Brief regering : Uitvoering van de motie van het lid Amhaouch c.s. over de effecten van de Beter Benutten-maatregelen op de Noordelijke Maaslijn (Kamerstuk 35000-A-15)
35 300 A Vaststelling van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2020
Nr. 6
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 oktober 2019
Hierbij informeer ik uw Kamer over de uitvoering van de motie met Kamerstuk 35 000 A, nr. 15 van het lid Amhaouch, ingediend op 25 september 2018. De motie verzoekt mij de Beter
Benutten-maatregelen op de Noordelijke Maaslijn (Venray-Nijmegen) te monitoren en
de Kamer hierover te informeren.
Benuttingsmaatregelen zijn een belangrijk onderdeel van het pakket maatregelen waarmee
ik er voor wil zorgen dat reizigers nu en in de toekomst snel, duurzaam en comfortabel
van A naar B kunnen reizen. Het spreiden van lestijden van onderwijsinstellingen is
een goed voorbeeld van hoe gedragsmaatregelen een groot effect kunnen hebben. Dankzij
de inzet van een groot aantal partijen zijn slimme maatwerkoplossingen gerealiseerd.
Hierbij informeer ik u graag over de resultaten in Nijmegen en Groningen, voortkomend
uit de jaarlijkse effectmeting Beter Benutten Decentraal Spoor1. Het evaluatierapport over 2018 is toegankelijk via de website van het Ministerie
van IenW2.
Het starten van Slim Roosteren op campus Heyendaal
Het project Slim Roosteren op de campus Heyendaal zet in op de spreiding van de roostertijden
van onderwijsinstellingen. De Radboud Universiteit start nu een kwartier eerder met
colleges (8.30 uur) en de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) een kwartier later
(om 9.00 uur). Er reizen nu veel minder studenten op hetzelfde moment. Het verkeer
over zowel de wegen als in de treinen is beter verspreid. De maatregel heeft daarmee
een zeer positieve invloed op de afwikkeling van de reizigers bij de verschillende
modaliteiten.
Uit publicaties van Mu Consult in opdracht van de gemeente Nijmegen blijkt dat in
de Arriva-treinen het aantal studenten tijdens de hyperspits met 41% is afgenomen.
Over alle reizigers gerekend is in de drukste trein (8:18 uur op station Nijmegen
Heyendaal) een afname gerealiseerd van 34% van het aantal reizigers. In de effectmeting
in het kader van Beter Benutten Decentraal Spoor zijn de data verwerkt die Mu Consult
in eerder onderzoek heeft verzameld. De maatregel resulteert naast dagelijks 53 spitsmijdingen3 ook in een betere spreiding van de reizigers binnen de spitsperiode. Uit de analyse
blijkt dat de betere spreiding een positieve invloed heeft: de voor het programma
Beter Benutten Decentraal Spoor belangrijke bovengrens van 130% van het aantal zitplaatsen
wordt niet meer overschreden en het discomfort (moeten staan of op volgende trein
moeten wachten) op de Maaslijn is afgenomen met 36%.
Groei in onderwijsmaatregelen in Groningen
Ook in Groningen wordt door onderwijsinstellingen met een breed pakket aan maatregelen
gewerkt aan het verbeteren van de bereikbaarheid. Dit gaat verder dan het verlichten
van de piek in de spits op de regionale spoorlijnen. Voorbeelden zijn de aanleg van
laadpalen voor elektrische fietsen en het kunnen huren van fietskluizen op P&R-terreinen.
De meest succesvolle maatregel is «Anders roosteren»: onderwijsinstellingen starten
voor 7:45 of na 9:00 uur. Deze maatregel resulteerde in dagelijks 154 spitsmijdingen
op het regionale spoor. Deze maatregel heeft tevens geleid tot een betere spreiding
van het aantal reizigers binnen de spits.
Vervolg
De resultaten in Nijmegen en Groningen laten zien dat maatregelen voor spitsmijden
(reizen buiten de spits) en spitsspreiden (beter spreiden van de reizigers binnen
de spits) groot effect kunnen hebben op het beter benutten van bestaande capaciteit
op het spoor, in het OV en op de weg. Ook laat het zien dat lokaal maatwerk nodig
is om tot goede maatregelen te komen, omdat er grote verschillen zijn in doelgroepen,
reisgedrag en geografie. De resultaten in Groningen zijn net als in Nijmegen gehaald
via een goede samenwerking tussen overheid en onderwijsinstellingen. Een optimale
benutting van de bestaande capaciteit en goede samenwerking zijn voor mij dan ook
belangrijke thema’s in de Bestuurlijke Overleggen MIRT. In diverse andere steden en
regio’s wordt inmiddels ook gewerkt aan initiatieven om via de onderwijsaanpak de
drukte in de piek van de spits te verlagen. Zoals toegezegd in het AO Spoor van 25 september
jl. zal ik de onderwijsaanpak agenderen op de Bestuurlijke Overleggen MIRT. Dit met
als doel te komen tot een actieprogramma voor die trajecten waar knelpunten in het
OV in de spits ontstaan en waar scholieren en studenten een substantieel aandeel van
het aantal reizigers vormen. De aanpak in Nijmegen en Groningen wordt hierbij als
voorbeeld gehanteerd. Ik zal u na de Bestuurlijke Overleggen MIRT informeren over
de uitkomst van dit gesprek.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
S. van Veldhoven-van der Meer
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat