Brief regering : Ontwerp maatschappelijke diensttijd
35 034 Maatschappelijke diensttijd
Nr. 6
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 september 2019
Begin 2018 ben ik, samen met de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, gestart met de ontwikkeling
van maatschappelijke diensttijd (MDT). Er is de afgelopen periode veel in werking
gezet, waardoor de MDT-beweging echt op gang is gekomen. Zoals in het regeerakkoord
beschreven (Kamerstuk 34 700, nr. 34), is de ambitie van MDT om jongeren beter in staat te stellen een bijdrage te leveren
aan de samenleving.
Voor mij is maatschappelijke diensttijd een ontdekkingsreis voor jongeren naar de
beste versie van henzelf. Een kans voor jongeren om hun talenten te ontdekken, van
betekenis te zijn, nieuwe mensen te ontmoeten en keuzes te maken voor de toekomst.
Hun persoonlijke ontwikkeling en vrijwillige inzet voor anderen maakt onze samenleving
sterker.
In deze brief presenteer ik de uitkomsten van dit proces in de vorm van een ontwerp
MDT dat als richtinggevend kader gaat gelden voor de verdere opschaling/verduurzaming.
Samenvatting
Aanpak: lerend evalueren in cocreatie met de samenleving
Maatschappelijke diensttijd is nieuw en deelname is vrijwillig. Daarom heb ik ervoor
gekozen om deze maatregel gezamenlijk met jongeren en organisaties in proeftuinen
in de praktijk te ontwerpen, een aanpak waarbij we leren door te doen Ik werk daarbij
nauw samen met de betrokken partners: Nationale Jeugdraad (NJR) en zijn leden, Vereniging
Nederlandse Organisaties Vrijwilligerswerk (NOV) en haar leden, gemeenten, provincies,
75 proeftuinen met meer dan 200 betrokken organisaties waar jongeren MDT doen en bijna
10.000 jongeren1 die inmiddels MDT doen of gedaan hebben. Deze aanpak zorgt voor dusdanig veel enthousiasme
en draagvlak, dat ik durf te spreken van een beweging.
Parallel aan deze beweging vindt lerende evaluatie plaats, met een voortdurende cyclus
van observeren, ontwerpen en implementeren. Dit iteratieve proces heeft geleid tot
het basisontwerp maatschappelijke diensttijd, waarin alle behoeften en randvoorwaarden
van jongeren, maatschappelijke organisaties, bedrijfsleven en medeoverheden zijn meegenomen.
Hoewel we goed op weg zijn, is er altijd ruimte voor verbetering. Na de start in 2020
zal het lerend evalueren doorlopen, om daarmee het basisontwerp aan te verscherpen
en uit te breiden.
Maatschappelijke diensttijd moet toegankelijk zijn voor alle jongeren. Uit het begeleidend
onderzoek blijkt dat het aantal deelnemende jongeren aan MDT toeneemt, er een grote
diversiteit onder deze jongeren is, MDT tot ontmoetingen buiten de eigen omgeving
leidt en dat samenwerking van proeftuinen met andere (maatschappelijke) organisaties
en gemeenten een belangrijke succesfactor is om jongeren een succesvol MDT-traject
te bieden. Op 9 juli jl. stuurde ik uw Kamer de rapportage met de resultaten van het
begeleidende onderzoek naar de werkzame elementen van MDT2.
Ontwerp: kaders en contouren
Het ontwerp geeft aan waar een MDT-traject aan moet voldoen en geeft tegelijkertijd
ruimte voor maatwerk. Het biedt kaders, zodat elk MDT-traject bijdraagt aan de drie
ambities: maatschappelijke impact door jongeren, talentontwikkeling van jongeren en
ontmoetingen tussen jongeren en anderen. Ik kies er bewust voor om in het ontwerp
kaders te stellen én de contouren van het MDT-traject te schetsen, omdat ik organisaties
de ruimte wil geven om hun MDT-trajecten nader in te vullen, passend bij de behoeften
van de organisatie en de jongere. Op basis van de ervaringen uit de proeftuinen en
de werkzame elementen heb ik ervoor gekozen me bij MDT te richten op jongeren tussen
de 14 en 27 jaar, omdat de ervaring leert dat dit de leeftijd is van jongeren die
deelnemen aan een MDT-traject. Bij het aanbieden van MDT-trajecten vraag ik organisaties
aan te sluiten bij de motivaties en levensfases van jongeren en hen te matchen op
basis van hun interesses en kwaliteiten. Dit vergroot de kans op een succesvol MDT-traject.
Omdat talentontwikkeling een belangrijke ambitie is, stel ik als voorwaarde dat ontwikkelingsgerichte
begeleiding op maat wordt geleverd.
Officiële start maatschappelijke diensttijd
Dit ontwerp vormt de basis voor verdere ontwikkeling en opschaling en markeert het
moment waarop we van experimentfase naar de officiële start van maatschappelijke diensttijd
gaan.
Tevens bied ik in deze brief een doorkijk in de te nemen stappen naar een duurzame,
financiële en organisatorische inrichting van MDT. Ook ga ik in op de verkenning naar
een meer verplichtende variant van maatschappelijke diensttijd voor jongeren zonder
startkwalificatie. Met deze brief geef ik uitvoering aan de toezegging3 in mijn brief d.d. 11 april 2018. Tijdens het eerstvolgende Algemeen Overleg bespreek
ik deze brief graag met uw Kamer.
De aanpak maatschappelijke diensttijd: in cocreatie met de samenleving
MDT is vrijwillig voor zowel jongeren als organisaties. Het is daarom van groot belang
dat de inrichting van MDT aansluit bij hun motivaties en randvoorwaarden.
Om dit zo goed mogelijk te doen, heb ik ervoor gekozen om MDT in proeftuinen in de
praktijk te ontwerpen en in partnerschap met jongeren, maatschappelijke organisaties,
bedrijfsleven en medeoverheden. Door dit in de praktijk te doen, leren we met elkaar
wat MDT is en waar het aan moet voldoen. De afgelopen 1,5 jaar heb ik onderzoek gedaan
onder jongeren naar hun motivatie om deel te nemen aan MDT, focusgroepen georganiseerd
met verschillende groepen jongeren, verkenningen gedaan bij gemeenten en provincies,
het Rijk en bedrijven, expertmeetings georganiseerd met partners en toekomstige partners,
bijeenkomsten georganiseerd voor het verkrijgen van input op het ontwerp van MDT en
gesprekken gevoerd met onder andere jongeren- en maatschappelijke organisaties en
de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Dit heeft mij de benodigde inzichten
gegeven waarmee ik MDT wil vormgeven. Ik vind deze interactieve aanpak belangrijk,
want voor het slagen van MDT is een breed draagvlak in de samenleving essentieel.
MDT is een groeiend netwerk, dat zich in fasen uitbreidt. Inmiddels zijn er 75 proeftuinen
actief in verschillende sectoren. In de eerste subsidieronde waren er een groot aantal
proeftuinen in de sectoren zorg & welzijn en cultuur. In de tweede subsidieronde zien
we een toename van proeftuinen die zich richten op duurzaamheid en techniek & ICT.
Door de uitbreiding van proeftuinen is de landelijke dekking van MDT toegenomen. In
oktober 2019 gaat er ook een aantal proeftuinen bij gemeenten van start.
Voor het aanhaken van gemeenten was de uitkomst van de gemeenteraadsverkiezing en
de daaropvolgende collegevorming van belang. Aansluitend is (naar voorbeeld van de
Belgische Samenlevingsdienst) samen met de betrokken gemeenten het gemeenteconcept
voor jongeren met een «tussenjaar» ontwikkeld. Een diverse groep van ongeveer 15 jongeren
gaat in groepsverband 6 maanden voor minimaal 20 uur in de week MDT doen.
Bij het uitvoeren van dit concept hebben gemeenten een regierol in een breed samenwerkingsverband
met buurgemeenten, maatschappelijke organisaties, scholen en bedrijven.
Voor dit Belgische concept is gekozen omdat een diverse groep jongeren bijdraagt aan
de ontmoetingen tussen jongeren en er goede resultaten zijn behaald op uitstroom naar
werk of terugkeer naar school.
Bij de ontwikkeling van MDT hoort ook dat nieuwe partnerschappen worden gesmeed, die
aansluiten bij de rollen en verantwoordelijkheden van de verschillende organisaties.
September jl. vond de officiële kick-off van MDT bij Defensie plaats. Tijdens deze
dag hebben zo’n 20 jongeren onder begeleiding van mariniers van Defensie een maatschappelijk
project uitgevoerd. Defensie4 en een bestaande MDT-proeftuin organiseren een «Impact Bivak», waarin jongeren vaardigheden
ontwikkelen én zich maatschappelijk inzetten. De proeftuin zorgt voor de werving en
begeleiding van de deelnemers en Defensie verzorgt uitdagende activiteiten gericht
op samenwerking, leiderschap, sociale cohesie en doorzettingsvermogen. Door dit project
gezamenlijk aan te pakken kunnen beide organisaties hun kwaliteiten inzetten en ontstaat
er een rijk programma met een duidelijke directe maatschappelijke impact. Naar aanleiding
van de ervaringen en evaluaties van deelnemers, stakeholders en andere betrokkenen
wordt het programma doorontwikkeld. Het streven is dat Defensie vanaf januari 2020
een volwaardig MDT-programma kan bieden.
Voor MDT bij het Rijk bleek het praktisch om aan te sluiten bij 4 bestaande proeftuinen.
Het doel van dit initiatief is dat jongeren uit de proeftuinen in gesprek gaan met
beleidsmakers van verschillende departementen over beleidsvragen. Zo hebben jongeren
meegedacht met de beleidsmedewerkers van het Ministerie van VWS over het vraagstuk
Bewegen in de Openbare Ruimte. Op dit moment lopen er ook gesprekken tussen jongeren
en beleidsmakers over vaccinaties van meningokokken en HPV. Op deze manier krijgen
jongeren de mogelijkheid maatschappelijke impact te hebben tijdens hun MDT-traject
en wordt tegelijkertijd het beleid van het Rijk getoetst bij de doelgroep.
De inbreng van jongeren blijft belangrijk. Om dit structureel te borgen gaf ik 29 maart
jl. het startschot voor een jongerenpanel.
De jongeren van het panel dragen met hun inbreng en inzet bij aan het (door)ontwikkelen
van het ontwerp van MDT, het verstevigen van (de uitvoering van) MDT en het verder
brengen van de maatschappelijke beweging die MDT creëert. Dit doen ze door vanuit
hun eigen ervaring en perspectief te spreken en gevraagd en ongevraagd advies te geven.
De jongeren hebben door deelname aan het panel maatschappelijke impact en kunnen tegelijkertijd
hun talenten ontwikkelen. Het jongerenpanel bestaat uit 22 jongeren tussen de 15 en
25 jaar met diverse achtergronden en opleidingen.
Begeleidend onderzoek
In proeftuinen wordt experimenterend geleerd. Om de proeftuinervaringen zo goed en
zo snel mogelijk te kunnen benutten, heb ik een onderzoeksprogramma ingezet waarbij
de proeftuinen niet alleen achteraf maar ook tijdens de uitvoering worden geëvalueerd.
Het begeleidend onderzoek bevat zowel een kwantitatieve als kwalitatieve uitvraag.
Voor het kwalitatief onderzoek zijn in de eerste fase 15 proeftuinen intensief gevolgd
door actieonderzoekers. De actieonderzoekers waren veel aanwezig bij de proeftuinen
om te observeren en gesprekken te voeren. Om de bevindingen uit de 15 proeftuinen
te valideren en om de onderlinge samenwerking te stimuleren zijn projectleidersbijeenkomsten
georganiseerd. Aanvullend op het actieonderzoek zijn in latere fases rondom specifieke
thema’s praktijkbezoeken, dialoogtafels met projectleiders en visites met deelnemende
jongeren gehouden.
Het accent van het begeleidend onderzoek heeft in de afgelopen periode gelegen op
het ontdekken van werkzame elementen om het ontwerp vorm te geven. De komende periode
gebruik ik het onderzoek om hier een verdiepings- en concretiseringsslag op te maken.
Onderdeel hiervan is de ontwikkeling van een zes- tot achttal standaardconcepten.
Hierin zitten richtlijnen verwerkt op het gebied van doorlooptijd, beloningsstructuur
en begeleidingsvorm. De concepten nemen de situatie van de jongere als uitgangspunt,
deze kan schoolgaand zijn, een tussenjaar hebben, uitgevallen zijn of in een vakantieperiode
zitten. Deze concepten worden in nauwe samenwerking met de partners ontwikkeld en
worden als kader meegenomen in subsidieronde 4c, waarvoor organisaties zich op 1 april
2020 kunnen inschrijven.
Ook gebruik ik het begeleidend onderzoek om de kennisdeling tussen organisaties zowel
binnen als buiten de proeftuinen te stimuleren en organisaties met elkaar te verbinden.
Om zo geïnteresseerde partijen te ondersteunen bij het vormen van nieuwe partnerschappen.
Aanvullend zet ik in op de ondersteuning van organisaties bij het «MDT-proof» maken
van hun organisatie. Met deze inspanning wil ik de kwaliteit van het MDT-aanbod waarborgen
en de drempel voor organisaties om aan MDT deel te nemen verlagen.
Tot slot wordt in het kwantitatieve onderzoek onder andere gemeten welke impact MDT
heeft op jongeren, organisaties en de samenleving als geheel. Verwacht wordt dat de
eerste bevindingen hierover in de loop van 2020 beschikbaar komen. Tot slot is het
programma MDT opgenomen in de pilot Lerend evalueren van het Ministerie van VWS, een
pilot om het inzicht in de doeltreffendheid en doelmatigheid van het beleid te vergroten
en om op basis daarvan het beleid te verbeteren.
Duurzame inrichting
Het overgrote deel van de proeftuinen geeft aan tevreden te zijn over het verloop
van MDT, door te willen gaan en verder op te kunnen schalen. Bij een eventueel vervolg
geven de proeftuinen aan afhankelijk te zullen blijven van een subsidie. In het kader
van een duurzame inrichting van MDT vind ik het wenselijk dat MDT niet volledig afhankelijk
is van overheidsfinanciering, sterker nog ik streef naar een minderheidsfinanciering
door de (Rijks)overheid. Ter ondersteuning van de MDT aanbieders ben ik onder meer
met private partners, zoals vermogensfondsen, de mogelijkheden voor samenwerking en
andere en/of innovatieve vormen van financiering, zoals resultaatfinanciering aan
het verkennen. Daarnaast heb ik – om het ondernemerschap van organisaties te prikkelen
– in de subsidieoproep voor het traject vanaf 2020 als eerste stap een minimale cofinanciering
van 10% als voorwaarde opgenomen. Ook stel ik in deze subsidie oproep expliciet aan
MDT aanbieders de voorwaarde dat er sprake dient te zijn van partnerschappen. Hiermee
beoog ik door onder meer kennisuitwisseling de vitaliteit van de MDT aanbieders te
vergroten.
Financiële aspecten
Het totale budget voor de proeftuinen, inclusief de MDT-trajecten via gemeenten, bedraagt
circa 35 miljoen euro. Voor de subsidieronde 2020, waarin met het nieuwe ontwerp van
MDT wordt gestart, is een bedrag beschikbaar van 85 miljoen euro. In het regeerakkoord
is vanaf 2021 een bedrag van 100 miljoen euro per jaar opgenomen (Bijlage bij Kamerstuk
34 700, nr. 34).
Het is niet mogelijk om goed te voorspellen hoeveel jongeren in de nieuwe fase aan
maatschappelijke diensttijd gaan deelnemen. Dit is sterk afhankelijk van de mate waarin
organisaties succesvol zijn in het werven van jongeren. Uitgaande van de ingezette
middelen en het aantal deelnemers in de proeftuinen tot nu toe komt een globale raming
van de kosten van een MDT-traject uit op: 1.200 tot 1.700 euro gemiddeld per jongere.
De kosten van een MDT-traject zijn afhankelijk van de begeleiding die de jongere nodig
heeft. We gaan ervan uit dat ongeveer 25% van de MDT’ers behoefte heeft aan intensievere
begeleiding waarvoor het gemiddelde bedrag per jongere uitkomt op: 2.100 tot 3.000
euro. Dit is verdisconteerd in de globale raming van de kosten van een MDT-traject5. Naarmate er meer deelnemers zijn, zullen de gemiddelde kosten dalen. Over de werkelijke
kosten van de MDT-trajecten zal uw Kamer na afloop van de trajecten worden geïnformeerd.
Hierin neem ik ook de cofinanciering mee.
Ontwerp maatschappelijke diensttijd: kaders en contouren
Op basis van inzichten uit de proeftuinen, focusgroepen en andere sessies, aangevuld
met literatuuronderzoek en internationale vergelijkingen, heb ik keuzes gemaakt voor
de inrichting van MDT. Deze keuzes vormen samen het ontwerp MDT, dat als richtlijn
dient voor de officiële start in 2020. Het ontwerp geeft aan waar een MDT-traject
aan moet voldoen en geeft tegelijkertijd ruimte voor maatwerk. Het biedt kaders, zodat
elk MDT-traject bijdraagt aan de drie ambities: maatschappelijke impact door jongeren,
talentontwikkeling van jongeren en ontmoetingen tussen jongeren en anderen. Ik kies
er bewust voor om in het ontwerp kaders te stellen én de contouren van het MDT-traject
te schetsen, omdat ik organisaties de ruimte wil geven om hun MDT-trajecten nader
in te vullen, passend bij de behoeften van de organisatie en de jongere. In de bijlage
is een visualisatie opgenomen van het ontwerp.6
Het ontwerp MDT is inclusief vormgegeven: het is toegankelijk voor alle jongeren.
Ik deel de mening van het lid Kerstens7 dat maatschappelijke diensttijd «geen speeltje voor de happy few» mag zijn. Ik ben
verheugd dat onderzoek uitwijst dat er een grote diversiteit onder de deelnemende
jongeren is, zowel in onderwijsniveaus, achtergronden, leeftijdscategorieën en arbeidssituaties.
Ik heb ervoor gekozen MDT in te richten voor jongeren in de leeftijd van 14 tot 27
jaar. Deze keuze is gebaseerd op de leeftijd van jongeren die tot nu toe deelnamen
aan MDT.
MDT is nu nog niet toegankelijk voor jongeren op de BES-eilanden. De komende periode
verken ik of op Bonaire, Sint Eustatius en Saba behoefte bestaat om tot een vergelijkbare
regeling voor jongeren in Caribisch Nederland te komen en of hiervoor maatwerk is
vereist8.
Ambities: maatschappelijke impact, talentontwikkeling en ontmoeting
Ongeveer 50% van de jongeren doet nu al vrijwilligerswerk9. Met de inzet op talentontwikkeling van jongeren in MDT-trajecten geven we vrijwillige
inzet een nieuwe dimensie. Hiermee willen we meer en ook andere jongeren interesseren
zich een periode in te zetten voor de samenleving omdat MDT, naast het iets betekenen
voor een ander, ook gaat over de eigen ontwikkeling van jongeren. Vanuit de opgave
in het regeerakkoord, en rekening houdende met de behoeftes uit de samenleving, heb
ik voor MDT drie ambities benoemd waaraan elk MDT-traject moet bijdragen. De ambities
worden in de komende periode nader geconcretiseerd.
1. Maatschappelijke impact door jongeren
Via MDT heeft een jongere maatschappelijke impact door (op termijn) iets te doen voor
een ander en/of de samenleving. Veelal zullen jongeren zich aansluiten bij maatschappelijke
organisaties en bedrijven met een ideële doelstelling, omdat deze partijen al invulling
geven aan de beoogde maatschappelijke impact.
2. Talentontwikkeling van jongeren
Voor jongeren biedt MDT kansen, om hun vaardigheden te ontwikkelen, het eigen netwerk
uit te breiden en hun toekomstperspectief te vergroten.
Daarnaast zullen zij zich persoonlijk ontwikkelen: ze ervaren wat het is om een bijdrage
te leveren, ze stappen uit hun comfortzone en ontwikkelen meer zelfvertrouwen.
3. Ontmoetingen tussen jongeren en anderen
Tijdens MDT vinden er ontmoetingen plaats buiten de eigen omgeving. Tussen jongeren
met verschillende achtergronden, en ook met andere groepen in de samenleving. Ze leren
elkaar kennen en elkaar begrijpen. Dit maakt de samenleving sterker.
Afbakening: unieke kenmerken MDT
Maatschappelijke diensttijd is geen werk op grond van een arbeidsovereenkomst, geen
(maatschappelijke) stage en geen vrijwilligerswerk, maar bevat wel elementen hiervan.
MDT onderscheidt zich door de combinatie van maatschappelijke impact en talentontwikkeling.
Terwijl werk, stage en vrijwilligerswerk gericht zijn op één van deze twee, productieve
arbeid of kennismaking met vrijwilligerswerk.
MDT onderscheidt zich van regulier werk in dienstverband op grond van een arbeidsovereenkomst.
Omdat er geen sprake van een situatie waarbij de werknemer is verplicht het afgesproken
werk persoonlijk en onder gezag van de werkgever gedurende een zekere tijd te verrichten,
waarbij de werkgever verplicht is daarvoor loon te betalen. MDT is gericht op het
ontwikkelen van vaardigheden en talenten, en is niet gericht op productieve en betaalde
arbeid.
MDT onderscheidt zich van stage doordat een stage (vaak) onderdeel is van een opleiding.
Bij stage worden op voorhand leerdoelen vastgesteld en de stagiair wordt begeleid
door het stagebedrijf. De werkzaamheden die een stagiair verricht kenmerken zich doordat
deze niet productief en additioneel zijn. Het belangrijkste onderscheid met de maatschappelijke
stage (MaS) is dat de MaS gericht is op kennismaking met vrijwillige inzet. In tegenstelling
tot MDT waarbij jongeren zich voor langere tijd daadwerkelijk inzetten voor de samenleving.
De groep jongeren waar MDT zich op richt is breder dan bij de MaS.
Het belangrijkste verschil met vrijwilligerswerk is de nadruk die bij MDT ligt op
talentontwikkeling en de daarbij behorende professionele begeleiding.
Ondanks dit onderscheid is de scheidslijn soms dun. Dit heeft als risico dat het kan
leiden tot verdringing. Het voorkomen hiervan heeft, mede op verzoek van uw Kamer10, mijn aandacht. Om verdringing bij de uitvoering van maatschappelijke diensttijd
te voorkomen heb ik in de subsidieoproepen van ZonMw opgenomen dat de uitwerking van
MDT niet ten koste mag gaan van bestaande arbeidsplaatsen, stages of vrijwilligersfuncties.
In het beoordelingsproces worden subsidieaanvragen getoetst op mogelijke verdringing.
Ook de jongerenorganisaties en vakbonden zien het risico op verdringing bij de uitvoering
van de maatschappelijke diensttijd. Ik heb CNV Jongeren en FNV Jong gevraagd met mij
mee te denken over activiteiten om verdringing te voorkomen. In ieder geval richt
ik me de komende periode op het onder de aandacht houden van verdringing bij uitvoerders
van MDT en uitvoerders ondersteuning bieden bij het signaleren en voorkomen van verdringing.
Hiermee geef ik onder meer invulling aan de motie van het lid Kerstens c.s.11 Het voorkomen van verdringing komt ook terug in het begeleidend onderzoek.
Werkzame elementen: werven & matchen, begeleiden en belonen
De afgelopen tijd kregen organisaties binnen de proeftuinen de vrijheid om, met de
eerdergenoemde ambities als uitgangspunt, een MDT-traject voor jongeren vorm te geven.
In het begeleidend onderzoek12 zijn de werkzame elementen opgehaald, die de basis vormen voor ieder toekomstig MDT-traject.
Werven & matchen van jongeren
Bij de werving van jongeren werken organisaties samen met vindplaatsen van jongeren,
zoals scholen en het jongerenwerk. De werving via scholen bleek bovengemiddeld effectief,
38% van de deelnemende jongeren kwam met MDT in aanraking via een opleiding. Samenwerken
met vindplaatsen van jongeren is essentieel bij het werven van jongeren. Dit is een
van de redenen waarom ik in de volgende subsidieoproep de vorming van partnerschappen
stimuleer die hieraan bijdragen.
Proeftuinen die vanaf het begin aansluiten bij de motivaties van jongeren, zijn succesvoller
in werving. Zij maken een goede match op basis van de talenten, wensen en ontwikkeldoelen
van de jongeren en de mogelijkheden en behoeften van de aanbieder van de MDT-plek.
Ook bij de wijze van begeleiding en erkenning is het goed om aan te sluiten bij de
motivaties van jongeren. Het is dus belangrijk dat organisaties maatwerk leveren gedurende
het hele MDT-traject van de jongere.
Er is een proeftuin waar jongeren op school een workshop krijgen waarin ze hun toekomstplannen
uitwerken op een grote poster. Dit helpt de jongeren bij de zoektocht naar een passende
baan of studie. De jongere werkt de poster samen met een begeleider uit tot een persoonlijk
ontwikkelplan. Op basis van dit plan gaat de proeftuin binnen haar netwerk op zoek
naar een geschikte MDT-plek waar de jongere zijn of haar talenten kan inzetten.
Het representatieve motivatieonderzoek onder jongeren in Nederland13 heeft mij inzicht gegeven in de motivaties van jongeren om mee te doen aan MDT. Uit
alle motivaties die daarin genoemd worden, wil ik mij voor de start van MDT richten
op de volgende vier motivaties van jongeren: anderen helpen en daarvoor erkend worden,
vaardigheden ontwikkelen en zinvol werk doen, het eigen leven weer op de rit krijgen
en grip krijgen op baan of studiekeuze en de kans op succes daarin vergroten14.
In deze focus heb ik rekening gehouden met de ontvankelijkheid van de verschillende
groepen jongeren voor deelname aan de maatschappelijke diensttijd, maar ook met de
door uw Kamer gewenste diversiteit*. Als het organisaties lukt om bij deze vier motivaties aan te sluiten spreekt dit
een potentieel van bijna 600.000 jongeren aan.
Naast dat MDT aansluit op de motivaties van jongeren, is het ook van belang dat organisaties,
het bedrijfsleven en gemeenten gemotiveerd raken en blijven. Via onderzoek en werksessies
kreeg ik ook daar een duidelijk beeld van. In de bijlage is een overzicht opgenomen
van motivaties en randvoorwaarden van de verschillende organisaties om mee te doen
met MDT.16
Naast motivatie, is de levensfase waarin de jongere zich bevindt van invloed. Zo zijn
er verschillende momenten waarop een MDT gestart kan worden, passend bij de mogelijkheden
en wensen van jongeren: tijdens of naast een bestaande verplichting (zoals school,
studie of werk), in een tussenperiode of tijdens een vakantie. Goed aansluiten bij
de situatie van de jongere kan prestatiedruk, een zorg geuit door jongerenorganisaties,
voorkomen. Het heeft een positief effect op jongeren wanneer de verwachtingen duidelijk
zijn: kadering rondom contactmomenten, tijdsinvestering en opbrengsten. De evaluatie
van het Europese IVO4All programma17 onderschrijft deze bevinding. Het voorkomen van prestatiedruk bij jongeren is de
komende fase in het begeleidend onderzoek een belangrijk thema.
Er is een proeftuin die MDT organiseert voor jongeren in de laatste twee jaar van
het voortgezet onderwijs. De proeftuin biedt op basis van een uitgebreide intake a)
lokale vrijwillige inzet die aansluit bij de talenten van jongeren en b) een meeloopplek
ter loopbaanoriëntatie.
De flexibiliteit mag niet ten koste gaan van de zwaarte van MDT: een zekere intensiteit
en duur van een MDT-traject is nodig om van echte waarde te zijn. Zo heeft een jongere
de ruimte nodig om zijn of haar talenten te ontwikkelen en om zich binnen een organisatie
«thuis» te voelen. Tegelijk zijn organisaties gebaat bij een substantiële inzet op
hun doelstellingen. De indicatie voor de tijdsinvestering van een MDT is minimaal
80 uur in maximaal 6 maanden. Dit is een indicatie waar met goede redenen van kan
worden afgeweken.
Begeleiden van jongeren
Begeleiding die gericht is op de talent- en carrièreontwikkeling van jongeren maakt
MDT aantrekkelijk. Dit vraagt om specifieke vaardigheden van begeleiders en vraagt
om professionele expertise. Ontwikkelingsgerichte begeleiding vraagt veel persoonlijk
contact, dat vanaf de start van een MDT-traject moet worden opgebouwd. De wens is
daarom om van match tot afronding dezelfde begeleider te behouden.
Er is een vorm van begeleiding die met name effectief blijkt, namelijk peer-to-peer
begeleiding. De begeleiding in proeftuinen die jongerenbegeleiders inzetten die een
paar jaar ouder zijn dan de deelnemer wordt zeer positief gewaardeerd door de jongeren.
In de literatuur wordt ook bevestigd dat dit een effectieve manier van begeleiden
is18. In de tweede subsidieoproep is het aantal proeftuinen dat gebruikmaakt van jongerenbegeleiders
gestegen van 10% naar 42%. Professionele begeleiding is ook hier van belang. Deze
jongerenbegeleiders moeten goed worden begeleid in hun rol. Ik zal deze vorm van begeleiding
onder de aandacht brengen bij organisaties die nu en in de toekomst met MDT aan de
slag gaan.
Er is een proeftuin die jongerencoaches inzet. De coaches zijn een paar jaar ouder
dan de jongeren die ze begeleiden en staan in nauw contact met de deelnemers. Ze ontmoeten
elkaar eenmaal in de 2 weken. Daarnaast hebben ze veel contact via WhatsApp. Jongeren
vinden het vaak spannend om mee te doen. De coaches geven hen duidelijkheid en helpen
grote dromen concreet te maken. Voor de jongerencoaches zelf blijkt zo’n traject ook
betekenisvol, ze helpen anderen immers hun draai te vinden. Daarnaast leren ze zelf
ook veel, doordat ze hun talenten in de praktijk brengen en daarbij ondersteund worden
door een professionele coach.
Onderdeel van het goed begeleiden van jongeren is het aanbieden van een relevant trainingsaanbod
voor jongeren. Direct toepasbare trainingen voor een effectievere inzet binnen de
organisatie worden door jongeren goed gewaardeerd. Trainingen worden door zowel organisaties
als jongeren ook gezien als een passende beloning voor de geleverde inzet en sluit
aan bij de motivatie van jongeren om hun vaardigheden te ontwikkelen.
Belonen van jongeren
Jongeren doen om verschillende redenen mee aan MDT. Daar hoort een passende beloning
bij. Voor jongeren die primair hun vaardigheden willen ontwikkelen, zijn trainingen
heel geschikt. Terwijl er ook jongeren zijn die zich vooral graag willen identificeren
met een organisatie, project of beweging. In dat geval kan bijvoorbeeld een T-shirt
of trui met het merk van de organisatie enthousiast ontvangen worden. Om de definitie
van een passende beloning scherper te krijgen, wordt hier in het begeleidend onderzoek
expliciet aandacht aan besteed.
Er is een proeftuin die jongeren met een beperking helpt om op basis van hun ervaringen
organisaties te adviseren over participatie van mensen met een beperking. Deze jongeren
ontvangen tijdens hun MDT een uitgebreid trainingsaanbod dat aansluit bij hun ambities
als ervaringsdeskundigen.
Een certificaat is een veel voorkomende beloning binnen de proeftuinen. Van de 26
proeftuinen die werken met een certificaat, geeft 82% een certificaat van de eigen
organisatie. Ook zetten de proeftuinen de Europass (8%) in of een ander officieel
erkend certificaat (16%). 40% van de jongeren geeft aan een certificaat een passende
beloning te vinden19. Ondanks dat er veel gebruik wordt gemaakt van een certificaat, blijkt deze beloningsvorm
volgens projectleiders van proeftuinen en jongeren momenteel niet effectief. Een landelijk
certificaat dat erkend wordt door werkgevers zou volgens hen een betere vorm zijn.
Op die manier kan het certificaat als een symbool voor erkenning komen te staan voor
de ontwikkelde vaardigheden en kennis. Samen met een aantal gemeenten uit de derde
subsidieronde start ik in oktober 2019 een verkenning vanuit de praktijk hoe een dergelijke
waardering van kennis en vaardigheden opgedaan door jongeren tijdens hun MDT eruit
kan gaan zien. Bij de verkenning worden alle relevante stakeholders betrokken: werkgevers,
jongeren, maatschappelijke organisaties en scholen. Ik vind het belangrijk dat kennis
en vaardigheden gewaardeerd worden op een manier die werkgevers herkennen en aansluit
bij de bestaande structuur van het in de praktijk waarderen van kennis en vaardigheden.
De financiële beloning voor de jongere is maximaal € 170,– per maand, dit is gelijk
aan de vrijwilligersvergoeding. Proeftuinen zien overigens een financiële beloning
als de minst motiverende beloning. In sommige situaties is financiële ondersteuning
geen beloning, maar een randvoorwaarde voor deelname, bijvoorbeeld voor jongeren die
in hun eigen levensonderhoud moeten voorzien. Ik wil MDT inclusief inrichten en zal
via het begeleidend onderzoek monitoren voor welke groepen een vergoeding een noodzakelijke
randvoorwaarde is en hoe ik MDT ook voor deze groep jongeren toegankelijk kan maken.
Officiële start maatschappelijke diensttijd
Er is nog veel werk te verzetten om van MDT een landelijk succes te maken. Met het
ontwerp leggen we een sterke basis voor de officiële start van MDT. Nu we uit de proeftuinen
hebben geleerd wat de werkzame elementen van de diensttijd zijn, kunnen we het ontwerp
doorontwikkelen.
Proeftuinen die in partnerschap samenwerken met bedrijven, gemeenten en scholen zijn
beduidend succesvoller in de werving van jongeren en plekken, dan proeftuinen die
dit niet doen. Daarom vraag ik organisaties in de volgende subsidieronde de handen
ineen te slaan.
Subsidieoproep MDT groeit naar een landelijk dekkend netwerk
In de volgende fase van maatschappelijke diensttijd – de officiële start – schaal
ik op, door middel van een subsidieoproep bij ZonMw, door te versterken wat werkt
en hetgeen dat werkt met elkaar te verbinden. Hierdoor kunnen steeds meer jongeren
en organisaties meedoen aan MDT, waardoor de uitrol ervan verder wordt gestimuleerd.
Na instemming van uw Kamer op het voorliggende ontwerp van MDT zal de subsidieoproep
in gang worden gezet. Op 15 februari 2020 starten de organisaties die binnen deze
oproep zijn gehonoreerd. Dit is de officiële start van de maatschappelijke diensttijd.
De uitgangspunten van deze subsidieoproep zijn:
– Gedurende de hele looptijd (heel 2020) zijn er momenten waarop partnerschappen, die
voldoen aan de randvoorwaarden van maatschappelijke diensttijd, aanvragen kunnen indienen.
– Partnerschappen buiten de proeftuinen, die voldoen aan deze randvoorwaarden, kunnen
ook aanvragen indienen.
– Indienende partnerschappen moeten aantonen dat ze in verbinding staan met andere (al
bestaande) partnerschappen.
– Nieuwe partners kunnen aanhaken bij bestaande partnerschappen.
– Om toe te werken naar duurzame MDT-partnerschappen is minimaal 10% cofinanciering
het uitgangspunt.
Centrale ondersteuning
De officiële start van MDT vraagt om een centrale ondersteuning op een aantal terreinen.
In de afgelopen periode heb ik hiermee een start gemaakt, zodat we op 15 februari
2020 officieel van start kunnen. Voor de volgende fase is het neerzetten van MDT als
landelijk herkenbaar merk van belang. Daarnaast wordt er gewerkt aan een centrale
(digitale) infrastructuur voor de match tussen jongere en «MDT-plek».
Landelijke communicatiecampagne: bekendheid en meedoen
Om MDT landelijk zichtbaar en herkenbaar te maken, start ik een campagne. MDT moet
een merk worden waar alle betrokken bestaande en nieuwe initiatieven en partijen zich
onder scharen en van waaruit MDT verder kan groeien. Een merk dat garant staat voor
de kwaliteit van «het product» en waar jongeren zich mee kunnen en willen identificeren
en bij willen aansluiten.
De campagne wordt samen met jongeren vormgegeven en met hen monitor ik of deze doelstellingen
behaald worden. De campagne start in oktober 2019 in 2 fases. In de eerste fase zetten
we MDT in de markt en maken we jongeren en andere voor MDT belangrijke partijen (ouders,
professionals, organisaties en werkgevers) bekend met MDT. In de tweede fase, aanvullend
op de eerste fase, activeren en enthousiasmeren we jongeren zich aan te melden voor
MDT. In deze campagne zet ik bekende en onbekende personen als ambassadeurs in om
jongeren en anderen te enthousiasmeren en te motiveren om mee te doen met MDT20.
Digitale infrastructuur: verzamelplaats voor vraag en aanbod
Op 20 augustus jl. was de livegang van de eerste versie van de website (www.doemeemetmdt.nl). Op de website kan iedereen die informatie over MDT zoekt, terecht. Er is informatie
voor jongeren en organisaties die geïnteresseerd zijn en/of willen meedoen met MDT,
er zijn inspirerende verhalen te lezen over diverse proeftuinen en de website heeft
een helpdeskfunctie. Zo is er een e-mailadres en een contactformulier. En er kunnen
vragen worden gesteld via de diverse sociale kanalen (Facebook, Twitter, Instagram).
Als jongeren willen meedoen met MDT, dan kunnen zij zich nu direct wenden tot de proeftuinen
via de website van ZonMw. Organisaties melden zich aan via de website van ZonMw.
Bij de officiële start van MDT streef ik er naar jongeren en organisaties te ondersteunen
bij het bij elkaar brengen van de vraag naar en het aanbod van MDT-plekken op een
digitale verzamelplaats. Op dit moment zijn er veel verschillende vindplaatsen. Ik
heb ICTU gevraagd hiertoe een verkenning uit te voeren. Daarbij zijn de volgende uitgangspunten
gehanteerd:
– De digitale verzamelplaats moet interessant zijn voor jongeren en moet voldoen aan
de (minimale) eisen die jongeren aan een dergelijk instrument stellen.
– Het geheel van MDT-voorzieningen moet open en transparant zijn. Alle spelers in het
MDT-veld, op landelijk, regionaal en lokaal niveau, moeten zich aan dezelfde regels
houden («level playing field»).
– Bij het realiseren van een digitale verzamelplaats moet zoveel mogelijk gebruik worden
gemaakt van bestaande initiatieven en infrastructuren, binnen de overheid en in de
markt.
ICTU adviseert mij om in 2 stappen toe te werken naar een digitale verzamelplaats
voor MDT-plekken. De eerste stap bestaat uit het ontsluiten van toegankelijke informatie
over MDT en MDT-plekken. De tweede stap bestaat uit het toevoegen van een digitaal
matchingsinstrument, inclusief een eenvoudige en aantrekkelijk vormgegeven zoekfunctie.
Onlangs rondde ICTU het advies af. Dit najaar bepaal ik op basis van dit advies op
welke manier ik toewerk naar een digitale verzamelplaats voor MDT-plekken. Ik streef
ernaar dat bij de officiële start van MDT op 15 februari 2020 een eerste versie van
de digitale verzamelplaats beschikbaar is.
Duurzame inrichting: financieel en organisatorisch
Met maatschappelijke diensttijd investeren we in de toekomst van jongeren en in de
samenleving. Dat doen we niet voor de duur van een kabinet, maar hopelijk voor generaties.
Na de officiële start van MDT begin 2020, gaat het ontwikkelproces daarom door. De
volgende stap is een duurzame diensttijd. Dit vraagt om een houdbare financiering
en een toekomstbestendige inrichting.
Om een zo goed mogelijk maatschappelijk rendement op de juiste investering te realiseren
richt ik mij op het ondersteunen en ontwikkelen van ondernemerschap, het stimuleren
van cofinanciering en het geven van de juiste (financiële) prikkels. Daar hoort een
houdbare financieringsvorm bij. De organisaties die willen meedoen aan MDT moeten
ondernemend zijn in het aangaan van duurzame partnerschappen en in het creëren van
nieuwe investeringskansen. Daarom heb ik als eerste stap de verplichting tot cofinanciering
opgenomen in de komende subsidieoproep. Ik wil weten hoe MDT aantrekkelijk kan worden
gemaakt voor alternatieve financiers, zoals impact investeerders of sociale ondernemingen,
en waarin het Rijk een minderheidsaandeel heeft. Hierbij hoort het ontwikkelen van
een toolbox die organisaties hierin ondersteunt. Daarnaast laat ik prestatie-indicatoren
ontwikkelen die zowel het maatschappelijk rendement van de diensttijd als het duurzame
ondernemerschap van deelnemende organisaties helder in kaart brengen.
Voor een toekomstbestendige organisatorische inrichting kwam uit de verschillende
onderzoeken en verkenningen een aantal randvoorwaarden naar voren. Ik vind het belangrijk
dat de diverse perspectieven van de betrokken partijen (jongeren, bedrijven en sociaal
ondernemers, maatschappelijke organisaties, overheden en private fondsen) samen invulling
blijven geven aan MDT. Het moet voor elke partij van meerwaarde zijn om vrijwillig
mee te doen. Daarnaast moet ook de organisatorische positionering van MDT bijdragen
aan de hoofddoelstelling om álle jongeren de kans te bieden om zich persoonlijk te
ontwikkelen en maatschappelijk impact te hebben.
Net als voor het ontwerp van maatschappelijke diensttijd geldt ook voor de duurzame
inrichting ervan dat ik wil werken vanuit de praktijk. Om bovenstaande elementen van
financiering, positionering en regie in de praktijk te toetsen, wil ik onderzoeken
onder welke voorwaarden ik een samenwerking kan aangaan met landelijke private fondsen
die een vergelijkbare maatschappelijke missie hebben. Hiervoor wil ik echter eerst
de kaders voor het ontwerp met uw Kamer hebben besproken.
Meer verplichtende variant maatschappelijke diensttijd
Het regeerakkoord legt een duidelijke relatie tussen de maatschappelijke diensttijd
en de kwalificatieplicht (Bijlage bij Kamerstuk 34 700, nr. 34). In mijn brief van 9 juli jl. heb ik aangegeven dat ik het belangrijk vind om jongeren
die geen startkwalificatie hebben en die niet participeren via school of werk, maatschappelijk
actief te houden (Kamerstuk 35 034, nr. 5). Deze jongeren hebben extra ondersteuning nodig om te voorkomen dat ze in een uitzichtloze
situatie belanden. MDT kan hen die extra ondersteuning bieden door het ontwikkelen
van vaardigheden, het opdoen van ritme en zelfvertrouwen en door het vergroten van
het netwerk van de jongeren. MDT kan voor hen een belangrijke opstap zijn, waardoor
ze gemakkelijker de weg terug vinden naar school of naar werk. Ik vind het bieden
van een kans op een betere toekomst voor deze jongeren van dermate groot belang, dat
ik ook de mogelijkheid verken om een meer verplichtende variant van MDT wettelijk
te verankeren. Deze verkenning houdt rekening met de verschillende leeftijden en levensfasen
waarin deze jongeren verkeren. Ik kijk hierbij, in overleg met de Ministeries van
OCW en SZW, in elk geval naar:
1. De invulling die MDT kan krijgen bij pilots met een verlengde kwalificatieplicht.
Bij deze pilots die in het regeerakkoord worden aangekondigd kunnen de uitkomsten
van de hierboven genoemde verkenning ook worden benut en kan een soortgelijke aanpak
worden gekozen. Ook voor de doelgroep voortijdig schoolverlaters tussen de 18 en 21
kan MDT bijvoorbeeld als activerende stap worden toegevoegd.
2. Het verbinden van MDT aan de bestaande kwalificatieplicht voor 16 en 17-jarigen, zoals
in de Leerplichtwet is opgenomen. Hierbij staat voorop dat school altijd voor gaat.
Jongeren van 16 en 17 jaar die onderdeel zijn van de thuiszitteraanpak worden besproken
op de multidisciplinaire thuiszittertafels in de regio. Al deze inspanningen gaan
vooraf aan het eventueel opleggen van een MDT. In aansluiting hierop wordt bij de
verkenning gekeken of bijvoorbeeld het huidige boetesysteem bij voortijdig schoolverlaten
kan worden uitgebreid met een stap die vooraf gaat aan het toekennen van de boete,
namelijk het doen van een MDT. MDT zorgt voor het activeren van jongeren, in plaats
van sanctioneren. Een stapeling van problemen bij deze groep jongeren moet voorkomen
worden.
3. MDT in relatie tot de tegenprestatie. MDT kan nu al invulling krijgen binnen de bestaande
kaders van de Participatiewet voor de tegenprestatie en op deze wijze verplichtend
worden opgelegd. Iedere bijstandsgerechtigde moet, indien de gemeente hierom vraagt,
een tegenprestatie leveren. Bij een tegenprestatie gaat het om een onbetaalde, maatschappelijk
nuttige activiteit van doorgaans beperkte duur en omvang. Het mag geen werk zijn waar
normaal gesproken voor wordt betaald en het mag re-integratie naar de arbeidsmarkt
niet in de weg zitten. Werk gaat altijd voor MDT. Een verplichte MDT zou door gemeenten,
indien wordt voldaan aan de criteria in de Participatiewet, kunnen worden gezien als
een invulling van de tegenprestatie.
Hierbij zijn wel een aantal zaken van belang. Ten eerste moet de praktijkbasis onder
een meer verplichte variant van MDT verder worden verbreed. Naast de twee proeftuinen
die nu al verplichte trajecten aanbieden, wil ik ook de inzichten uit de gemeentelijke
proeftuinen benutten die in oktober van start gaan. Daarnaast blijf ik ook volgend
jaar initiatieven ondersteunen die werken met een meer verplichtende vorm van MDT.
Ik wil bij al deze trajecten nagaan welke varianten het beste werken voor zowel jongeren
als gemeenten, scholen en maatschappelijke organisaties. Ten tweede wil ik scherper
in beeld hebben om welke jongeren het precies gaat en welke aanpak voor deze jongeren
wenselijk is, omdat een deel van deze doelgroep via verschillende proeftuinen ook
op vrijwillige basis succesvol wordt geworven. Tot slot moet er voor het opleggen
van een verplichting sprake zijn van landelijke dekking. Voor elke jongere uit deze
doelgroep moet MDT immers toegankelijk zijn. Ik streef ernaar de verkenning naar een
meer verplichtende variant van MDT in het najaar 2020 af te ronden en in het voorjaar
2020 uw Kamer te informeren over de stand van zaken van de verkenning naar de drie
varianten.
Tot slot
De MDT-beweging is op gang gekomen en nu is het moment daar om op te schalen. Het
perspectief dat we jongeren kunnen bieden, de impuls voor hun actie-oriëntatie, de
ontwikkeling van hun talent, de bijdrage aan hun zelfvertrouwen, het vergroten van
hun netwerk en de inzet die ze aan de maatschappij gaan leveren, zijn maar een deel
van de waarde die MDT kan creëren. MDT kan jongeren perspectief bieden bij schooluitval,
bij arbeidstoeleiding door het waarderen van opgedane kennis en werknemersvaardigheden,
en bij het vergroten van hun netwerk.
Ook kan het helpen bij oriëntatie op school- of studiekeuze en bij het creëren van
sociale cohesie tussen verschillende groepen jongeren en andere groepen in de samenleving.
MDT kan ook perspectief bieden aan vergrijzende organisaties die een nieuwe generatie
aan zich moeten zien te binden of anders misschien ten onder gaan, met verlies van
waarde voor de maatschappij. Het kan bedrijven helpen om jongeren te interesseren
voor hun sector.
En heel belangrijk: het kan gemeenten helpen bij hun opgave ten aanzien van de maatschappelijke
integratie van jongeren en een daarop gerichte preventieve infrastructuur. MDT kan
gezien worden als een investering vanuit het Rijk, maatschappelijke organisaties,
bedrijven en gemeenten aan die belangrijke voorkant, waarmee een deel van de dure
zorg, dure uitval, dure ontsporing, werkloosheid en vooral verspilling van talent
kan worden voorkomen. De investering in MDT kunnen we met de juiste aanpak als maatschappij
terugverdienen.
Anderhalf jaar geleden is het kabinet gestart met het vormgeven van maatschappelijke
diensttijd in partnerschap met de samenleving. Ik wil van de gelegenheid gebruik maken
om alle partners en betrokkenen bij MDT te bedanken voor de samenwerking en hun bijdrage
aan dit ontwerp. En ik hoop dat we samen verder blijven bouwen aan de ontwikkeling
van MDT, want de proeftuinen en partners blijven de komende tijd input leveren om
het ontwerp verder te optimaliseren. Bij aanvang was er de nodige reserve, zowel ten
aanzien van de interactieve aanpak, als nut en noodzaak van MDT. Nu blijkt uit focusgroepen,
werkconferenties, proeftuinen en onderzoek, hoe geïnteresseerd jongeren zijn, juist
ook de kwetsbare groepen, en hoeveel organisaties graag willen aanhaken.
Kortom, maatschappelijke diensttijd ontwikkelt zich, mits het de tijd en ruimte krijgt
die het hiervoor nodig heeft, tot het waardevolle instrument dat we ermee voor ogen
hebben voor onze samenleving.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
P. Blokhuis
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport