Brief regering : Begrotingsraad 15 november
21 501-03 Begrotingsraad
Nr. 133 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 november 2019
Op 15 november aanstaande vindt de Begrotingsraad (Ecofin) plaats. Tijdens de Begrotingsraad
onderhandelen de Raad en het Europees Parlement (EP) over een akkoord voor de Europese
begroting voor 2020. Nederland wordt bij deze Raad vertegenwoordigd door de Permanent
Vertegenwoordiger van Nederland bij de Europese Unie in Brussel. De Begrotingsraad
beëindigt de zogenoemde conciliatieperiode, waarbinnen de Raad en het EP overeenstemming
moeten bereiken over de Europese begroting voor 2020. In deze brief informeer ik u
over de Nederlandse inzet voor de Begrotingsraad. Deze brief vervangt daarmee de geannoteerde
agenda voor deze Raad. Ook informeer ik u over het voorgestelde amendement (amending letter 1; AL1) op het begrotingsvoorstel, dat de Europese Commissie op 15 oktober 2019 presenteerde.
Dit amendement zal betrokken worden bij de besluitvorming over de EU-begroting van
2020.
Europese begroting 2020
Posities en proces
Op 5 juni jongstleden presenteerde de Europese Commissie het voorstel voor de Europese
begroting voor 2020.1 Net als in de begrotingen van de afgelopen jaren, geeft de Europese Commissie in
2020 prioriteit aan het stimuleren van Europese economische groei en werkgelegenheid
en aan migratie en veiligheid. Het voorstel voor de Europese begroting voor 2020 is
gebaseerd op de aanname dat het Verenigd Koninkrijk meebetaalt aan de begroting. De
Raad bereikte op 10 juli jongstleden een akkoord over het Commissievoorstel; op 23 oktober
jongstleden stelde ook het EP een positie vast.2 Daarmee zijn de uitgangsposities voor de begrotingsonderhandelingen bepaald. Deze
zijn weergegeven in onderstaande tabel.
Posities begroting 2020 (miljoenen euro; Vastl. = vastlegging; Bet. = betaling)
Commissie (incl. AL1)
Raad
Europees Parlement
Vastl.
Betal.
Vastl.
Betal.
Vastl.
Betal.
1a Concurrentiekracht
24,7
22,1
24,0
22,0
26,3
24,0
1b Cohesie
58,6
50,0
58,5
50,0
59,0
53,2
2 Landbouw
59,9
58,0
59,8
57,8
60,3
58,2
3 Veiligheid
3,7
3,7
3,6
3,7
3,9
3,8
4 Extern beleid
10,3
9,0
10,1
8,9
10,6
9,1
5 Administratie
10,3
10,3
10,3
10,3
10,4
10,4
(A) Totaal categorieën
167,7
153,1
166,2
152,7
170,4
158,7
(B) Speciale instrumenten binnen categorieën
0,7
0,8
0,4
0,6
0,3
0,9
(C) Overige speciale instrumenten buiten categorieën1
0,6
0,5
0,6
0,4
0,6
0,4
(D) Totaal exclusief speciale instrumenten (A–B)
167,0
165,8
170,1
(E) Totaal inclusief speciale instrumenten (A+C)
168,3
153,6
166,8
153,1
171,0
159,1
Marge vastleggingen (F–D)2
1,8
3,0
– 1,3
Marge betalingen (F–E)2
18,8
19,3
13,3
(F) MFK-plafond
168,8
172,4
168,8
172,4
168,8
172,4
X Noot
1
Betreft hier: Noodhulpreserve, Solidariteitsfonds en Globaliseringsfonds. Andere speciale
instrumenten, zoals het flexibiliteitsinstrument, worden gebruikt om extra middelen
toe te voegen aan een specifieke categorie. Deze instrumenten zijn daarom al meegenomen
in het totaal van de categorie.
X Noot
2
Op basis van de Nederlandse definitie dat speciale instrumenten binnen de categorieën
niet worden meegerekend onder het vastleggingenplafond, maar wel onder het betalingenplafond.
Nederlandse inzet
Het kabinet zet zich in voor een moderne EU-begroting, die meer gericht is op onderzoek
en innovatie, klimaat en duurzaamheid en migratie en veiligheid. Dit zijn de uitgangspunten
bij het verkennen en beoordelen van mogelijke compromissen tijdens de Begrotingsraad.
Daarnaast zet het kabinet zich in voor een prudente begroting. In de onderhandelingen
over de Raadspositie heeft Nederland zich dan ook met succes ingezet voor voldoende
budgettaire marges onder de plafonds, om effectief te kunnen reageren op onvoorziene
omstandigheden. De marge onder het vastleggingenplafond bedraagt in de Raadspositie
circa 3 miljard euro. De marge onder het betalingenplafond bedraagt in de Raadspositie
ruim 19 miljard euro. De raming van de Nederlandse afdrachten, die normaliter gebaseerd
is op het betalingenplafond, is hierop in de begroting van Buitenlandse Zaken voor
2020 met 810 miljoen euro neerwaarts bijgesteld.6
Tijdens de onderhandelingen in de Begrotingsraad streeft Nederland naar behoud van
de Raadspositie. Voorts zal Nederland zich blijven inzetten voor de benoemde Nederlandse
prioriteiten. Nederland werkt zoals gewoonlijk samen met de gelijkgestemde lidstaten
om de gezamenlijk inzet op een prudente en moderne begroting te realiseren.
Amendement begrotingsvoorstel (amending letter 1, AL1)
In oktober presenteerde de Europese Commissie AL1 als amendement bij het voorstel
voor de Europese begroting voor 2020.7 AL1 wordt betrokken bij de begrotingsonderhandelingen tussen de Raad en het EP. In
AL1 actualiseert de Europese Commissie de ramingen voor de landbouwinkomsten en -uitgaven,
past de Europese Commissie de budgettaire implicaties van verschillende recente akkoorden
en nieuwe initiatieven in en verwerkt de Europese Commissie wijzigingen en technische
correcties in de personeelsbestanden van enkele Europese agentschappen en instellingen.
In AL1 stelt de Europese Commissie de vastleggingen opwaarts bij met in totaal 16 miljoen
euro en de betalingen neerwaarts met 5 miljoen euro.
Op basis van de meest actuele gegevens uit de landbouwsector stelt de Europese Commissie
voor om de landbouwuitgaven (begrotingscategorie 2) in 2020 per saldo met 50 miljoen
euro te verlagen ten opzichte van het oorspronkelijke begrotingsvoorstel voor 2020.
De neerwaartse bijstelling betreft zowel vastleggingen als betalingen. Onderliggend
gaat het om enerzijds een toename van de uitgaven met 304 miljoen euro en een toename
van de ontvangsten (assigned revenue) met 354 miljoen euro. Het kabinet kan instemmen met deze wijzigingen.
Voorts presenteerde de Europese Commissie recent enkele initiatieven in voorbereiding
op een uittreding van Verenigd Koninkrijk zonder uittredingsakkoord – een no-deal Brexit. Het betreft onder andere de aanpassingen van het Europees Globaliseringsfonds
(EGF) en van het Europees Solidariteitsronds (EUSF) en maatregelen voor de Europese
begroting 2020. Alleen de aanpassing van het EUSF behoeft een begrotingsaanpassing.
De Europese Commissie neemt deze aanpassing op in AL1. De aanpassing betreft het verhogen
van de reserve voor het EUSF met 50 miljoen euro in vastleggingen en betalingen. Zoals
beschreven in de kabinetsappreciatie van deze voorstellen, steunt het kabinet deze
voorstellen vanuit het perspectief van goede voorbereidingen op een no-deal Brexit.8 Het kabinet wil echter niet vooruitlopen op de uitkomst van de onderhandelingen in
de Raad over het EUSF en ziet daarom op dit moment geen noodzaak voor verhoging van
de reserve voor het EUSF in de Europese begroting voor 2020.
Verder stelt de Commissie een verhoging van het budget voor (3 miljoen euro in vastleggingen
en betalingen) voor de verbouwing van de kantoren van de Europese Dienst voor Extern
Optreden (EDEO) in Brussel. De kosten voor beveiliging zijn hoger dan geraamd, aldus
de EDEO. Het kabinet is kritisch over de hogere kosten en is van mening dat deze kosten
gefinancierd moeten worden door middel van herschikking binnen de begroting van EDEO.
De Europese Commissie stelt ook een budgettair neutrale overschrijving (afkomstig
uit de reserve) voor met betrekking tot de visserijovereenkomsten met een aantal derde
landen. Nederland kan deze voorstellen steunen.
Daarnaast wordt de begroting van het Europees Parlement verhoogd met 13 miljoen euro
in vastleggingen en betalingen voor additioneel personeel. Nederland is kritisch over
deze wijziging. Tot slot voert de Europese Commissie twee technische correcties door
in de begroting, betreffende het Innovation Fund en EU-Lisa. Deze technische aanpassingen hebben geen invloed op de benodigde middelen
voor dit fonds en dit agentschap.
Proces en conclusie
Het kabinet hoopt tijdens de Begrotingsraad tot een akkoord te kunnen komen met het
EP over de EU-begroting 2020, maar houdt er rekening mee dat de posities op dit moment
nog ver uiteen liggen. Mocht er geen akkoord bereikt worden, dan moet de Europese
Commissie een aangepast begrotingsvoorstel presenteren om een compromis mogelijk te
maken. Uw Kamer ontvangt een verslag over de uitkomsten van de Begrotingsraad.
De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.