Brief regering : Reactie op verzoek commissie om een reactie op aanbevelingen van de Europese Commissie inzake fraudebestrijding
31 934 Douane
Nr. 25
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 december 2019
Hierbij stuur ik u, mede namens de Staatssecretaris van Financiën, mijn reactie op
de vraag van de vaste commissie voor Financiën betreft de relevantie van de aanbevelingen
van de Europese Commissie inzake fraudebestrijding.
In het 30e jaarverslag over de bescherming van de financiële belangen van de Europese
Unie – Fraudebestrijding – 2018; COM(2019) 4441, doet de Commissie twee aanbevelingen. Lidstaten worden opgeroepen de douanecontrolestrategieën
voor grensoverschrijdende elektronische handel te versterken en een nationale fraudebestijdingsstrategie
op te stellen.
Douanecontrolestrategieën
De lidstaten worden verzocht hun douanecontrolestrategieën voor grensoverschrijdende
elektronische handel te versterken en uit te voeren, met name met het oog op het tegengaan
van misbruik van vrijstellingen voor zendingen van geringe waarde en het verzekeren
van een correcte inning van de traditionele eigen middelen.
In Nederland zet de Douane in op de handhaving van het risico dat ten onrechte aangifte
wordt gedaan onder de «drempelwaarde» van de vrijstelling waardoor geen douanerechten
en btw worden betaald. Op vrijstellingscodes staan diverse risicoprofielen. In totaal
gaat het om ruim 16 miljoen aangifteregels (jaar 2018) in de douaneaangiftesystemen.
Vanwege het grote volume aan aangiftes werkt de Douane risicogericht. Om die reden
is gekozen voor diverse profielen met een steekproefpercentage waarvan de hoogte afhankelijk
is van de leveringsvoorwaarden en de daarmee gepaard gaande risico’s.
Hierdoor vindt controle plaats op basis van willekeurige selectie ongeacht de status
van de marktdeelnemer (zogenoemde geautoriseerde marktdeelnemers (AEO) zijn daarvan
dus niet uitgesloten).
In 2020 zal door de Douane bij de risicoprofielen meer nadruk worden gelegd op de
relevante vrijstellingscodes. Ook zullen bedrijven opmerkzaam worden gemaakt op hun
eigen verantwoordelijkheid voor de juistheid van de aangegeven douanewaarde.
Aanbeveling 1a
De eerste (deel)aanbeveling strekt ertoe de aangevraagde vrijstelling van rechten
niet automatisch toe te passen voor goederen waarvan de opgegeven intrinsieke waarde
hoger is dan 150 euro. Deze aanbeveling kan in de praktijk niet worden opgevolgd.
Voor de vrijstellingen is de intrinsieke waarde van de zendingen bepalend voor de
toepassing ervan. De intrinsieke waarde is de waarde van alleen de goederen, zonder
vracht- en verzekeringskosten. De intrinsieke waarde is evenwel geen onderdeel van
de op grond van de EU-douanewetgeving vereiste douaneaangifte (die vraagt de douanewaarde,
dat is de intrinsieke waarde plus de vracht- en verzekeringskosten) en komt dus in
de aangiftesystemen van de Douane niet voor. De intrinsieke waarde kan ook niet zonder
meer van de douanewaarde worden afgeleid. Om die reden is het niet mogelijk om de
aanbeveling op te volgen van het automatisch weigeren van een aangifte voor goederen
waarvan de intrinsieke waarde hoger is dan 150 euro. Pas als de intrinsieke waarde
als verplicht element wordt opgenomen in de EU-douanewetgeving vereiste douaneaangifte
kan deze aanbeveling worden opgevolgd.
Aanbeveling 1b
Voorts wordt (kort gezegd) aanbevolen dat systemen voor elektronische douaneaangifte
automatische risicoselectie toepassen ten aanzien van goederen die mogelijk ondergewaardeerd
zijn of waarvan mogelijk ten onrechte is aangegeven dat het een zending betreft die
wegens zijn geringe waarde is vrijgesteld van rechten. Aan deze aanbeveling wordt
reeds uitvoering gegeven, door middel van diverse risicoprofielen.
Aanbeveling 1c
Volgende (deel)aanbeveling betreft de inzet van specifieke controlemaatregelen ter
bestrijding van het kunstmatig splitsen van zendingen om te profiteren van vrijstellingen.
De Douane geeft reeds uitvoering aan deze aanbeveling, hiertoe is een speciale monitoringtool
ontwikkeld.
Zo worden bedrijven onderzocht die vermoedelijk zendingen splitsen om zo onder de
intrinsieke waarde uit te komen. Bij bedrijven waar dit wordt geconstateerd, leidt
dit tot individueel gerichte handhavingsactiviteiten.
Aanbeveling 1d
Tot slot wordt aanbevolen dat bij controles achteraf wordt geverifieerd of handelaren
voldoen aan de voorwaarden voor vrijstelling van rechten voor zendingen van geringe
waarde. Voorts zouden AEO’s niet van dergelijke nalevingscontroles dienen te worden
uitgesloten.
In de uitvoering geeft de Douane al opvolging aan deze aanbeveling. De afgelopen maanden
zijn de eerste gerichte administratieve controles uitgezet. Aan de hand van de controleresultaten
zal worden gekeken naar eventuele vervolgstappen.
Fraudebestrijdingsstrategie
Nederland heeft diverse controle- en beheerssystemen ingericht. Zo kennen we in Nederland
een systeem ten behoeve van het tegengaan en afhandelen van fraudegevallen met Europese
middelen. Alle betrokken actoren, van administratieve tot strafrechtelijke, hebben
hierin een verantwoordelijkheid.
Zo fungeert de Douane als Anti-Fraude Coördinatie Service (AFCOS) in Nederland en
is hierdoor het eerste contactpunt voor de Europese Commissie (OLAF). On-the-spot-checks
van OLAF worden door de Douane begeleid. Daarnaast vervult de Douane een rol bij de
fraudegevallen met betrekking tot de afdrachten en BTW.
De betrokken departementen en controleautoriteiten hebben diverse beleidsmaatregelen
getroffen om fraude met Europese subsidies te voorkomen en te bestrijden. Hierbij
spelen de risicoanalyse, de interne afstemming, het aanwijzen van een fraudecoördinator
en het gebruik van IT-tools zoals ARACHNE een belangrijke rol. Op die manier leidt
Nederland de administratieve en strafrechtelijke onderzoeken in goede banen en is
een fraudebestrijdingsstrategie minder relevant.
De Minister van Financiën,
W.B. Hoekstra
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Financiën