Brief regering : Versterking en vernieuwing van de lokale democratie
35 000 VII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2019
Nr. 100 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 juni 2019
Samen werken aan versterking van de lokale democratie
De lokale democratie is volop in beweging. De nieuwe colleges en gemeenteraden hebben
hun eerste jaar achter de rug sinds de verkiezingen van 2018. Zij werken aan complexe
uitdagingen, zoals de overgang naar aardgasvrije wijken, de invoering van de Omgevingswet,
de uitvoering van de decentralisaties in het sociaal domein en het opstellen van Regionale
Energiestrategieën (RES).
Gemeenten doen dit samen met inwoners, andere overheden en (maatschappelijke) organisaties.
Zij zoeken daarbij volop naar versterking en vernieuwing van hun lokale democratie.
Daarvan zie en lees ik elke dag weer aansprekende voorbeelden. Er zit veel energie
in de samenleving die gericht wordt ingezet om met creatieve oplossingen te komen
voor de actuele uitdagingen. BZK, VNG en de beroeps- en belangenverenigingen ondersteunen
gemeenten bij het aangaan van deze uitdagingen, onder meer via het samenwerkingsprogramma
Democratie in Actie.1 Samen zetten we in op het versterken van de lokale democratie en het versnellen van
de beweging die in gemeenten gaande is.2
De lokale democratie staat voor grote uitdagingen, bijvoorbeeld in het aardbevingsgebied
in Groningen. Op 17 juni jl. sprak ik daar met raads- en Statenleden. Te midden van
de versterkingsopgave is het hun rol om de Groningers bij deze opgave te betrekken
en te vertegenwoordigen. Een moeilijke, maar belangrijke rol. Regie voor inwoners
en lokaal bestuur is een speerpunt van mij. Om dit en de gewenste versnelling van
de versterkingsopgave te realiseren vorm ik één uitvoeringsorganisatie waarvan de
regio opdrachtgever wordt. Hiermee wordt aangesloten op de lokale versterkingsplannen
en kan meer naar behoefte en sneller worden versterkt. Volksvertegenwoordigers hebben
een signaalfunctie bij vertraging of misstanden. In ieder geval ben ik voornemens
om in gesprek met en samen met inwoners, volksvertegenwoordigers en maatschappelijke
partijen hen te ondersteunen bij deze opgave. Onder andere bij het betrekken van inwoners
en het weerbaar maken van het lokale bestuur. Hiernaast bezie ik vanuit het programma
Democratie in Actie welke acties, aansluitend op bestaande initiatieven in de regio,
er nodig zijn om inwoners en het lokaal bestuur regie te geven.
Het afgelopen jaar is met onze partners3 een concreet en divers aanbod gecreëerd voor de mensen in het bestuur – van gemeenteraadslid,
burgemeester tot griffier – om hen steun, instrumenten en inspiratie te bieden om
hun rol binnen onze democratie goed op te kunnen pakken. Steeds meer gemeenten en
sinds kort ook provincies en waterschappen maken gebruik van dit aanbod. Zo is voor
Statenleden en AB-leden van waterschappen recent een digitale leeromgeving gelanceerd,
waarmee zij zich snel kunnen inwerken op thema’s als de Omgevingswet en de RES, onafhankelijk
van tijd en plaats.4 Ik blijf met alle bestuursniveaus in gesprek over de actualiteit van het aanbod.
Naast de praktijk staat ook het denken over de vernieuwing van onze lokale democratie
niet stil. U heeft de universiteiten van Tilburg en Twente vorig jaar gevraagd onderzoek
te doen naar lokale democratische innovaties, schaalvergroting en decentralisaties.5 Dit heeft geresulteerd in de rapporten Ambitie & Ambivalentie van de Universiteit Tilburg en Decentralisatie, schaalvergroting en lokale democratie van de Universiteit Twente. Ik heb zelf onderzoekers van de Stichting Decentraalbestuur.nl
gevraagd onderzoek te doen naar de toepassing van het raadsinstrumentarium voor controle
en kaderstelling door gemeenteraden. Dit heeft geresulteerd in het rapport Om de controle door de raad.6
7 Ook is recent het rapport Werkgroep lokale rekenkamers verschenen.8 9 Tot slot heeft de Universiteit Leiden in mei het eindrapport Right to Challenge: Een studie naar de mogelijkheden voor een algemene regeling voor
het «Right to Challenge» en andere burgerinitiatieven in Nederland opgeleverd.10 Al deze rapporten leveren inzichten op om onze democratie verder te versterken en
te vernieuwen.
In deze brief ga ik in op verschillende acties, wetgevingstrajecten en onderzoeken
die nu gaande zijn om onze lokale democratie verder te versterken en te vernieuwen.
Ik ga daarbij in op de positie van de volksvertegenwoordiging, de rol van lokale rekenkamers,
de toerusting van politieke ambtsdragers, de weerbaarheid en integriteit van het bestuur
en het Right to Challenge.
Een voortgangsrapportage van de activiteiten binnen Democratie in Actie is toegevoegd
als bijlage11. Ik ben daarnaast voornemens u na het zomerreces een aparte brief te sturen als uitwerking
van de Thorbeckelezing, waarin ik mijn bestuurlijke agenda uiteenzet en dieper inga
op bestuurlijke inrichtingsvragen, bijvoorbeeld ten aanzien van schaalvergroting,
regionale vraagstukken en bestuurlijke samenwerking (onder andere de Wet gemeenschappelijke
regelingen), de positie van de raad en van inwoners daarbij. Dit sluit aan bij de
thematiek in het rapport van de Twentse onderzoekers. Zij constateren dat de hoofdstructuur
van ons bestuurlijk stelsel door schaalvergroting en decentralisaties verzwakt en
de positie van raden en inwoners onder druk staat. Ik herken deze spanningen en uitdagingen
en ben voornemens daarop maatregelen te nemen, zowel ten aanzien van het systeem en
stelsel van bestuurlijke inrichting als ten aanzien van de mensen die in de praktijk
invulling geven aan de democratie.
Voor een vitale lokale democratie
Krachtige volksvertegenwoordiging
Het representatieve stelsel vormt de ruggengraat van onze democratie, zoals de Tilburgse
auteurs stellen. Daar worden concrete besluiten genomen, die van grote invloed zijn
op het dagelijks leven van inwoners. Voor een vitale democratie is een krachtige volksvertegenwoordiging
nodig die zelfbewust is en in verbinding met de samenleving staat. De onderzoekers
zien volop beweging en vernieuwing, maar wijzen er ook op dat op sommige punten de
representatie binnen de lokale democratie hapert. Zij constateren bijvoorbeeld dat
in het samenspel tussen bestuur en raad de zichtbaarheid van de raad nog onvoldoende
is. Daarin staan zij niet alleen. Zo merkt de Stichting Decentraalbestuur.nl op dat
gemeenteraden voor grote, complexe taken staan die raadsleden veel tijd en moeite
kosten. De Twentse onderzoekers zien zelfs een verzwakking van de positie van gemeenteraden.
Herindelingen en regionalisering tasten volgens de Twentse onderzoekers de democratische
legitimiteit aan. Daarnaast merkt de Stichting Decentraalbestuur.nl op dat de raad
voldoende controlerende en kaderstellende instrumenten voorhanden heeft, maar dat
een aantal van de belangrijke instrumenten niet of niet voldoende wordt gebruikt.
Als gemeenteraden beter gebruik maken van hun instrumenten en rechten, zoals het verstevigen
van de positie van de lokale rekenkamers, kunnen ze het college van B&W beter en gerichter
controleren. Dit geldt volgens de onderzoekers van de Stichting Decentraalbestuur.nl
zeker ook voor de instrumenten die in sommige gemeenten in het geheel niet worden
toegepast, zoals artikel 213a-onderzoeken en het bieden van financiële fractieondersteuning.
Acties
Ik deel de observatie dat de positie van de gemeenteraad versterking verdient en onderneem
daar op verschillende fronten actie op. Zo licht ik dit jaar gemeenteraden intensiever
voor over de instrumenten die zij kunnen aanwenden. Ik werk aan een aanpassing van
de Wet gemeenschappelijke regelingen die eind 2019 aan de Tweede Kamer wordt aangeboden,
waarin ik juist de positie van de gemeenteraad wil gaan versterken. Dit doe ik op
basis van praktijkervaringen van een groot aantal gemeenten.
De griffier speelt een belangrijke rol in de ondersteuning van de raad. Daarom heb
ik afgelopen jaar een Democratiepact met griffiers getekend ter versterking van de
griffie. In dat kader werken we aan de professionalisering van griffiers en onderzoeken
we onder andere de wenselijkheid en mogelijkheid van een norm voor de minimale omvang
van de griffie. Ook heb ik aandacht voor het vergroten van de sturingsmogelijkheden
van de raad op complexe vraagstukken, bijvoorbeeld ten aanzien van het sociaal domein
en bij de toekomstige Omgevingswet. Vanuit Democratie in Actie bieden we begeleiding
voor de gemeenteraad, bijvoorbeeld aan de hand van een sessie «Raad in Beraad».
Relevante actie in dit kader is ook het ontwikkeltraject «Aan de slag met persoonlijk
opleidings- en ondersteuningsbudget voor raadsleden». In dit traject met gemeenteraden
en griffiers begeleid ik dit jaar gemeenten bij het effectief benutten van bestaande
rechten, mogelijkheden en instrumenten en bij het voeren van een goed raadsbreed gesprek
hierover. Inmiddels nemen 10 gemeenteraden en hun griffiers deel. Op basis van het
traject wordt ook bezien of bestaande wet- en regelgeving nog bij de tijd is en eventuele
aanpassing behoeft. Ik zal uw Kamer eind dit jaar over de verdere uitwerking van dit
traject informeren.
Om gemeenten te ondersteunen bij vraagstukken rond de versterking van de lokale democratie,
is samen met de VNG en een poule van deskundige begeleiders gewerkt aan de ontwikkeling
van de Quick Scan Lokale Democratie.12 De Quick Scan Lokale Democratie bestaat uit een online vragenlijst en gesprekken
met begeleiders. De vragenlijst wordt ingevuld door raadsleden, leden van het College
van B&W, ambtenaren en burgers. Met de uitkomsten brengen gemeenten in kaart hoe het
staat met hun lokale democratie en hoe zij deze kunnen versterken. Na een succesvolle
pilotfase in vijf gemeenten is het instrument gereed voor gebruik. Ongeveer 50 gemeenten
hebben daarvoor inmiddels concrete belangstelling. Ik onderzoek of het mogelijk en
wenselijk is om het instrument ook door te ontwikkelen voor provincies en waterschappen.
Versteviging positie lokale rekenkamers
Lokale rekenkamers doen onderzoek naar de doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid
van het door het gemeentebestuur gevoerde bestuur en zijn daarmee een belangrijk instrument
ter versterking van de kaderstellende en controlerende rol van de raad, en van groot
belang voor de democratische verantwoording van het bestuur. Ik heb uw Kamer bij brief
van 29 januari jl. geïnformeerd over mijn beleid ter versterking van lokale rekenkamers
(Kamerstuk 35 000 VII, nr. 86). Als onderdeel van dit beleid heb ik in april 2018 de werkgroep lokale rekenkamers
ingesteld die onlangs een rapport heeft uitgebracht. De werkgroep heeft met 37 gemeenten
gesproken over de toegevoegde waarde van lokaal rekenkameronderzoek voor de controlerende
rol van de raad en heeft gemeenten waar nodig concrete handelingsperspectieven geboden
om de positie van de rekenkamer binnen het gemeentebestuur te verstevigen en heeft
tevens bij 6 gemeenten good practices opgehaald. Ik ben de werkgroep daarvoor erkentelijk.
De werkgroep constateert dat een professionele relatie tussen de rekenkamer en de
raad, en in het verlengde daarvan tussen de rekenkamer en het college, de basis vormt
voor een goed functionerende rekenkamer. De rekenkamer is een kwetsbaar raadsinstrument
en er moet volgens de werkgroep worden geïnvesteerd in de verdere ontwikkeling van
de professionele relatie op de volgende aspecten: de kwaliteit van het rekenkameronderzoek,
de wijze waarop de raad het onderzoek vervolgens gebruikt voor zijn controlerende
rol, de relatie tussen rekenkamer en raad/college, en de wijze waarop de organen in
het gemeentebestuur de onderlinge relaties onderhouden en ontwikkelen.
Acties
De werkgroep doet een aantal aanbevelingen die ik zie als ondersteuning van mijn beleid.
Ik waardeer onder andere als positief dat de werkgroep aanbeveelt om gemeenten structureel
te ondersteunen bij de inrichting van een leerproces van gemeenteraad en rekenkamer
en daartoe voorstelt een projectgroep in te stellen die gedurende een aantal jaren
het leerproces in gemeenten aanjaagt en stimuleert. De projectgroep zou gemeenten
kunnen ondersteunen bij het inrichten van een systematisch leerproces tussen raad,
college en rekenkamer om op structurele wijze aandacht te geven aan de door de werkgroep
bedoelde professionele relatie.
Goede voorbeelden van systematisch leren zijn volgens de werkgroep bijvoorbeeld een
onderzoek door de rekenkamer naar de doorwerking van de eigen aanbevelingen, of een
jaarlijks gesprek tussen raad en rekenkamer over hoe het gaat, welke knelpunten er
zijn en hoe dat kan worden opgelost en die de projectgroep verder kan verspreiden.
Ik ga de aanbevelingen uit het rapport van de werkgroep lokale rekenkamers, in samenhang
met de aanbevelingen uit het rapport van de Stichting Decentraalbestuur.nl, samen
met de betrokkenen in het lokaal bestuur de komende periode verder oppakken en uitwerken.
Ik zal uw Kamer over de verdere uitwerking van dit traject eind van dit jaar nader
informeren, conform het verzoek van de Vaste Kamercommissie voor Binnenlandse Zaken
die mij namens het lid-Den Boer heeft gevraagd om een kabinetsreactie op het rapport
van de werkgroep lokale rekenkamers.
Goed toegeruste ambtsdragers
Democratie is mensenwerk. Mensen vormen en maken het bestuur. Politieke ambtsdragers
spelen een cruciale rol in het bestuur. Zij nemen besluiten die iedereen raken en
hebben recht op goede ondersteuning. Die ondersteuning is juist nu hard nodig. Taakverzwaring
voor gemeenten en samenwerken in regionale samenwerkingsverbanden maakt dat tijdsbesteding
en complexiteit van het raadswerk toeneemt, zoals de Twentse onderzoekers onderstrepen.
De Tilburgse onderzoekers stellen daarnaast terecht dat speciale aandacht nodig is
voor betere representatie in het openbaar bestuur. Zowel de Twentse als Tilburgse
onderzoekers wijzen op het belang van een goede ondersteuning van lokale politieke
partijen.
Acties
Deze kabinetsperiode zet ik sterk in op de ondersteuning en toerusting van al die
volksvertegenwoordigers en bestuurders die dagelijks werk maken van onze democratie.
Ik heb reeds verschillende acties genomen, zowel ten behoeve van passende randvoorwaarden
in het politieke ambt, voldoende mogelijkheden voor inhoudelijke ondersteuning in
het raads- en bestuurswerk als aan mogelijkheden om te leren, reflecteren en ontwikkelen
in gemeenten. Zo is de raadsvergoeding voor alle raadsleden in kleine gemeenten verhoogd,
zodat zij voldoende tijd vrij kunnen maken voor hun werk als volksvertegenwoordiger.13 Het trainings- en opleidingsaanbod voor gemeenteraden heeft een impuls gekregen en
is verder ontwikkeld. Alle raadsleden, Statenleden en AB-leden van waterschappen kunnen
sinds kort gebruik maken van een passend scholings- en professionaliseringsaanbod
en een digitale leeromgeving. Samen met de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden,
de Vereniging van Griffiers en de VNG zijn er regionale bijeenkomsten georganiseerd
rondom actuele thema’s en maatschappelijke opgaven, zoals de rol van de raad bij de
Regionale Energiestrategie. Ik deel de opvatting van de Twentse onderzoekers dat het
goed is dergelijke regionale ontmoetingen dicht bij huis te organiseren, en faciliteer
dat ook in het komende jaar. Er is een kennispunt ingericht voor de ondersteuning
van decentrale politieke partijen die niet vertegenwoordigd zijn in de Tweede Kamer.
Hier kunnen zij terecht voor trainingen, advies en informatie.14
Een divers samengesteld openbaar bestuur vergroot de herkenbaarheid en kwaliteit van
het bestuur en versterkt onze democratie. Ik neem daarom dit jaar - samen met anderen
- actie om te sturen op een meer inclusief en divers openbaar bestuur. Daarin kondig
ik maatregelen aan voor een meer inclusieve selectie en selectieprocedures, het actief
uitnodigen en werven van vrouwelijk talent, en een goede toerusting in het ambt. Ik
informeer de Tweede Kamer hierover in een aparte beleidsreactie die is gevraagd naar
aanleiding van het Ronde Tafel Gesprek Vrouwen in het openbaar bestuur.
Beschermen van onze democratie
Zowel de Twentse als de Tilburgse onderzoekers wijzen op de meer kwetsbare positie
van politieke ambtsdragers. Bedreigingen en intimidaties aan het adres van bijvoorbeeld
burgemeesters, gedeputeerden en waterschapsbestuurders zijn onaanvaardbaar. Het Ondersteuningsteam
Weerbaar Bestuur staat klaar wanneer burgemeesters, wethouders en raadsleden zich
niet veilig voelen.15 Zij biedt snelle ondersteuning en advies en kan een breed peersnetwerk en benodigde
experts mobiliseren. Dit Ondersteuningsteam is opgezet vanuit het Netwerk Weerbaar
Bestuur, waar o.a. het Ministerie van Justitie en Veiligheid, koepels, beroepsverenigingen
van politieke ambtsdragers, bestuurdersverenigingen van politieke partijen en veiligheidspartners
in deelnemen. Vanuit dit Netwerk is er ook een trainingsaanbod voor politieke ambtsdragers
in het omgaan met intimidatie en bedreiging. Nieuwe burgemeesters krijgen sinds kort
bij benoeming een veiligheidspakket.16 Zoals aangekondigd in de reactie op de voorlichting van de Afdeling advisering van
de Raad van State over de bestuurlijke aanpak van ondermijning kom ik nog met een
brief over de rol en positie van de burgemeester, zoals toegezegd bij de begrotingsbehandeling
voor het jaar 2019.
Integriteit is een harde voorwaarde voor goed bestuur. Daarom dienen de randvoorwaarden
en instrumenten op orde te zijn. De onlangs ontwikkelde Handleiding Basisscan Integriteit
ondersteunt bij screening en het maken van risicoanalyses van kandidaat-bestuurders
op integriteit, zonder lokaal maatwerk weg te nemen.17 Ik ondersteun bestuurders, griffiers en volksvertegenwoordigers daarnaast met de
ontwikkeling van leermodules en workshops integriteit via de beroepsverenigingen.
Ten slotte werk ik aan een wetsvoorstel ter versterking van de bestuurlijke integriteit,
waarover ik uw Kamer laatstelijk heb geïnformeerd met mijn brief van 12 oktober 2018
(Kamerstuk 28 844, nr. 156).
Beter betrekken van meer inwoners
Lokale democratie is breder dan wat er gebeurt in de gemeenteraad en het college van
B&W. Inwoners en maatschappelijke organisaties ondernemen zelf veel initiatieven.
In die zin is de democratie inderdaad meervoudig, zoals de Tilburgse auteurs het benoemen.
Ik ondersteun mogelijkheden die de invloed en zeggenschap van burgers vergroten. Daarbij
zie ik kansen voor de lokale digitale democratie en zet daarom met gemeenten in op
digitale participatietools. Ik ben daarom een «Proeftuin Lokale Digitale Democratie»
gestart. De deelnemers aan de proeftuin onderzoeken en testen de toegevoegde waarde
van (open source) digitale participatietools. BZK, gemeenten en andere organisaties
trekken gezamenlijk op in deze zoektocht.18 Hiertoe is onder andere een digitaal leerplatform tot stand gebracht waar gemeenten
met én van elkaar leren over de mogelijkheden van digitale participatie. In het kader
van monitoring en evaluatie zal ik ook laten onderzoeken wat het resultaat van deze
verschillende digitale innovaties is.
Voor het vergroten van de invloed van burgers vind ik het van belang dat er een breed
palet aan kanalen en middelen beschikbaar is, die ook in slimme combinaties gebruikt
worden. Net als de Tilburgse onderzoekers denk ik dat met een goede «participatiemix»
winst te behalen is voor de invloed en betrokkenheid van inwoners. Ook voor inwoners
die doorgaans minder vaak participeren. Een sterke lokale democratie vraagt om een
sterke representatieve democratie, met aanvullend een sterke participatieve, deliberatieve
en directe democratie, én een sterke verbinding daartussen. De lokale democratie is
een zaak van de gehele lokale samenleving en moet alle verschillende belangen en perspectieven
meewegen.
Right to Challenge
Veel gemeenten voegen de mogelijkheid van een Right to Challenge toe aan hun lokale
instrumentarium voor inwonersparticipatie. Met dit «uitdaagrecht» kunnen inwoners
een taak overnemen van de gemeente, met het bijbehorende budget, als zij denken deze
taak beter en goedkoper te kunnen uitvoeren. In ruim vijftig gemeenten is het Right
to Challenge opgenomen in het collegeprogramma voor 2018–2022. Het aantal gemeenten
waarin succesvolle «challenges» plaatsvinden groeit en ik waardeer de mooie initiatieven
die plaatsvinden. Ik ondersteun gemeenten en initiatiefnemers bij de ontwikkeling
en verankering van het Right to Challenge. Eind 2018 heb ik uw Kamer geïnformeerd
over vijf maatregelen die ik daartoe neem.19 Deze zijn in uitvoering of zijn inmiddels opgeleverd, zoals de twee inspiratiegidsen
met illustratieve casus en praktische informatie voor gemeenten én inwoners over het
Right to Challenge.20
Verankering van het Right to Challenge
In opdracht van mijn ministerie heeft de Universiteit Leiden onderzoek gedaan naar
de belemmeringen waar gemeenten en inwoners tegen aanlopen bij het Right to Challenge.
Ook hebben zij onderzocht of een algemene wettelijke regeling deze belemmeringen kan
oplossen. De onderzoekers constateren dat een algemene wettelijke regeling niet voor
de hand ligt. Die conclusie, die ook werd aangehaald in het tussenrapport van de Universiteit
Leiden, deel ik.
Daarom blijf ik inzetten op verankering via de eerder aangekondigde modelverordening
voor het Right to Challenge en de modernisering van artikel 150 van de Gemeentewet.
De VNG werkt op mijn verzoek momenteel aan deze modelverordening, die eind van dit
jaar beschikbaar zal zijn. Met de aanstaande wijziging van artikel 150 van de Gemeentewet
wordt tevens invulling gegeven aan de aanbeveling van de Leidse onderzoekers om bewoners
duidelijkheid te geven over de politieke bereidheid om initiatieven te ontvangen en
te ondersteunen. Want ik deel de conclusie van de onderzoekers dat het ondersteunen
van initiatieven en gemeenten zeker nodig is.
Naast deze nieuwe maatregelen, biedt bestaande wetgeving reeds de ruimte om het Right
to Challenge te verankeren. Zo hebben inwoners het recht om verzoeken bij hun gemeente
in te dienen om publieke taken over te nemen. Een «challenge» valt namelijk binnen
het grondwettelijk beschermde recht van petitie (artikel 5 Grondwet). Daarnaast geeft
de Gemeentewet gemeenten voldoende ruimte om het Right to Challenge verder in te vullen,
op basis van lokale behoeften. De Gemeentewet biedt namelijk het kader om de behandeling
van verzoeken van bewoners nader te regelen in een autonome gemeentelijke verordening
en het gemeentelijk beleid.
De Leidse onderzoekers signaleren dat initiatiefnemers te maken krijgen met zeer gevarieerde
wet- en regelgeving die van toepassing is op de voorziening die zij willen overnemen.
Zo heeft een energiecoöperatie te maken met voorschriften van en vergunningen gebaseerd
op het omgevingsrecht en de exploitant van het buurtzwembad met de Wet Hygiëne en
Veiligheid Badinrichtingen en Zwemgelegenheden. Naast specifieke, bijzondere wetgeving,
worden het aanbestedingsrecht en het aansprakelijkheidsrecht genoemd als ingewikkelde
regelcomplexen die initiatiefnemers belemmeren. Deze regelcomplexen beschermen ook
de belangen van anderen dan de initiatiefnemers, zoals veiligheid, bescherming van
de publieke financiën en het waarborgen van eerlijke concurrentieverhoudingen. Het
belang van ruimte voor burgerinitiatieven zal steeds moeten worden afgewogen tegen
de belangen die door deze regelcomplexen worden beschermd. Dat vereist vooral maatwerk.
En op het stimuleren en ondersteunen daarvan zet ik volop in.
De Leidse onderzoekers beschrijven ten slotte knelpunten die verband houden met de
reactie van het lokale bestuur op initiatieven van bewoners en de behandeling van
«challenges», en doen een aanbeveling om een recht op toegang tot het lokaal bestuur
en een recht op ondersteuning door het ambtelijke apparaat of dienstbaarheidsbeginsel
uit te werken. Goede ondersteuning is inderdaad van belang. Ik werk binnen het samenwerkingsprogramma
Democratie in Actie daarom aan de mogelijkheden om de logica van de belevingswereld
van de bewoner meer te laten aansluiten bij de werkwijze en organisatiestructuur van
gemeenten. Veel frustratie van burgers kan worden weggenomen als hun initiatieven
soepeler door de gemeentelijke organisatie worden verwelkomd. De cultuur en de houding
vanuit de gemeentelijke organisatie is dan ook een belangrijk aandachtspunt. Ik vind
het belangrijk dat gemeenten openstaan voor bewonersinitiatieven, de verzoeken van
burgers serieus overwegen en zoeken naar een manier om initiatieven te ondersteunen.
Het gaat hier om wederkerigheid bij burgerparticipatie. Dit aspect zal ik betrekken
bij de modernisering van artikel 150 van de Gemeentewet.
Tot slot
Met de complexe uitdagingen vraagt de lokale democratie juist nu om versterking en
vernieuwing. Daarom blijf ik samen met de VNG, gemeenten, provincies, waterschappen
en de beroeps- en belangenverenigingen de komende jaren investeren in onze democratie.
Ik zoek daarbij tevens naar nieuwe manieren om onze democratie dicht bij mensen te
brengen. Zo vieren jong en oud, inwoners en ambtsdragers, uit het hele land op 29,
30 en 31 augustus te Veur-Lent de democratie op het eerste democratiefestival, met
een daaraan voorafgaande summer school. Op de summer school kunnen politieke ambtsdragers en ambtenaren colleges, workshops en masterclasses
volgen, een leergang kiezen én afronden, de opgedane kennis in de praktijk brengen
en van gedachten wisselen met vakgenoten. De in deze brief genoemde uitdagingen komen
daarbij zeker aan de orde. Ik nodig u, uw achterban en kiezers, van harte uit om daar
samen met mij heen te gaan.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.