Brief regering : Instelling commissie belastingheffing multinationals
32 140 Herziening Belastingstelsel
Nr. 52 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 juni 2019
Op 11 juni jl. heeft uw Kamer een motie van het lid Omtzigt c.s. aangenomen (Handelingen
II 2018/19, nr. 91, Stemmingen motie Fiscale Arbitrage) om een commissie in te stellen,
bestaande uit experts, intern en extern, die over een half jaar adviseert over maatregelen
om de belastingheffing over winsten van multinationals eerlijker te maken, terwijl
Nederland aantrekkelijk blijft voor Nederlandse hoofdkantoren (Kamerstuk 35 110, nr. 11). In het debat over de belastingafdracht van multinationals van 13 juni jl. heb ik
toegezegd uw Kamer een brief te sturen over de invulling van deze commissie (Handelingen
II 2018/19, nr. 93, debat over de belastingplicht van multinationals). Met deze brief
kom ik tegemoet aan deze toezegging.
Onderzoek naar de toekomst van de vennootschapsbelasting
Reeds op 21 juni 2018 heb ik naar aanleiding van vragen van de leden Omtzigt, Van
Weyenberg en Lodders toegezegd om verbeteringen van het belastingstelsel in kaart
te brengen voor de volgende kabinetsperiode (Aanhangsel Handelingen II 2017/18, nr.
2527). Deze toezegging heb ik op 15 april jl. opgevolgd met een brief waarin ik het proces
heb uiteengezet om tot concrete bouwstenen en voorstellen voor verbeteringen en vereenvoudigingen
van het stelsel te komen (Kamerstuk 32 140, nr. 50). Daarin heb ik een zestal nieuwe onderzoeken aangekondigd, waaronder een onderzoek
naar de toekomst van de vennootschapsbelasting (vpb). Het doel van dat onderzoek is
te verkennen welke toekomstkeuzes mogelijk – en wenselijk – zijn met betrekking tot
het belasten van bedrijfswinsten. Het startpunt van het onderzoek is een analyse van
het soort bedrijven en sectoren dat de vpb momenteel betaalt, op grond van aangiftedata.
Verder wordt in het onderzoek onder andere aandacht besteed aan de gevolgen van lopende
internationale trajecten binnen de OESO en de EU zoals BEPS 2.0, en worden maatregelen
geïnventariseerd en uitgewerkt die Nederland unilateraal kan nemen. Dit onderzoek
is een technisch-ambtelijk traject, waarbij beleidsopties en hervormingen in kaart
worden gebracht om het fiscale vestigings- en investeringsklimaat te verbeteren, de
vpb economisch minder verstorend vorm te geven, de vpb te vereenvoudigen, en/of om
belastingontwijking verder tegen te gaan.
Hoewel het opleveren van deze bouwstenen een technisch-ambtelijk traject is, heb ik
van meet af aan het belang onderstreept van externe betrokkenheid. Specifiek voor
het onderzoek naar de toekomst van de vpb heb ik die betrokkenheid onder meer willen
vormgeven door middel van een externe klankbordgroep bestaande uit experts van verschillende
disciplines om ervoor te zorgen dat de verschillende relevante invalshoeken worden
belicht. Vanaf 15 april jl. zijn de beoogde leden van de klankbordgroep benaderd,
waarna zij op 15 mei jl. zijn uitgenodigd voor een eerste bijeenkomst, die op 17 juni
jl. heeft plaatsgevonden. De beoogde taakomschrijving van de klankbordgroep stond
op de agenda van die eerste bijeenkomst.
Motie belastingheffing bij multinationals
In uw motie (Kamerstuk 35 110, nr. 11) verzoekt u tot het instellen van een separate commissie die binnen een half jaar
adviseert over specifiek de belastingheffing van multinationals. Naar aanleiding hiervan
en het debat van 13 juni jl. (Handelingen II 2018/19, nr. 93, debat over de belastingplicht
multinationals) stel ik met betrekking tot deze separate commissie het volgende voor.
Samenstelling commissie
Uw motie vraagt om een commissie bestaande uit zowel interne als externe experts.
Ik stel voor om de leden van de klankbordgroep op te nemen in deze separate commissie.
Dit betreft een gebalanceerde groep experts bestaande uit fiscalisten, economen en
specialisten op het gebied van EU-recht. Om recht te doen aan uw motie en ook interne
experts in de commissie op te nemen, stel ik tevens voor om experts vanuit het Ministerie
van Financiën (waaronder de Belastingdienst) aan de commissie toe te voegen. Om de
onafhankelijkheid te waarborgen stel ik voor om een externe voorzitter aan te stellen
conform de praktijk bij interdepartementale beleidsonderzoeken. De commissie zal worden
ondersteund door een ambtelijk secretariaat. Ik zal uw Kamer zo snel mogelijk informeren
over de definitieve samenstelling van de commissie.
Taakopdracht commissie
U vraagt in uw motie de commissie te laten adviseren over maatregelen om de belastingheffing
over winsten van multinationals eerlijker te maken, terwijl Nederland aantrekkelijk
blijft voor Nederlandse hoofdkantoren. Om de motie uit te voeren moet de commissie
dus het begrip «eerlijk» operationaliseren. Of iets eerlijk is, is een politieke keuze.
Politici van verschillende politieke kleur zullen hoogstwaarschijnlijk een verschillende
invulling aan dit begrip geven. Daarom stel ik na overleg met de beoogde commissie
voor om de commissie de opdracht te geven om maatregelen te inventariseren die leiden
tot een grondslagverbreding van de vpb, waarbij tegelijkertijd oog wordt gehouden
voor het – volgens de motie eveneens belangrijke – behoud van hoofdkantooractiviteiten
in Nederland. Op basis van deze inventarisatie kunnen vervolgens politieke keuzes
gemaakt worden.
Tijdpad
In overleg met de beoogde commissie is afgesproken dat zij binnen zes maanden, dat
betekent nog in 2019, met concrete voorstellen komen.
De Staatssecretaris van Financiën,
M. Snel
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. Snel, staatssecretaris van Financiën