punten 2, 5 en 6 Zevenpuntenplan: Groepen met een hoog risico, beleidsoptimalisatie
bij jong en kwetsbaar ouderschap en kennisprogramma.
ZonMW heeft op de onderdelen «groepen met een hoog risico, beleidsoptimalisatie bij
jong en kwetsbaar ouderschap» een kennissynthese5 laten uitvoeren. Op basis van deze kennissynthese wordt een subsidieoproep uitgedaan.
Deze subsidieoproep zal zowel gericht zijn op de ontwikkeling van onderzoek als de
verbinding van kennis aan de praktijk. Innovatie op beide gebieden is het uitgangspunt.
De subsidieoproep voor de programmalijn praktijkverbetering is medio oktober 2019 open gegaan. De deadline voor indienen van voorstellen is januari
2020. De indieners ontvangen begin april 2020 bericht of zij wel of niet mee kunnen
doen.
Vanaf dat moment kan er een plan worden opgesteld ter verbetering van de lokale praktijk
binnen een (te vormen) samenwerkingsverband. Hiervoor dient het samenwerkingsverband
in september 2020 een subsidieaanvraag in. Eind december 2020 vindt toekenning van
de subsidieaanvragen plaats.
Voor de programmalijn onderzoek is de subsidieoproep eind oktober 2019 opengesteld. Uiteindelijke toekenning van
de subsidieaanvragen vindt eind december 2020 plaats. Gedurende de looptijd van het
programma worden (tussentijdse) resultaten zichtbaar gemaakt en verspreid.
In de voortgangsrapportage van het Zevenpuntenplan zult u op de hoogte worden gehouden
van de (voorlopige) resultaten en van de praktijk- en onderzoeksverbeteringen die
uit de subsidieoproepen naar voren zijn gekomen.
Punt 3 Zevenpuntenplan: Ondersteuning bij onbedoelde zwangerschap
Op 16 april 2019 (Kamerstuk 32 279, nr. 153) heb ik u geïnformeerd over de drie aanbieders (Stichting Siriz, Stichting Specifieke
Jeugdprojecten en Altra Centraal Bureau) die zich hebben ingeschreven voor de open
house Keuzehulp. Vanaf 1 juni is de open house aangevangen. Ik heb toegezegd u dit
najaar te berichten door welke onafhankelijk deskundigen de toetsing van de eisen
van de open house worden gedaan. Hiermee kom ik tegemoet aan de gewijzigde motie van
de leden Ploumen en Ellemeet (Kamerstuk 32 279, nr. 175).
Voor deze toetsing heb ik twee onafhankelijk deskundigen bereid gevonden dit uit te
voeren. Bij het zoeken is mijn voorkeur uitgegaan naar een persoon die veel ervaring
heeft met communicatie en/ of een arts met affiniteit op dit onderwerp. Prof. dr.
Gerrit van der Wal is bereid gevonden de taak als voorzitter van de toetsing op zich
te nemen. De heer Van der Wal is emeritus hoogleraar sociale geneeskunde, oud inspecteur-generaal
van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (voormalig IGZ), toezichthouder en adviseur
en van oorsprong huisarts. Het andere commissielid dat bereid is het onderzoek uit
te voeren, is Prof. dr. Sandra van Dulmen. Zij werkt als hoogleraar Communicatie in
de gezondheidszorg bij het Radboudumc en als onderzoeksprogrammaleider bij het Nivel.
Als programmaleider is zij op dit moment verantwoordelijk voor het initiëren, uitvoeren
en rapporteren van onderzoek naar het begrijpen en verbeteren van communicatie tussen
patiënten/cliënten en zorgverleners. Ik streef ernaar nog een derde persoon toe te
voegen en mijn voorkeur gaat uit naar een gynaecoloog of verloskundige. Ik zal u zo
spoedig mogelijk informeren over de invulling van deze positie.
De toetsing van de eisen zal naar verwachting op 1 januari 2020 van start gaan. In
juni 2020 wordt de toetsing afgerond. Ik zal u in de voortgangsrapportage 2020 op
de hoogte stellen van de resultaten van de toets. Indien uit de toets blijkt dat een
aanbieder niet conform de eisen opereert, wordt de aanbieder in eerste instantie de
kans gegeven om alsnog aan de kwaliteit te voldoen. Als dit daarna nog niet het geval
is, kan het open house-contract ontbonden worden, en eventueel een schadevergoeding
worden gevorderd.
Opleiding keuzehulp
In de eisen van de open house is aangegeven dat een centrale opleiding essentieel
is om de keuzehulpgesprekken op kwalitatief hoogwaardig niveau te houden. Daarom ben
ik gestart met een aanbestedingsprocedure voor de selectie van een aanbieder van een
opleiding. Aan Fiom is de opleiding gegund. De bedoeling is dat per 1 juni 2020 deze
opleiding gereed is voor de aanbieders die mee doen aan de open house keuzehulpgesprekken.
Onderstaande instrumenten voor de kwaliteitseisen van de keuzehulpgesprekken zullen
de komende periode worden ontwikkeld door Fiom.
Een gespreksleidraad keuzehulpgesprekken.
Een informatiekaart met onder andere een stapsgewijs schema om de besluitvorming te
ondersteunen.
Een geaccrediteerde training met zowel theorie als vaardigheidstraining (blended-learning).
Een digitale toets counselingsvaardigheden.
Informatiepunt
De motie van de leden Ploumen en Ellemeet (Kamerstuk 35 000 XVI, nr. 48) verzoekt de regering één centraal informatiepunt in te stellen voor vragen bij ongewenste
zwangerschap en daar met een publiekscampagne brede bekendheid aan te geven.
Fiom heeft de uitvoering van het informatiepunt gegund gekregen via een aanbesteding.
De verwachting is dat in mei 2020 dit informatiepunt in werking treedt. Via een publiekscampagne
zal aandacht worden besteed aan dit informatiepunt. Dit zal vanaf mei 2020 aanvangen.
Ik zal – conform de motie van de leden Ellemeet en Ploumen (Kamerstuk 32 279, nr. 135) – erop toezien dat het centrale informatiepunt bij het doorverwijzen de onbedoeld
zwangere vrouw informeert over de missie en doelstellingen van de keuzehulporganisaties
en rekening houdt met een eventuele voorkeur van de desbetreffende vrouw voor een
specifieke keuzehulporganisatie.
Punt 7 Zevenpuntenplan: Monitoring
Het RIVM zal op alle punten van het Zevenpuntenplan een monitor gaan uitvoeren. Ik
zal u met de volgende voortgangsrapportage in 2020 informeren wat de resultaten zijn
van de monitor.
Campagne seksuele gezondheid en onbedoeld zwanger
In het Zevenpuntenplan onbedoelde (tiener) zwangerschappen is afgesproken dat diverse
doelgroepen door middel van een campagne worden geïnformeerd over het voorkomen van
onbedoelde zwangerschappen. Vanwege de motie van het lid Ellemeet c.s. over een voorlichtingscampagne
over prettige en veilige seks (Kamerstuk 35 000 XVI, nr. 29) en de gewijzigde motie van de leden Renkema c.s. over expliciet aandacht besteden
aan de vrijheid rondom seksueel gedrag (Kamerstuk 32 793, nr. 390) heeft de campagne een bredere thematiek gekregen. Uw vaste commissie voor Volksgezondheid,
Welzijn en Sport heeft mij tijdens haar procedurevergadering op 4 december jl. gevraagd
om een toelichting op de stand van zaken van de uitvoering van deze twee moties.
In de brede publiekscampagne worden twee thema’s met elkaar verbonden, namelijk: onbedoelde
zwangerschappen en prettige en veilige seks.
De campagne kent de volgende boodschappen:
Seks is leuk, zolang je er beide plezier aan beleeft.
Als je het doet, gebruik dan anticonceptie als je wilt voorkomen dat je zwanger raakt/soa's/hiv
krijgt.
Geef mensen om je heen de vrijheid bij het maken van eigen seksuele keuzes.
Handelingsperspectief: raak je onbedoeld toch zwanger, doe dan dit. Verwijzing naar
informatiepunt onbedoeld zwanger (lancering mei 2020).
In vier deelcampagnes komen de bovengenoemde vier boodschappen aan bod.
De campagne bouwt zich op langs drie strategische pijlers. Dit zijn ten eerste het vergroten van de kennis van jongeren over seksueel gedrag. Ten tweede het vergroten van de eigen-effectiviteit omtrent het communiceren met je sekspartner, bijvoorbeeld over hoe het gesprek aan
te gaan met je partner over wensen en grenzen inzake seks, liefde, trouw en relaties.
En als derde pijler; het versterken van de norm dat iedere jongere vrij is om zijn/haar eigen seksuele keuzes te maken.
Doelgroep
Gezien de gemiddelde leeftijd van 18,6 jaar waar op de helft van de mensen seksueel
actief wordt, richt de campagne zich primair op de doelgroep van jong-volwassenen
van 17–25 jaar. Hierbij moet oog zijn voor jongeren die seksueel actief worden al
of niet in losse of wisselende contacten en of monogame of niet monogame relaties,
onafhankelijk van hun seksuele voorkeur. Maar ook zal de campagne van nut zijn voor
jongeren die besluiten nog niet seksueel actief te worden. In de campagne wordt extra
aandacht besteed aan subdoelgroepen met een hoog risico op onbedoelde zwangerschap;
mensen met een praktische opleiding en laag inkomen en/ of een migratie-achtergrond.
Door de keuze voor deze doelgroep haakt de campagne aan op de inspanningen in het
onderwijs in de jaren ervoor en het opgebouwde kennisniveau bij de doelgroep. Door
in deze doelgroep te investeren is de kans groter dat in een latere fase onbedoelde
zwangerschappen voorkomen kunnen worden. Jonge mensen die gewend zijn om erover te
praten in de relatie en die beseffen dat het een gedeelde verantwoordelijkheid is,
zullen dit naar verwachting ook op latere leeftijd doen. Gezien de keuze voor deze
doelgroep ligt een campagne via social media voor de hand. Radio en TV scoren in deze
doelgroep minder. Ook is deze doelgroep minder beïnvloedbaar via ouders. Leeftijdsgenoten
zijn in deze levensfase belangrijke «peers» als het gaat om dit onderwerp.
In de leeftijd 25–49 jaar komen de meeste onbedoelde zwangerschappen voor, drie keer
zoveel als bij (tiener)meisjes, en met name bij hoogrisicogroepen. Ook aan deze hoogrisicogroepen
wordt aandacht besteed, waarbij de campagne zich specifiek richt op de professionals
die met deze hoogrisicogroepen werken. De campagne sluit aan bij bestaande interventies
van het zevenstappenplan onbedoelde zwangerschappen. Bij de invulling van de campagne
wordt rekening gehouden met de aansluiting van de campagne uitingen bij de diverse
doelgroepen.
De campagne kent een scope van 2019, 2020 en 2021. Medio december 2019 zal gestart
worden met de 1e deelcampagne.
De campagne komt tot stand in co-creatie met jongeren en nauwe afstemming met veldpartijen
zoals Soa Aids Nederland, Rutgers, Siriz, Fiom en GGD-GHOR. Waar mogelijk wordt aangesloten
bij al bestaande communicatiekanalen.
Over de voortgang van de campagne zal ik u informeren via de jaarlijkse voortgangsrapportage
van het Zevenpuntenplan.
Conferentie onbedoelde (tiener) zwangerschappen.
Op 23 september vond in Utrecht de conferentie Uitgerekend nu?! over de preventie
en ondersteuning van onbedoelde (tiener)zwangerschappen plaats. Op deze conferentie
waren ongeveer 300 mensen aanwezig. Zij werkten met name in de praktijk zelf en kwamen
zowel uit de zorg, het onderwijs als de welzijnssector. Ook waren er ervaringsdeskundigen
aanwezig die hun verhaal deden. Er is een e-zine (www.magazine-on-the-spot.nl/uitgerekendnu/kennis) verschenen over de conferentie en de uitkomsten ervan.
VBOK/Siriz
Tot slot deel ik u mede dat er dit najaar geen ledenvergadering van de Vereniging
Bescherming Ongeboren Kind (VBOK) heeft plaatsgevonden inzake het voornemen van Siriz
en VBOK om in een nieuwe organisatiestructuur te gaan werken. Deze vergadering is
geannuleerd, omdat er te weinig draagvlak is onder de leden van VBOK voor de voorstellen
die er lagen. Dit betekent dat de organisatiestructuur tussen Siriz en VBOK ongewijzigd
blijft. De gunning aan Siriz inzake de open house hoeft daarom mijns inziens niet
opnieuw te worden getoetst aan de hand van de gestelde criteria, zoals wordt gevraagd
in de motie van de leden Ploumen en Ellemeet (Kamerstuk 32 279, nr. 167).
Ik vertrouw erop u hierbij voldoende te hebben geïnformeerd.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
P. Blokhuis
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport