Brief regering : Reactie op verzoek commissie over de petitie van de Nederlandse Vereniging van Doktersassistenten (NVDA) m.b.t. tekort aan doktersassistenten en patiëntveiligheid
29 282 Arbeidsmarktbeleid en opleidingen zorgsector
Nr. 389 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 december 2019
Bij brief van 13 november jl. heeft de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn
en Sport mij verzocht om een reactie te geven op een aangeboden petitie van de Nederlandse
Vereniging van Doktersassistenten (hierna: NVDA) d.d. 29 oktober jl. Met deze brief
geef ik gehoor aan uw verzoek.
Petitie NVDA
Op 29 oktober heeft de NVDA aan de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en
Sport de «Petitie Doktersassistenten: zorgen over patiëntveiligheid» aangeboden. In
de petitie geeft de NVDA aan dat zij zich zorgen maken over de patiëntveiligheid en
dat de NVDA hier ook haar verantwoordelijkheid in wil nemen.
Concreet worden de volgende signalen met mij gedeeld: een hoge werkdruk als gevolg
van personeelstekorten, regeldruk en complexe zorgvragen, een toename van moeilijk
vervulbare vacatures en een ervaren druk op de toegankelijkheid van de huisartsenzorg
in de regio. Ook uit de NVDA de zorg dat door een tekort aan doktersassistenten sollicitatie-eisen
in de toekomst naar beneden worden bijgesteld en dat er in toenemende mate zelfstandigen,
medisch studenten en uitzendkrachten worden ingezet als gevolg van een tekort aan
doktersassistenten en triagisten. Tot slot signaleert de NVDA dat steeds meer doktersassistenten
na het behalen van hun diploma niet aan de slag gaan als doktersassistent, maar doorstromen
naar het hoger beroepsonderwijs.
De NVDA stelt verschillende maatregelen voor ter verbetering van de situatie: het
geven van meer inhoudelijke, medische taken aan doktersassistenten; het verruimen
van financiële mogelijkheden met zorgverzekeraars om meer doktersassistenten aan te
nemen en het onderzoeken van de mogelijkheid van een verplichte inschrijving van alle
doktersassistenten in het Kwaliteitsregister Doktersassistenten.
Personele opgave in de zorg
Laat ik vooropstellen dat de doktersassistent van groot belang is voor het bieden
van een goede en toegankelijke huisartsenzorg voor iedereen. Dit geldt even zo goed
ook voor de andere functies die werkzaam zijn in de teams in de huisartsenzorg.
We staan momenteel voor een grote personele opgave die in de hele zorgsector wordt
gevoeld. Dit uit zich onder meer in een hoge ervaren werkdruk onder zorgpersoneel
en moeilijk vervulbare vacatures. Zorgbreed werk ik met de Minister van VWS en de
Staatssecretaris van VWS aan het terugdringen van personeelstekorten met het Actieprogramma
Werken in de Zorg.1 Hier zetten we met landelijke en regionale partijen niet alleen in op meer instroom
van personeel maar ook op behoud van personeel en anders werken.
De focus van de aanpak ligt in de regio, in de zogenaamde regionale aanpakken arbeidsmarkt
tekorten (RAATs). Vanuit het ministerie steunen we werkgevers in het stimuleren van
zij-instroom en behoud van personeel met de scholingsimpuls SectorplanPlus (€ 420 mln
voor de periode 2017–2021) en steunen we werkgevers in het aanbieden van stages via
het Stagefonds (€ 112 mln per jaar). Daarnaast blijft het Ministerie van VWS met het
veld vol inzetten op het terugdringen van administratieve lasten in het programma
[Ont]Regel de Zorg.2
Toekomstbestendige huisartsenzorg
De huisartsenzorg kent in bepaalde regio’s ook personele krapte. Met partijen in de
huisartsenzorg heb ik in het Bestuurlijk Akkoord Huisartsenzorg 2019–20223 afspraken gemaakt om de kwaliteit van zorg verder te verbeteren en eraan bij te dragen
dat de huisartsenzorg zowel fysiek, tijdig als financieel toegankelijk blijft. Vorig
jaar heb ik samen met de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) door Nivel en Prismant
een onderzoek laten uitvoeren naar regionale balans in vraag en aanbod in de huisartsenzorg.
Dit onderzoek heb ik in december 2018 aangeboden aan uw Kamer.4 Het onderzoek heeft regionale beelden opgeleverd die laten zien dat het in sommige
regio’s nu al knelt of in de toekomst gaat knellen.
Om nader invulling te geven aan de afspraken uit het bestuurlijk akkoord en de aanbevelingen
uit het onderzoek, heb ik in april dit jaar samen met de LHV een plan van aanpak5 opgesteld met vervolgacties gericht op het aantrekkelijk maken van het werk en op
het vergroten van het aanbod van huisartsenzorg. Om die regio’s waar de meeste knelpunten
zijn optimaal te ondersteunen, gaat het Ministerie van VWS samen met de LHV vanaf
begin volgend jaar de betreffende regio’s in. Mogelijke knelpunten op het gebied van
(onder meer) doktersassistenten worden ook meegenomen in het verder verkennen van
de problematiek en het gezamenlijk zoeken naar passende oplossingen voor de betreffende
regio.
Veiligheid patiënten
De personele opgave mag er niet toe leiden dat de patiëntveiligheid in het geding
komt. Daar waar dreigt dat een patiënt niet binnen een redelijke tijd toegang heeft
tot voldoende en goede huisartsenzorg, heeft de zorgverzekeraar vanuit zijn zorgplicht
de verantwoordelijkheid om na te gaan of deze patiënt bij een andere zorgverlener
tijdig kan worden geholpen. Zorgverzekeraars vervullen de bemiddelende rol om patiënten
op korte termijn bij een huisartsenpraktijk te kunnen plaatsen. Zij bieden daarnaast
regionaal ondersteuning. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft mij laten weten
ook te zien dat er regionale oplossingen worden ontwikkeld door betrokken partijen,
vaak in samenwerking met de zorgverzekeraar. Indien mensen signalen hebben over de
geleverde zorg, kunnen zij zich melden bij het Landelijk Meldpunt Zorg. De Inspectie
Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) kan naar aanleiding van deze signalen onderzoek doen
en/of de signalen meenemen in haar risicogestuurd toezicht. Tot op heden heeft de
IGJ geen signalen dat als gevolg van een tekort aan doktersassistenten de patiëntveiligheid
in het geding is.
Reactie op de voorgestelde maatregelen
De NVDA stelt allereerst voor om in het kader van taakherschikking meer medische en
inhoudelijke taken over te laten aan de doktersassistenten. Ook ik zie mogelijkheden
om werkdruk te verlagen door taakherschikking. Steeds meer worden verpleegkundig specialisten
en physician assistants ingezet om taken over te nemen van de arts, ook in de huisartsenzorg.
Maar ook het verschuiven van taken van de huisarts naar de praktijkondersteuner met
behoud van kwaliteit is een goed voorbeeld. Ditzelfde geldt ook voor de doktersassistent
die taken van de huisarts overneemt.
Voor het uitvoeren van de behandelingen blijft de huisarts zelf verantwoordelijk.
Indien de huisarts van mening is dat ondersteunend personeel aanvullende (medisch
inhoudelijke) taken kunnen verrichten, is dit mogelijk. In «NHG/LHV-standpunt. Het (ondersteunend) team in de huisartsenvoorziening»6 geven LHV en NHG aan dat de huisarts goed afgrensbare, te protocolleren medische
handelingen kan overdragen aan de doktersassistent.
Ook stelt de NVDA voor om samen met zorgverzekeraars de financiële mogelijkheden te
verruimen om extra doktersassistenten aan te nemen om de werkdruk te verlagen. De
bekostiging van huisartsenzorg en contracten biedt ruimte om extra personeel aan te
trekken. Het is aan zorgaanbieders en zorgverzekeraars om hier samen afspraken over
te maken. De NZa adviseert dan ook oog te blijven houden voor de oplossingen omtrent
de werkdruk vanuit samenwerking en rond taakherschikking binnen en buiten de praktijk.7
Verder onderzoekt de NVDA of er steun is voor een verplichte inschrijving van alle
doktersassistenten in een kwaliteitsregister. Kwalitatief goede zorg wordt geleverd
in teamverband binnen de huisartsenpraktijk. Iedereen heeft daarin zijn taak. Van
belang is dat binnen de instelling of praktijk elke professional die zorg levert goed
opgeleid moet zijn om de taken adequaat te kunnen uitvoeren. Dat leidt tot goede zorg
die veilig, doeltreffend, doelmatig en cliëntgericht is en waarbij zorgverleners handelen
in overeenstemming met de op hen rustende verantwoordelijkheid die voortvloeit uit
professionele standaarden, zoals de kwaliteitsstandaarden.
Het steeds meer werken in teams is een van de maatschappelijke ontwikkelingen die
ook terugkomt in het recente rapport «B van bekwaamheid» van de Raad voor Volksgezondheid
en Samenleving. Zoals ik in mijn recente reactie op dit rapport8 heb aangegeven, is mijn doel om een lange termijnvisie over de toekomstbestendigheid
van de Wet BIG te formuleren. Hierover informeer ik uw Kamer rond de zomer. Ik vind
het vooruitstrevend dat de NVDA naar aanleiding van dit rapport een eigen «kwaliteitsregister
doktersassistent» in combinatie met een openbaar individueel bekwaamhedenportfolio
wil onderzoeken.
De komende tijd ga ik samen met de LHV de regio in om de knelpunten in de huisartsenzorg
scherper te identificeren en om te zoeken naar passende oplossingen voor de betreffende
regio.
De Minister voor Medische Zorg, B.J. Bruins
Indieners
-
Indiener
B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg