Brief regering : Geannoteerde agenda voor de Raad voor de Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken van 10 december 2019
21 501-31 Raad voor de Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken
Nr. 543
                   BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 november 2019
Op 10 december aanstaande vindt de Raad WSBVC te Brussel plaats.
Hierbij zend ik u de Geannoteerde Agenda voor deze Raad toe.
Conform de vastgestelde afspraken1 informeer ik uw Kamer middels de Geannoteerde Agenda tevens over de voortgang van
                  de onderhandelingen inzake de herziening van de Coördinatie verordening Sociale Zekerheid.
               
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
                  W. Koolmees
GEANNOTEERDE AGENDA RAAD WERKGELEGENHEID EN SOCIAAL BELEID (WSBVC) 10 december 2019
               
Voortgangsrapportage herziening Coördinatieverordening Sociale Zekerheid
In het nu volgende geef ik u een overzicht van de stand van zaken van de onderhandelingen
                  over de herziening van de Coördinatieverordening Sociale Zekerheid.
               
Terugblik
De WSBVC Raad van 21 juni 2018 is een algemene oriëntatie over de herziening van Verordening
                  883/2004 overeengekomen. Zoals ik u gemeld heb in de brief van 5 juli 2018 (Verslag
                  van de Raad WSBVC van 21 juni 2018, Kamerstuk 21 501-31, nr. 491) heeft Nederland tegen de algemene oriëntatie gestemd. Ook Oostenrijk, Duitsland,
                  Malta en Denemarken stemden tegen. België, Luxemburg en Cyprus onthielden zich van
                  stemming.
               
In januari 2019 zijn de trilogen gestart tussen het voorzitterschap, het EP en de
                  Commissie, waarin onderhandeld werd over de uiteindelijke tekst. Op 19 maart jl. lieten
                  de drie onderhandelende partijen, de Commissie, het voorzitterschap en het EP, weten
                  dat zij een voorlopig akkoord bereikt hadden. In mijn brief van 2 april jl. (Kamerstuk
                  21 501-20, nr. 1430) heb ik de belangrijkste implicaties van het voorlopig akkoord beschreven en ben
                  ik ingegaan op de maatregelen gericht op het versterken van de handhaving rondom de
                  export WW.
               
Vervolgens zijn dit voorjaar de onderhandelingen gestrand doordat een blokkerende
                  minderheid van lidstaten tegen het in de trilogen bereikte politieke akkoord stemde.
                  Naast Nederland maakten een aantal gelijkgezinde lidstaten deel uit van deze blokkerende
                  minderheid. Daarnaast stemden ook een aantal Oost-Europese landen tegen het voorlopig
                  akkoord. Struikelblok vormden de hoofdstukken werkloosheid en toepasselijke wetgeving.
                  Nederland en de gelijkgezinde lidstaten waren tegen de aanpassingen in het hoofdstuk
                  werkloosheid. De Oost-Europese landen daarentegen waren tegen de door het EP aangebrachte
                  aanscherpingen in het hoofdstuk toepasselijke wetgeving, met name wat betreft detachering.
                  Het EP heeft het dossier vervolgens over de EP-verkiezingen heen getild.
               
Stand van zaken
Enkele weken geleden zijn de trilogen tussen Commissie, het huidige EP en het huidige
                  Finse Voorzitterschap hervat. In de eerste triloog op 22 oktober jl. is het bereik
                  van de onderhandelingen vastgesteld. Ik heb uw Kamer bij brief van 4 november jl.
                  (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1487) geïnformeerd over het beperkte bereik van de onderhandelingen en dat dit nadelig
                  is voor Nederland. In mijn brief van 11 november jl. ben ik ingegaan op de stand van
                  zaken van de onderhandelingen en mijn aanpak daarbij (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1488). Op 6 november heeft het Finse Voorzitterschap een nieuw mandaat verkregen om de
                  verdere triloog onderhandelingen mee in te gaan. Op 11 en 18 november vonden de volgende
                  trilogen plaats. In deze trilogen vond een eerste uitwisseling van standpunten plaats.
               
Inzet Nederland
Ik blijf mij op verschillende fronten inzetten voor een beter resultaat voor Nederland.
                     Uiteraard neemt Nederland stelling tijdens de formele onderhandelingsmomenten met
                     het voorzitterschap. Daarnaast blijf ik met de gelijkgezinde lidstaten optrekken en
                     voorstellen doen. Ik laat me daarbij uitdrukkelijk niet inperken door het gekozen
                     beperkte bereik van de onderhandelingen. Omdat het voorlopig akkoord eerder strandde
                     door een blokkerende minderheid van landen die dit om heel uiteenlopende redenen niet
                     konden steunen, beperk ik me voor steun en samenwerking niet tot de groep gebruikelijke
                     gelijkgezinde lidstaten, maar werk ik met een zo ruim mogelijke groep samen, teneinde
                     blokkerende minderheden te bewerkstelligen of gekwalificeerde meerderheden te bereiken.
                  
Daarnaast zijn er uiteraard ook regelmatig contacten over de herziening van de Verordening
                     met vertegenwoordigers van Nederland in het EP, met de Europese Commissie en andere
                     stakeholders.
                  
Mijn inzet op het gebied van werkloosheid blijft gericht op het bereiken van een zo
                     kort mogelijke exportduur, gecombineerd met maatregelen gericht op vergroting van
                     de arbeidsparticipatie en verbetering van de handhaving.
                  
Geannoteerde Agenda raad werkgelegenheid en sociaal beleid (WSBVC) 10 december 2019
In het nu volgende geef ik u een overzicht van de inbreng van Nederland bij de agendapunten
                  van de Raad WSBVC van 10 december, waaraan ik voornemens ben deel te nemen.
               
Agendapunt: Beleidsdebat over toekomstig gendergelijkheid beleid en gender mainstreaming
                     in de EU
Doel Raadsbehandeling/soort agendapunt/procesbeschrijving/verwijzing naar EU-extranetnummer
Beleidsdebat. Het discussiedocument is ten tijde van het opstellen van deze Geannoteerde
                  Agenda nog niet gepubliceerd.
               
Inhoud/achtergrond/tijdpad onderhandelingen
Er wordt een beleidsdebat gehouden over de toekomst van het EU-genderbeleid. Het huidige
                  EU-genderbeleid werd de afgelopen periode vormgegeven aan de hand van de strategische
                  richtlijnen voor gendergelijkheid 2016–2019. Begin 2019 heeft de Raad de Commissie
                  opgeroepen om te komen met een nieuwe strategie. Beoogd Commissaris voor Gelijkheid,
                  mevr. Dallí, heeft aangegeven dit als één van haar eerste taken te zien. Aan lidstaten
                  wordt gevraagd wat de huidige uitdagingen zijn en wat de EU onder verantwoordelijkheid
                  van de nieuwe Europese Commissie moet oppakken.
               
Inzet NL
Nederland ondersteunt de wenselijkheid en noodzakelijkheid om initiatieven en maatregelen
                  te nemen die er op gericht zijn de positie van vrouwen te bevorderen, waaronder op
                  de arbeidsmarkt, en het verkleinen van loonverschillen. De afgelopen jaren signaleert
                  Nederland veel weerstand tegen het versterken van de rechten en de positie van vrouwen
                  internationaal en binnen de EU. Nederland ondersteunt daarom het voornemen om een
                  aparte Commissaris aan te stellen voor gelijkheid en het opstellen van een gendergelijkheidsstrategie.
                  Deze ontwikkelingen laten zien dat de EU haar rol wil nemen op dit terrein.
               
Voor Nederland geldt dat de focus moet liggen op economische zelfstandigheid van vrouwen.
                  Dat is de basis van gendergelijkheid. Daarnaast zijn seksuele en reproductieve gezondheid
                  en rechten voor vrouwen een belangrijk punt voor Nederland, alsook intersectioneel
                  beleid. Dit zal ik dan ook inbrengen in het beleidsdebat.
               
Nederland let erop dat de EU de kaders van haar bevoegdheden op dit terrein niet overschrijdt.
                  Wanneer de Europese Commissie in de toekomst nieuwe initiatieven op dit terrein publiceert,
                  dan worden deze op de eigen merites en in lijn met de Kamerbrief over de sociale dimensie
                  van de EU beoordeeld.
               
Indicatie krachtenveld Raad en Europees Parlement
Naar verwachting zullen alle lidstaten aangeven wat de prioriteiten zijn die meegenomen
                  moeten worden in de toekomstige gendergelijkheidstrategie.
               
Agendapunt: Raadsconclusies over gendergelijkheid
Doel Raadsbehandeling
Aanname van Raadsconclusies, EU-extranetnummer 13810/19
Inhoud/achtergrond/tijdpad onderhandelingen
Er worden Raadsconclusies aangenomen rondom gendergelijkheid, als reactie op het 25-jarig
                  bestaan van het Beijing actieplatform. De Raadsconclusies benoemen de grootste uitdagingen
                  om te komen tot gendergelijke economieën, zoals de loonkloof, economische zelfstandigheid
                  en het aandeel vrouwen in de top van het bedrijfsleven en de politiek. De Raadsconclusies
                  moedigen lidstaten aan om hun inspanningen om gendergelijkheid te bereiken te versnellen.
               
Inzet NL
Nederland kan zich goed vinden in de lijn van de Raadsconclusies. Het is positief
                  dat de Raad dit thema bespreekt en dat er aandacht is voor verschillende aspecten
                  van gendergelijkheid.
               
Indicatie krachtenveld Raad en Europees Parlement
Alle lidstaten hebben aangegeven te kunnen instemmen. Het Europees Parlement heeft
                  geen rol.
               
Agendapunt: Raadsconclusies over een nieuw strategisch EU raamwerk voor gezond en
                     veilig werken
Doel Raadsbehandeling
Aanname Raadsconclusies, EU-extranetnummer 13833/19
Inhoud/Achtergrond/tijdpad/onderhandelingen
Er worden Raadsconclusies aangenomen over de ontwikkeling van een nieuw EU strategisch
                  raamwerk voor gezond- en veiligheid op het werk voor de periode 2021–2027. Het bestaande
                  raamwerk beoogt lidstaten te helpen om beter en effectiever beleid te ontwikkelen
                  op het gebied van gezond en veilig werken en loopt dit jaar af. In de Raadsconclusies
                  wordt benadrukt dat het belangrijk is om in het nieuwe beleid van gezond en veilig
                  werken rekening te houden met veranderingen op de arbeidsmarkt (digitalisering en
                  toenemend gebruik kunstmatige intelligentie) en de opkomst van nieuwe vormen van werk.
                  Ook wordt benadrukt dat nationale inspecties goed uitgerust moeten zijn om rekening
                  te kunnen houden met nieuwe vormen van werk.
               
Inzet NL
Er wordt nog over de Raadsconclusies onderhandeld. Nederland kan naar verwachting
                  instemmen met de Raadsconclusies. Nederland staat positief tegenover het huidige raamwerk
                  en is daarom ook voorstander van de voortzetting van een strategisch raamwerk op het
                  gebied van gezond en veilig werken. Daarnaast is Nederland groot voorstander van doorlopende
                  EU inzet op het gebied van carcinogenen, dit wordt in de Raadsconclusies benadrukt.
               
Indicatie krachtenveld Raad en Europees Parlement
Op dit moment is er nog geen definitieve tekst beschikbaar. De verwachting is dat
                  alle lidstaten kunnen instemmen en de Raadsconclusies worden aangenomen. Er is geen
                  rol voor het Europees Parlement.
               
Agendapunt: Raadsconclusies inclusieve arbeidsmarkt
Doel Raadsbehandeling
Aanname van Raadsconclusies, EU-extranetnummer 13236/19
Inhoud/Achtergrond/tijdpad/onderhandelingen
Er worden Raadsconclusies aangenomen over het belang van inclusieve arbeidsmarkten
                  en het verbeteren van werkgelegenheid van mensen met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt.
               
De Raadsconclusies benoemen het belang van het verbeteren van toegang tot de arbeidsmarkt
                  voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt en mensen in een kwetsbare positie.
                  Ook wordt in de Raadsconclusies de noodzaak benoemd om deze doelgroepen te helpen
                  zich aan te passen aan de veranderende behoeftes van de arbeidsmarkt. De mogelijkheid
                  tot leven lang leren wordt in dit kader benadrukt. De competenties van de lidstaten
                  en de autonomie en rol van sociale partners worden hierbij gerespecteerd.
               
Inzet NL
Er wordt nog over de Raadsconclusies onderhandeld. Nederland kan naar verwachting
                  instemmen met de Raadsconclusies. Ondanks de krapte op de arbeidsmarkt zijn er te
                  veel mensen uitgesloten van een duurzame arbeidspositie, vanwege een grote afstand
                  tot of een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt. Nederland onderschrijft de notie
                  in de Raadsconclusies dat deze groepen extra aandacht verdienen.
               
Indicatie krachtenveld Raad en Europees Parlement
Op dit moment is er nog geen definitieve tekst beschikbaar. De verwachting is dat
                  alle lidstaten kunnen instemmen en de Raadsconclusies worden aangenomen. Er is geen
                  rol voor het Europees Parlement.
               
Agendapunt: Beleidsdebat over de toekomst van het EU sociaal acquis in relatie tot
                     werkgelegenheid en industriële relaties
Doel Raadsbehandeling
Beleidsdebat. Het definitieve discussiedocument is ten tijde van het opstellen van
                  deze Geannoteerde Agenda nog niet gepubliceerd.
               
Inhoud/achtergrond/tijdpad onderhandelingen
Het Voorzitterschap wil tijdens het beleidsdebat met de lidstaten in discussie over
                  de mate waarin het huidige sociaal acquis voor werkenden en ondernemingen voldoende
                  is toegerust op de snelle veranderingen op de arbeidsmarkt. Tijdens het beleidsdebat
                  zal aan lidstaten worden gevraagd in te gaan op de kwesties die zij de komende jaren
                  het meest relevant achten.
               
Inzet NL
De arbeidsmarkt krijgt de komende jaren te maken met fundamentele veranderingen. Sommige
                     banen zullen verdwijnen, nieuwe vormen van arbeid zullen opkomen en de manier waarop
                     productieprocessen veranderen zal ook impact hebben op de organisatie van arbeid (bijvoorbeeld
                     platformwerk). Dat biedt kansen, maar tegelijkertijd ook uitdagingen, bijvoorbeeld
                     voor kwetsbare groepen werkenden. Deze ontwikkelingen zullen de nodige flexibiliteit
                     vergen van burgers, bedrijven, onderwijs en overheden. Voor de huidige én toekomstige
                     werknemers zijn scholing en aanpassingsvermogen cruciaal, zoals het belang van leven
                     lang leren. Veel lidstaten zitten met soortgelijke uitdagingen.
                  
Ik zal in het beleidsdebat, in lijn met mijn brief van 24 mei jl. over de toekomst
                     van de sociale dimensie van de Europese Unie2, aangeven dat ik het gewenst vind dat de Commissie de komende jaren de snelle ontwikkelingen
                     op de arbeidsmarkt (zoals die ten aanzien platformwerk) goed monitort en, daar waar
                     Europees optreden evident toegevoegde waarde heeft en waar dit binnen de in de EU-verdragen
                     opgenomen bevoegdheidsverdeling past, met voorstellen komt. Daarbij zal ik benadrukken
                     dat als Europees optreden wenselijk is, regelgeving niet in alle gevallen de eerste
                     keuze hoeft te zijn. De EU kan de uitwisseling van oplossingen en onderzoeksresultaten
                     tussen lidstaten bevorderen. Tevens zal ik vragen om meer aandacht voor de handhaving
                     van het huidige EU-acquis. Tot slot zal ik de Commissie oproepen toe te zien op de
                     implementatie van recent tot stand gekomen regelgeving en waar nodig, langs de hiervoor
                     geschetste lijnen te komen met vervolgstappen voor het verder tegengaan van oneerlijke
                     concurrentie en voor de adequate bescherming van werknemers.
                  
Ik zal benadrukken dat het van belang is dat aansluiting wordt gezocht bij andere
                  multilaterale gremia, zoals de G20, ILO, OESO en Raad van Europa. Ook in het kader
                  van het realiseren van de duurzame Ontwikkelingsdoelen (Sustainable Development Goals),
                  waaraan de lidstaten van de Verenigde Naties zich hebben gecommitteerd, is de toekomst
                  van werk een belangrijk thema.
               
Indicatie krachtenveld Raad en Europees Parlement
Naar verwachting zullen lidstaten aangeven hoe zij aankijken tegen het huidige sociaal
                  acquis in het licht van de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt.
               
Indieners
- 
              
                  Indiener
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.