Brief regering : Vijfde voortgangsrapportage van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) Uniform Herstelkader Rentederivaten MKB
31 311 Zelfstandig ondernemerschap
Nr. 218 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 juli 2019
Met deze brief bied ik u de vijfde voortgangsrapportage van de Autoriteit Financiële
Markten (AFM) aan1. Hierin wordt gerapporteerd over de uitvoering van het Uniform Herstelkader (UHK)
door de betrokken banken. In deze brief informeer ik u over de gerapporteerde voortgang
en de belangrijkste conclusies uit deze rapportage.
Voortgang
Inmiddels heeft de vijfde bank per peildatum van 31 mei 2019 al haar MKB-klanten die
binnen het toepassingsbereik van het UHK vallen, behoudens enkele bijzondere gevallen2, een aanbodbrief met daarin een voorstel tot compensatie gestuurd. De zesde bank,
met de meeste klantdossiers, heeft per peildatum aan bijna 75% van haar klanten een
compensatie aangeboden. Eind 2018 was dit 67%. In de eerste maanden van dit jaar heeft
deze bank relatief weinig brieven verstuurd, omdat het omzetten van voorschotten in
aanbodbrieven complex bleek en meer inspanning vergde dan voorzien. Conform hetgeen
in de vorige voortgangsrapportage is vermeld, verwacht de bank in 2019 aan al haar
klanten een aanbodbrief te hebben gestuurd.
Per eind mei is aan bijna alle (99%) van de in totaal 18.673 MKB-klanten, die binnen
het toepassingsbereik van het UHK vallen compensatie (88%) of – aan klanten die nog
een aanbodbrief zullen ontvangen – een volledig voorschot (11%) aangeboden.3 Als blijkt dat dit voorschot hoger is dan het uiteindelijk vastgestelde schadebedrag,
hoeven de klanten het verschil niet terug te betalen. Indien het voorschot lager is,
ontvangt de klant aanvullende compensatie van de bank. In totaal hebben de banken
inmiddels ruim € 1,2 miljard uitgekeerd aan hun klanten, in de vorm van compensatie
of voorschotten.
Acceptatie van aanbod
14.156 MKB-klanten hebben het compensatieaanbod van hun bank geaccepteerd, ten opzichte
van 8.001 klanten op 31 december 2018. Daarmee wordt het overgrote deel van de ruim
16.000 aangeboden compensaties geaccepteerd. Na acceptatie wordt de compensatie door
de banken uitbetaald, en worden zo nodig conform het UHK lopende derivaten en/of leningen
aangepast.
Een klein deel van de klanten heeft het aanbod van de bank niet geaccepteerd. In de
voortgangsrapportage geeft de AFM weer welke mogelijke redenen klanten hebben om (i) het
aanbod af te wijzen (1,7%) of (ii) niet binnen de gestelde termijn van twaalf weken
te reageren (6,2%). Het betreft hier vooral aanbodbrieven met een compensatievoorstel
van minder dan € 1.000,– en klanten in staat van faillissement. Banken dienen meerdere
contactpogingen te ondernemen, indien klanten niet tijdig op het aanbod reageren,
zoals beschreven in het UHK. Van de resterende MKB-klanten (5,7%) was de reactietermijn
aan het einde van het meetmoment nog niet verlopen.
Beoordeling door externe dossierbeoordelaars
Het UHK schrijft voor dat de kwaliteit van de uitvoering van het herstelkader door
de banken beoordeeld dient te worden door onafhankelijke externe beoordelaars. Zij
beoordelen of de bank de juiste data heeft gebruikt voor het berekenen van de compensatie,
en of dit conform het UHK is uitgevoerd. Deze externe dossierbeoordelaars zorgen voor
aanscherping van de uitvoeringsprocessen en extra zorgvuldigheid bij de uitvoering
van het herstelkader.
De AFM rapporteert dat bij de bank die begin dit jaar haar laatste aanbodbrieven heeft
verstuurd de externe dossierbeoordelaar in relatief veel gevallen bevindingen heeft
geconstateerd. De bank zal de betreffende dossiers opnieuw beoordelen en indien wordt
vastgesteld dat de MKB-klant recht heeft op aanvullende compensatie, zal er een nieuwe
compensatieberekening worden opgesteld. Verwacht wordt dat ongeveer 10% van de klanten
waarvan de aanbodbrief na verzending door de externe dossierbeoordelaar beoordeeld
wordt, aanvullende compensatie ontvangt. Bij de andere bank, die in 2019 nog een deel
van de aanbodbrieven moet versturen, heeft de externe dossierbeoordelaar tot op heden
beperkt bevindingen geconstateerd.
Conclusie
Deze voortgangsrapportage laat zien dat de uitvoering van het UHK op dit moment vergevorderd
is. De procesoptimalisaties hebben het afgelopen jaar gezorgd voor een aanzienlijke
versnelling, waardoor vrijwel alle MKB-klanten inmiddels een compensatie of een voorschot
is aangeboden. De rapportage laat tevens zien dat de werkzaamheden van de externe
dossierbeoordelaars en het toezicht van de AFM de kwaliteit van de uitvoering van
het UHK door de banken waarborgen. Ik hecht er sterk aan dat dit ook in deze laatste
fase van de afwikkeling wordt voortgezet.
De AFM heeft toegezegd begin volgend jaar te rapporteren over de voortgang tot en
met december 2019. De verwachting is dat dan ook de laatste bank aan al haar klanten
een aanbod tot compensatie heeft gedaan. Zodra de uitvoering van het UHK is voltooid,
zal conform de motie van de leden Leijten en van der Linde4 het afwikkelingsproces grondig worden geëvalueerd. In de Kamerbrief naar aanleiding
van de volgende voortgangsrapportage zal ik uw Kamer hier nader over informeren.
De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Financiën