Brief regering : Reactie op verzoek commissie over de brief van Fivoor en medeondertekenaars inzake ontoereikende tarieven in de forensische zorg
33 628 Forensische zorg
Nr. 68
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 december 2019
Op 5 december 2019 heeft u mij verzocht om een reactie op de brief van Fivoor en medeondertekenaars
inzake ontoereikende tarieven in de forensische zorg. Hiermee kom ik aan dit verzoek
tegemoet. Tevens heeft het lid Van Nispen op 28 november 2019 schriftelijke vragen
gesteld aan mij over het bericht dat forensische zorginstellingen onvoldoende gefinancierd
worden. De beantwoording van deze vragen wordt gelijktijdig aan uw Kamer verzonden
(Aanhangsel Handelingen II 2019/20, nr. 1046).
Laat ik voorop stellen dat ik achter de wijze sta waarop forensische zorg momenteel
wordt gefinancierd. In deze brief sta ik daarom stil bij de inspanningen die de afgelopen
jaren zijn geleverd om tot een gepaste bekostiging van de forensische zorg te komen
met voldoende oog voor de kwaliteit van de geleverde zorg. Ik noem als concrete voorbeelden
daarin de Meerjarenovereenkomst Forensische Zorg en het programma forensische zorg.
Eerst ga ik in op de gemaakte afspraken in de meerjarenovereenkomst, de wijze waarop
de tarieven tot stand komen en de manier waarop de Dienst Justitiële Inrichtingen
(DJI) forensische zorg inkoopt. Voor de goede orde vermeld ik hier dat het gaat om
alle forensische zorg, behalve de tbs beveiligingsniveau 4.1
Meerjarenovereenkomst Forensische Zorg 2018–2021
De forensische zorg is van groot belang voor de veiligheid van onze maatschappij.
Het is belangrijk dat de veiligheid van patiënten, behandelaars en samenleving gewaarborgd
blijft. Ik zet mij dan ook in voor deze speerpunten. In 2018 heb ik met de sector
een meerjarenovereenkomst gesloten ten behoeve van de kwaliteit en veiligheid.2 Hierin hebben we wederzijdse afspraken gemaakt over onder andere de kwaliteit en
veiligheid van zorg en de bekostiging ervan.
Ten aanzien van de bekostiging is in de meerjarenovereenkomst afgesproken dat de Nederlandse
Zorgautoriteit (NZa), de onafhankelijke marktmeester, de tarieven zou herijken op
basis van een kostprijsonderzoek. De NZa heeft dit onderzoek uitgevoerd en op basis
daarvan nieuwe maximumtarieven vastgesteld.
In de meerjarenovereenkomst is daarnaast afgesproken dat ik geld beschikbaar zou stellen
gedurende de looptijd van deze overeenkomst. Ik heb de bedragen conform afspraak beschikbaar
gesteld. Voor 2021 heb ik het bedrag dat is afgesproken in de meerjarenovereenkomst
verhoogd met € 8 mln. Als gevolg daarvan zijn de afslagen op de NZa-klinische zorg
inmiddels nagenoeg verdwenen en op ambulante behandeling aanzienlijk verlaagd. Daarnaast
is veiligheid niet alleen een kwestie van geld. In de meerjarenovereenkomst zijn ook
afspraken gemaakt over het aantrekken van personeel, het terugdringen van administratieve
lasten en het opleiden van forensisch personeel. Gezien de getroffen maatregelen herken
ik het beeld van onderfinanciering en het risico voor de veiligheid dan ook niet.
Vaststellen tarieven forensische zorg
In Nederland worden de (maximum)tarieven in de forensische zorg vastgesteld door de
NZa. De NZa heeft de tarieven vastgesteld op basis van de uitkomsten van een groot
opgezet kostenonderzoek in de ggz en de forensische zorg. Hier is sinds het voorjaar
van 2018 samen met de sector aan gewerkt. De NZa kijkt terug naar eerdere kosten,
in dit geval uit 2017, om op basis daarvan (geïndexeerde) maximumtarieven voor de
komende jaren vast te stellen. Bij het indexeren houdt de NZa rekening met bijvoorbeeld
loonstijgingen.
Door DJI gehanteerde tarieven
De tarieven die DJI landelijk hanteert volgen voor het overgrote deel de maximumtarieven
die de NZa heeft vastgesteld. Zoals de aanbieders aangeven in hun brief heeft DJI
drie uitzonderingen gemaakt op het volledig volgen van de maximumtarieven van de NZa.
De systematiek van kostenbeheersing, bijvoorbeeld door het hanteren van een afslag,
is niet nieuw binnen de forensische zorg. De afslagen vormen samen minder dan 2% van
het totale budget voor forensische zorg. De afslagen zijn als volgt:
– Voor ambulante forensische zorg en de verblijfszorg, bijvoorbeeld beschermd wonen,
worden afslagen gehanteerd. Voor ambulante zorg is deze afslag ten opzichte van de
voorgaande jaren overigens verlaagd van 6% naar 4,1%. Dat betekent dat DJI 4,1% minder
dan het maximumtarief betaalt voor dit type zorg. Hierbij is wel geïndexeerd.
– De tarieven voor de langdurige verblijfszorg maakten geen onderdeel uit van het uitgevoerde
kostprijsonderzoek.3 Deze tarieven zijn alleen geïndexeerd. Op deze geïndexeerde tarieven worden dezelfde
afslagen toegepast als in voorgaande jaren.
– Voor de klinische zorg en behandeling wordt een zogenaamde geïntegreerde maximum dagprijs
gehanteerd. Hier zijn verblijf, behandeling en dagbesteding in opgenomen. Deze drie
onderdelen beïnvloeden elkaar namelijk tot op zekere hoogte. Als een zorgaanbieder
bijvoorbeeld meer inzet op de dagactiviteiten, betekent dit dat zij minder sociotherapeuten
op de groep nodig heeft. Met deze dagprijs heeft een meerderheid van de aanbieders
de afgelopen jaren goede en veilige zorg kunnen bieden. Voor DJI is de geïntegreerde
maximum dagprijs een manier om zorgvuldig met de beschikbare middelen om te gaan.
De maximum dagprijs is tijdig aan aanbieders gecommuniceerd zodat zij hier, indien
nodig, op kunnen anticiperen.
Dat gericht wordt gewerkt met instrumenten voor kostenbeheersing betekent niet dat
geen sprake is van een passend tarief. De inzet van deze instrumenten binnen de forensische
zorg is van belang, zoals dat ook in de reguliere zorg het geval is. Deze zijn van
belang voor het creëren van kostenbewustzijn bij zorgaanbieders. Bij de hantering
van tarieven beneden de maximumtarieven geldt als voorwaarde uiteraard dat het uiteindelijke
inkooptarief een passend tarief is. Daar wordt altijd zorgvuldig naar gekeken en dat
is in de huidige inkoopprocedure niet anders gebeurd.
Inkoopprocedure
De afgelopen jaren is het totale budget voor de forensische zorg gestegen van € 822
mln in 2018 tot naar verwachting € 864 mln in 2020. Dat komt met name doordat de groep
justitiabelen die forensische zorg krijgt groeit. DJI koopt voor dat budget forensische
zorg in op een wijze die zowel transparant als zorgvuldig is. De algemene beginselen
van het aanbestedingsrecht en behoorlijk bestuur zijn op de inkoopprocedure van toepassing.
Er moet onder meer sprake zijn van een gelijke behandeling van aanbieders. Het is
dan ook niet passend om gedurende de inkoopprocedure met individuele aanbieders of
brancheorganisaties in gesprek te gaan over de hoogte van tarieven. Er is geen sprake
geweest van onderhandelingen over prijsafspraken met zorgaanbieders, omdat de inkoopprocedure
daartoe geen ruimte biedt.
Discussie over de tarieven
Momenteel ligt de vraag voor of de door DJI gehanteerde tarieven toereikend zijn voor
zorgaanbieders om de gewenste kwaliteit van zorg te leveren. Een aantal zorgaanbieders
heeft juridische stappen genomen omdat zij van mening is dat de tarieven ontoereikend
zijn. Een groot aantal bezwaren dat is geuit tegen de door DJI gehanteerde tarieven
lijkt zich (tevens) te richten op de door de NZa vastgestelde maximumtarieven en het
daaraan ten grondslag liggende kostprijsonderzoek. Het past mij niet om in de bevoegdheid
van de NZa te treden. Ik wacht de beslissing op bezwaar dan ook af. Onderstaand reageer
ik daarom in algemene zin op de hoogte van de tarieven en op een aantal door de zorgaanbieders
aangegeven punten in de brief aan de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid van
uw Kamer.
De door de NZa vastgestelde maximumtarieven hebben – naar aanleiding van het kostprijsonderzoek
– geleid tot aanpassingen. Voor bepaalde behandelingen zijn de nieuwe maximumtarieven
hoger dan voorheen, voor andere behandelingen zijn deze lager dan voorheen.
In de brief geven de aanbieders aan dat er gebruik zou moeten worden gemaakt van een
max-maxtarief om de tarieven te verhogen. Ik ben het niet met hen eens dat per definitie
altijd het max-maxtarief zou moeten worden gehanteerd. De NZa maakt het inderdaad
mogelijk om een hoger tarief tot maximaal 10% boven het maximumtarief te bieden. Dit
instrument is bij uitstek bedoeld om zo de kwaliteit van de zorg te stimuleren en
niet als generieke verhoging van de tarieven. Indien ik daartoe in andere gevallen
zou overgaan, zou elke prikkel tot innovatie van kwaliteit en kostenbeheersing worden
uitgevlakt.
DJI maakt ook op die wijze gebruik van deze mogelijkheid. Zorgaanbieders komen voor
een verhoging van het tarief in aanmerking als zij zich inzetten op het terrein van
innovatie en kwaliteit of voor zeer complexe casuïstiek. Zo kunnen zorgaanbieders
tijdelijk een hoger tarief ontvangen voor bijvoorbeeld de implementatie van een nieuwe
werkwijze ter bevordering van de kwaliteit of voor justitiabelen met zeer complexe
problematiek waarvoor aantoonbaar extra inspanningen vereist zijn.
Vervolgtraject
DJI laat door een accountantskantoor een onderzoek uitvoeren naar de wijze waarop
de berekening en de tariefvaststelling door DJI is verlopen. Daarmee wordt nog eens
objectief vastgesteld of dit zorgvuldig is gebeurd. Zodra de resultaten bekend zijn
deel ik deze met uw Kamer. Dit is naar verwachting voor de kerst.
Tot slot
De forensische zorgaanbieders geven in de brief aan dat zij de afgelopen jaren te
maken hebben gehad met stijgende kosten, onder andere door extra investeringen in
veiligheidsvoorzieningen, stijging van de lonen en duur vastgoed. Zoals eerder benoemd
heeft een aantal partijen bezwaar gemaakt bij de NZa. Naast deze bezwaarprocedure
heeft een aantal zorgaanbieders een kort geding tegen DJI aangespannen vanwege de
bekostiging van forensische zorg. Gedurende deze juridische procedures is het niet
passend om over deze onderwerpen uitspraken te doen.
De Minister voor Rechtsbescherming,
S. Dekker
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming