Brief regering : IJzeren voorraad geneesmiddelen
29 477 Geneesmiddelenbeleid
Nr. 622
                   BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 november 2019
Geneesmiddelentekorten zijn nog altijd een hardnekkig probleem waar patiënten en ketenpartijen
                     hinder van ondervinden. In de werkgroep Geneesmiddelen-tekorten hebben alle partijen
                     (fabrikanten, groothandels, apothekers, zorg-verzekeraars, zorgverleners, patiënten
                     en overheidspartijen) afspraken gemaakt. Doel van deze afspraken is om mogelijke geneesmiddelentekorten
                     in een zo vroeg mogelijk stadium te signaleren en te melden, zodat zo snel mogelijk
                     een oplossing gevonden kan worden voor de patiënt. Ondanks de inzet van vele partijen
                     zien we helaas – net als in andere landen in Europa – dat de tekorten niet afnemen
                     maar eerder toenemen in omvang. Daarom moet gezocht worden naar verdere oplossingen.
                  
Eerder heb ik toegezegd1 om u te informeren over het vergroten van de voorraden van geneesmiddelen om de geneesmiddelentekorten
                     in Nederland te verminderen. Vanuit de werkgroep Geneesmiddelentekorten is een tweetal
                     scenario’s voorgesteld om de voorraden van geneesmiddelen in Nederland te vergroten.
                  
Voorstel 1: 4 maanden ijzeren voorraad bij de firma, 1 maand ijzeren voorraad bij de groothandel,
                     2–3 weken werkvoorraad bij de apotheek.
                  
Voorstel 2: 3 maanden ijzeren voorraad bij de firma, 2 maanden ijzeren voorraad bij de groothandel,
                     2–3 weken werkvoorraad bij de apotheek.
                  
Onder ijzeren voorraad wordt verstaan, een verplicht minimaal voorraadniveau dat altijd
                  aanwezig moet zijn en steeds weer aangevuld dient te worden, op basis van onderlinge
                  afspraken, richtlijnen en/of wetgeving. Een werkvoorraad heeft een wisselend voorraadniveau
                  zonder externe verplichting.
               
Aan Gupta Strategists heb ik de opdracht gegeven om een onderzoek uit te voeren naar
                     de mogelijkheden en de gevolgen van het vergroten van de voorraden van geneesmiddelen.
                     Tijdens het onderzoek zijn overigens ook alternatieve scenario’s naar voren gekomen
                     die in het rapport zijn opgenomen. Het eindrapport, dat onlangs is verschenen stuur
                     ik u bij deze brief ter informatie toe2. De werkgroep Geneesmiddelentekorten zal het onderzoeksrapport tegelijkertijd met
                     u ontvangen. Helaas is het eerdere conceptrapport, dat eind augustus in vertrouwen
                     is besproken met de geïnterviewde leden van de werkgroep Geneesmiddelen-tekorten reeds
                     gedeeld met de media. Dit betreur ik ten zeerste. Om het probleem van de geneesmiddelentekorten
                     te pareren is het van belang dat partijen op basis van wederzijds vertrouwen goed
                     met elkaar samenwerken. Desondanks constateer ik dat alle partijen zich hebben ingespannen
                     om relevante informatie op tafel te krijgen voor het Gupta Strategists-onderzoek en
                     dat een aantal partijen3 de handen ineen heeft geslagen en ook met voorstellen zijn gekomen. Later in deze
                     brief kom ik daarop terug.
                  
In deze brief volgt eerst een korte feitelijke beschrijving van het onderzoeks-rapport.
                     Daarna geef ik u mijn reactie op het rapport en de koers die ik wil gaan varen ten
                     aanzien van het vergroten van de voorraden. Vervolgens ga ik in op de Europese samenwerking
                     en aanvullende flankerende maatregelen die nodig zijn om dit vorm te geven. Tot slot
                     volgt een overzicht van de voorgestelde maatregelen.
                  
Korte inhoud van het rapport: onderzoek naar de gevolgen van het vergroten van de
                     voorraden van geneesmiddelen, Gupta Strategists, september 2019.
Het onderzoek van Gupta Strategists is niet gericht op de oorzaken van geneesmiddelentekorten.
                     De scope van dit onderzoek beperkt zich tot de mogelijkheden en de effecten, zowel
                     positief als negatief, van het hanteren van een zogenaamde «ijzeren voorraad» in Nederland.
                     Een ijzeren voorraad is geen oplossing voor de oorzaak van een tekort maar kan de
                     gevolgen van een tijdelijk tekort voor de patiënt en andere stakeholders wel verminderen.
                  
De (tijdelijke) tekorten (ook leveringsonderbrekingen genoemd) leiden tot nadelige
                     consequenties in de hele keten: hinder en mogelijke schade voor de patiënt, maar ook
                     financiële consequenties, die met name worden gevoeld door apotheken. De totale kosten
                     van geneesmiddelentekorten worden geschat op € 60–135 miljoen per jaar (€ 45–105 miljoen
                     tijdsinvestering voor het oplossen van tekorten en de gevolgen daarvan en € 15–30
                     miljoen aan meerkosten voor het inzetten van alternatieve maar duurdere geneesmiddelen).
                  
In het rapport wordt beschreven dat de huidige voorraden in de keten zijn teruggelopen
                     ten opzichte van enige tijd geleden. Zowel de voorraad bij de apotheek als in de groothandels
                     zijn teruggelopen. Een ontwikkeling als «central filling» waarbij herhaalrecepten
                     direct vanuit de groothandel worden geleverd in plaats van uit de apotheek heeft geleid
                     tot minder voorraad bij de apotheek, maar er heeft geen toename van de voorraad plaatsgevonden
                     bij de groothandel.
                  
Ook «just-in-time delivery» leidt tot krimpen van de voorraden.
Een analyse van meerdere bronnen laat zien dat ongeveer 85% van de tijdelijke tekorten
                     overbrugd kan worden als er 5 maanden ijzeren voorraad in de keten zou liggen. Dit
                     op basis van historische data over de duur van tijdelijke tekorten, uitgaande van
                     ongewijzigde marktdynamiek en ongewijzigd gedrag van veld-partijen.
                  
Gupta Strategists heeft een schatting gemaakt van de totale kosten van het aanhouden
                     van een ijzeren voorraad. Deze kosten zijn afhankelijk van drie drivers: het aantal maanden voorraad, het soort geneesmiddelen (multi- of single-source4 middelen) en de plek in de keten waar deze voorraad is opgeslagen. De kosten voor
                     het aanhouden van een ijzeren voorraad voor single-source middelen zijn hoger (ongeveer
                     € 11–35 miljoen per maand aan voorraad) dan voor multi-source geneesmiddelen (ongeveer
                     € 6–8 miljoen per maand aan voorraad). Het verschil wordt met name verklaard door
                     kapitaallasten, die bij single-source geneesmiddelen hoger zijn dan bij multi-source
                     middelen. Dit effect speelt al bij de leverancier maar wordt verderop in de keten,
                     bij de groothandel, versterkt. Hoe verder in de keten van leverancier – groothandel
                     – apotheek, des te hoger zijn de opslagkosten. De totale kosten bestaan, naast kapitaallasten,
                     uit opslagkosten (o.a. warehouse, personeel, transport), spillagekosten5 en verzekeringskosten.
                  
Voor het realiseren van een ijzeren voorraad is het noodzakelijk dat er keuzes worden
                     gemaakt voor de omvang van de voorraad, waar die voorraad wordt aangehouden en voor
                     welke geneesmiddelen. Ook moet er een keuze gemaakt worden voor de wijze van financiering
                     van de ijzeren voorraad. Het vergroten van de voorraad is ook niet iets wat in korte
                     tijd gerealiseerd kan worden. Daarom worden in het Gupta Strategists rapport verschillende
                     vormen van fasering bekeken. Bijvoorbeeld beginnend met een subset van geneesmiddelen.
                  
Volgens Gupta lijkt decentrale monitoring met handhaving onder het principe van «comply
                     or explain» de meest wenselijke vorm. Los van de implementatie van de ijzeren voorraad
                     is er een verdieping op het onderwerp geneesmiddelentekorten nodig, waaronder de bredere
                     context van tekortenproblematiek, onderzoeken van aanvullende oplossingen van tekortenproblematiek
                     en het minimaliseren van spillage in relatie tot eisen met betrekking houdbaarheid
                     bij doorverkopen in de keten.
                  
Reactie op het rapport en koersbepaling
IJzeren voorraad biedt oplossing
Het rapport toont aan dat de eerdere aanname van de werkgroep Genees-middelentekorten,
                  dat het vergroten van de voorraden tot een ijzeren voorraad van 4 tot 5 maanden voordelen
                  biedt voor het verlichten van de kortdurende geneesmiddelentekorten, gestaafd kan
                  worden. Ik acht het dan ook zinvol om een ijzeren voorraad te gaan instellen van 5
                  maanden. Daarmee zal naar verwachting gemiddeld 85% van de kortdurende tekorten worden
                  opgevangen, zodat de patiënt aan de balie van de apotheek niet met lege handen komt
                  te staan. Voorwaarde is natuurlijk wel dat na een leveringsonderbreking de voorraad
                  weer wordt aangevuld.
               
Het voorkeursscenario
Uit het onderzoek kwam geen duidelijke voorkeur naar voren voor één van de onderzochte
                     scenario’s. Voor alle partijen kleven er voor- en nadelen aan de verschillende scenario’s.
                     De keuze voor een verdeling van een ijzeren voorraad over de keten is afhankelijk
                     van een reeks van overwegingen: de kosten die ermee gemoeid zijn, de verantwoordelijkheden
                     van partijen zoals die nu al in de wet staan, de mogelijkheden tot monitoring en handhaving
                     en de verdeling van marktmacht tussen spelers in de keten.
                  
Vooralsnog heb ik een voorkeur voor het scenario 2 (3 maanden ijzeren voorraad bij
                     de firma + 2 maanden ijzeren voorraad bij de groothandel + 2–3 weken werkvoorraad
                     bij de apotheek). Daarbij heeft de volgende afweging van de verschillende factoren
                     plaatsgevonden. In dit scenario is de ijzeren voorraad gelijkmatiger verdeeld tussen
                     de verschillende partijen waardoor een evenwichtiger speelveld ontstaat. Daarnaast
                     geldt in principe hoe eerder in de keten de voorraad bewaard wordt (leveranciers),
                     des te goedkoper het is. Monitoring is echter weer makkelijker op het niveau van de
                     groothandel. In het Gupta Strategists-rapport wordt gesuggereerd om voor single-source
                     geneesmiddelen (veelal patent beschermde middelen) de voorraad bij de firma te leggen
                     en voor multi-source geneesmiddelen (generieke middelen) de voorraad bij de groothandel
                     te leggen. Deze suggestie neem ik niet over omdat in de praktijk de grens tussen multi-source
                     of single-source geneesmiddelen niet zwart-wit is. Daarnaast streef ik naar één uitgangspunt
                     zodat helder is welke eisen aan alle spelers gesteld worden en waarop gehandhaafd
                     kan worden. Ik heb de ambitie dat de voorraadverplichting voor alle geneesmiddelen
                     geldt. Vanzelfsprekend moeten we de details van dit scenario nader uitwerken in samenwerking
                     met de leden van de werkgroep Geneesmiddelentekorten. Verderop in deze brief kom ik
                     daarop terug.
                  
Fasering van het aanleggen van voorraden
Bij de opbouw van de ijzeren voorraad voor alle geneesmiddelen moet de kanttekening
                  worden geplaatst, dat dit niet te realiseren is op korte termijn. Het Gupta Strategists
                  rapport geeft aan dat dit zeker anderhalf tot twee jaar in beslag zal nemen. Sommige
                  geneesmiddelen worden namelijk maar één keer per (half)jaar geproduceerd. Bovendien
                  is de wereldwijde productiecapaciteit van geneesmiddelen beperkt en is Nederland niet
                  het enige land dat de voorraad wil verhogen. De «lead-times» voor bestelling van voorraden
                  (de tijd die er daad-werkelijk zit tussen bestelling en levering) bedraagt soms al
                  6–8 maanden. Daarom zal de ijzeren voorraad gefaseerd worden aangelegd. Veldpartijen
                  (verschillende koepels van leveranciers en groothandels) hebben gezamenlijk voorstellen
                  gedaan hoe dit opgebouwd kan worden en dat al gestart kan worden in het eerste kwartaal
                  van 2020. Ik vind dit constructief en zal in de uitwerking samen met deze partijen
                  de fasering vormgeven. In aansluiting bij het huidige stelsel vind ik het ook logisch
                  om het implementeren van de ijzeren voorraad vooral door de veldpartijen te laten
                  uitvoeren.
               
Bekostiging ijzeren voorraad
Het aanleggen en aanhouden van een ijzeren voorraad brengt uiteraard kosten met zich
                     mee. Op basis van het rapport van Gupta Strategists bedragen de kosten van een voorraadverhoging
                     naar vijf maanden voor firma’s en groothandels rond de € 100 miljoen per jaar (inclusief
                     btw, in het rapport is € 90 miljoen tot € 100 miljoen exclusief btw aangegeven). Er
                     zijn echter ook opbrengsten: het niet meer gebruiken van duurdere substituten van
                     rond de € 20 miljoen per jaar (in het rapport is € 13 miljoen – € 26 miljoen exclusief
                     btw aangegeven) en minder capaciteitskosten bij groothandels en met name apothekers
                     voor het oplossen van tekorten (per jaar tussen de € 35 miljoen en 65 miljoen exclusief
                     btw). De besparing bij apothekers is waarschijnlijk niet helemaal te zien als opbrengsten,
                     gegeven het feit dat vrijgevallen tijd wordt opgevuld met andere gewenste taken.
                  
De kosten voor het aanhouden van voorraden zal waarschijnlijk verdisconteerd worden
                     in de prijs, mits de prijs van het geneesmiddelen de wettelijke maximumprijs niet
                     overschrijdt (conform de Wet geneesmiddelenprijzen). Rekening houdend met de wettelijke
                     maximumprijzen kunnen de prijzen rond de € 45 miljoen stijgen (dit terwijl de kosten
                     voor firma’s en groothandels met € 100 miljoen toenemen). Ik vind het billijk dat
                     de verkleining van de voorraden die door de jaren heen heeft plaatsgevonden deels
                     wordt hersteld op kosten van de keten zelf (immers men heeft daar ook de revenuen
                     van geplukt). Grofweg komt het erop neer dat firma’s en groothandels de helft van
                     de kosten opvangen en de andere helft leidt tot hogere zorguitgaven. Voor de generieke
                     geneesmiddelen (die vaak lage prijzen hebben) zullen de wettelijke maximumprijzen
                     wellicht in sommige gevallen een probleem opleveren. Hoe we daarmee om kunnen gaan
                     zal ik nog nader laten onderzoeken.
                  
Omdat de duurdere substituten (á € 20 miljoen) niet meer gebruikt hoeven te worden,
                     zullen de uitgaven aan zorg netto naar schatting rond de € 25 miljoen stijgen (€ 45
                     miljoen minus € 20 miljoen). De € 25 miljoen aan uitgavenstijging is verdeeld over
                     extramuraal (€ 15 miljoen) en intramuraal (€ 10 miljoen). Hierbij is dus geen rekening
                     gehouden met een eventuele besparing op apothekerskosten. Gegeven de verwachte daling
                     van de geneesmiddelentekorten met 85% vind ik dit een acceptabele uitkomst.
                  
Ik zal met verzekeraars, firma’s, groothandels en apothekers verder in gesprek gaan
                     over de wijze waarop we de verhoging van de voorraden financieel kunnen regelen en
                     de prikkels zodanig kunnen afspreken dat alle partijen overgaan tot het aanleggen
                     van de voorraden. Uiteraard houd ik daarbij rekening met de motie6 van de leden Ploumen en Geleijnse, waarover ik eerder heb gezegd dat ik het als een
                     inspanningsverplichting zie, om ervoor te zorgen dat patiënten niet te maken krijgen
                     met extra kosten bij de invoering van een ijzeren voorraad van geneesmiddelen.
                  
Vastleggen afspraken en toezicht
De diverse stakeholders zouden bij voorkeur zien dat we de voorraden verhogen zonder
                     wettelijke verplichting. Ik acht dat onwenselijk. De afspraken over het vergroten
                     van de voorraden moeten juridisch worden verankerd in een beleidsregel zodat de Inspectie
                     voor Gezondheid en Jeugd (IGJ) erop kan toezien dat deze afspraken worden nagekomen.
                     Niemand is erbij gebaat als hierbij allerlei onnodige administratieve lasten ontstaan,
                     dus daar wil ik ook goed naar kijken. Firma’s hebben de wettelijke verplichting om
                     ervoor te zorgen dat het geneesmiddel waarop de handelsvergunning betrekking heeft,
                     in voldoende mate voorradig is voor groothandelaren of apothekers teneinde in de behoeften
                     van patiënten te kunnen voorzien. De voorraadeis geldt ook voor groothandelaren. Deze
                     eisen zijn in de geneesmiddelenwet vastgelegd. Ik wil het begrip «in voldoende mate
                     voorradig» nu concretiseren in een ijzeren voorraad van in totaal 5 maanden in een
                     beleidsregel.
                  
Het toezicht van de IGJ op deze voorraden zal uiteraard in de lijn plaatsvinden van
                     repressief toezicht. Hierbij geldt het beginsel «comply or explain». Alle partijen
                     moeten zorgen voor voldoende voorraad (comply) en als ze hiervan afwijken kunnen uitleggen
                     hoe dat komt (explain). Als het verwijtbaar is dat er onvoldoende voorraad is dan
                     zal de IGJ zo nodig passende maatregelen treffen. Het niveau van de voorraad is uiteraard
                     afhankelijk van het marktaandeel en de normale handelsvolumes van een product of fabrikant.
                     Dit aspect wordt in detail uitgewerkt in overleg met de stakeholders.
                  
Monitoring voorraad
Ik vind het belangrijk dat er een vorm van verplichte monitoring tot stand komt over
                  de grootte van de werkelijke voorraad, zodat ook gecontroleerd kan worden of partijen
                  zich daadwerkelijk aan de gemaakte afspraken houden. Daarmee ga ik een stap verder
                  dan de aanbevelingen uit het Gupta Strategists rapport. Het is wenselijk om deze monitoring
                  onafhankelijk in te richten. Ook wil ik met het monitorsysteem voorkomen dat er export
                  van geneesmiddelen plaatsvindt, bijvoorbeeld vanuit financiële voordelen, als we die
                  geneesmiddelen eigenlijk zelf hard nodig hebben. De opzet en inrichting van een monitoringsysteem
                  wil ik graag verder laten verkennen. Gezamenlijke partijen hebben al voorgesteld om
                  regelmatig te rapporteren over hun voorraad. De opzet van de daadwerkelijke monitoring
                  zal tijd en geld kosten. Vanuit het oogpunt van patiëntbelang denk ik dat dit goed
                  te rechtvaardigen en te verdedigen is.
               
Overige ontwikkelingen
Europese samenwerking
Ik vind het belangrijk dat we ook de oorzaken van (kortdurende en langdurigere) tekorten
                  bij de kop pakken. Ik constateer dat er steeds meer landen zijn die worstelen met
                  tekorten van geneesmiddelen, los van welk bekostigingssysteem een land hanteert. De
                  laatste decennia is de kwetsbaarheid van de keten van geneesmiddelenproductie vergroot.
                  Ik vind dan ook dat ik dit probleem niet alleen kan aanpakken en de internationale
                  samenwerking moet zoeken. Op korte termijn zal een nieuwe Europese Commissie aantreden
                  en een meerjarige Europese agenda voor de periode 2020–2025 opstellen. Het tegengaan
                  van genees-middelentekorten is wat mij betreft een belangrijk onderdeel daarvan. Op
                  korte termijn zal ik bij de voorgedragen Europese Commissaris voor Volksgezondheid
                  Stella Kyriakides mijn zorgen kenbaar maken en aangeven dat Nederland een Europese
                  samenwerking op dit terrein, gezien het grensoverschrijdende karakter van het dossier
                  onontbeerlijk acht. In internationaal verband moet in kaart worden gebracht welke
                  kwetsbaarheden er zijn ontstaan door de concentratie van fabrieken voor de productie
                  van (grondstoffen voor) geneesmiddelen in derde landen en wat dat betekent voor de
                  levering van geneesmiddelen. In het spoor daarvan wil ik samen met andere landen in
                  Europa bediscussiëren wat we kunnen doen om bijvoorbeeld ook grondstof- en geneesmiddelenproductie
                  weer meer in Europa te laten plaatsvinden. Dat is geen actie voor de korte termijn
                  maar is wel onontkoombaar om op de langere termijn zorg te dragen voor een duurzame
                  geneesmiddelenvoorziening.
               
Overige flankerende maatregelen
Naast het definiëren van de voorraden zijn er nog op andere fronten afspraken nodig.
                     Eén van de belangrijke aspecten zijn de eisen die partijen aan elkaar stellen ten
                     aanzien van de houdbaarheidstermijn van een geneesmiddel bij het doorverkopen in de
                     keten. Nu wordt in de handel vaak de eis gesteld dat geneesmiddelen minimaal een jaar
                     houdbaar moeten zijn om nog verhandeld te kunnen worden. Dat heeft consequenties voor
                     het vernietigingsrisico maar ook voor de uitgiftetermijn aan patiënten bijvoorbeeld.
                     Ik zal samen met partijen afspraken maken over de eisen die in de keten kunnen worden
                     gesteld aan de termijnen van houdbaarheid om daarmee vernietigingsrisico’s te kunnen
                     terugdringen. Ook dat kan bijdragen aan het voorkomen van tekorten.
                  
Daarnaast geven partijen aan te willen werken aan een betere voorspelbaarheid van
                     de vraag naar geneesmiddelen. Ook tijdens het optreden van tekorten, zodat de risico’s
                     op het «blijven zitten met een voorraad» beperkt worden.
                  
Tot slot
Overzicht van de voorgestelde maatregelen:
Ter afsluiting van deze brief noem ik in het kort de maatregelen die ik voorsta om
                     de geneesmiddelentekorten aan te pakken.
                  
1. Vastleggen van afspraken over de ijzeren voorraad, in een beleidsregel, als basis
                           voor toezicht.
                        
2. Er wordt een ijzeren voorraad aangelegd van 5 maanden voor alle geneesmiddelen; start
                           in 2020.
                        
3. Partijen sluiten een Pact om geneesmiddelentekorten tegen te gaan. Hiermee ontstaat
                           een samenwerkingsverband met gedeelde verantwoordelijkheid. De voortgang wordt besproken
                           in werkgroep geneesmiddelentekorten.
                        
4. Ingroeimodel ijzeren voorraad: met partijen bepalen met welke geneesmiddelen het best
                           begonnen kan worden.
                        
5. Financiering ijzeren voorraad samen met partijen uitwerken.
6. Onderzoeken opzet en inrichting Nederlands monitoringsysteem.
7. Europese aanpak: geneesmiddelentekorten agenderen in Brussel.
Oorzaken van geneesmiddelentekorten onderzoeken, kwetsbaarheden in kaart brengen en
                           gezamenlijke maatregelen nemen met andere (Europese) lidstaten.
                        
8. Overige zaken: eisen houdbaarheidstermijn herijken en nauwkeurigere voorspelbaarheid
                           van de vraag naar geneesmiddelen bepalen.
                        
Ik zal periodiek rapporteren aan de Tweede Kamer over de voortgang van dit traject.
De Minister voor Medische Zorg,
                  B.J. Bruins
Indieners
- 
              
                  Indiener
 B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg
