Brief regering : Bekendmaking biokerosinefabriek en ontwikkelingen ten aanzien van synthetische kerosine
31 936 Luchtvaartbeleid
Nr. 633
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 mei 2019
Hierbij informeer ik u over de bekendmaking vandaag door SkyNRG en haar partners KLM
en SHV Energy dat zij samen met een aantal andere partners, waaronder de Schiphol
Group, de eerste Europese fabriek voor duurzame biokerosine gaat bouwen in Delfzijl.
Daarnaast informeer ik u over een aantal recente ontwikkelingen ten aanzien van synthetische
kerosine.
De komst van de biokerosinefabriek in Nederland, en de steun van de KLM hierin, is
een hele mooie stap in het verduurzamen van de luchtvaart. De betrokken partijen laten
hiermee zien dat zij de uitdaging om de sector te verduurzamen ook aan durven gaan.
De initiatiefnemers van de biokerosinefabriek in Delfzijl hebben aangegeven dat deze
fabriek duurzame biokerosine, propaan en nafta gaat produceren, waarbij voornamelijk
regionale afval- en reststromen als grondstof worden gebruikt. Hiermee is deze fabriek
wereldwijd uniek in haar soort. Volgens planning zal deze fabriek vanaf 2022 100.000
ton duurzame biokerosine produceren en als bijproduct 15.000 ton duurzame propaan
per jaar. De KLM toont commitment aan de verduurzaming van de luchtvaart door bij
te dragen aan de ontwikkeling van deze fabriek én door voor een periode van 10 jaar
de afname van 75.000 ton duurzame kerosine per jaar te garanderen.
Uitgangspunt voor de biokerosinefabriek is de inzet van grondstoffen uit de rest-
en afvalstromen van hoofdzakelijk regionale industrieën, zoals gebruikt frituurvet.
Daarnaast wordt een duurzame vorm van waterstof, gemaakt uit water en windenergie,
gebruikt. Initiatiefnemers geven aan dat op deze wijze een reductie van de CO2-uitstoot zal worden gerealiseerd van meer dan 85% ten opzichte van het gebruik van
fossiele brandstof. Ook draagt deze brandstof bij aan verbetering van de luchtkwaliteit
door vermindering van de uitstoot van (ultra)fijnstof en zwavel.
Een onafhankelijke Sustainability Board, bestaande uit WWF International, de European
Climate Foundation, het Solidaridad Network en de Rijksuniversiteit Groningen zal
op verzoek van SkyNRG adviseren over de duurzaamheidseisen, zodat deze geen negatief
effect heeft op de voedselketen of op het milieu. Hierbij wordt tevens gekeken naar
potentiële verdringingseffecten in andere markten, waarbij volgens de initiatiefnemers
in geen geval producten op basis van voedselgewassen worden gebruikt, zoals sojaolie
of palmolie. De duurzaamheid van de keten en van de bijbehorende producten wordt daarnaast
geborgd door certificering op basis van de criteria van de Roundtable on Sustainable
Biomaterials (RSB), een duurzaamheidsysteem dat strengere sociale en milieucriteria
hanteert dan de EU richtlijn hernieuwbare energie (RED II) vereist.
Ik ben al geruime tijd met initiatiefnemers in gesprek over de productie en inzet
van duurzame alternatieve brandstoffen in de luchtvaart, onder meer in het kader van
Bioport Holland en meer recent aan de Duurzame Luchtvaarttafel. Deze gesprekken heb
ik gevoerd met als doel om de juiste randvoorwaarden te scheppen om het gebruik van
duurzame biokerosine en de realisatie van productiecapaciteit in Nederland te bevorderen.
Ik ben dan ook zeer verheugd dat partijen daadwerkelijk aan de slag gaan met de bouw
van een fabriek en zie deze aankondiging als een belangrijke stap op weg naar een
duurzame luchtvaart.
Met de aankondiging van de bouw van deze commerciële productiefaciliteit voor duurzame
biokerosine wordt in belangrijke mate invulling gegeven aan de motie met Kamerstuk
31 936, nr. 498 van de leden Amhaouch en Paternotte en aan mijn eerdere toezegging betreffende dit
onderwerp bij het Algemeen Overleg Luchtvaart van 26 juni 2018 (Kamerstuk 31 936, nr. 508). Ik zal mij echter blijven inzetten om de luchtvaart verder te verduurzamen, onder
meer door het gebruik van duurzame biokerosine en andere duurzame alternatieve brandstoffen
zoals synthetische kerosine te blijven bevorderen. Samen met de partijen aan de Duurzame
Luchtvaarttafel wil ik onder meer de in het Ontwerpakkoord Duurzame Luchtvaart genoemde
doelstelling van (minimaal) 14% duurzame brandstof voor luchtvaart in Nederland in
2030 realiseren. Daarmee geef ik eveneens invulling aan de motie met Kamerstuk 31 936, nr. 469 van het lid Remco Dijkstra.
Ook op het vlak van synthetische kerosine wordt voortgang geboekt. Voor de grootschalige
productie van synthetische kerosine is meer tijd nodig dan voor duurzame biokerosine.
Het is echter wel van belang dat nu stappen worden gezet om dit in de toekomst mogelijk
te maken. Inmiddels is begonnen met een haalbaarheidsstudie, zoals aangekondigd in
mijn brief van 27 maart jl. over klimaatbeleid voor de luchtvaart (Kamerstukken 31 936 en 32 813, nr. 585) waaraan het kabinet financieel bijdraagt. Bij dit onderzoek wordt door partijen
uit de luchtvaartsector samen met partijen uit de industrie die veel CO2 produceren primair gekeken naar een productiewijze waarbij CO2 uit industriële bronnen wordt gebruikt in combinatie met duurzame (groene) waterstof.
Deze studie is naar verwachting in oktober 2019 gereed.
Voor de langere termijn is naast CO2 uit industriële bron ook de afvang van CO2 uit de lucht een interessante optie. Daarmee kan de CO2-besparing door de luchtvaart nog verder oplopen, omdat dan per saldo (bijna) geen
CO2 meer aan de atmosfeer wordt toegevoegd. Hiertoe is afgelopen week door de Schiphol
Group een studie aangekondigd op luchthaven Rotterdam The Hague, met onder andere
medewerking van de gemeente Rotterdam. Hierbij wordt door een Duits bedrijf een proefopstelling
gebouwd, waar weliswaar op kleine schaal daadwerkelijk synthetische kerosine wordt
geproduceerd. Het uiteindelijke doel van beide trajecten is het op termijn concurrerend
maken van synthetische kerosine (motie van leden Amhaouch en Paternotte) (Kamerstuk
31 936, nr. 498) en de bouw van een eerste commerciële fabriek voor synthetische kerosine in Nederland.
Dit is de gezamenlijke inzet van alle betrokken partijen aan de Duurzame Luchtvaarttafel.
Ik zal mij onverminderd blijven inzetten, samen met alle partijen, om de luchtvaart
verder te verduurzamen. In mijn brief van 27 maart 2019 over klimaatbeleid voor de
luchtvaart (Kamerstukken 31 936 en 32 813, nr. 585) heb ik aangegeven hoe ik een duurzame luchtvaart dichterbij wil brengen. In de Luchtvaartnota
werk ik dit verder uit. Uiteraard zal ik u ook blijven informeren over ontwikkelingen
rond en de voortgang aan de Duurzame Luchtvaarttafel.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat