Brief regering : Geannoteerde agenda informele bijeenkomst Ministers van Milieu 11-12 juli 2019
21 501-08 Milieuraad
Nr. 777
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT EN DE MINISTER VAN
ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 juni 2019
Op 11 en 12 juli vindt in Helsinki, onder Fins Voorzitterschap, een informele bijeenkomst
voor milieuministers plaats. Hierbij ontvangt u de geannoteerde agenda van deze bijeenkomst,
mede namens de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.
Tijdens deze bijeenkomst zal er gesproken worden over de EU-klimaatambitie richting
de VN-klimaattop van september, de potentie van circulaire economie om klimaatverandering
en biodiversiteitsverlies te voorkomen en de volgende stappen richting een «circulaire
economie 2.0». Over eventuele aanvullingen of wijzigingen in de agenda wordt u schriftelijk
op de hoogte gesteld voor aanvang van het schriftelijk overleg op donderdag 27 juni.
Mondiale ambitie voor klimaatverandering
Het voorzitterschap heeft een sessie geagendeerd over de internationale klimaatambities
in aanloop naar de klimaattop die de Secretaris-Generaal van de VN organiseert in
New York op 23 september aanstaande. De top heeft als overkoepelend doel om de mondiale
klimaatambities aan te scherpen en er zodoende voor te zorgen dat de collectieve en
individuele inspanningen van landen bijdragen aan implementatie van de Overeenkomst
van Parijs.
Inzet Nederland
De Secretaris-Generaal van de VN heeft landen opgeroepen om bij de klimaattop in New
York in september ambitieuze plannen te presenteren voor klimaatactie en implementatie.
Er zijn negen thema’s die tijdens de top centraal zullen staan: mitigatie, adaptatie,
financiering, energie, industrie, natuur, lokale actie (o.a. steden), just transition
en jongeren. Verschillende EU-lidstaten zijn trekker van een van deze thema’s. Zij
zullen tijdens deze informele bijeenkomst naar verwachting een terugkoppeling geven
over de voortgang in de voorbereiding van de top. Nederland vindt het belangrijk dat
vooral ambitie tijdens de top centraal staat. Alle landen moeten in 2020 onder het
Parijs Akkoord hun Nationally Determined Contributions (NDC), waarin ze hun klimaatbeleid
vastleggen, updaten. De top moet landen laten zien dat dit mogelijk is en hun hiervoor
ook concrete instrumenten bieden.
Indicatie krachtenveld
Nederland heeft als co-voorzitter van het NDC-partnership (een internationaal platform
dat ontwikkelingslanden steunt bij de ontwikkeling en implementatie van hun Nationally
Determined Contributions) samen met Costa Rica het initiatief genomen om ontwikkelingslanden
die hun ambitie willen aanscherpen hierbij extra steun te bieden. Nederland is geen
trekker van een van de thema’s voor de klimaattop, maar is nauw aangesloten op het
thema adaptatie en levert, waar mogelijk, ook bijdrages aan de andere thema’s. Voor
veel thema’s geldt dat de voorbereiding nog maar recent is gestart.
EU-klimaatambitie en boodschappen richting de VN SG-top
Het voorzitterschap heeft daarnaast een sessie geagendeerd over de EU-klimaatambitie
en de gezamenlijke boodschappen van de EU richting de klimaattop die de Secretaris-Generaal
van de VN organiseert in New York op 23 september a.s. De focus van de discussie zal
mede afhangen van de uitkomsten van de Europese Raad op 21–22 juni, waar klimaat ook
op de agenda staat.
Inzet Nederland
Nederland vindt het belangrijk dat de EU-regeringsleiders zo snel mogelijk een knoop
doorhakken over de EU-langetermijnstrategie voor klimaat, zodat dit kan worden uitgedragen
bij de klimaattop. Nederland steunt de door de Commissie voorgestelde ambitie: een
klimaatneutrale Unie in 2050. Dit doel past bij de Nederlandse inzet om het huidige
2030-doel voor de EU van ten minste 40% op te hogen naar 55%. Een tijdig ingezette,
geleidelijke transitie kan immers helpen om de kosten ervan te beperken.
Indicatie krachtenveld
Lidstaten zijn het erover eens dat de EU-langetermijnstrategie zich zou moeten richten
op het bereiken van klimaatneutraliteit, maar regeringsleiders moeten nog een besluit
nemen over het tijdspad hiervoor. Nederland en veel andere West-Europese lidstaten
vinden dat dit doel uiterlijk in 2050 bereikt zou moeten zijn om de Parijs-doelen
binnen bereik te houden. Ook enkele Zuid- en Oost-Europese lidstaten steunen deze
ambitie, maar een significante minderheid blijft, zoals bij eerdere beleidsdebatten
over de EU-langetermijnstrategie voor klimaat, benadrukken dat zij belangrijke uitdagingen
zien en dat er rekening gehouden dient te worden met uiteenlopende nationale omstandigheden.
Potentie van circulaire economie om klimaatverandering en biodiversiteitsverlies te
voorkomen
De milieuministers zullen spreken over de bijdrage van de circulaire economie (CE)
aan de aanpak van klimaatverandering en biodiversiteitsverlies. Finland heeft CE hoog
op de agenda gezet voor zijn periode als voorzitter van de Raad.
CE kan in belangrijke mate bijdragen aan de reductie van broeikasgassen door minder
gebruik van primaire grondstoffen, minder verbranden en storten van afval, door het
hergebruiken van CO2 als grondstof en door te voorzien in voldoende grondstoffen voor de energie- en klimaattransitie.
Kringlooplandbouw en beter hergebruik van kunststoffen kunnen een belangrijke bijdrage
leveren aan het voorkomen van biodiversiteitsverlies.
Inzet Nederland
Nederland is van mening dat de EU leiderschap moet tonen in het uitwerken en benutten
van de potentiële bijdrage van CE aan klimaatmitigatie. CE grijpt aan op de internationale
productie- en grondstoffenketen. Echter, emissiereductie elders in de keten als gevolg
van bijvoorbeeld recycling telt niet mee bij het realiseren nationale doelstellingen.
Nederland richt zich op het versterken van de zichtbaarheid van CE in het klimaatbeleid,
door onder meer het kwantificeren van CO2-reductie ten gevolge van CE-beleid; toekenning en boekhouding («accounting») van
CO2-effecten in de afzonderlijke grondstoffenketens en grondstof-zuinige productie- en
recyclingmethoden. Een circulaire economie kan de grondstoffenvoorzieningszekerheid
van de energietransitie vergroten via inzet op substitutie van kritische metalen,
circulair ontwerp en recycling van materialen.
Nederland pleit in EU-verband onder meer voor het inzichtelijk maken van CO2- emissies bij circulaire overheidsaanbestedingen, ook wel «schaduwbeprijzing» van
CO2-emissies genoemd. Als eerste stap wil Nederland graag samen met enkele andere landen
hiermee experimenteren.
Indicatie krachtenveld
Nederland is nationaal en op EU-niveau actief om uitvoering en handhaving te verbeteren
door onder andere kennisdeling, uitwisseling van goede praktijken, en de gezamenlijke
ontwikkeling van handreikingen. Ook andere lidstaten zien de voordelen van koppeling
in beleid en uitvoering, maar hebben hier vaak nog geen concreet beleid voor ontwikkeld.
Met betrekking tot de aanpak van plastics in het milieu, een belangrijk onderdeel
van Nederlands CE-beleid, trekt Nederland samen op met een aantal andere lidstaten
om de Europese Commissie aan te zetten tot meer ambitie op Europees niveau.
Circulaire Economie 2.0
De Europese milieuministers zullen tot slot van gedachten wisselen over de volgende
stappen naar een Europese «circulaire economie 2.0». Dit volgt op het Vierde Pakket1 van mededelingen van de Europese Commissie met onder meer een rapportage over de
uitvoering van het huidige Actieplan en een verkenning van opties voor toekomstig
Europees productbeleid.
Inzet Nederland
Nederland deelt de ambitie van het aanstaande Finse Voorzitterschap voor een tweede
EU Actieplan voor CE, dat de transitie in de EU richting geeft en versnelt. Daarin
ziet Nederland graag verbreding van CE naar andere beleidsgebieden, een breed spectrum
aan beleidsmaatregelen om maatschappelijke koplopers te steunen die CE actief vormgeven,
en kwantitatieve doelen op EU-niveau vergelijkbaar met het Nederlandse tussendoel
van 50% reductie van niet-duurzaam gewonnen grondstoffen in 2030.
De prioriteiten voor Nederland in zo’n actieplan zijn: de koppeling tussen CE-beleid
en klimaatbeleid, uitbreiding van de werking van de Ecodesign Richtlijn naar alle
productgroepen, uitbreiden van producentenverantwoordelijkheid, stimulerend consumentenbeleid,
een beter functionerende Europese markt voor secundaire grondstoffen met meer vraag
en beter aanbod, meer sectorspecifieke aanpak (vergelijkbaar met de EU-Kunststoffenstrategie)
voor onder andere textiel, en EU-brede opbouw van infrastructuur voor veilige recycling
(«safe circles»).
Indicatie krachtenveld
Veel lidstaten delen de ambities van het aanstaande Finse voorzitterschap en Nederland.
Een aantal lidstaten worstelt nog met het beëindigen van storten als belangrijkste
verwijderingswijze, en sommige overwegen volledig in te zetten op verbranding met
terugwinning van energie. Deze lidstaten staan terughoudend tegenover meer ambitie
op gebied van producten- en consumentenbeleid.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
S. van Veldhoven-van der Meer
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
E.D. Wiebes
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat -
Mede ondertekenaar
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.