Brief regering : Besluitvorming aanwijzing Curaçao
34 269 Evaluatie Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten
Nr. 5 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 juli 2019
Op vrijdag 12 juli jl. heeft de Rijksministerraad (RMR) besloten over de maatregelen
die nodig zijn in verband met de financiële situatie van Curaçao. Ook heb ik op 12 juli
jl. een onderlinge regeling getekend met Curaçao, waarin Nederland ondersteuning toezegt
in de programma’s die Curaçao opzet om er financieel-economisch weer bovenop te komen.
Middels deze brief informeer ik u hierover en stuur ik u de onderlinge regeling toe1. Tevens informeer ik u over de besluitvorming omtrent het verzoek van Curaçao om
toepassing van artikel 25, eerste lid, van de Rijkswet financieel toezicht Curaçao
en Sint Maarten (Rft), en stuur ik u dit verzoek door, zoals toegezegd op 23 april
jl.2
Aanwijzing
In de RMR van 12 juli jl. is geconcludeerd tot het geven van een aanwijzing aan Curaçao.
Dit naar aanleiding van het advies van 1 april 2019 van het College financieel toezicht
(Cft) aan de RMR. De inkomsten en uitgaven van Curaçao zijn al meerdere jaren niet
in evenwicht. Cumulatief bedragen de tekorten over de jaren 2017 en 2018 volgens de
huidige inzichten van het Cft inmiddels ANG 207,2 miljoen (ongeveer € 100 miljoen).
Ook voor het jaar 2019 is de financiële situatie zorgelijk. Gezonde overheidsfinanciën
zijn de basis voor economische ontwikkeling en stabiliteit. Het is daarom van groot
belang voor de toekomst van het land dat Curaçao nu voortvarend stappen gaat zetten
om haar begroting weer in evenwicht te krijgen en de opgelopen tekorten weg te werken.
Het koninklijk besluit, houdende de aanwijzing aan het bestuur van Curaçao, zal worden
gepubliceerd in het Staatsblad.
Onderlinge regeling
Kort na het uitgebrachte advies van het Cft over het geven van een aanwijzing, heb
ik met Minister-President Rhuggenaath gesproken over dit advies. De financiële, economische
en sociale problemen waar Curaçao mee kampt zijn in een lange reeks van jaren ontstaan
en vergen een fundamentele aanpak. Curaçao heeft daarom in 2018 een Groeistrategie
opgesteld, dat de contouren voor deze aanpak schetst. Er moeten niet alleen directe
maatregelen genomen worden, maar er zijn ook structurele hervormingen nodig op terreinen
van economie, overheidsfinanciën, compliance, overheidsapparaat, onderwijs, arbeidsmarkt,
sociale zekerheid en zorg. Dat is een stevige opgave voor het land. Ik heb Curaçao
daarom aangeboden hierbij te ondersteunen in het verlengde van het eerder gesloten
samenwerkingsconvenant, waarover uw Kamer is geïnformeerd.3
De exacte invulling van de ondersteuning (technische assistentie) dient nog nader
uitgewerkt te worden in een uitvoeringsagenda en is afhankelijk gesteld van de voortgang
die wordt geboekt op het doorvoeren van de benodigde directe en structurele maatregelen.
Voor het Kabinet is voorwaardelijk dat de geboden ondersteuning ook daadwerkelijk
ingezet wordt om de overheidsfinanciën zo snel mogelijk weer op orde te krijgen, de
economie een impuls te geven en noodzakelijke hervormingen door te voeren. De voortgang
van de uitvoering van de afspraken zal halfjaarlijks geëvalueerd worden in een gezamenlijke,
nog te bemensen, commissie. Het is van het grootste belang dat Curaçao nu onverkort
werk gaat maken van de uitvoering van de maatregelen in de onderlinge regeling. Zonder
structurele aanpak duurt de zorgelijke situatie van Curaçao voort.
Artikel 25
Op 27 maart jl. ontving de RMR het verzoek van Curaçao om de toepassing van artikel
25, eerste lid, van Rft. Op grond van dit artikel kan, indien dit nodig is in verband
met het herstel van schade veroorzaakt door buitengewone gebeurtenissen (zoals natuurrampen),
de RMR besluiten een land toe te staan af te wijken van de begrotingsnormen zoals
genoemd in art 15 Rft. Curaçao deed dit verzoek in verband met de economische crisis
in Venezuela. Om het verzoek van Curaçao beter te kunnen wegen, heb ik het Cft gevraagd
te adviseren over de toepassing van art. 25 Rft. Hierop constateerde het Cft dat de
economische problemen van Curaçao in belangrijke mate op Curaçao zelf liggen: noodzakelijke
maatregelen om de economie te hervormen en de overheidsfinanciën structureel op orde
te brengen zijn in het verleden onvoldoende geweest. Op basis hiervan is in de RMR
van 12 juli jl. besloten dat het verzoek van Curaçao niet gehonoreerd kan worden.
Ik ben mij ervan bewust dat de crisis in Venezuela effecten heeft op het land Curaçao.
Daarom heeft het kabinet bij Voorjaarsnota 23,8 miljoen euro vrijgemaakt voor crisisbeheersing
in de regio en ondersteuning van de Benedenwindse eilanden in het kader van Venezuela.
Dit bedrag is deels geoormerkt voor de respons op de bijstandsverzoeken van Curaçao.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
R.W. Knops
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.W. Knops, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties