Brief regering : Uitspraak Raad van State intrekken Nederlanderschap
29 754 Terrorismebestrijding
Nr. 525
                   BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 september 2019
Gisteren is in de Staatscourant gepubliceerd dat de beschikkingen tot intrekking van
                  het Nederlanderschap van vijf personen, zijn ingetrokken. Ik zag mij genoodzaakt deze
                  beslissing te nemen gelet op de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van
                  de Raad van State in twee andere zaken op 17 april 2019.1
Op grond van artikel 14, vierde lid, Rijkswet op het Nederlanderschap (RWN) kan, kort
                  gezegd, in het belang van de nationale veiligheid het Nederlanderschap van een persoon
                  worden ingetrokken indien uit zijn gedragingen blijkt dat hij zich heeft aangesloten
                  bij een door de Minister aangewezen terroristische organisatie. Uit de bovengenoemde
                  uitspraak van de Raad van State volgt dat gemotiveerd dient te worden dat de gedragingen
                  van en aansluiting van de betrokken persoon bij een terroristische organisatie ten
                  minste tot en met 11 maart 2017 hebben voortgeduurd. Dit is de datum van publicatie
                  van de lijst met terroristische organisaties.
               
Naar aanleiding van deze uitspraak is opnieuw gekeken naar de elf eerder genomen intrekkingsbesluiten
                     die zich nog in de beroepsprocedure bevonden. In vijf gevallen heb ik besloten de
                     beschikkingen in te trekken omdat er onvoldoende gronden waren om deze beschikkingen
                     te staven. In deze zaken was op dat moment onvoldoende aanvullende informatie beschikbaar
                     over de voortduring van de gedragingen van en aansluiting van de betrokken personen
                     bij een terroristische organisatie op of na 11 maart 2017.
                  
In de overige zes gevallen daarentegen, was voldoende informatie voorhanden om intrekking
                     van het Nederlanderschap te motiveren. Deze zaken bevinden zich nog in de beroepsprocedure.
                  
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
                  A. Broekers-Knol
Indieners
- 
              
                  Indiener
 A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
