Brief regering : Q-schijf 'FIOD-CAF'
31 066 Belastingdienst
Nr. 498
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 juli 2019
In mijn Kamerbrief van 21 juni 2019 (Kamerstuk 31 066, nr. 497) ben ik ingegaan op de vragen van de leden Omtzigt (CDA) en Leijten (SP) over welke
opdracht aan de EDP-auditors is gegeven om de systemen van Toeslagen te doorzoeken
op stukken over het CAF 11-project en hoe dit proces verlopen is. Ik heb in deze brief
toegelicht dat naast de door Toeslagen aangedragen informatie aanvullende zoekacties
zijn uitgevoerd op de persoonlijke netwerkschijf van de projectleider en de samenwerkings-gebieden op de Q-schijf van Toeslagen. Daarbij concludeerden de EDP-auditors
dat de zoekacties telkens tot vrijwel dezelfde resultaten leidden. Op basis daarvan
is geconcludeerd dat de inhoud van de Q-schijf «FIOD-CAF» niet nader doorzocht hoefde
te worden.
Zoals ik in mijn brief van 28 juni 2019 (2019Z13801/2019Z13802) aan uw Kamer heb medegedeeld wil ik echter geen onduidelijkheid laten bestaan over
de inhoud van deze schijf. Daarom is deze schijf alsnog onderzocht en deel ik hierbij
met uw Kamer de resultaten van het onderzoek.
Het gaat hierbij dus om documenten van het samenwerkingsgebied van het Belastingdienstbrede
CAF-team (Belastingdienst blauw, Toeslagen en FIOD). Naar aanleiding van deze zoekactie
leg ik u ter vertrouwelijke inzage vijf documenten voor.1 Deze documenten werpen geen nieuw licht op de hoofdlijn zoals ik al eerder heb beschreven,
maar verscherpen en verdiepen het beeld van de tunnelvisie en de te legalistische
werkwijze. Opnieuw wordt duidelijk dat deze gezinnen door het optreden van de Belastingdienst/Toeslagen
tekort zijn gedaan en dat zij daardoor in problemen zijn geraakt.
Beschrijving van de documenten
Hieronder treft u een korte feitelijke beschrijving van elk van de vijf documenten.
Het eerste document bevat aandachtspunten ten behoeve van een interne briefing voor
de actualiteitsbezoeken aan de gastouders in november 2013. Het document dateert van
oktober 2013 en betreft een algemene voorbereiding voor de controlemedewerkers van
Belastingdienst MKB voor de te plannen bezoeken aan de gastouders van het gastouderbureau.
In het document worden onder meer de werkwijze, de actiedatum en de wijze van vastlegging
beschreven.
Het tweede document is een interne terugkoppeling van de bezoeken aan de gastouders
van november 2013. Het document is een samenvatting van de bevindingen van de actualiteitsbezoeken
bij de zestien gastouders. Er is beschreven dat het moeilijk is een algemeen beeld
te schetsen, omdat er bij diverse gastouders verschillende constateringen zijn gedaan.
De constateringen betreffen bijvoorbeeld gebreken in de administratie, afwezigheid
van opvangkinderen en hoge opvanguren.
Het derde document betreft een intern document uit juli 2014 en beschrijft de werkwijze
van het gastouderbureau in kwestie. De werkwijze is besproken tijdens het bezoek aan
het gastouderbureau in mei 2014. In het document wordt aangegeven dat het gastouderbureau
geen controle heeft gedaan of de bedragen van de facturen voor de gastouderopvang
overeenkomen met de bedragen die op de derdenrekening binnenkomen. Ook wordt geconstateerd
dat het gastouderbureau uitgaat van onjuiste hoge urenlijsten waarbij overzichten
en afrekeningen worden verstrekt die onjuist zijn. Verder is verwoord dat er nog geen
strafrechtelijke mogelijkheden werden gezien.
Het vierde document betreft een intern overdrachtsdocument uit september 2015 tussen
behandelaars van de bezwaarschriften bij Toeslagen. Het verloop van de CAF-11 zaak
is hierin beschreven. Een aantal fasen in het proces komt aan bod, waaronder de gastouderbezoeken
in 2013, de stopzettingen en uitvraag van informatie bij de vraagouders in de zomer
van 2014 en de stand van de bezwaarprocedures op dat moment. Ook wordt ingegaan op
de relatie van het betreffende gastouderbureau met een ander gastouderbureau waarvan
vraagouders en gastouders zijn overgenomen. In het document komt onder meer aan de
orde dat al moeite werd ervaren om de kinderopvangtoeslag stop te zetten omdat dit
op basis van kleine onvolkomenheden was gedaan. Tevens werd moeite ervaren om in de
bezwaarfase de beslissing in stand te houden, omdat ouders nogmaals aanvullende informatie
konden aanleveren en de kleine onvolkomenheden juridisch moeilijk te verdedigen waren.
Ook is aangegeven dat op papier de rechtmatigheid aantoonbaar is en hoewel dat in
de meeste dossiers vermoedens van onjuistheden zijn, maar dat deze niet hard zijn
te maken. Vrijwel alle betrokken ouders waarbij de kinderopvangtoeslag na beoordeling
van bewijsstukken niet is toegekend, hebben bezwaar gemaakt.
Het vijfde ongedateerde document bevat een logboek van het CAF-team in de periode
2013 t/m 2016 met aantekeningen over drie fasen in de CAF 11-zaak: het onderzoek bij
het gastouderbureau in kwestie, de actualiteitsbezoeken bij de gastouders en de behandeling
door Toeslagen van de vraagouders vanaf de zomer van 2014. In het document is een
passage over de gastouderbezoeken overgenomen uit de interne terugkoppeling van 2013
(dit betreft het tweede document hierboven). Ook is een passage over de bezwaarbehandeling
uit het interne overdrachtsdocument uit september 2015 overgenomen (dit betreft het
vierde document hierboven). Verder is verwoord dat in augustus 2014 de mogelijkheden
worden onderzocht om het gastouderbureau strafrechtelijk te vervolgen. In februari
2015 wordt geconstateerd dat het geen strafzaak betreft, omdat de aansprakelijkheid
niet is vast te stellen. Begin 2015 wordt een externe fraudemelding ontvangen en een
maand later wordt geconstateerd dat deze melding niet tot een nieuwe actie leidt.
Ook is in het logboek opgenomen dat in 2016 een rapport voor het gastouderbureau is
opgesteld waarin geconcludeerd wordt dat er geen fiscale gevolgen zijn.
Meer aandacht voor cultuur
Tijdens het Algemeen Overleg Belastingdienst op 19 juni jl. is de noodzaak tot investeren
in leiderschap en cultuur bij de Belastingdienst meerdere malen ter sprake gekomen.
Zoals uw Kamer weet, hecht ik daar zelf ook zeer aan. De CAF 11-zaak kent zijn oorsprong
in de tijd van de Bulgarenfraude, de oprichting van de ministeriële commissie Fraude
en gerichte acties om fraude tegen te gaan inclusief wetswijzigingen in de kinderopvangtoeslag.
Juist in de tijdsgeest van 2013 en de geschetste context is er grote spanning tussen
enerzijds het zo goed mogelijk toegankelijk zijn voor de goedwillende burger en anderzijds
de maatschappelijke roep destijds tot fraudebestrijding. In dit spanningsveld tussen
dienstverlening en fraudebestrijding heeft de tweede de overhand gekregen en is uiteindelijk
een tunnelvisie geworden waarbij de menselijke maat uit het oog is verloren. Het is
mijn ambitie om te komen tot een open en veilig werkklimaat waar medewerkers in hun
kracht gezet worden, zich veilig voelen en fouten gemaakt mogen worden. Een klimaat
waar fouten op het juiste niveau worden gemeld, nadrukkelijk van die fouten wordt
geleerd, dilemma’s worden besproken en moreel leiderschap en rechtstatelijk handelen
de mores zijn. En waarbij in de relatie met burgers en bedrijven oog is voor de menselijke
maat. Cultuur is een wezenlijk onderdeel van het fundament waarop vernieuwing kan
plaatsvinden. Ik kom hierop terug in de 1e Voortgangsrapportage Belastingdienst die ik voor het AO aan uw Kamer zal sturen.
De Staatssecretaris van Financiën,
M. Snel
Indieners
-
Indiener
M. Snel, staatssecretaris van Financiën