Brief regering : Verblijfsregeling voor essentieel personeel van startups
30 573 Migratiebeleid
Nr. 174
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 juli 2019
Tijdens de behandeling van de begroting van het Ministerie van JenV voor 2019 (Handelingen
II 2018/19, nr. 27, item 7, 10, en 14), kondigde Staatssecretaris Harbers aan samen met de Minister van SZW en de Staatssecretaris
van EZK de mogelijkheden te onderzoeken om startups in Nederland beter in staat te
stellen om internationaal talent aan te trekken. Dit in navolging op signalen uit
het bedrijfsleven en het Nederlandse startup ecosysteem dat jonge, innovatieve startups
barrières ervaren bij het aantrekken van internationaal talent. Dergelijke signalen
werden ook benoemd in het rapport van de City Deal Warm Welkom Talent1 en het recente onderzoek naar de aantrekkelijkheid van Nederland voor kennismigranten
van Regioplan, in opdracht van het WODC2.
Via deze brief informeer ik, mede namens de Minister van SZW en de Staatssecretaris
van EZK, uw Kamer over hoe we deze barrières willen slechten.
Aanleiding
De kennismigrantenregeling is erg aantrekkelijk voor het Nederlandse bedrijfsleven.
Dit komt onder meer door de overzichtelijkheid van de voorwaarden: een bedrijf dat
erkend is als referent bij de IND, kan kennismigranten aantrekken als het hen minimaal
de hoogte van het kennismigranten salariscriterium in loon uitbetaalt. Deze regeling
werkt erg goed voor het overgrote deel van de Nederlandse bedrijven. Jonge, innovatieve
bedrijven kunnen deze regeling vaak juist niet benutten voor het aantrekken van internationaal
talent. Zij zijn in de opstartfase van het bedrijf nog niet in staat het kennismigrantensalaris
te betalen. Zij belonen hun medewerkers met een (relatief laag) basissalaris. Daarnaast
krijgen deze medewerkers van hun werkgever een aandeel in het bedrijf via medewerkersparticipatie.
Deze beloningsstructuur brengt tot uitdrukking dat dit personeel essentieel is voor
de startup om het bedrijf van de grond te krijgen. Ook kan hierdoor sneller worden
opgeschaald; geen ondernemer geeft zonder noodzaak een deeltje van zijn bedrijf weg.
Ook wordt hiermee de loyaliteit van de medewerker aan de startup bevorderd: de medewerker
krijgt een persoonlijk belang in het slagen van de startup.
De hierboven beschreven medewerkers zijn dus enerzijds in loondienst, maar delen ook
in het nemen van de risico’s en kansen met de ondernemers van de startup. Voor dergelijke
medewerkers bestaat momenteel geen verblijfsregeling. Zij kunnen niet via de kennismigrantenregeling
worden aangenomen, maar hebben ook niet voldoende aandeel in het bedrijf om in aanmerking
te komen voor de startup verblijfsvergunning. Waar de toegevoegde waarde voor de reguliere
kennismigrant voor de Nederlandse economie wordt aangetoond door de hoogte van het
salaris, wordt de toegevoegde waarde voor dergelijke medewerkers aangetoond door het
aandeel dat zij krijgen in de jonge, innovatieve onderneming.
Verblijfsregeling startup personeel
Wij zijn daarom voornemens een verblijfsregeling voor dergelijk essentieel personeel
van startups te creëren in de vorm van een pilot. Deze pilot zal een looptijd van
drie jaar kennen en tussentijds worden geëvalueerd. Wij zullen heldere kaders in regelgeving
opnemen, waardoor de regeling alleen voor een vastgestelde periode gebruikt kan worden
door jonge, innovatieve bedrijven die nog niet in staat zijn kennismigrantensalarissen
te betalen. Dat geeft deze bedrijven de kans om, indien nodig, voor hen essentieel
talent aan te trekken om (door) te groeien. Het streven is dat ook deze groep bedrijven
zo snel mogelijk gebruik kan maken van de kennismigrantenregeling. Het startup-personeel
dat via de regeling wordt aangetrokken, dient te voldoen aan een verlaagd salariscriterium
ten opzichte van het salariscriterium voor kennismigranten, in combinatie met een
aandeel in het bedrijf.
Voor wie is de regeling bedoeld?
De regeling is bedoeld voor jonge, innovatieve bedrijven voor wie het niet kunnen
inzetten van beschikbaar talent van buiten de EU een belemmering vormt voor verdere
groei. Zowel Nederlandse startups als buitenlandse startups die zich in Nederland
vestigen kunnen gebruik maken van de regeling.
De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) zal alle startups, die gebruik willen
maken van de regeling, aan de hand van een toetsingskader beoordelen. Via dit toetsingskader
beoordeelt RVO de startup op innovatief vermogen en schaalbaarheid, de financiële
positie, draagkracht en structuur van de onderneming. Uit de draagkracht van de onderneming
dient te blijken dat de startup nog niet in staat is de kennismigrantensalarissen
te betalen. Daarvoor zal onder meer gekeken worden naar de hoogte van de salarissen
van de huidige medewerkers van de startup en of nog geen investeringen zijn opgehaald
die het mogelijk maken om wel hogere salarissen te betalen.
Dit toetsingskader zal voor een deel aansluiten bij de bestaande toetsingskaders die
RVO al hanteert bij de beoordeling van startups die gebruik willen maken van de startup
verblijfsvergunning of die een aanvraag indienen tot erkenning als referent bij de
IND.
Daarnaast mag de startup uit niet meer dan 15 personeelsleden bestaan. Bedrijven met
meer medewerkers hebben ogenschijnlijk al succesvol kunnen opschalen. De startup kan
niet langer dan drie jaar gebruik maken van de regeling. Wel willen we in overweging
nemen dat startups in bepaalde sectoren een langere aanlooptijd hebben, die inherent
is aan een te ontwikkelen product of dienst, zoals startups in de biomedische sector.
Daarom maken we het mogelijk dat startups na drie jaar gebruik te hebben gemaakt van
de regeling, nogmaals in aanmerking kunnen komen voor de regeling. Hiervoor moeten
zij wel opnieuw worden getoetst aan alle bovengenoemde criteria.
Startups kunnen bovendien maximaal vijf internationale medewerkers via deze regeling
aannemen. Uit de pilot zal moeten blijken of dit voldoende is om het juiste team samen
te stellen voor de volgende groeifase.
Via dit toetsingskader willen we zeker stellen dat alleen jonge innovatieve bedrijven
die nog niet in staat zijn kennismigrantensalarissen te betalen, gebruik maken van
de regeling om personeel aan te trekken dat essentieel is voor de doorgroei van de
onderneming. Door het specifiek toetsen op innovatief vermogen, financiële draagkracht
en de aandeelhoudersstructuur, voorkomen we dat de regeling kan worden gebruikt door
bedrijven die via schijnconstructies goedkope kennismigranten naar Nederland willen
halen. Ook willen we met deze criteria bewerkstelligen dat het om een tijdelijke situatie
gaat, waarna het bedrijf in staat wordt geacht via reguliere kanalen kennismigranten
aan te trekken.
De voorwaarden waar de startup-medewerker aan moet voldoen om een verblijfsvergunning
via deze regeling te krijgen, zijn gestoeld op de uitgangspunten van het bredere Nederlandse
kennismigrantenbeleid. Aanvragers moeten voldoen aan het verlaagd salariscriterium
dat geldt voor kennismigranten die vanuit het «zoekjaar hoogopgeleiden» een baan als
kennismigrant vinden. Momenteel is dit salariscriterium € 2.364 (bruto per maand,
zonder vakantiegeld).3 Naast dit salaris, dient de werkgever aan te kunnen tonen dat de medewerker een medewerkersparticipatie
(bijvoorbeeld aandelenopties, certificaten van aandelen of stemrechtloze aandelen)
in het bedrijf heeft. Deze beloningsconstructies moeten aantoonbaar juridisch zijn
vastgelegd. Parallel aan de kennismigrantenregeling zal er geen opleidingsvereiste
aan de medewerker worden gesteld.
Aanpassing regelgeving
Om deze regeling in het leven te roepen is aanpassing van verschillende regelgeving
noodzakelijk. Op basis van de conceptregelgeving, zullen betrokken uitvoeringsinstanties
(IND, UWV, RVO en Inspectie SZW) een toets uitvoeren om de uitvoeringsgevolgen in
kaart te brengen. De geplande inwerkingtreding van de regeling is voorzien in de zomer
van 2020.
Monitoring regeling
Omdat wij het belangrijk vinden dat de regeling alleen wordt gebruikt door de doelgroep
waar de regeling voor wordt opgezet, zullen we gedurende de looptijd van de pilot
monitoren welke bedrijven gebruik maken van de regeling en welke medewerkers zij met
deze regeling aantrekken. Een jaar na inwerkingtreding zullen we de eerste uitkomsten
van deze monitoring openbaar maken. Mochten de uitkomsten hier aanleiding toe geven,
dan wordt de regeling aangepast.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
A. Broekers-Knol
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid