Brief regering : Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Moldavië inzake wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken (met Bijlage); Chisinau, 19 juni 2006, en de notawisseling houdende een verdrag ter uitbreiding tot Aruba, Curaçao en Sint Maarten van het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Moldavië; Chisinau, 29 augustus 2019
35 343 (R2140) Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Moldavië inzake wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken (met Bijlage); Chisinau, 19 juni 2006, en de notawisseling houdende een verdrag ter uitbreiding tot Aruba, Curaçao en Sint Maarten van het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Moldavië; Chisinau, 29 augustus 2019
A/ nr. 1
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op
22 november 2019.
De wens dat het verdrag aan de uitdrukkelijke goedkeuring van de Staten-Generaal wordt
onderworpen kan door of namens een van de Kamers of door ten minste vijftien leden
van de Eerste Kamer dan wel dertig leden van de Tweede Kamer of door de Gevolmachtigde
Ministers van Aruba, Curaçao of Sint Maarten te kennen worden gegeven uiterlijk op
22 december 2019.
Aan de voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 november 2019
Overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, eerste en derde lid, en artikel 5, eerste
en tweede lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, de Raad van
State van het Koninkrijk gehoord, heb ik de eer u hierbij ter stilzwijgende goedkeuring
over te leggen het op 19 juni 2006 te Chisinau tot stand gekomen Verdrag tussen het
Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Moldavië inzake wederzijdse administratieve
bijstand in douanezaken (met Bijlage) (Trb. 2006, nr. 199), en de op 29 augustus 2019 te Chisinau tot stand gekomen notawisseling houdende
een verdrag ter uitbreiding tot Aruba, Curaçao en Sint Maarten van het Verdrag tussen
het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Moldavië (Trb. 2019, nr. 141 en Trb. 2019, nr. 167).
Een toelichtende nota bij dit verdrag en deze notawisseling treft u eveneens hierbij
aan.
De goedkeuring wordt voor Aruba, Curaçao en van Sint Maarten gevraagd.
Aan de Gouverneurs van Aruba, Curaçao en van Sint Maarten is verzocht hogergenoemde
stukken op 22 november 2019 over te leggen aan de Staten van Aruba, Curaçao en van
Sint Maarten.
De Gevolmachtigde Ministers van Aruba, Curaçao en van Sint Maarten zijn van deze overlegging
in kennis gesteld.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok
TOELICHTENDE NOTA
1. Algemeen
Op 19 juni 2006 is te Chisinau tot stand gekomen het Verdrag tussen het Koninkrijk
der Nederlanden en de Republiek Moldavië inzake wederzijdse administratieve bijstand
in douanezaken (met Bijlage) (Trb. 2006, nr. 199; hierna: «het Verdrag»). Het Verdrag is op 1 april 2007 in de relatie tussen Europees
Nederland en Moldavië in werking getreden (zie Trb. 2009, nr. 153). Het Verdrag is op 10 oktober 2010 van toepassing geworden op Caribisch Nederland
(Bonaire, Sint Eustatius en Saba) (Trb. 2011, nr. 221).
Het Verdrag werd indertijd alleen voor (Europees) Nederland goedgekeurd (zie Kamerstukken
I/II 2006/07, 30 905, nr. 1 en A). De goedkeuring van het Verdrag voor Caribisch Nederland is in het kader van de
ontmanteling van de Nederlandse Antillen tegelijk met de goedkeuring van vele andere
verdragen voor dat deel van het Koninkrijk aan het parlement voorgelegd (zie Kamerstukken
I/II 2009/10, 32 047, nr. 1 en A, p. 3). Thans wordt de goedkeuring gevraagd voor Aruba, Curaçao en Sint Maarten van
zowel het Verdrag van 2006 als van de op 29 augustus 2019 te Chisinau tot stand gekomen
notawisseling houdende een uitbreidingsverdrag (Trb. 2019, nr. 141).
Het Verdrag strekt tot het wederzijds verlenen van administratieve (bestuurlijke)
bijstand:
– ter verzekering van de juiste naleving van de wettelijke bepalingen en voorschriften
inzake de in-, uit-, en doorvoer van goederen;
– ter voorkoming, opsporing en bestrijding van inbreuken op de hiervoor bedoelde bepalingen
en voorschriften.
Het Verdrag regelt nauwkeurig hoever de samenwerking strekt en beperkt zich daarbij
tot maatregelen die voor een doeltreffende samenwerking noodzakelijk zijn. Het ziet
alleen op de administratieve samenwerking en bestrijkt niet het terrein van de tussen
de gerechtelijke autoriteiten te verlenen internationale rechtshulp in strafzaken.
Uitbreiding van het Verdrag met Moldavië is wat betreft Aruba, Curaçao en Sint Maarten
een voortzetting van de beleidslijn om meer met andere douaneadministraties te gaan
samenwerken. Partijen hebben er belang bij dat het toezicht op de naleving van de
douanewetgeving zo effectief mogelijk geschiedt. Dit geldt evenzeer voor de voorkoming,
opsporing en bestrijding van inbreuken op hun douanewetgeving.
Deze uitbreiding is conform artikel 21, tweede en derde lid, van het Verdrag, geëffectueerd
door de bovengenoemde notawisseling terzake tussen het Koninkrijk der Nederlanden
en Moldavië, die een verdrag in de zin van de Grondwet vormt.
In de notawisseling van 29 augustus 2019 zijn de wijzigingen van het Verdrag vervat,
die in de verdragsrelatie tussen Moldavië en Aruba, Curaçao en Sint Maarten zullen
gelden. Deze wijzigingen zijn overigens van ondergeschikte aard.
2. Puntsgewijze toelichting op het uitbreidingsverdrag
– De term «douaneadministratie» heeft in het Verdrag een gekwalificeerde betekenis.
Voor wat betreft Aruba, Curaçao en Sint Maarten wordt verwezen naar de centrale bevoegde
autoriteiten. Dit is aldus geformuleerd, omdat de bevoegdheden met betrekking tot
de implementatie van de douanewetgeving, met inbegrip van de heffing en inning van
douanerechten (waaronder ook de omzetbelasting valt), aan verschillende organisatieonderdelen
toekomen.
– Niet alle bilaterale en multilaterale rechtshulpverdragen zoals bedoeld in het vierde
lid van artikel 2 van het Verdrag zijn eveneens van toepassing op Aruba, Curaçao en
Sint Maarten; daarom wordt hier de uitbreiding van het Verdrag beperkt tot de verdragen
die van toepassing zijn verklaard op respectievelijk Aruba, Curaçao en Sint Maarten.
– In artikel 17 en de Bijlage bij het Verdrag worden regels gegeven voor de bescherming
van persoonsgegevens, waardoor de in het Verdrag bedoelde beginselen met betrekking
tot de bescherming van persoonsgegevens worden gewaarborgd. Hoofdstuk 3 van de Rijkswet
administratieve bijstand douane waarborgt die bescherming op Aruba, Curaçao en Sint
Maarten, zolang er geen geldende Landsverordeningen zijn die dit onderwerp regelen.
Voor Aruba geldt de Landsverordening persoonsregistratie (A.B. 2011, nr. 37); voor
Curaçao (A.B. 2010, nr. 84) en Sint Maarten (A.B. 2010, GT, nr. 2) is er de Landsverordening
bescherming persoonsgegevens.
3. Een ieder verbindende bepalingen
Naar het oordeel van de regering bevatten drie artikelen van het Verdrag eenieder
verbindende bepalingen in de zin van de artikelen 93 en 94 van de Grondwet, die aan
de burger rechtstreeks rechten toekennen of plichten opleggen. Het betreft, ten eerste,
artikel 2, vijfde lid, dat bepaalt dat door personen geen recht aan het Verdrag kan
worden ontleend om informatie-uitwisseling te beletten, ten tweede, bepaling 6 van
de Bijlage bij het Verdrag, inzake de aansprakelijkheid van de douaneadministratie
jegens de natuurlijke persoon waarover die administratie persoonsgegevens ontvangen
heeft, en, ten derde, bepaling 5 van de Bijlage bij het Verdrag, inzake het recht
van de betrokken natuurlijke persoon om op verzoek te worden ingelicht over de over
hem aanwezige persoonsgegevens en over het beoogde gebruik ervan. Het onderhavige
uitbreidingsverdrag bevat naar het oordeel van de regering geen eenieder verbindende
bepalingen.
4. Koninkrijkspositie
De gelding van het Verdrag van 2006 zal worden uitgebreid tot Aruba, Curaçao en Sint
Maarten met inachtneming van de wijzigingen, vervat in de notawisseling met Moldavië,
die een verdrag ten behoeve van Aruba, Curaçao en Sint Maarten vormt.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.