Brief regering : Beleidsreactie op het onderzoek ‘Etnische discriminatie op de Nederlandse arbeidsmarkt'
29 544 Arbeidsmarktbeleid
Nr. 961
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 november 2019
In juli is het onderzoek «Etnische discriminatie op de Nederlandse arbeidsmarkt. Verschillen
tussen etnische groepen en de rol van beschikbare informatie over sollicitanten» van
onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam en de Universiteit van Utrecht gepubliceerd1. Het omvangrijke onderzoek toont onomstotelijk discriminatie van mensen met een migratieachtergrond
op de arbeidsmarkt aan. De vaste commissie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft
mij verzocht op het onderzoek te reageren.
Arbeidsmarktdiscriminatie is ontoelaatbaar. Onze samenleving vraagt van mensen om
actief te participeren en om zoveel mogelijk duurzaam deel te nemen aan de arbeidsmarkt.
Dat vragen we van iedereen, ongeacht leeftijd, migratieachtergrond, geslacht, seksuele
gerichtheid of handicap. Daar moeten eerlijke kansen op de arbeidsmarkt tegenover
staan. Een groeiende groep werkgevers in Nederland onderkent de kracht van diversiteit
op de werkvloer en werkt hard aan een inclusieve organisatie. Tegelijkertijd blijkt
uit dit onderzoek wederom dat arbeidsmarktdiscriminatie een hardnekkig probleem is
dat doorlopend inzet vraagt van alle partijen die samen vorm geven aan de arbeidsmarkt,
waaronder de overheid en werkgevers.
Ik zal in deze brief de belangrijkste resultaten van het onderzoek uiteenzetten en
mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid reageren op de aanbevelingen
die de onderzoekers doen.
Belangrijkste resultaten en aanbevelingen van het onderzoek
De onderzoekers hebben in de periode tussen november 2016 en april 2018 fictieve sollicitaties
verzonden, om te meten of er sprake is van etnische discriminatie op de arbeidsmarkt.
Ook werd onderzocht of discriminatie alle etnische groepen in gelijke mate treft en
of het toevoegen van extra persoonlijke informatie discriminatie doet afnemen, zoals
aangenomen in de theorie. Dit is het grootste veldexperiment dat tot dusverre is uitgevoerd
op de Nederlandse arbeidsmarkt.
Het onderzoek toont aan dat discriminatie op basis van etnische herkomst voorkomt.
Gemiddeld genomen hebben sollicitanten met een migratieachtergrond 11 procentpunt
minder kans op een positieve reactie dan autochtone sollicitanten, een significant
verschil. Hierbij geldt dat etnische minderheden niet in gelijke mate worden getroffen
door discriminatie, dit treft sollicitanten met een westerse migratieachtergrond minder
dan sollicitanten met een niet-westerse migratieachtergrond. Sollicitanten met een
Marokkaanse, Turkse en Antilliaanse herkomst worden in sterkere mate gediscrimineerd.
Tenslotte toont het onderzoek aan dat discriminatie niet afneemt naarmate er meer
individuele, persoonlijke informatie wordt toegevoegd aan sollicitatiematerialen.
De onderzoekers bevelen aan dat beleidsmakers zich richten op de handelwijze van werkgevers
in plaats van maatregelen die gericht zijn op het verbeteren van de kwaliteit van
sollicitatiematerialen van etnische minderheden. Als voorbeelden van deze aanpak noemen
zij het ontwikkelen van interventies gericht op het formaliseren van werving- en selectietrajecten,
anoniem solliciteren of het verhogen van de pakkans voor discriminerende bedrijven
door middel van periodieke praktijktesten door de overheid.
Beleidsinzet van het kabinet
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft op 10 oktober jongstleden per
brief gereageerd op het CPB onderzoek «Inkomensongelijkheid naar migratieachtergrond»2. Daarin is uiteengezet welke maatregelen het kabinet inzet om de om de kansenongelijkheid
van mensen met een migratieachtergrond in het onderwijs en op de arbeidsmarkt te verkleinen.
De aanpak van arbeidsmarktdiscriminatie maakt hier deel van uit. Het actieplan arbeidsmarktdiscriminatie
2018–2021 kent drie pijlers: toezicht en handhaving, onderzoek en instrumenten en
kennis en bewustwording. Momenteel werk ik aan een wetsvoorstel «toezicht discriminatievrije
werving en selectie» waarmee de Inspectie SZW bevoegd zal worden om toe te zien op
de werkwijze bij werving en selectie van zowel werkgevers als intermediairs op de
arbeidsmarkt. Werkgevers moeten deze werkwijze op schrift stellen en daarmee structuur
aanbrengen in het werving & selectieproces. Deze werkwijze dient voldoende waarborgen
te bevatten om discriminatie tegen te gaan en daarmee een gelijke behandeling van
sollicitanten te garanderen.
Om aan deze verplichting invulling te kunnen geven is het van belang dat er voldoende
kennis beschikbaar is over goede werving- en selectie methoden. Deze kennis bouw ik
op in een onderzoeksprogramma waarin samengewerkt wordt met TNO en het programma Verdere
Integratie op de Arbeidsmarkt. De opgedane kennis wordt omgezet in handreikingen en
toepasbare instrumenten voor werkgevers. Als voorbeeld noem ik de zelfscan die TNO
in opdracht van de Inspectie SZW heeft ontwikkeld3. TNO zal daarnaast een wetenschappelijk onderzoek naar de effectiviteit van anoniem
solliciteren uitvoeren, om te onderzoeken of dit instrument kan bijdragen aan de kansengelijkheid
van sollicitanten. De Inspectie voert pilots uit om de effectiviteit van mystery guest onderzoek voor het toezicht op arbeidsmarktdiscriminatie te onderzoeken. Deze pilots
zijn onderzoekend en niet handhavend van aard, het doel is uit te vinden waar- en
hoe discriminatie plaats vindt om hier risicogericht toezicht op in te kunnen richten.
Ik onderschrijf dat werkgevers een sleutelrol hebben wanneer het aankomt op het terugdringen
van arbeidsmarktdiscriminatie. Het kan hen ook veel opleveren. Een wervings- en selectiebeleid
dat openstaat voor diversiteit kan bijdragen aan een substantiële verhoging van het
arbeidsaanbod. Ik zet daarom naast bovenstaande maatregelen in op het vergroten va
de bewustwording onder werkgevers over het onderwerp. Veel discriminatie gebeurt op
basis van onbewuste vooroordelen. Dit treft sollicitanten maar ook werkgevers die
zo talent mislopen. Daarom is de campagne Verderkijkers.nl gestart, waarin samengewerkt
wordt met BNR
Nieuwsradio. De campagne benadrukt de kracht van een diverse, inclusieve organisatie.
In 2020 zal de aansluiting worden gezocht bij de campagne «Slim Werkgeven» waarbij
werkgevers ondersteund zullen worden bij het opstellen van een werkwijze door het
delen van handreikingen, instrumenten en goede voorbeelden.
Tot slot
In het actieplan arbeidsmarktdiscriminatie 2018–2021 is een pakket van maatregelen
opgenomen gericht op eerlijkere werving en selectie en het vergroten van de bewustwording
bij werkgevers over arbeidsmarktdiscriminatie en de kracht van diversiteit op de werkvloer.
Deze maatregelen sluiten aan op de aanbevelingen die de onderzoekers doen. Ik geef
met veel overtuiging uitvoering aan dit beleid.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
T. van Ark
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T. van Ark, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid