Brief regering : Reactie op verzoek commissie inzake rapporten van NS en ProRail over grondtransacties

Nr. 856 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT EN DE MINISTER VAN
FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 juli 2019

Tijdens de procedurevergadering van 5 juni 2019 heeft de vaste commissie voor Infrastructuur
en Waterstaat gesproken over de rapporten van NS en ProRail over grondtransacties
en heeft de commissie ons verzocht om de ongelakte rapporten van NS aan de Kamer te
doen toekomen. Vervolgens is op 11 juni 2019 aan de Staatssecretaris van Infrastructuur
en Waterstaat eveneens verzocht om de rapporten van ProRail ongelakt aan de Kamer
te doen toekomen.

Met betrekking tot de twee rapporten van NS delen wij u mede dat wij niet beschikken
over ongelakte versies van de NS-rapporten, zoals wij uw Kamer hebben laten weten
op 25 april 2019.1 Zoals wij in onze brief van 11 maart 20192 hebben aangegeven, heeft de aandeelhouder van NS geen formele bevoegdheid deze rapporten
op te eisen. Ook het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft hier vanuit
de vervoerconcessie geen formele bevoegdheid voor.

Ten aanzien van de drie rapporten van ProRail heeft het Ministerie van Infrastructuur
en Waterstaat op grond van de beheerconcessie wel de mogelijkheid rapporten van ProRail
op te vragen. Naar aanleiding van het verzoek van de commissie heeft de Staatssecretaris
van Infrastructuur en Waterstaat daarom aan ProRail verzocht om haar ongelakte versies
van de eerder toegezonden rapporten te sturen. Met deze brief worden deze rapporten
doorgeleid om vertrouwelijk in te zien conform het Reglement van orde van de Tweede
Kamer en de Regeling vertrouwelijke stukken.3 Wij merken hierbij op dat in het kader van de Algemene Verordening Gegevensbescherming
de naam van de betreffende medewerkers door ProRail onzichtbaar zijn gemaakt.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer

De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra