Brief regering : Stand van zaken rondom (het tegengaan van) verspilling van geneesmiddelen
29 477 Geneesmiddelenbeleid
33 654 Kostenbeheersing in de zorg
Nr. 603 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 juli 2019
Zoals toegezegd in de Algemene Overleggen Geneesmiddelen op 7 februari (Kamerstuk
29 477, nr. 557) en 6 juni 2019 bericht ik u over een aantal zaken rondom (het tegengaan van) verspilling
van geneesmiddelen.
Eind 2016 is het programma Verspilling in de Zorg afgerond en daarmee is de verantwoordelijkheid
voor het tegengaan van verspilling bij het zorgveld belegd. Mijn voorganger heeft
u over de uitkomsten van het programma geïnformeerd in de brief van 29 november 2016
(Kamerstuk 33 654, nr. 22). Hierin staat een aantal concrete acties dat is genomen om de verspilling van genees-
en hulpmiddelen te verminderen. Twee van deze acties liepen nog door tot eind 2017.
Over de resultaten van het project «farmabuddy», waarbij zorg op maat wordt geleverd
door een apothekersteam aan patiënten in een laatste levensfase, en het project «doorgebruik
van thuismedicatie in het ziekenhuis» heb ik u geïnformeerd in mijn brief van 3 april
2018 (Kamerstuk 29 477, nr. 477).
Dat het programma Verspilling in de Zorg is afgerond betekent niet dat er geen aandacht
meer voor is. Het thema komt overal in mijn beleid terug, zoals ook staat in de Stand
van zakenbrief moties en toezeggingen die u een dezer dagen ontvangt.
Specifiek voor geneesmiddelen komt het tegengaan van verspilling ook naar voren in
andere programma’s zoals doelmatig voorschrijven en medicatieveiligheid. Soms is het
een mogelijkheid om niet (meteen) te beginnen met medicatie en eerst bijvoorbeeld
met leefstijladviezen of een andere vorm van therapie te beginnen of afwachtend beleid
toe te passen. Ook niet teveel medicatie meegeven bij het eerste gebruik en verantwoord
afbouwen dragen bij aan minder verspillen van medicijnen. Daarnaast wordt aan een
aantal acties gerichte aandacht besteed.
Heruitgifte van medicijnen
Naar aanleiding van het Mini-symposium «Bewaren en verspilling van geneesmiddelen»
op 28 november 2018 werken verschillende betrokken partijen verder aan het tegengaan
van medicijnverspilling. Zij zijn bezig met het onderzoeken van verschillende acties
waarvoor onder de betrokkenen veel draagvlak is, waaronder de heruitgifte van ongebruikte
medicatie. Het Radboudumc, de Sint Maartenskliniek en de Universiteit Utrecht zijn
samen bezig met een wetenschappelijk project waarbij een heruitgifte systeem wordt
geïmplementeerd en geëvalueerd in meerdere poliklinische apotheken. Daarnaast werkt
de poliklinische apotheek van het Radboudumc aan een nieuw medicatie-aflever proces
om preventief verspilling van dure medicijnen te voorkomen door deze doelmatig af
te leveren en werken zij aan het implementeren van doorgebruik van thuismedicatie
bij ziekenhuisopname.
Heruitgifte blijkt in de praktijk weerbarstig, omdat medicijnen goed gecontroleerde
producten zijn waarvoor de nodige kwaliteitseisen gelden. Het opnieuw uitgeven van
medicijnen is dus niet zomaar mogelijk. Bovendien zijn de kosten van de overgebleven
medicijnen in 70% van de gevallen minder dan circa € 2,50 per patiënt per maand. De
logistieke kosten voor het organiseren van de inname en heruitgifte wegen dan niet
op tegen de mogelijke besparingen die dit in euro’s oplevert. Bij dure medicijnen
ligt dit anders. Heruitgifte van dure medicijnen met behulp van bijvoorbeeld een temperatuursensor
of chiptechnologie, waarmee de kwaliteit kan worden geborgd, kan dan vanwege de kosten
van het opnieuw in het proces brengen wel rendabel zijn1. Daarom richt het onderzoek zich op deze producten.
Bij heruitgifte van geneesmiddelen dient rekening gehouden te worden met de wettelijke
vereisten uit de Geneesmiddelenwet. Met de invoering van de veiligheidskenmerken als
onderdeel van de Europese richtlijn «vervalsingen»2, is het verplicht om op de verpakking van UR-geneesmiddelen (uitsluitend op recept
verkrijgbaar), twee veiligheidskenmerken3 aan te brengen: een unieke identificatiecode en een middel om aan te tonen dat de
verpakking niet ongeoorloofd is geopend, bijvoorbeeld door een sticker. Voordat een
apotheker een UR-geneesmiddel meegeeft aan een patiënt, wordt de unieke identificatiecode
op de verpakking van een UR-geneesmiddel gedeactiveerd en gecontroleerd of de verpakking
nog intact is. Het geneesmiddel kan na het verlaten van de apotheek niet opnieuw worden
geactiveerd.
Green Deal Duurzame zorg voor een gezonde toekomst
Op 10 oktober 2018 heeft de zorgsector de Green Deal «Duurzame zorg voor een gezonde
toekomst» (hierna te noemen: Green Deal Zorg) afgesloten. Daarmee is een brede beweging
in gang gezet, waarbij steeds meer zorginstellingen, zorgprofessionals, overheden
en leveranciers van diensten en producten zich inzetten voor verduurzaming van de
zorgsector. Afgelopen mei hebben nog een dertigtal partijen hun deelname bevestigd,
waardoor nu ruim 160 partijen de uitgangspunten van de Green Deal Zorg onderschrijven
en zich inzetten voor een duurzamere zorg. Binnen de Green Deal Zorg zal VWS hierbij
de partijen verbinden, helpen en de toegezegde acties monitoren. De pijlers «circulair
werken» en «medicijnresten uit water» van de Green Deal Zorg richten zich op het tegengaan
van verspilling van geneesmiddelen en daarmee het verkleinen van de impact op het
milieu. De pijler «medicijnresten uit water» sluit aan bij de Ketenaanpak medicijnresten
uit water van het Ministerie van I&W, waarover hieronder meer.
In mei van dit jaar hebben ook bijna alle brancheorganisaties van geneesmiddelenfabrikanten
en -groothandels en de KNMP de Green Deal Zorg ondertekend. Deze partijen hebben onder
andere gezamenlijk een Brancheplan Duurzaam Verpakken opgesteld met daarin opgenomen
doelstellingen om tot 2022 te komen tot minder verspilling van verpakkingen van geneesmiddelen.
Dit plan sluit goed aan bij de Green Deal Zorg.
De betrokken partijen zijn ook actief bij het inzamelen van medicijnen. Zo is er in
steeds meer apotheken een retourbox beschikbaar waar medicijnen en lege doordrukstrips
in kunnen worden gedeponeerd. Dit is een samenwerking tussen Teva Nederland, deelnemende
apotheken, Renewi afvalverwerking, het Instituut voor Verantwoord Medicijngebruik
(IVM) en MediSchoon, een regio-dekkend programma voor de inzameling van medicijnresten
in Friesland. Ook zijn in de meeste gemeenten in Nederland inmiddels goede afspraken
gemaakt tussen de apotheek en de gemeente over de afvoer van ingezamelde medicijnen.
Een van de doelstellingen van het genoemde Brancheplan Duurzaam Verpakken is om de
inzameling van ongebruikte geneesmiddelen te verhogen met 20% in 2022, rekening houdend
met alternatieve afvoerstromen en maatregelen die worden genomen om uitgifte hoeveelheid
te optimaliseren. Hierbij sluiten brancheorganisaties van geneesmiddelenfabrikanten
en -groothandels en de KNMP aan op het initiatief van MediSchoon in Friesland. Zij
gaan dit initiatief versterken, verbreden en opschalen naar landelijk niveau.
Tijdens een algemeen overleg over waterbeleid met de Minister van I&W op 20 juni 2019
heeft uw Kamer de suggestie gedaan op alle medicijndoosjes door de apotheek een «breng
mij terug»-sticker te laten plakken. Ik vind dat een sympathiek idee maar het vraagt
wel weer een extra handeling van de apotheker en mogelijk aanvullende kosten. Bovendien
bestaat de kans dat een extra sticker de aandacht afleidt van waarschuwingsboodschappen
op het doosje die van groot belang zijn voor veilig gebruik.
Daarom zie ik meer in bijvoorbeeld het initiatief van de Service Apotheek. Deze apothekersorganisatie
is momenteel bezig om de papieren zakken waarin patiënten hun medicijnen meekrijgen
aan te passen. Daarop moedigen ze gebruikers van medicijnen aan om overgebleven medicijnen
in te leveren bij de apotheek. Mensen kunnen dan eventueel overgebleven medicijnen
in dezelfde papieren zak weer bij de apotheek inleveren. Dit is ontwikkeld samen met
een apotheker uit Bennekom. Bij Service Apotheek zijn 460 van de 2.000 apotheken aangesloten.
Ik bepleit actief bij andere apothekersorganisaties en de koepelorganisatie KNMP dat
andere apotheken dit voorbeeld volgen. Ik kan me ook voorstellen dat fabrikanten,
groothandels en apothekers daarnaast nog andere pragmatische manieren vinden om mensen
te attenderen op het terugbrengen van overgebleven medicijnen. Ik zal dat bij betrokken
partijen aankaarten.
Medicijnresten in water
Al een aantal jaren werkt de rijksoverheid, op initiatief van het Ministerie van I&W,
samen met andere overheden en met een brede vertegenwoordiging van stakeholders uit
de zorg-, de farmaceutische en de watersector om het probleem van medicijnresten in
het water aan te pakken. Deze Ketenaanpak Medicijnresten uit Water heeft als doel het verminderen van de hoeveelheid medicijnresten in water.
Op dit moment lopen er een aantal acties om het probleem bij de bron aan te pakken.
Zo wordt de ketenaanpak ook regionaal opgepakt. Binnen verschillende regionale Farmacotherapeutische
overleggen (FTO’s), waar huisartsen en apothekers met elkaar overleggen over verschillende
onderwerpen, komt het onderwerp van medicijnresten in het water aan de orde. Waterschappen
en drinkwaterbedrijven vertellen tijdens een FTO over de problematiek van medicijnresten
in het water waardoor kennis en begrip bij zorgverleners ontstaat voor het probleem.
Vanuit de Ketenaanpak en de Green Deal Zorg wordt deze aanpak ondersteund.
Daarnaast is vanuit de ketenaanpak door het Ministerie van I&W het gesprek gestart
met de watersector en de zorgsector over de aanpak van contrastvloeistoffen in het
water, waarvan jaarlijks ongeveer 30 ton in het oppervlaktewater terechtkomt. Mijn
ministerie is actief bij deze gesprekken betrokken. Contrastvloeistoffen zijn moeilijk
uit het water te zuiveren. Daarnaast worden ze slecht afgebroken en kunnen zich daardoor
ophopen in het milieu. Doel is om de hoeveelheid contrastvloeistof terug te dringen
door een aanpak bij de bron.
Terhandstellingskosten
Uw Kamer heeft nog gevraagd naar de terhandstellingskosten. Ik deel niet de opvatting
dat deze een efficiënte werkwijze in de weg staan. De terhandstellingskosten voor
geneesmiddelen zijn een onderdeel van de zogenoemde prestatiebekostiging die in 2012
is ingevoerd. Terhandstelling is de belangrijkste prestatie in de farmaceutische zorg.
Het gaat hierbij niet (alleen) om de fysieke afgifte van het geneesmiddel maar ook
om andere activiteiten. Dat zijn bijvoorbeeld het beoordelen of de voorgeschreven
farmacotherapie geschikt is voor de patiënt door te controleren op onvolkomenheden,
onvolledigheden, onjuistheden of vergissingen ten aanzien van geneesmiddel, dosering,
duur van behandeling, interacties, contra-indicaties, dubbelmedicatie en overgevoeligheid
op basis van het actuele geneesmiddelengebruik van de patiënt. Een terhandstelling
mag ook maar één keer worden gedeclareerd. De Nederlandse Zorgautoriteit houdt hier
toezicht op.
De Minister voor Medische Zorg en Sport, B.J. Bruins
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg