Brief regering : Voortgang renovatieproces Tweede Kamer
34 293 Renovatie Binnenhof
Nr. 81 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 juli 2019
Op 12 juni 2019 heb ik u bericht dat de heer Pechtold als procesvoorzitter het presidium
en mij zal adviseren over de verschillende aspecten van het renovatieproces (Kamerstuk
34 293, nr. 77). De heer Pechtold heeft deze rol voortvarend opgepakt en heeft – zoals afgesproken
– vóór het zomerreces het presidium en mij geadviseerd. Dit heeft geleid tot verduidelijkingen
op een groot aantal zaken, waaronder het Voorontwerp (VO) en het vervolg van het ontwerpproces,
de governance, wens tot openbaarmaking en planning. In deze brief geef ik u hiervan
een weergave en informeer ik u ook over enkele andere aspecten van de renovatie Binnenhof.
Deze brief volgt op het verzoek in de e-mailprocedure van de leden Middendorp en Van Eijs om uiterlijk 1 juli 2019 de Tweede Kamer
te informeren. De overige antwoorden zullen zo spoedig mogelijk aan uw Kamer worden
gezonden.
Voorontwerp, proces en planning van de Tweede Kamer
Het eerste dat de heer Pechtold heeft ondernomen is het opstarten van gesprekken met
vertegenwoordigers van de Bouwbegeleidingscommissie (BBC), het presidium en het Rijksvastgoedbedrijf
over het herziene Voorontwerp Tweede Kamer. Uit deze gezamenlijke gesprekken is gebleken
dat «sober en doelmatig» beter bediscussieerd moeten worden om misverstanden tussen
alle partijen te voorkomen. Daarvoor zal de VO-fase ook worden gebruikt. Verder is
besproken dat het VO en de reviews de basis voor de bespreking zullen vormen, inclusief
de resultaten van eerdere besprekingen in de BBC. Uiteindelijk zal dat, net als bij
de andere gebruikers, tot een herzien VO leiden dat zal worden vastgesteld. In de
fase VO zijn interieurvoorstellen – zoals bekend – niet aan de orde. Dit komt pas
in de fase van het Definitief Ontwerp (DO) aan bod. Voor zover in het VO al interieurvoorstellen
zijn af te leiden, worden deze terzijde geschoven.
De gezamenlijke opdracht zal zijn om in de daarvoor geplande Bestuurlijke Stuurgroep
rond het herfstreces de VO-fase af te ronden en het herzien VO te laten vaststellen.
Het Definitief Ontwerp zal vervolgens rond half mei 2020 gereed zijn voor toetsing.
Dit is inpasbaar in de planning van de renovatie als geheel. De Tweede Kamer en het
Rijksvastgoedbedrijf zullen gezamenlijk dit tijdspad bewaken en tijdig beslissingen
nemen. Gezien bovenstaande ben ik intensief met OMA in gesprek om te bezien of er
bij aanpassing van de overeenkomst – mits tegen redelijke voorwaarden – verder gebruik
kan worden gemaakt van bruikbare delen van het VO. In mijn brief aan het presidium
van 21 mei 2019 (Kamerstuk 34 293, nr. 78) heb ik u reeds bericht dat ik op grond van overleg met de Landsadvocaat, heb geconcludeerd
dat het de voorkeur geniet om bij een eventuele aanpassing van de overeenkomst met
OMA tot een minnelijke oplossing te komen. Hierbij geldt als uitgangspunt de wens
van de Tweede Kamer om te komen tot een VO dat past bij de visie van de gebruiker
hierop, dat wil zeggen sober en doelmatig en met volledig respect voor de huidige
huisvesting en werkwijze van de Tweede Kamer. De genoemde planning doet zo veel mogelijk
recht aan de motie van het lid Middendorp c.s. (Kamerstuk 34 293, nr. 65) (Kamerstuk 34 293, nr. 76) om de VO-fase zorgvuldig af te ronden zodat tijdig met de DO-fase begonnen kan worden.
In mijn brief van 12 juni 2019 aan de voorzitter van de Tweede Kamer (Kamerstuk 34 293, nr. 77) heb ik bericht dat ook met de andere gebruikers hard wordt gewerkt om de voorontwerpfase
conform planning af te ronden. Ik kan u melden dat de Eerste Kamer inmiddels de Voorontwerp-fase heeft afgerond, evenals de Raad van State. Het Voorontwerp voor de Grafelijke
Zalen is ook gereed. De Voorontwerpen voor de gebouwdelen van deze gebruikers zijn
sober en doelmatig en de ontwerpen passen binnen de financiële kaders.
Governance
Over de governance van het renovatieproject hebben op initiatief van de heer Pechtold
gesprekken plaatsgehad tussen de Tweede Kamer – als vertegenwoordiger van de gebruiker
– en het Rijksvastgoedbedrijf. Daarbij is intensief gesproken over de beter te verankeren
rol van de Tweede Kamer als gebruiker in relatie tot die van de opdrachtgever. Doel
is de governancestructuur te verbeteren en aan te scherpen, zodat zowel de Tweede
Kamer als controlerend orgaan als het Rijksvastgoedbedrijf in control zijn, zoals
ook gevraagd in de motie van het lid Van Eijs (Kamerstuk 34 293, nr. 69). De governancestructuur klopt op hoofdlijnen; het goed organiseren van de rolvastheid
is hierbij essentieel. Hiervoor worden in de komende periode nog nadere afspraken
gemaakt. Een aantal zaken is al ter sprake gekomen.
Ik neem het advies van de heer Pechtold over om op korte termijn de technische werkgroepen
die functioneren onder voorzitterschap van het Rijksvastgoedbedrijf in overleg met
het presidium meer evenwichtig samen te stellen. Bovendien moet geïnvesteerd worden
in de aansluiting tussen deze technische werkgroepen en de Bouwbegeleidingscommissie
(BBC) en het presidium. Er is inmiddels georganiseerd dat er dagelijkse aanspreekpunten
zijn tussen de ambtelijke leiding van de Tweede Kamer en het Rijksvastgoedbedrijf.
Naast bovenstaande zal het Rijksvastgoedbedrijf beter aangeven in welke fase geleverde
(tussen)producten zich bevinden en op welke ontwerpkeuzes een antwoord wordt gevraagd.
Tevens zal de rol van de Bestuurlijke stuurgroep bezien worden in het licht van de
afronding van de VO-fase en de start van de DO-fase. De afgelopen weken heeft de functie
van procesvoorzitter zijn waarde bewezen en ik zal dan ook bezien – in overleg met
de gebruikers – hoe deze functie de komende periode ingezet kan worden.
Wens tot openbaarmaking
Ten aanzien van geheimhouding is door de heer Pechtold geconcludeerd dat het presidium
zich kan vinden in het wijzigen van het beleid in «openbaar tenzij», zoals toegezegd
in mijn brief van 22 mei 2019 (Kamerstuk 34 293, nr. 76) en gevraagd in de motie van het lid Ronnes c.s. (Kamerstuk 34 293, nr. 67). Het aangekondigde overleg over de rubriceringslijsten heeft plaatsgevonden en ik
zal u hierover berichten zodra de rubriceringslijsten voor alle gebruikers opnieuw
zijn vastgesteld. Dit zal uiterlijk in de volgende voortgangsrapportage in september
2019 zijn.
Onderstaand ga ik – zoals in de inleiding van deze brief aangegeven – in op enkele
andere aspecten van de renovatie Binnenhof.
Duurzaamheid
In mijn brief van 22 mei 2019 (Kamerstuk 34 293, nr. 76) heb ik u ook gemeld dat ik onderzoek naar aanvullende maatregelen op het gebied
van duurzaamheid laat uitvoeren. De rapportage van professor Van den Dobbelsteen is
door het Rijksvastgoedbedrijf in concept ontvangen. Naar aanleiding van een bespreking
van de conceptrapportage worden nog enkele zaken uitgezocht en verduidelijkt. De heer
Van den Dobbelsteen rondt zijn definitieve rapportage in juli 2019 af. Deze rapportage
zal ik dan aan u doorzenden. In de eerstvolgende voortgangsrapportage bericht ik u
of, en zo ja welke extra maatregelen ik overweeg, hoe ik die inpas en of dit wel of
niet past binnen het beschikbare budget. Dit is op tijd om beslissingen te kunnen
nemen hierover en dit mee te nemen in het Definitief Ontwerp.
Johan van Oldenbarnevelt
Voorts informeer ik u dat de Rijksdienst voor Cultureel erfgoed (RCE) verkennend onderzoek
uitvoert naar de mogelijkheden voor het vinden van het graf van Johan van Oldenbarnevelt.
De RCE doet dit in nauwe samenwerking met de gemeente Den Haag, verantwoordelijk voor
archeologisch onderzoek op het Binnenhof. Te beantwoorden vragen zijn of het waarschijnlijk
is dat het graf nog op het Binnenhof ligt, en zo ja, welke mogelijkheden er zijn om
restanten te vinden en te identificeren. Afhankelijk van de resultaten van het onderzoek,
moet worden bezien welke mogelijke vervolgstappen genomen kunnen worden, mede afgezet
tegen de daarmee gemoeid gaande kosten en tijd. De kosten maken geen onderdeel uit
van het projectbudget. Inmiddels is veel vooronderzoek uitgevoerd en op 13 juni 2019
zijn in een deskundigenoverleg bevindingen uitgewisseld en vervolgstappen afgesproken.
Ik verwacht dat de RCE haar advies kort na het zomerreces zal aanbieden aan de Minister
van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Quick-scan planning tijdelijke huisvesting
De renovatie wordt sober en doelmatig uitgevoerd, zal conform planning starten in
2020 en gereed zijn eind 2025. Deze uitgangspunten zijn in de gesprekken van de heer
Pechtold met de Tweede Kamer als vertegenwoordiger van de Tweede Kamer als gebruiker
en het Rijksvastgoedbedrijf herbevestigd. Het wordt beschouwd als gezamenlijke verantwoordelijkheid
om dit waar te maken. Allereerst is daarvoor van belang dat de tijdelijke huisvesting
op tijd gereed is. Op verzoek van de Bestuurlijke Stuurgroep heb ik bureau PWC opdracht
gegeven een quick-scan uit te voeren op de planning van het project. De bouwwerkzaamheden
voor de tijdelijke huisvesting van de Tweede Kamer zijn in volle gang en een ambtelijke
vertegenwoordiging van de Tweede Kamer heeft in een separaat gesprek met de onderzoekers
de conclusie gedeeld dat de planning haalbaar moet zijn, mits geen grote wijzigingen
meer worden doorgevoerd. Met andere woorden: de verhuizing in de zomer van 2020 behoeft
geen vertraging op te lopen. Met andere gebruikers zijn gesprekken over de conclusies
van PWC nog gaande. De rapportage zal daarna afgerond worden, waarna ik u hierover
zal informeren.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
R.W. Knops
Indieners
-
Indiener
R.W. Knops, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties