Brief regering : Noodhulp Bahama’s in verband met gevolgen orkaan Dorian

Nr. 84
BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE EN MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 september 2019

Graag informeren wij u over het besluit van het kabinet om met twee marineschepen
noodhulp te leveren aan de Bahama’s in verband met de gevolgen van orkaan Dorian.
Hiermee reageert het Koninkrijk der Nederlanden op een hulpverzoek ontvangen van de
Bahama’s via de regionale rampenbestrijdingsorganisatie Caribbean Disaster Emergency
Management Agency (CDEMA).

De orkaan Dorian heeft een verwoestend effect gehad op de Bahama’s. De orkaan van
categorie vijf heeft veel slachtoffers geëist en volgens het Rode Kruis zijn er circa
13 duizend huizen verwoest of zwaar beschadigd. De eerste schattingen van het World
Food Programme zijn dat 76.000 mensen hulp nodig hebben. Grote delen van de eilanden
staan onder water en de infrastructuur heeft zwaar te lijden onder de situatie. Naar
schatting is 80% van het grondgebied offline vanwege instorting van de connectiviteit.
De bevolking heeft dringend hulp nodig.

Inmiddels komt noodhulp langzaamaan op gang. De Emergency Relief Coordinator van de
VN heeft op 4 september een bezoek gebracht. Het lokale Rode Kruis in de Bahama’s
is actief en met steun van de International Federation Red Cross (IFRC) de hulp verder
aan het opschalen.

Het Koninkrijk stelt de marineschepen Zr.Ms. Johan de Witt en Zr.Ms. Snellius beschikbaar
om de eilandengroep te hulp te schieten. Zr.Ms. Johan de Witt is een amfibisch transportschip
dat beschikt over een breed palet aan capaciteiten geschikt voor het leveren van noodhulp,
zoals een groot dek voor voertuigen en hulpgoederen, medisch personeel, twee helikopters,
landingsvaartuigen, eenheden gespecialiseerd in civiel-militair optreden en duikteams.
Zr.Ms. Snellius is een hydrografisch opnemingsvaartuig uitgerust met geavanceerde
sonarapparatuur om onderwaterschade en scheepswrakken en andere blokkades in kaart
te brengen. Daarmee kan het schip een rol vervullen in het weer toegankelijk maken
van de havens op de Bahama’s.

De marineschepen zijn reeds in het Caribisch Gebied in verband met de noodhulpoefening
Caribbean Coast 2019, welke nu plaats maakt voor daadwerkelijke noodhulp aan de Bahama’s.
Beide marineschepen liggen momenteel in Sint Maarten om de logistieke voorbereidingen
te treffen voor deze hulpoperatie. Naar verwachting vertrekken de schepen binnen enkele
dagen en zijn zij komende week ter plaatse om noodhulp te bieden. De nadere invulling
van de noodhulp wordt momenteel uitgewerkt door het Ministerie van Defensie in overleg
met de CDEMA.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking stelt voor deze
noodhulp in eerste instantie middelen ter beschikking uit een specifiek non-oda budgetonderdeel
dat is gereserveerd voor inzet van Nederlandse defensie, mensen en middelen bij humanitaire
rampen. Eerder, in 2017 en 2016, werden uit dit budget humanitaire missies van de
marine na de cyclonen Maria (Dominica) en Matthew (Haïti) gefinancierd. Het gaat in
dit geval om een indicatief bedrag van EUR 700.000. Indien aanvullende financiering
noodzakelijk is, zal gekeken worden naar overige voor de inzet van de Krijgsmacht
beschikbare budgetten.

De Minister van Defensie,
A.Th.B. Bijleveld-Schouten

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
S.A.M. Kaag