Brief regering : Het aan bandenleggen van de tariefvrij import van kippenvlees uit Oekraïne
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 2033 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 juli 2019
Op verzoek van uw Kamer op 18 april 2019 heeft het kabinet een brief met een feitenrelaas
gestuurd inzake de heronderhandelingen van het tariefcontingent voor pluimveevlees
van de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en Oekraïne1. Op 25 april 2019 heeft een grote meerderheid in uw Kamer een motie van de PvdD2 aangenomen, waarin de regering verzocht wordt om zich in Brussel tegen de verhoging
van het quotum voor kippenvlees uit Oekraïne uit te spreken en voor deze positie ook
steun onder andere lidstaten te werven.
Met deze brief informeer ik u mede namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
over het concept Raadsbesluit en het definitieve standpunt over het oplossingsvoorstel
ten behoeve van besluitvorming in de Raad.
Concept Raadsbesluit
Nederland heeft samen met andere Lidstaten in de Raad steeds aangedrongen op een spoedige
oplossing om de snel stijgende import te beperken. De Europese Commissie heeft op
12 juni 2019 het concept Raadsbesluit betreffende de sluiting van de Overeenkomst
in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Unie en Oekraïne tot wijziging
van de handelspreferenties voor vlees en pluimvee en bereidingen daarvan openbaar
gemaakt3. Ook heeft de Commissie een concept Raadsbesluit voor ondertekening en voorlopige
toepassing van het herziene akkoord openbaar gemaakt4. Lidstaten zullen naar verwachting in juli 2019 over het onderhandelingsresultaat
stemmen. Het is nog onbekend in welke Raad en op welke datum dit geagendeerd wordt.
Het onderhandelingsresultaat bevat het voorstel om tarieflijnen met CN nummer 0207
13 70 en 0207 14 70 waarop geen quotum en geen tarief was ingesteld, aan het quotum
voor pluimveevlees toe te voegen en dit quotum te verhogen met 50.000 ton. Voor de
import van pluimveevlees buiten het tariefvrije quotum geldt het reguliere tarief
(€ 100,80 per 100 kg). Deze verhoging van het quotum in ruil voor het plafonneren
van de tariefvrije import, is conform het mandaat dat de Raad unaniem aan de Commissie
heeft verstrekt op 20 december 2018. Binnen de Raad is brede steun voor het aanpassen
van het Associatieakkoord conform de onderhandelingsresultaten en voor de voorlopige
toepassing hiervan. Een aantal lidstaten dringt specifiek aan op spoedige inwerkingtreding.
Tevens heeft de Europese Commissie van belanghebbenden en het Europees parlement het
verzoek ontvangen om zo spoedig mogelijk de ongelimiteerde tariefvrije import te beperken.
Subsidiariteit en proportionaliteit
Gezien de exclusieve bevoegdheid van de Unie op het terrein van de gemeenschappelijke
handelspolitiek, is het subsidiariteitsbeginsel niet van toepassing. Het kabinet beoordeelt
de proportionaliteit van het voorstel in de concept Raadsbesluiten als positief. Het
toevoegen van de tariefvrije tarieflijnen aan het quotum, de verhoging van het quotum
met 50.000 ton en het instellen van het meestbegunstigde tarief voor alle import daarbuiten,
leidt tot gewenste plafonnering van de tariefvrije import van pluimveevlees uit Oekraïne.
Deze aanpassing van het handelsgedeelte van het EU-Oekraïne Associatieakkoord is zoals
de Europese Commissie beargumenteert, de enige manier om het gewenste doel te bereiken.
Nederlandse inzet in de Raad
Het kabinet heeft besloten dat Nederland tijdens de Raad in lijn met de wens van de
Kamer tegen de verhoging van het tariefvrije quotum zoals beschreven in beide concept
Raadsbesluiten zal stemmen. Niettemin hecht Nederland aan het zo snel mogelijk beëindigen
van de huidige ongelimiteerde en tariefvrije invoer van betreffende pluimveeproducten.
Inwerkingtreding van het herziene Associatieakkoord
Over de besluiten zal gestemd worden met gekwalificeerde meerderheid. Gezien het belang
van de Europese pluimveesector bij het zo snel mogelijk aan banden leggen van betreffende
import stelt de Commissie in het Raadsbesluit betreffende ondertekening en voorlopige
toepassing de Raad voor het akkoord gelijk voorlopig in werking te laten treden, waarna
op een later tijdstip het Europees parlement zich zal buigen over definitieve vaststelling
en inwerkingtreding. Aan de Oekraïense zijde is instemming van het parlement vereist
voor voorlopige inwerkingtreding hiervan. Als de Raad en het Oekraïens parlement beiden
hebben ingestemd met voorlopige toepassing zal deze inwerking treden.
Antwoord Europese Commissie op brief van Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
van 25 april 2019
Op 25 juni 2019 heeft de Europese Commissie de brief die Nederland op 25 april heeft
gestuurd waarin de Nederlandse teleurstelling wordt uitgesproken over de hoogte van
de toename van het quotum als resultaat van de onderhandeling5, en waarin wordt aangedrongen op de noodzaak dat Oekraïne snelheid maakt met de implementatie
van de Europese SPS- en dierenwelzijnsregelgeving om tot een gelijk speelveld te komen,
beantwoord. In haar antwoord verzekert de Europese Commissie dat zij druk op Oekraïne
zal blijven houden om voortgang te maken met de implementatie van SPS-regelgeving
inclusief dierenwelzijn. De Europese Commissie informeert dat van de ruim 240 relevante
delen Europese regelgeving er 170 wetten in behandeling zijn of al zijn behandeld.
Voor de implementatie van dierenwelzijnsregelgeving heeft Oekraïne aangegeven een
transitieperiode tot maximaal 2026 aan te houden. De Europese Commissie verwacht dat
een implementatiestrategie in 2019 behandeld zal worden in het EU-Oekraïense SPS-subcomité.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
S.A.M. Kaag
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking