Brief regering : Maatregelen innovatie op het boerenerf
35 000 XIV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar 2019
Nr. 98
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 juli 2019
Boeren en tuinders staan aan de basis van de omslag naar kringlooplandbouw en een
klimaatvriendelijke bedrijfsvoering. Die omslag vraagt structurele en ingrijpende
veranderingen in hun bedrijfsvoeringen. Ze geven aan de veranderingen en vernieuwingen
te willen doen, maar ook dat ze die niet van het ene op het andere moment kunnen realiseren.
Uit recente gesprekken met boeren, tuinders, adviseurs en andere erfbetreders kwam
naar voren dat de beschikbaarheid van actuele kennis en innovaties noodzakelijk zijn
om stappen te zetten. Waar nodig en mogelijk wil ik hen hierbij ondersteunen. Vorig
jaar heb ik uw Kamer reeds geïnformeerd welke mogelijkheden hiervoor beschikbaar zijn
(Kamerstuk 35 000 XIV, nr. 12).
Belangrijk is de vertaling van de nieuwe inzichten uit het onderzoek richting ondernemers
die hiermee ook aan de slag willen. Het systematisch samenbrengen, analyseren en praktisch
toepasbaar maken van beschikbare kennis kan beter. Nieuwe kennis stroomt naar mijn
mening nog onvoldoende snel door naar de praktijk van het boerenerf. Dit werkt vertragend
voor de adoptie van innovaties en daarmee voor de omslag. Ook het onderling leren
van goede voorbeelden en er zelf mee aan de slag gaan kan sterker. Ik streef ernaar
door gerichte aanvullende maatregelen de kennisbenutting en het toepassen van innovaties
te versnellen. In dat kader werd ook de behoefte aan één op één bedrijfsadvisering
veelvuldig naar voren gebracht. Met deze brief informeer ik uw Kamer dan ook over
erfbetreders en adviesdiensten in het kader van het GLB zoals ik op verzoek van lid
De Groot heb toegezegd tijdens het AO van 15 mei jl. (Kamerstuk 28 625, nr. 273)
Landelijk kennisplatform kringlooplandbouw
Kennis en ervaring wordt opgedaan in talloze initiatieven in het land, zoals in regionale
proeftuinen, studiegroepen en praktijknetwerken. Maar ook in het publiek-private onderzoek
dat plaatsvindt rondom de missies met de topsectoren.
Deze kennis moet meer doorwerken naar het boerenerf en daar zichtbaar gaan leiden
tot innovaties en vernieuwing.
Met de sectoren ben ik daarom in gesprek over het ontsluiten en actief verspreiden
en delen van deze kennis op één landelijk interactief digitaal platform. Hiervoor zal het bestaande Groen Kennisnet1 worden vernieuwd en doorontwikkeld waarbij de directe betrokkenheid van de kennisgebruikers
en een bredere deelname van kennisaanbieders de belangrijkste inspiratie zijn voor
de vernieuwing. Ik heb daarbij aandacht voor al goedlopende digitale initiatieven
voor kennis- en innovatieverspreiding, zoals de websites Verantwoorde veehouderij2, Kas als energiebron3, Vistikhetmaar4, Netwerk platteland5 en Kennisnetwerk OBN6. Ik streef ernaar bestaande initiatieven op een heldere manier met het Kennisplatform
te verbinden. Dit geldt ook voor het Doe mee loket7, dat in het kader van de uitvoering van de LNV-visie is geopend op het Rijksportaal
om vragen en initiatieven als voorbeelden en inspiratie te laten werken en deze met
elkaar te verbinden.
Ik vind het ook van groot belang dat de kennis uit de publiek-private samenwerkingsprojecten
en -programma’s (PPS) binnen de topsectoren via het kennisplatform gemakkelijker en
actief beschikbaar is. Ik maak daarom afspraken met de topsectoren om de kennisuitwisseling
te intensiveren. In het nieuwe kennis- en innovatiecontract met de topsectoren wordt
het streven vastgelegd om een substantieel deel van de subsidies voor deze samenwerkingen
te investeren in kennisdoorwerking met boeren en tuinders. In elke PPS wordt kennisdoorwerking
opgenomen in de activiteiten. De doorwerking gaat verder dan de meer gebruikelijke
vormen zoals rapporten en lezingen. Te denken valt aan demonstraties, open dagen,
innovatiecirkels, vlogs en verwerken van resultaten in (teelt)handleidingen. Kennis
uit onderzoek en ervaringen uit de praktijk komen hiermee meer geïntegreerd beschikbaar.
In het verlengde hiervan stel ik € 1 miljoen beschikbaar om het Groen Kennisnet te
ontwikkelen tot deze landelijke platformfunctie. Eind 2019 zal het in samenwerking
met de stakeholders opgestelde herontwerp gereed zijn. Vanaf 2020 wil ik het Groen
Kennisnet bij Wageningen Research met € 300.000,– per jaar versterken om de kennisdoorwerking
te versnellen. Ik lever deze financiële bijdrage onder de voorwaarde dat ook andere
stakeholders meedoen met een zelfde bijdrage. De afspraken hierover zal ik in het
Groen Pact vastleggen. De activiteiten richten zich zowel op doorstroming van praktijkkennis
van ondernemers zelf als van wetenschappelijke kennis naar boeren en tuinders en andere
gebruikers.
Het kennisplatform wil ik ontwikkelen tot een inspiratiebron voor kringlooplandbouw,
klimaatvriendelijke bedrijfsvoering en andere vraagstukken waar primaire ondernemers
mee aan de slag willen. Niet alleen voor deze ondernemers, maar ook voor onderzoeks-
en onderwijsinstellingen, adviseurs en andere partijen die een rol spelen in de realisatie
van de omslag.
Ondersteuning door onafhankelijke bedrijfscoaches
Ondernemers geven aan dat ze moeite hebben om de enorme hoeveelheid, vaak ingewikkelde,
informatie te doorgronden en te vertalen naar praktische en economisch haalbare handelingsperspectieven
voor het eigen bedrijf. Het is dan ook nodig dat deze ondernemers hierbij desgewenst
onafhankelijk worden geadviseerd. Die advisering kan plaatsvinden in bestaande en
nieuw op te zetten studiegroepen en praktijknetwerken maar ook met één op één advisering
door onafhankelijke «bedrijfscoaches».
Er zijn op dit moment allerlei typen agrarische bedrijfsadviseurs in Nederland. Voor
de benodigde omslag is integrale onafhankelijke advisering (technisch, economisch,
ecologisch, juridisch) gewenst. Adviseurs zijn nu veelal verbonden aan een leverancier
van producten of diensten en daardoor niet volledig onafhankelijk. Ik ga in overleg
met de Vereniging Agrarische Bedrijfsadviseurs, Agrarische organisaties en andere
stakeholders over kwaliteit, erkenning en registratie van onafhankelijke «bedrijfscoaches».
Het is belangrijk dat zowel het aantal onafhankelijke bedrijfscoaches als de kwaliteit
van hun adviezen worden versterkt. Adviseurs die zich willen registreren moeten hun
vaardigheden aantoonbaar maken. Met de registratie komen ze in aanmerking voor een
vergoeding van de diensten voor boeren en tuinders. Met de registratie van bedrijfscoaches
geef ik ook invulling aan het borgen van het onafhankelijke bedrijfsadvies zoals dat
nu in de voorstellen voor het nieuwe GLB is opgenomen.
Studiegroepen en praktijknetwerken dragen van oudsher sterk bij aan het uitwisselen
en verspreiden van kennis en ervaringen. Binnen het huidige POP3 zijn er maatregelen
die dit ondersteunen. Een van de maatregelen van POP3 is het zogenaamde Europees Innovatie
Partnership (EIP). In dat kader worden in Nederland inmiddels 160 innovatie projecten
(Operational Groups) uitgevoerd, die bijdragen aan de omslag naar een toekomst bestendige
bedrijfsvoering. Boeren testen in deze projecten samen met wetenschappers en adviseurs
innovatieve praktijken, technologieën, processen en producten. In overleg met de provincies
ga ik verkennen hoe er meer mogelijkheden kunnen komen voor openstelling en kijkdagen
om de innovaties op voorbeeldbedrijven, proeftuinen en field labs te bezichtigen.
Dit geldt ook voor een grotere rol van het Regiebureau POP om bij te dragen aan het
doorstromen van kennis bijvoorbeeld door de deelnemers in de projecten met elkaar
te verbinden. Hiervoor bestaat bij ondernemers een grote behoefte. Boeren leren immers
het meeste van elkaar. Ook initiatieven vanuit de regiodeals, de ontwerpwedstrijd
Brood en Spelen en het IBP Vitaal Platteland wil ik hierin meenemen.
Het is mijn intentie om het zowel voor deze groepen en netwerken alsook voor de individuele
boeren en tuinders makkelijker te maken om hoogwaardige expertise op het erf te krijgen.
Hiervoor ga ik dit jaar in gesprek met de provincies en waterschappen om «bedrijfscoaches»
beschikbaar te stellen. Studiegroepen, praktijknetwerken en individuele ondernemers
moeten de bedrijfscoaches kunnen aanvragen. De coaches dragen kennis over, adviseren
over de haalbaarheid van vernieuwing en mogelijkheden voor subsidies. De procedure
voor het aanvragen van coaches wil ik zo laagdrempelig mogelijk vormgeven. Vanuit
POP3 zijn er nu al mooie voorbeelden te zien waarbij coaches of adviseurs laagdrempelig
beschikbaar worden gemaakt zoals Landbouwportaal Noord-Holland8 en Natuur Inclusieve Landbouw coaches9 van de provincie Noord-Brabant. Deze pilots worden geëvalueerd, ook met het oog op
het vorm te geven NSP. Deze aanpak sluit ook aan bij het toekomstige GLB waarin wordt
voorzien in het versterken van de kennisinfrastructuur en borgen van onafhankelijk
bedrijfsadvies. Ik wil samen met provincies, waterschappen en landbouworganisaties
verkennen of we een aantal pilots bedrijfsadvisering rond kringlooplandbouw eind 2019
kunnen starten.
Actueel houden van kennis – masterclasses en groen onderwijs
Naast ondersteuning bij het inhuren van coaches zet ik voor het actueel houden van
kennis van ondernemers, bedrijfscoaches en andere erfbetreders versterkt in op het
organiseren van trainingen en masterclasses. Deze masterclasses worden dit jaar al
georganiseerd vanuit het nieuwe missiegedreven innovatiebeleid met inbreng van Wageningen
Research. Dit jaar starten er zo’n 20 masterclasses voor kringlooplandbouw en klimaatvriendelijke
bedrijfsvoering. Deze masterclasses zijn laagdrempelig toegankelijk en bieden plaats
aan ruim 200 deelnemers.
Onderwijs is vanzelfsprekend een sleutelinstrument bij het laten doorwerken van kennis
en het verhogen van het kennisniveau. Begin dit jaar is de tweede fase van het Groenpact
gestart. Het pact gaat over het vernieuwen van het onderwijs aansluitend bij de arbeidsmarkt,
innovatie op het boerenerf en aansluiten op maatschappelijke opgaven. Ik ben in gesprek
met NWO, de topsectoren en de groene scholen over samenwerking bij het ontwikkelen
van praktijkkennis voor toekomstbestendige bedrijfsvoering. Met de groene onderwijsinstellingen
en de provincies sloot ik recent al een Green Deal Natuurinclusieve Landbouw (Kamerstuk
29 697, nr. 61), die ertoe moet leiden dat dit thema een integraal onderdeel gaat vormen van alle
relevante groene opleidingen. Samen met NWO-SIA investeer ik dit jaar tevens ruim
€ 8 miljoen in praktijkkennis programma’s met de groene hogescholen gericht op Duurzaam
Bodembeheer, Duurzame Plantaardige ketens, Duurzame Veehouderij en Agrarische Bedrijfsovername.
De doelstelling is jaarlijks programma’s te laten starten gericht op de onderwerpen
binnen de kringlooplandbouw.
Leren door experimenteren
Uit de gevoerde gesprekken komt verder naar voren dat de introductie van innovatieve
kringlooplandbouwconcepten in de praktijk vaak wordt belemmerd door stapeling van
bestaande regelgeving op deelaspecten van de productie (zoals de mestwetgeving en
de omgevingswet). Hier komt nog bij de onzekerheid over terugverdienmogelijkheden
en angst voor nieuwe belemmerende regelgeving. Er bestaat daardoor een duidelijke
behoefte bij de boeren en tuinders aan ruimte om te kunnen experimenteren waarbij
men vraagt om niet zozeer te worden afgerekend op middelvoorschriften maar vooral
te kijken naar doelrealisatie.
In mijn Realisatieplan visie Landbouw, Natuur en Voedsel: Waardevol en Verbonden (Kamerstuk
35 000 XIV, nr. 76) heb ik mijn inzet hierop uiteengezet. De gebieden met experimenteerruimte voor kringlooplandbouw
die ik daar noem en specifiek wil ondersteunen zullen veel kennis en ervaringen gaan
opleveren. De opgedane kennis zal via het kennisplatform voor iedereen beschikbaar
komen. Om de kennisdoorwerking rondom deze experimenten te versnellen stel ik extra
kringlooplectoren aan. De ervaringen en opgedane kennis over gebiedsgerichte implementatie
van kringloopconcepten stroomt dan tevens direct door naar het onderwijs. Tevens kan
de lectoren aanvullend experimenten en praktijkgericht onderzoek organiseren en hiervoor
tools ontwikkelen.
Beter de weg vinden naar (subsidie)regelingen
Naast de kennis uit het onderzoek en de leerervaringen uit de praktijk zal men via
het kennisplatform de weg vinden naar de loketten van RVO.nl en provincies voor subsidie-
en investeringsregelingen. Hiermee wordt het voor agrarische ondernemers makkelijker
om passende ondersteuning te vinden bij hun stappen richting kringlooplandbouw. In
mijn brief van 30 oktober (Kamerstuk 35 000 XIV, nr. 12) heb ik dit instrumentarium al uitvoerig beschreven. Ik verken dit jaar de mogelijkheid
om op het kennisplatform deze doorverwijzing te maken voor openstellingen van de betreffende
Rijksregelingen en Provinciale regelingen, waaronder die van het Plattelandsontwikkelingsprogramma
(POP3).
Ten aanzien van de belangrijkste regelingen streef ik naar meer stroomlijning van
openstellingen en het beperken van administratieve lasten. Dit speelt bijvoorbeeld
bij de POP3-regelingen uitgevoerd door de provincies. Ik wil met hen, ook met het
oog op het vormgeven van het Nationaal Strategisch Plan (NSP) voor het nieuwe Gemeenschappelijk
Landbouw Beleid (GLB), samen verbetermogelijkheden verkennen en extra ondersteuning
bieden aan boeren bij het indienen van voorstellen. Met het regiebureau POP, provincies,
RVO.nl en de topsectoren onderzoek ik ook opties voor het verminderen van het aantal
loketten en het vereenvoudigen van de procedures waardoor administratieve lasten bij
deelname aan de regelingen worden verminderd. Dit geldt ook voor mogelijkheden van
het voorfinancieren van subsidies, waarmee we voorkomen dat de aanvragers uit eigen
middelen betalingen voor andere deelnemers moeten doen.
Tot slot
Boeren en tuinders zijn bereid tot het nemen van stappen richting kringlooplandbouw
en klimaatvriendelijke bedrijfsvoering. Daarvoor hebben ze bruikbare actuele praktijkgerichte
handelingsopties nodig. Met de maatregelen die ik in deze brief voorstel ben ik van
mening tegemoet te komen aan de geuite behoeftes en daarmee een steun in de rug van
onze boeren en tuinders te bieden.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit