Brief regering : Reactie op het verzoek van het lid Stoffer, gedaan tijdens de Regeling van werkzaamheden van 2 april 2019, over het bericht "AIVD: zorgen over radicalisme bij naschoolse Arabische lessen"
35 000 XV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2019
Nr. 92
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 juli 2019
Tijdens de Regeling van Werkzaamheden van 2 april jl. (Handelingen II 2018/19, nr.
69, item 22) heeft uw Kamer verzocht om een brief over het bericht «AIVD: zorgen over radicalisme
bij naschoolse Arabische lessen».1 Tevens is er verzocht om de Kamer te informeren over de stand van zaken van de toegezegde
verkenning naar informele scholing in Nederland. Met deze brief kom ik mede namens
de Minister van Justitie en Veiligheid tegemoet aan deze verzoeken.
Zoals aangegeven in antwoorden op vragen van uw Kamer2 heeft het kabinet op dit moment geen volledig zicht op de aard en omvang van informele
scholing op onder andere weekendscholen die zich richten op taal, cultuur en religie.
Daarom laat het kabinet een verkenning uitvoeren naar vormen van informele scholing
in Nederland om meer inzicht in aard en omvang ervan te verkrijgen. De AIVD heeft
in haar jaarrapport over 2018 in algemene zin geconstateerd dat radicaalislamitische
(salafistische) aanjagers zich sterk weten te positioneren in het aanbod voor jonge
moslims. Waar voorheen salafistische aanjagers een sterke positie hadden in het aanbod
van enkele gevestigde moskeeën en instellingen is dit nu wijder vertakt. Uiteraard
staat niet alle informele islamitische scholing onder invloed van salafistische aanjagers.
De verkenning naar informele scholing in Nederland wordt uitgevoerd door RadarAdvies.
Zoals uw Kamer is geïnformeerd wordt deze verkenning uitgevoerd in drie stappen. De
eerste stap is een brede verkenning naar informele scholing in Nederland die zich
richt op taal, cultuur en/of religie voor 5 tot 16 jarigen. De tweede stap is een
verdiepende fase waar ingegaan wordt op casuïstiek in het geval dat er signalen zijn
van (financiering van) informele scholing dat een anti-integratief, antidemocratisch
en anti-rechtsstatelijk effect probeert te hebben. De derde stap is het verkennen
van mogelijke handelingsperspectieven voor de rijksoverheid en gemeenten, waarin conform
de wens van uw Kamer ook mogelijkheden voor toezicht en interventie meegenomen zullen
worden. Deze verkenning is recent gestart en zal zoals aangekondigd in de brief over
de afbakening van de verkenning van 13 februari jl. een looptijd hebben van een jaar.3
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
W. Koolmees
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid