Brief regering : Voortgang uitvoering Regio Envelop 2018/2019
29 697 Gebiedsgerichte economische perspectieven en Regionaal Economisch Beleid
Nr. 72
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 september 2019
In heel Nederland zetten we ons in voor een sterke samenleving. Het kabinet pakt samen
met (publieke en private) partners uit de verschillende regio’s de ecologische, sociale
en economische opgaven aan die in die regio spelen. Gezamenlijk versterken we de regio’s
en daarmee de samenleving. Uitgaande van de eigen regionale kracht en zonder daarvoor
een blauwdruk te maken.
Het kabinet stelde hiervoor een budget ter beschikking van € 950 miljoen voor de jaren
2018 tot en met 2022: de Regio Envelop. In het Algemeen Overleg (AO) van 20 juni 2018
gaf ik aan u nader te informeren over de voortgang van de Regio Envelop en de monitoring
en evaluatie van de Regio Deals (Kamerstuk 29 697, nr. 50). Dat doe ik in deze voortgangsrapportage, mede namens de Minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). Bij de uitwerking van de Regio Deals zijn de verschillende
vakdepartementen nauw betrokken.
Ik ga in deze brief achtereenvolgens in op het doel van de regionale aanpak via Regio
Deals, de (financiële) voortgang van de eerste en tweede tranche, de uitkeringsvorm
en de monitoring en evaluatie van de Regio Deals. Nadere informatie over de voortgang
van de eerste tranche is te vinden in de bijlage1.
1. Regionale opgaven aanpakken om brede welvaart te versterken
Het kabinet wil dit land beter maken, juist ook voor de mensen die nu het gevoel hebben
dat de overheid er niet voor hen is.2 Dit vereist aandacht voor de regio. De regio is de omgeving waarin mensen wonen,
werken en leven en waarin bedrijven investeren en innoveren. De regio is ook de fysieke
plek waar sociale en culturele voorzieningen te vinden zijn en waar burgers veilig,
gezond en gelukkig willen zijn. Al deze thema’s zijn onderling met elkaar verbonden
en bepalen uiteindelijk de kwaliteit van leven en leefomgeving van mensen en de mogelijkheden
van mensen om zich te ontwikkelen en kansen te benutten. Aandacht voor de regio betekent
dus aandacht voor brede welvaart.
Brede welvaart gaat om een samenspel van kwaliteit van leven, leefomgeving en economische
dynamiek3 en hangt ook sterk samen met onderliggende regionale structuurkenmerken, zoals de
dynamiek van de regionale arbeidsmarkt, de kwaliteit van voorzieningen en sociale
en ecologische omstandigheden. In de regio komen al deze factoren samen.
Het kabinet werkt samen met de partners in de regio aan Regio Deals die meervoudige
opgaven aanpakken die in de regio spelen en die bijdragen aan brede welvaart. Het
kan hierbij gaan om verschillende typen opgaven, zoals het verzilveren van groeipotenties
van regio’s, het wegwerken van een sociaal economische en fysieke achterstandspositie
of het faciliteren van transities, bijvoorbeeld naar nieuw verdienpotentieel en verduurzaming.4 De verscheidenheid aan opgaven zien we terug in de Regio Deals die inmiddels zijn
afgesloten, zoals Brainport Eindhoven en Twente (groeipotenties), Rotterdam Zuid,
Parkstad Limburg en Den Haag Zuidwest (aanpak van achterstanden) en Noordelijk Flevoland
en Zuid- en Oost-Drenthe (transities). Ook zijn er Regio Deals op het snijvlak van
meerdere typen opgaven.5
Een Regio Deal is een duurzaam partnerschap waarbij partijen afspraken maken en die
ook gezamenlijk financieren. Betrokkenheid vanuit het Rijk bij regionale opgaven en
het versterken van de brede welvaart is onder meer gewenst vanwege gebiedsoverstijgende
effecten en/of schaaleffecten. Zo heeft een kenniscentrum vaak een bredere betekenis
dan voor die regio alleen en profiteren de regio’s van coördinatievoordelen als het
Rijk partijen bij elkaar brengt die elkaar anders minder of niet weten te vinden.
Ook kunnen regionale opgaven de draagkracht van de regio te boven gaan en kan dit
een reden zijn voor betrokkenheid van het Rijk.
Inmiddels zijn de zes opgaven uit het regeerakkoord (eerste tranche) en elf voorstellen
uit de tweede tranche uitgewerkt en in uitvoering of gereed voor uitvoering6 en worden de eerste resultaten van de Regio Deals zichtbaar. Deze voortgangsrapportage
gaat hier nader op in. In de volgende paragrafen wordt de (financiële) voortgang van
de Regio Deals voor 2018, en waar mogelijk ook voor de eerste helft van 2019, nader
toegelicht. Dit sluit aan bij de informatievoorziening van Zeeland, Rotterdam en Brainport
Eindhoven richting hun eigen regionale verantwoordingsgremia over de voortgang van
deze Regio Deals.7
2. Eerste tranche: zes regionale opgaven uit het regeerakkoord
In 2018 en 2019 hebben Rijk en regio hard gewerkt aan de ontwikkeling van de aanpak
van de zes regionale opgaven die zijn genoemd in het regeerakkoord. Het gaat om nucleaire
problematiek, ESTEC, Zeeland, Eindhoven, Rotterdam-Zuid en de BES-eilanden. Hiervoor
is € 482 miljoen beschikbaar. Er is voor het uitvoeringsjaar 2018 € 203,9 miljoen
vanuit de Regio Envelop uitgekeerd aan deze opgaven. Het in beweging zetten van de
uitvoering kost doorlooptijd, maar er zijn ook al concrete resultaten geboekt: zo
is in Eindhoven de hybride leeromgeving Strijp TQ geopend, wordt het kustproject De
Banjaard op Noord-Beveland in Zeeland in het najaar opgeleverd en er is een start
gemaakt met de herstructurering van het onderwijsaanbod in het voortgezet onderwijs
en de aanpak van de particuliere woningvoorraad in Rotterdam-Zuid. Caribisch Nederland
(Bonaire, Sint Eustatius en Saba) is gestart met voorbereidende werkzaamheden voor
onder meer infrastructurele projecten die Saba en Sint Eustatius orkaanbestendiger
en veiliger maken en projecten op het gebied van arbeidsmarkt- en sociale woningbouw
op Bonaire. In Noordwijk zijn de voorbereidingen voor de bouw van een internationale
ontmoetingsplek op ESTEC gestart en krijgt de governance van de Space Campus Noordwijk
vorm. Voor de aanpak van nucleaire problematiek heeft de Minister van Economische
Zaken en Klimaat (EZK) een overeenkomst afgesloten met NRG. Met deze projecten zetten
zes zeer verschillende regio’s stappen om de regionale opgaven aan te pakken. Bijlage
II bij deze brief geeft per opgave een overzicht van de voortgang en uitvoering in
20188.
Uit de gesprekken die ik voer met de regio’s over de uitvoering blijkt dat de samenwerking
via een Regio Deal gewaardeerd wordt en een brede uitstraling heeft. Partijen in de
regio en bij het Rijk weten elkaar beter te vinden en benutten elkaars hulpbronnen.
Dit geldt bijvoorbeeld voor de Regio Deal Zeeland waar Roosevelt University College
gebruik wil gaan maken van de ondernemerschapskennis van Dockwize. Een ander voorbeeld
is de samenwerking tussen Gelderland, Overijssel en Noord-Brabant op het gebied van
fotonica-investeringen in de Regio Deal Brainport Eindhoven. In tabel 1 staat de financiële
stand van zaken voor het uitvoeringsjaar 2018 per Regio Deal uit de eerste tranche
beschreven.
Tabel 1. Rijksbijdrage eerste tranche in miljoen euro’s, 2018
Opgave
Maximale
Rijksbijdrage
Beschikbaar
gesteld 2018
Zeeland
35,0
7,6
Brainport Eindhoven
130,0
39,9
Rotterdam Zuid
130,0
24,0
ESTEC1
40,0
15,0
BES-eilanden
30,0
0,4
Nucleaire problematiek1
117,0
117,0
TOTAAL
482,0
203,9
X Noot
1
financiering loopt via de begroting van het Ministerie van EZK
Voor nieuwe en voortgaande projecten van Zeeland en Brainport Eindhoven is voor het
uitvoeringsjaar 2019 respectievelijk € 14,7 miljoen en € 41,6 miljoen beschikbaar
gesteld. De tweede termijn voor Rotterdam-Zuid is in voorbereiding en zal in het najaar
van 2019 worden uitgekeerd. Voor projecten op de BES-eilanden wordt voor het uitvoeringsjaar
2019 circa € 18,9 miljoen beschikbaar gesteld. De regionale cofinanciering, voor zover
van toepassing, loopt conform de afspraken.
3. Tweede tranche Regio Deals
Eind 2018 zijn door het kabinet twaalf voorstellen geselecteerd om met de regio’s
uit te werken tot Regio Deals.9 Hiervoor is € 215 miljoen beschikbaar. Er zijn inmiddels elf Regio Deals gereed10 en de overboeking van de eerste middelen voor deze Deals is in voorbereiding. Hiermee
gaan deze elf Regio Deals in de uitvoering. Ik verwacht de twaalfde Regio Deal, ZaanIJ,
voor het einde van het jaar te kunnen sluiten en ook aan hen een eerste bijdrage beschikbaar
te kunnen stellen.
Het proces om tot een Regio Deal te komen, dus vooruitlopend op de Deal zelf, heeft
tot een aantal resultaten en verbeteringen geleid. Als eerste zijn al langer lopende
discussies tussen het Rijk en de regio versneld afgerond. Zo zijn in de Regio Deal
Noordelijk Flevoland afspraken gemaakt over de maritieme servicehaven op Urk. Daarnaast
vormen de gesprekken met regio’s een vliegwiel voor investeringen in de regio. Zo
investeren regionale partners € 120 miljoen in de Regio Deal Midden- en West-Brabant.
Ook heeft het proces van de Regio Deals de samenwerking binnen regio’s, tussen afzonderlijke
regio’s en binnen het Rijk gestimuleerd. De burgemeesters van Parkstad Limburg hebben
aangegeven dat zij de Regio Deal zien als de opmaat naar herijking en versterking
van de intergemeentelijke samenwerking.
Een versterkte samenwerking tussen (gemeenten uit) meerdere provincies en met andere
regionale partners en met het Rijk is bijvoorbeeld te zien in de Regio Deals Foodvalley,
Natuurinclusieve landbouw en Zuid- en Oost-Drenthe. In de Regio Deal bodemdaling Groene
Hart heeft dit geleid tot een gezamenlijk commitment en prioritering van de inzet
van middelen, met als doel om via kennisontwikkeling en kennisdeling het handelingsperspectief
van burgers, bedrijven en overheden te vergroten ten aanzien van de effecten van bodemdaling.
De regio Achterhoek en de regio Twente hebben de intentie opgenomen om, in overleg
met het Rijk, meer met elkaar te gaan samenwerken op thema’s als grensoverschrijdende
samenwerking, circulaire economie, de aanpak van de mismatch op de (mbo-) arbeidsmarkt
en de digitale transformatie van de (maak)industrie.
Tot slot is in de regio’s de integrale benadering en gezamenlijke aanpak versterkt.
Dit is bijvoorbeeld te zien in de Regio Deals Den Haag Zuidwest en Noordoost-Fryslân
en Holwerd aan Zee. In Den Haag Zuidwest heeft het proces van een Regio Deal geleid
tot een integrale aanpak op het gebied van samenleving en participatie, vitale inwoners
en activeren, leren en werken in de (wijk)economie, die in verbinding met de bewoners
van het gebied tot stand wordt gebracht.
4. De uitkeringsvorm
De Algemene Rekenkamer heeft in het Verantwoordingsonderzoek 2018 geconstateerd dat
onder andere bij de Regio Deals uit de eerste tranche, voorwaarden door het Rijk verbonden
worden aan de toekenning van decentralisatie-uitkeringen, die als effect hebben dat
de beleids- en bestedingsvrijheid van decentrale overheden – onterecht – wordt beperkt.
De Ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) en Financiën zijn
als reactie hierop begonnen aan het toetsen van decentralisatie-uitkeringen aan de
bevindingen van de Algemene Rekenkamer. Ik ga, in overleg met BZK en Financiën, in
gesprek met Rotterdam, Zeeland en Brainport Eindhoven om te bezien in hoeverre wijzigingen
in deze Regio Deals op basis hiervan nodig zijn. Bij de tweede tranche Regio Deals
zijn diverse artikelen aangepast om beter aan te sluiten bij de kaders van een decentralisatie-uitkering.
Een structurele oplossing is gelegen in een aanpassing van wet- en regelgeving, in
overeenstemming met hetgeen de Grondwet, de Comptabiliteitswet, de Financiële-verhoudingswet,
de Gemeentewet en de Provinciewet hierover bepaald hebben. Er wordt op dit moment
door de Ministeries van BZK en Financiën gewerkt aan een nieuw uitkeringstype waarmee
het beter mogelijk is om als Rijk in partnerschap afspraken te maken met gemeenten
en/of provincies bij regionaal, gebiedsgericht werken en hieraan ook een financiële
bijdrage te verstrekken. Dit biedt echter voor de derde tranche nog geen oplossing.
Als tijdelijke oplossing kies ik ervoor, in overleg met de Minister van BZK, om de
bijdragen aan de derde tranche Regio Deals in de vorm van een specifieke uitkering
te verstrekken. De verantwoording verloopt via de SISA-systematiek waarbij de administratieve
lasten zoveel mogelijk worden beperkt.
5. Monitoring en lerend evalueren
Monitoring en evaluatie helpen om inzicht te krijgen in de effecten van de Regio Deals,
zowel tussentijds als na afloop van de Deals. De verantwoording en monitoring is,
passend bij uitkering van financiële middelen via een decentralisatie-uitkering, primair
de verantwoordelijkheid van decentrale partners en verantwoordingsgremia, zoals gemeenteraden
en provinciale staten.11
In iedere Regio Deal zullen betrokken partijen elkaar in aansluiting hierop informeren
over de inhoudelijke realisatie van concrete projecten en resultaten en de uitputting
van beschikbare gezamenlijke financiële bijdragen. De partijen van elke Regio Deal
hebben zich voorgenomen om jaarlijks een voortgangsrapportage op te stellen en de
Deal na afloop te evalueren. De regio neemt hierin de leiding.
Verder zijn er vier overkoepelende initiatieven in gang gezet om monitoring en evaluatie
van de Regio Deals vorm te geven en om een goed beeld te krijgen van de effecten op
brede welvaart in de regio.
Allereerst is het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) gevraagd om een onderzoeksprogramma
op te zetten. Dit programma levert een (wetenschappelijk gefundeerde) kennisbasis
voor regionaal beleid gericht op brede welvaart. Ook biedt het onderzoeksprogramma,
onder andere via dialoog en het uitwisselen van best practices, handelingsperspectief
voor beleidsmakers en andere betrokkenen bij het ontwikkelen en implementeren van
Regio Deals. Tenslotte biedt het onderzoeksprogramma handvatten voor lerend evalueren,
waarbij regio’s resultaten van de Regio Deals volgen en ervaringen uitwisselen. Dit
past bij de nieuwe aanpak van de Regio Deals en is een iteratief proces, waardoor
de onderzoeksvragen gedurende de looptijd van het onderzoeksprogramma kunnen evolueren.
Ten tweede heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) een opdracht gekregen
om de haalbaarheid van een regionale monitoring van brede welvaart in kaart te brengen.
Dit levert informatie en data op die gebruikt kunnen worden bij de monitoring van
voortgang van de doelen van de Regio Deals en geeft inzicht in de ontwikkeling van
brede welvaart in regio’s in Nederland. Naast het in kaart brengen van mogelijke datasets
werkt het CBS aan een theoretisch kader voor brede welvaart in relatie tot de regio.
Het CBS zal in het najaar rapporteren.
Ten derde heeft een consortium van Tilburg University, de Universiteit Utrecht en
consultancybureaus Birch en Berenschot de opdracht gekregen een monitoring op te zetten
die specifiek gaat over de governance van de Regio Deals. Een stevige en goede samenwerking
tussen overheden, maar ook met andere partners binnen de Regio Deals is noodzakelijk
om de doelen uit de verschillende Regio Deals te realiseren. De focus ligt op de inrichting
en werkwijze van het openbaar bestuur en de processen van besluitvorming en coördinatie.
Dit monitoringstraject heeft de vorm van een lerende evaluatie waarin regio’s van
elkaar leren op basis van de vraagstukken waar zij tegenaan lopen. De meewerkende
universiteiten verzorgen wetenschappelijke inzichten rond deze vraagstukken.
Tot slot wordt, in overleg met het Ministerie van Financiën, een monitoringtraject
opgezet dat kijkt naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van de transformatie-
en sloopopgave op het terrein van het wonen, zoals die in de Regio Deals van Zuid-
en Oost-Drenthe en Parkstad Limburg is aangekondigd. De eerste inzichten worden medio
2020 verwacht.
Op naar de verdere uitvoering
De eerste tranche opgaven en Regio Deals is in 2018 goed uit de startblokken gekomen.
De eerste resultaten zijn inmiddels zichtbaar. In 2019 is een tweede tranche Regio
Deals van start gegaan. Ik heb er veel vertrouwen in dat ook deze tranche Regio Deals
mooie resultaten zal laten zien. Recent heb ik u ook geïnformeerd over de (openstelling
van de) derde tranche Regio Deals.12 Graag wil ik de energie in de samenleving blijven versterken. Gezamenlijk kijken
wij uit naar de verdere uitvoering van de Regio Deals.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit