Brief regering : Drie onderzoeken op het gebied van luchtvaart
31 936 Luchtvaartbeleid
Nr. 701
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 november 2019
Hierbij zend ik u drie studies op het gebied van luchtvaart die zijn uitgevoerd in
opdracht van mijn departement. Het gaat ten eerste om twee studies naar de economische
betekenis van luchtvracht op Schiphol en ten tweede om een vervolgmeting van het draagvlakonderzoek
Luchtvaart in Nederland.
Twee onderzoeken over luchtvracht
In recente onderzoeken naar de welvaartsbijdragen van verschillende vervoerssegmenten
op Schiphol gaat het vooral over het passagiersvervoer. Naast passagiers worden er
van en naar onze nationale luchthaven ook vele tonnen vracht vervoerd, zowel in vliegtuigen
als in vrachtwagens («trucking»). Om ook inzicht te krijgen in de economische betekenis
van het segment luchtvracht op Schiphol en daaraan gerelateerde activiteiten, heb
ik twee onderzoeken laten uitvoeren. Deze onderzoeken bied ik u bij deze brief aan.
Het betreft de rapporten:
– «Economische betekenis luchtvracht Schiphol» van Decisio (juli 2019)1.
– «Welvaartsbijdrage van vrachtvluchten op Schiphol» van SEO (oktober 2019)2.
Economische betekenis luchtvracht Schiphol (Decisio)
In dit onderzoek is berekend wat de economische bijdrage op dit moment is van luchtvracht
op Schiphol in termen van werkgelegenheid en toegevoegde waarde.
De totale werkgelegenheid in relatie tot de luchtvrachtactiviteiten op Schiphol (directe
bijdrage) en de toeleveranciers van die activiteiten in de omgeving van Schiphol (indirecte
achterwaartse bijdrage) bedraagt zo’n 30.000 werkzame personen. De toegevoegde waarde
komt uit op 2,7 miljard euro. Daarmee is de luchtvrachtsector goed voor circa 25%
van de totale economische bijdrage van het gehele luchthavenproduct Schiphol. In deze
cijfers is de bijdrage aan het vestigingsklimaat (indirecte voorwaartse bijdrage)
niet meegenomen, omdat deze lastig te isoleren is van andere factoren en daardoor
moeilijk te kwantificeren.
Welvaartsbijdrage van vrachtvluchten op Schiphol (SEO)
Dit onderzoek richt zich op de welvaartsbijdrage voor de BV Nederland van de vluchten op Schiphol die uitsluitend vracht vervoeren
(«full freightervluchten» of «vrachtvluchten»). Deze bijdrage is volgens SEO maximaal
€ 480 miljoen en is geschat door de kosten voor de BV Nederland te berekenen die er
zouden zijn in de hypothetische situatie dat alle vrachtvluchten op Schiphol weg zouden
vallen. Zonder de vrachtvluchten op Schiphol zou de luchtvracht van en naar Nederland
met maximaal 15% dalen. Dit komt neer op een afname van bijna 280.000 ton vracht.
Die € 480 miljoen voor alle vrachtvluchten is relatief laag in vergelijking tot de
welvaartsbijdragen van passagierssegmenten op Schiphol die SEO in ander onderzoek
op een soortgelijke wijze heeft geschat, maar wordt gegenereerd door een aanzienlijk
kleiner aantal vluchten. De gemiddelde welvaartsbijdrage per vrachtvlucht blijkt daarom
groter te zijn dan de gemiddelde bijdrage per passagiersvlucht. Dat Schiphol een aantrekkelijke
vrachtluchthaven is komt mede door de combinatie van vrachtvluchten op specifieke
routes en passagiersvluchten, waarbij vracht onderin het ruim (in de «belly») naar
vele intercontinentale bestemmingen vervoerd wordt. Een goede balans tussen die segmenten
is volgens SEO dus cruciaal.
Voor meer resultaten van beide studies en nadere uitleg daarover verwijs ik naar de
rapporten en de samenvattingen daarin.
Uit de vrachtonderzoeken blijkt dat luchtvracht relatief veel bijdraagt aan de Nederlandse
economie en welvaart. Tegelijkertijd constateer ik dat het aantal vrachtvluchten in
2018 en 2019 daalt (met 10% respectievelijk 13% t/m september) en dat er vrachtvluchten
uitwijken naar andere luchthavens zoals Brussel en Luik. Dit is mede een gevolg van
de huidige schaarste aan slots op Schiphol. Ik onderken dat zowel het vracht- als
het passagierssegment belangrijk zijn voor de bijdrage van Schiphol aan de Nederlandse
welvaart. Daarom onderzoek ik met sectorpartijen alle mogelijkheden hoe binnen de
kaders van de EU slotverordening de schaarse capaciteit optimaal kan worden benut.
Deze overwegingen zijn onderdeel van de luchtvaartnota. Daarnaast onderzoekt Schiphol
op dit moment of het mogelijk is om binnen de bestaande wettelijke kaders ruimte voor
vrachtvluchten te creëren.
Draagvlakonderzoek Luchtvaart in Nederland
Net als in 2018 heeft Motivaction in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur
en Waterstaat een representatief onderzoek gedaan onder het Nederlandse publiek. In
het onderzoek peilt Motivaction het draagvlak voor luchtvaart en mogelijke maatregelen
voor beleid, de prioriteiten en waarden bij luchtvaart, het vlieggedrag en de hinderbeleving.
De uitkomsten van dit onderzoek gebruik ik voor de ontwerp Luchtvaartnota. Motivaction
vergelijkt in dit onderzoek de resultaten van dit jaar met die van 2018. Het rapport
«Luchtvaart in Nederland. Draagvlakonderzoek onder het Nederlands publiek, vervolgmeting
2019» bied ik u bij deze brief aan3.
Het draagvlak voor luchtvaart en de belangen die Nederlanders prioriteit geven zijn
niet veranderd. Net als in 2018 is een ruime meerderheid positief over de luchtvaart
in Nederland. Ook zijn de meningen nog steeds verdeeld over de vraag in hoeverre de
luchtvaart (verder) mag groeien. Het draagvlak voor beleidsopties ter verduurzaming
van luchtvaart is groot en neemt op punten iets toe. Zoals voor het ontwikkelen van
stillere en schonere vliegtuigen en het duurder maken van aankomst of vertrek van
vervuilende of lawaaiige vliegtuigen. De bereidheid bij vliegreizigers om zelf ook
daadwerkelijk minder of minder ver te gaan vliegen, is iets gedaald.
Overig economisch onderzoek
Op dit moment worden er nog drie economische onderzoeken in opdracht van mijn departement
uitgevoerd. Deze zijn in een afrondende fase. Het betreft een actualisatieonderzoek
naar de totale economische bijdrage van Schiphol, een onderzoek naar het maatschappelijke
belang van het Schiphol-netwerk en de versie voor 2019 van de jaarlijkse monitor netwerkkwaliteit
en staatsgaranties. Ook deze rapporten zal ik u binnenkort sturen.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat