Brief regering : Tweede voortgangsbrief aanpak krapte op de arbeidsmarkt
29 544 Arbeidsmarktbeleid
Nr. 926 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 juni 2019
Voor een goed draaiende economie is het van belang dat de arbeidsmarkt goed functioneert.
Werkgevers en werknemers moeten elkaar snel en gemakkelijk kunnen vinden. Tijdens
de economische groei van de afgelopen jaren is echter duidelijk geworden dat dit nog
niet altijd goed gaat. Bedrijven geven aan moeite te hebben met het vervullen van
hun vacatures, terwijl er tegelijk nog mensen aan de kant staan. Het kabinet is volop
aan de slag om de arbeidsmarkt te versterken, om zo de krapte aan te pakken en zoveel
mogelijk mensen bij de arbeidsmarkt te betrekken. Dit doet het kabinet langs vier
lijnen: door de structurele werking van de arbeidsmarkt te verbeteren, door mensen
voor te bereiden op de transities van deze tijd, door iedereen in te schakelen die
kan bijdragen en door sectorspecifieke uitdagingen aan te pakken met een sectorale
aanpak.
Op 15 juni 2018 heb ik uw Kamer geïnformeerd over de aanpak van de krapte op de arbeidsmarkt.1 Op 26 november jl. heb ik u geïnformeerd over de voortgang van de aanpak van de krapte.2 Tijdens het debat Sociale Staat van Nederland van 23 januari jl. heb ik u toegezegd
om de Kamer voor de zomer te informeren over de voortgang (Handelingen II 2018/19,
nr. 44, item 3). Met deze brief ga ik, mede namens de Staatssecretaris van SZW, in op die toezegging.
In deze brief geef ik per uitdaging aan wat de belangrijkste nieuwe ontwikkelingen
zijn sinds mijn brief van 26 november jl. In de bijlage van de brief treft u een overzicht
van de stand van zaken in één tabel aan3.
De krapte op de arbeidsmarkt neemt verder toe
De aanhoudende economische groei zorgt ervoor dat het aantal openstaande vacatures
tot een recordhoogte is gestegen (277 duizend) in het eerste kwartaal van 20194. Tegelijk is het aantal werklozen in april 2019 verder gedaald tot 300 duizend (3,3%)5. In het eerste kwartaal van 2019 waren er per 100 werklozen 88 vacatures (figuur
1). Ongeveer een kwart van de ondernemers geeft aan dat de bedrijfsactiviteiten worden
belemmerd door een tekort aan arbeidskrachten. Overigens verwacht het CPB dat de economische
groei lager uitvalt in 2019 en 2020 en dus naar verwachting ook de groei van de werkgelegenheid.6
Figuur 1: Aantal vacatures per 100 werklozen (ILO definitie)
De krapte op de arbeidsmarkt benadrukt de uitdaging om zoveel mogelijk mensen bij
de arbeidsmarkt te betrekken. Ook in de motie Van Weyenberg c.s.7, die aanleiding was voor het in kaart brengen van de aanpak van krapte, werd al gewezen
op het nog onbenutte arbeidspotentieel. Het beeld van werkgevers die hard op zoek
zijn naar extra handen is moeilijk te rijmen met de groep mensen die aan de kant blijft
staan. Het vinden van een oplossing hiervoor klinkt eenvoudiger dan het is. Het vergt
vaak iets extra’s om de match tussen deze mensen en de arbeidsmarkt te laten slagen.
Het kabinet is dan ook verheugd dat het onbenut arbeidspotentieel het afgelopen jaar
verder is gedaald. Steeds meer mensen betreden de arbeidsmarkt en vinden de weg naar
betaald werk. In het eerste kwartaal van 2019 biedt 71% van de potentiële beroepsbevolking
zich aan op de arbeidsmarkt. Dit zijn ruim 9,2 miljoen mensen, 108 duizend meer dan
een jaar eerder. Van deze 9,2 miljoen mensen hebben 8,9 miljoen mensen een baan. Er
werken nu 162 duizend meer mensen dan begin 2018. Met name onder 45-plussers is het
aantal werkenden toegenomen.8 Ook voor mensen met een arbeidsbeperking zijn er steeds meer mogelijkheden om toe
te treden tot de arbeidsmarkt. In het kader van de banenafspraak zijn er tot en met
het vierde kwartaal 2018 al ruim 53 duizend extra banen gecreëerd.9
Dat goede nieuws laat onverlet dat we stappen moeten blijven zetten.
1. De structurele werking van de arbeidsmarkt verbeteren
Door de structurele werking van de arbeidsmarkt te verbeteren kunnen vraag en aanbod
elkaar sneller vinden. De werking van de arbeidsmarkt wordt verbeterd door werken
aantrekkelijker en lonender te maken en de matching tussen werkzoekenden en werkgevers
te verbeteren. Graag wijs ik op drie concrete stappen die het kabinet hiertoe recent
heeft gezet.
Ten eerste is op 28 mei jl. het wetsvoorstel Arbeidsmarkt in Balans (Kamerstuk 35 074) door het parlement aanvaard (Handelingen II 2018/19, nr. 32, item 12). Hiermee past het kabinet het arbeids- en socialezekerheidsrecht aan om een nieuwe
balans op de arbeidsmarkt te bereiken tussen vast en flexibel werk. Ook op het terrein
van de loondoorbetaling bij ziekte heb ik uw Kamer een pakket aan maatregelen voorgesteld.
U bent hierover geïnformeerd in de brief van 20 december 2018.10 Wetgeving voor een deel van deze maatregelen is in voorbereiding. Voor de zomer zal
ik uw Kamer nader informeren over de voortgang van het pakket loondoorbetaling bij
ziekte.
Ten tweede is per 1 januari 2019 de eerste stap van de WIEG in werking getreden, namelijk
de uitbreiding van het geboorteverlof naar 1 week. Hiermee boekt het kabinet voortgang
in het vergemakkelijken van de combinatie van arbeid en zorg. Per 1 juli 2020 wordt
het geboorteverlof verder uitgebreid met 5 weken met een uitkering ter hoogte van
70% van het dagloon.
Ten derde wordt op twee gebieden de matching tussen werkzoekenden en werkgevers verbeterd:
de matchingssystematiek zelf en de samenwerking en gegevensuitwisseling tussen verschillende
dienstverleners.
Om de matchingsystematiek te verbeteren zet UWV zich vanaf dit jaar samen met onder
andere CBS en VDAB vanuit het project Werkinzicht in op het ontwikkelen van een gedeelde
set aan definities van competenties. Recent onderzoek11 heeft aangetoond dat matching op basis van competenties een grote meerwaarde kan
hebben. Bij het toetsen op bruikbaarheid en mogelijke toepassingen werken zij samen
met partners waaronder SBB, AWVN en meerdere regionale partijen.
Om de gegevensuitwisseling en samenwerking te verbeteren zijn UWV, VNG en SZW met
ondersteuning van I-Interim Rijk een gezamenlijk traject gestart. Uit recent onderzoek
dat is uitgevoerd in opdracht van SZW komt naar voren dat de gegevensuitwisseling
in relatie tot matching beter kan en moet.12 Het rapport is gepubliceerd op rijksoverheid.nl13. Na de zomer wordt uw Kamer geïnformeerd over de stand van zaken van dit traject.14
2. Mensen voorbereiden op de transities van deze tijd
Het kabinet ondersteunt mensen om zich voor te bereiden op de arbeidsmarkt van de
toekomst. Dat begint bij het bevorderen van een bewuste studiekeuze en het verbeteren
van de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt. Vervolgens is het van belang
dat mensen zich tijdens hun werkende leven blijven ontwikkelen. Het kabinet wil mensen
stimuleren om zelf regie te nemen over hun loopbaan, zodat zij duurzaam inzetbaar
blijven op de arbeidsmarkt.
Het bevorderen van een goede studiekeuze heeft blijvende aandacht. Met de Regeling
Studiebijsluiter verplicht de Minister van OCW sinds maart dit jaar mbo-scholen een
vergelijkbare en goed vindbare studiebijsluiter te hanteren, waarin eenduidige en
objectieve informatie is opgenomen over opleidingen en de kansen van die opleidingen
op de arbeidsmarkt. Deze informatie is tevens te vinden op de nieuwe website «Kies
MBO», waar vo leerlingen, mbo studenten en ouders
informatie kunnen vinden over mbo-opleidingen, werkvelden/beroepen en kansen op de
arbeidsmarkt. Daarnaast gaat het Expertisepunt LOB vo-mbo na hoe beschikbare arbeidsmarktinformatie
beter benut kan worden in de studiekeuzebegeleiding en -voorlichting.
Ten aanzien van Leven Lang Ontwikkelen bent u op 3 juni jl. per brief geïnformeerd15 over de hoofdlijnen van het zgn. STAP-budget16, dat mensen de (financiële) mogelijkheid geeft zich te ontwikkelen om duurzaam inzetbaar
te blijven en vitaal de pensioenleeftijd te behalen. Na de zomer zal uw Kamer worden
geïnformeerd over de stand van zaken van het LLO-beleid en de hoofdlijnen van de uitwerking
van motie van het lid Wiersma c.s.17, waarin wordt verzocht € 48 miljoen in te zetten voor het ondersteunen van werkgevers
bij het stimuleren van de leercultuur in het MKB, en motie van het lid Heerma c.s.18, waarin wordt verzocht de sectoren landbouw, horeca en recreatie de komende 5 jaar
tegemoet te komen met een investering in de scholing van werknemers van jaarlijks
€ 12 miljoen.
3. Iedereen inschakelen die kan bijdragen
Het kabinet wil iedereen inschakelen die kan werken. Het kabinet zet daarom breed
in op het verhogen van de arbeidsparticipatie, met bijzondere aandacht voor mensen
met een arbeidsbeperking en mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.
In de brief van 23 mei jl. bent u geïnformeerd over de stand van zaken van de uitwerking
van de verschillende onderdelen van het Breed Offensief19. Om de arbeidsmarktkansen van mensen met een arbeidsbeperking te vergroten is o.a.
gewerkt aan voorstellen voor verbetering en vereenvoudiging van loonkostensubsidie,
voor meer waarborgen voor ondersteuning en harmonisering van instrumenten en voor
het wegnemen van knelpunten bij de uitvoering van de no-riskpolis bij loonkostensubsidie.
Ook zijn stappen gezet in het project «Simpel Switchen in de Participatieketen». Een
aantal van de genoemde maatregelen leidt tot aanpassingen van wet- en regelgeving.
Het wetsvoorstel vereenvoudiging Wajong is op 28 mei jl. bij de Tweede Kamer ingediend.20 Streven is om het wetsvoorstel tot wijziging van de Participatiewet in de tweede
helft van 2019 aan uw Kamer aan te bieden. Datzelfde geldt voor wijziging van de Wet
banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten.
Voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt biedt Perspectief op Werk een extra
impuls aan de arbeidstoeleiding van mensen die willen en kunnen werken, maar niet
zelfstandig de weg naar werk vinden. In februari 2019 is een oproep uitgegaan naar
de arbeidsmarktregio’s om voor 15 juli 2019 met een regionaal actieplan voor Perspectief
op Werk te komen. Wanneer een actieplan voldoet aan de inhoud van de Intentieverklaring
van Perspectief op Werk, zal er per regio 1 miljoen euro beschikbaar worden gesteld.
Bij goede voortgang van de uitvoering van de doe-agenda van Perspectief op Werk wordt
in 2020 nogmaals 1 miljoen aan de arbeidsmarktregio toegekend.
Ook mensen met een uitkering kunnen een afstand tot de arbeidsmarkt ervaren, terwijl
ook zij hard nodig zijn om de vacatures te vervullen. Voor sommige mensen in de WW
is scholing een effectief middel om de afstand tot de arbeidsmarkt te verkleinen.
Met het tijdelijk scholingsbudget kan het UWV scholingstrajecten inkopen die scholing
richting een krapteberoep, of een baangarantie of -intentie van een werkgever, bieden.
Samen met UWV heb ik gekeken hoe we het gebruik hiervan kunnen verbeteren. Er is meer
ruimte voor maatwerk gevonden in een hogere financiële bijdrage en een langere duur
van de scholing. Deze aanpassingen worden op zeer korte termijn verwerkt in de regeling.
Over het gebruik van de regeling op dit moment zal ik u nog voor het zomerreces informeren.
4. Een sectorale aanpak voor sectorspecifieke uitdagingen
Tot slot pakt het kabinet, samen met sectorale partners, de krapte aan in de sectoren
waarin de overheid zelf werkgever is (zoals het Rijk, defensie en politie) of waarin
de overheid de randvoorwaarden voor werkgevers sterk beïnvloedt (zoals zorg en onderwijs).
Daarbij monitort het kabinet voortdurend of de inspanningen voldoende zijn.
Via de tweede voortgangsrapportage over het actieprogramma Werken in de Zorg van 23 mei
jl. bent u geïnformeerd over het actieprogramma Werken in de zorg.21 Voor de zomer wordt uw Kamer geïnformeerd over de stand van zaken van de aanpak van
het lerarentekort. Ook wordt u deze zomer geïnformeerd over het samenwerkingsverband
binnen het veiligheidsdomein, dat gezamenlijk uitdagingen op de arbeidsmarkt aanpakt.
In de aanpak van de sectoren wordt actief beleid gevoerd om werkzoekenden naar een
baan in de zorg en het onderwijs te begeleiden.22 In de sector Zorg en Welzijn wordt door werkgeversorganisaties Actiz en VGN, de koepels
van Vso- en Pro scholen, Divosa, UWV en Regioplus een extra stimulans gegeven aan
de instroom van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. In de regio Amsterdam,
Arnhem en Zeeland laten projecten om mensen in te laten stromen op betaalde banen
in de zorg al resultaten zien. Er komen ruim 400 banen bij in veelal ondersteunende
functies zoals de woonhulp, de huiskamerassistent en welzijnsfunctionarissen met korte
trainingsprogramma’s en begeleiding om mensen met afstand tot de arbeidsmarkt stap
voor stap klaar te stomen voor de baan.
Ook binnen het onderwijs worden door partijen aan de landelijke tafel, onder voorzitterschap
van OCW, activiteiten ingezet.23 Zo is onderdeel van de aanpak van het lerarentekort dat het Participatiefonds samen
met UWV acties in gang zet om stille reserves24 en andere werkzoekenden te interesseren voor een baan in het onderwijs. Sinds vorig
jaar werkt het Participatiefonds aan een nieuwe aanpak om 1.000 leraren met een uitkering
te begeleiden naar een baan. Dat is al bij ongeveer 500 leraren gelukt. Via het project
Baanbrekers ondersteunen PO- en VO-raad scholen in het primair en voortgezet onderwijs
bij het creëren van passende functies voor de doelgroep van de banenafspraak.
Tot slot
Het kabinet kan krapte niet oplossen, maar wel, samen met andere partners, zijn uiterste
best doen om de werking van de arbeidsmarkt te verbeteren. Ik heb er vertrouwen in
dat we hiermee niet alleen in tijden van hoogconjunctuur de werking van de arbeidsmarkt
verbeteren, maar ook profiteren van de ingezette koers mocht de economische groei
afnemen.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees
Indieners
-
Indiener
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.