Brief regering : Verbetertraject kinderopvangtoeslag
31 322 Kinderopvang
31 066
Belastingdienst
Nr. 406
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 oktober 2019
Ouders die recht hebben op kinderopvangtoeslag krijgen maandelijks een bedrag op hun
rekening gestort. De hoogte van dit bedrag is onder andere gebaseerd op door henzelf
gemaakte schattingen van het inkomen en het aantal uren opvang dat zij jaarlijks willen
afnemen. Na afloop van het jaar bepaalt de Belastingdienst de definitieve toeslag,
oftewel het bedrag waar ouders daadwerkelijk recht op hadden. Het voorschot, het maandelijkse
bedrag dat ouders gestort kregen, en het definitief berekende bedrag kunnen afwijken,
omdat bij de aanvraag een onjuiste inschatting is gemaakt, of omdat tussentijdse wijzigingen
niet (op tijd) zijn doorgegeven aan de Belastingdienst. Dit is inherent aan de gekozen
systematiek van de toeslagen. Een aanzienlijk aantal ouders krijgt daarom te maken
met (hoge) terugvorderingen.
Het verbetertraject kinderopvangtoeslag is gestart om deze terugvorderingen aan te
pakken. Het terugdringen van schulden en armoede heeft in dit kabinet prioriteit.
In het Regeerakkoord is afgesproken dat het kabinet het aantal mensen met problematische
schulden terug wil dringen (Bijlage bij Kamerstuk 34 700, nr. 34). Daarom maak ik mij er hard voor om ook de mogelijke financiële problemen bij ouders
als gevolg van hoge terugvorderingen in de kinderopvangtoeslag te voorkomen. Na de
beslissing om niet verder te gaan met het wetsvoorstel «Wet nieuw financieringsstelsel
kinderopvang» is in het najaar 2018 het verbetertraject kinderopvangtoeslag gestart.
In het verbetertraject wordt door de Belastingdienst en mijn departement samengewerkt
aan een pakket van maatregelen om binnen het huidige stelsel van de kinderopvangtoeslag
de dienstverlening aan ouders te verbeteren en daarmee de problematiek van hoge terugvorderingen
terug te dringen.
De Belastingdienst werkt voortdurend aan verbeteringen zoals onder meer het toepassen
van het zo actueel mogelijk inkomen bij het jaarlijks continueren van toeslagen. Veel
wijzigingen in de hoogte van het recht op kinderopvangtoeslag worden echter veroorzaakt
door wijzigingen in het aantal afgenomen opvanguren gedurende het jaar, of het niet
meer van toepassing zijn van een doelgroep situatie, zoals studerenden en re-integrerenden.
Juist daarop zijn de verbeteringen van dit programma gericht. Door ook op deze gegevens
een zo actueel mogelijk beeld van de situatie van de ouder te verkrijgen kan de Belastingdienst
actief de ouders in staat stellen om het voorschot aan te passen.
Op 25 april jl. heb ik uw Kamer voor het laatst geïnformeerd over de voortgang van
het verbetertraject kinderopvangtoeslag1. Vervolgens heb ik met uw Kamer tijdens het Algemeen Overleg Kinderopvang van 20 juni
jl. van gedachten gewisseld over het traject.
In de zomer van 2019 heeft ook een Gateway review2 op het verbetertraject kinderopvangtoeslag plaatsgevonden. Het Gateway team heeft
zich gebogen over de maatregelen en de aanpak van het programma en heeft gesproken
met branche- en oudervertegenwoordigers en diverse medewerkers van de Belastingdienst
en mijn departement. De belangrijkste conclusie is dat de beoogde doelstelling, het
terugdringen van de hoge terugvorderingen, met de in het verbetertraject voorgestelde
aanpak gerealiseerd kan worden. Er wordt wel aanbevolen de kwaliteit van de gegevens
die door kinderopvangorganisaties aan de Belastingdienst aangeleverd gaan worden in
de aanpak voorop te stellen. Daarnaast wordt onder andere aanbevolen meer in te zetten
op communicatie over de kinderopvangtoeslag in het algemeen.
Middels de voorliggende brief informeer ik, mede namens de Staatssecretaris van Financiën,
uw Kamer nader over de voortgang van dit programma zoals ik uw Kamer tijdens het Algemeen
Overleg Kinderopvang van 20 juni jl. heb toegezegd. Ik doe dit aan de hand van de
drie hoofdthema’s van het verbetertraject: eerder signaleren, begeleiden van ouders
met kans op een hoge terugvordering en verbeteren van de digitale dienstverlening.
Eerder signaleren
De hoeksteen van het verbetertraject is de maatregel om kinderopvangorganisaties maandelijks
actuele gegevens over de opvang aan de Belastingdienst te laten leveren. Een groot
deel van de hoge terugvorderingen ontstaat namelijk door een afwijking in de door
de ouder aangeleverde en daadwerkelijk afgenomen opvanguren. Met actuele gegevens
kan de Belastingdienst afwijkingen eerder signaleren en de juiste dienstverlening
bieden aan ouders, zoals ouders tijdig op deze afwijking attenderen.
Tijdens het Algemeen Overleg Kinderopvang van 20 juni jl. is door uw Kamer aandacht
gevraagd voor de snelheid van de implementatie van deze maatregel. Daarbij is het
belang benadrukt van de kwaliteit en zorgvuldigheid van de gegevenslevering. Een belangrijk
onderdeel van de uitkomst van de Gateway review is om de programmaplanning en -methodiek
aan te passen, waarbij de kwaliteit van de gegevenslevering door de kinderopvangorganisaties
het leidende uitgangspunt is.
De Staatssecretaris van Financiën en ik hebben het uitgangspunt om de kwaliteit van
de gegevenslevering in de programmatische aanpak leidend te maken overgenomen. Het
kost tijd om de sector, met meer dan 800.000 kinderen die naar de kinderopvang gaan,
verdeeld over circa 3.500 kinderopvangorganisaties, zorgvuldig te laten aansluiten
bij de maandelijkse gegevenslevering. We onderschrijven het belang van een zorgvuldige
planning en het gebruiken van kwalitatief goede gegevens. Daarom hebben we gekozen
voor een gefaseerde implementatiestrategie, die met de branche- en oudervertegenwoordigers
is afgestemd en die ik hieronder toelicht.
Fase 1: Kinderopvangorganisaties kunnen in 2019 op vrijwillige basis maandelijks gegevens
leveren. Met deze gegevens worden pilots uitgevoerd.
Fase 2: Vanaf 1 januari 2020 is het door aanpassing van de Regeling Wet Kinderopvang
(Wko) geregeld welke gegevensset alle kinderopvangorganisaties mogen leveren aan de
Belastingdienst. Het jaar 2020 wordt gebruikt om, volgens een groeimodel, de nieuwe
wijze van levering en de dienstverlening aan de ouders in te richten en uit te voeren.
De Belastingdienst gaat kinderopvangorganisaties gericht benaderen om te starten met
leveren en biedt kinderopvangorganisaties ondersteuning aan.
Fase 3: Bij robuuste gegevensuitwisseling, waarin de kwaliteit van de gegevens geborgd
is, wordt overgegaan tot het verder uitbouwen van de dienstverlening, waarbij de Belastingdienst
de ouder bij het doorvoeren van tussentijdse wijzigingen verdergaand kan ontzorgen.
Vanaf 2021 worden kinderopvangorganisaties gehouden aan de leveringsplicht. Op dat
moment zal namelijk in het uitvoeringsbesluit Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen
(Awir) zijn opgenomen dat kinderopvangorganisaties de gegevens maandelijks moeten
leveren.
In plaats van jaarlijkse gegevensuitwisseling kan de Belastingdienst dan beschikken
over maandelijks geüpdatete gegevens. De dienstverlening zal zich in eerste instantie
richten op het informeren van de ouder dat er een afwijking is geconstateerd tussen
de gegevens die door de ouder zijn aangeleverd en de gegevens die zijn ontvangen van
de kinderopvangorganisatie. De ouder wordt erop gewezen dat een wijziging aan de Belastingdienst
doorgegeven dient te worden, zodat de hoogte van het voorschot zo snel mogelijk aangepast
kan worden.
Met actuele, juiste en volledige gegevens zijn ook andere vormen van dienstverlening
mogelijk. De Belastingdienst neemt dan het doorvoeren van een wijziging van de ouder
over. In de praktijk kan gedacht worden aan het informeren van de ouder over het voornemen
van de Belastingdienst, lopende het toeslagjaar, om het voorschot aan te passen op
basis van de meest actuele gegevens. In pilots wordt bekeken welke vorm van dienstverlening
in welke situatie het meest effectief is.
De nadruk op de kwaliteit van de gegevenslevering heeft tot gevolg dat de resultaten
van het verbetertraject geleidelijker zichtbaar worden dan bij de start van het programma
was beoogd. In plaats van een invoering van gegevenslevering voor alle Kinderopvangorganisaties
per 1 januari 2020 wordt er nu voor gekozen om het jaar 2020 als groeijaar te gebruiken
om kinderopvangorganisaties te laten aansluiten.
Begeleiden van ouders met een grote kans op terugvorderingen
De Belastingdienst onderzoekt de mogelijkheden en de effecten van (proactieve) begeleiding
van ouders met een grote kans op terugvorderingen op het voorkomen en terugdringen
daarvan.
Als onderdeel van het onderzoek wordt een aantal pilots uitgevoerd, om te bepalen
welke doelgroepen hiervoor in aanmerking komen en welke begeleiding het meest effectief
is. Bij de inrichting van deze pilots zijn en worden branche- en oudervertegenwoordigingen
en kinderopvangorganisaties betrokken. De eerste pilots waren gericht op begeleiding
van ouders die al te maken hebben met terugvorderingen en op begeleiding van studenten
en re-integreerders. Momenteel loopt een pilot, waarin ouders desgewenst door kinderopvangorganisaties
worden voorgedragen om begeleid te worden door de Belastingdienst. In totaal worden
in de pilots rond de 400 ouders begeleid.
Het onderzoek en de pilots lopen door tot eind 2019 en vormen het fundament voor de
volledige ontwikkeling en implementatie van deze maatregel in 2020.
Verbeteren digitale dienstverlening
Het verbeteren van de digitale dienstverlening is gericht op het makkelijker maken
voor ouders van het aanvraag- en wijzigingsproces voor kinderopvangtoeslag. Hiervoor
zijn in een vroeg stadium van het verbetertraject wijzigingen doorgevoerd in het burgerportaal
voor toeslagen om foutgevoeligheden te reduceren. Het was bijvoorbeeld voor ouders
soms onduidelijk welke opvanggegevens de Belastingdienst nu gebruikt bij het doorgeven
van wijzigingen. Ouders krijgen vanaf nu vóór het wijzigen een overzicht van alle
opvanggegevens van hun kinderen. Na het wijzigen worden de gegevens gepresenteerd
die zijn aangepast.
Daarnaast wordt momenteel gewerkt aan een kinderopvangtoeslag app, waarin ouders makkelijk
en overzichtelijk hun eigen situatie kunnen raadplegen, alsmede notificaties kunnen
ontvangen waarin ze geattendeerd worden op het controleren en zo nodig aanpassen van
hun gegevens. In het najaar zal de app door een groep van duizend ouders getest worden
op gebruiksgemak, waarna de app naar verwachting begin 2020 breed beschikbaar zal
komen.
Tot slot
Ik ben tevreden over de betrokkenheid van de veldpartijen en de wijze waarop zij meewerken
binnen het verbetertraject. Ik heb er vertrouwen in dat de diverse pilots tot bruikbare
inzichten en resultaten zullen leiden die in de verdere looptijd van het programma
gebruikt kunnen worden. De uitkomsten van de gateway review bevestigen mij in mijn
veronderstelling dat we op de goede weg zijn. Maar er moet nog veel gebeuren. Daarom
zijn mijn collega van Financiën en ik gemotiveerd om het verbetertraject in 2020 voort
te zetten. Ik informeer uw Kamer in het voorjaar 2020 over stand van zaken van het
programma en de op dat moment beschikbare resultaten uit de diverse pilots.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
T. van Ark
Indieners
-
Indiener
T. van Ark, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid