Brief regering : Reactie op verzoek commissie over de resultaten van de internetconsultatie over arbeidsmarkt in de zorg
29 282 Arbeidsmarktbeleid en opleidingen zorgsector
Nr. 360 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT EN VOOR MEDISCHE ZORG
EN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 mei 2019
Op 11 april heeft u ons de resultaten van de internetconsultatie over arbeidsmarkt
in de zorg gestuurd1. U heeft ons gevraagd hierop voor het algemeen overleg Arbeidsmarktbeleid op 29 mei
2019 te reageren. Graag voldoen wij aan dat verzoek.
Wij danken u hartelijk voor de door u toegezonden stafnotitie Uitkomsten internetconsultatie
«Arbeidsmarkt in de zorg». De aanpak van de tekorten op de arbeidsmarkt in de zorg
is een grote uitdaging. Het vraagt derhalve om inzet en verbinding van alle partijen.
Uw inspanningen op dit vraagstuk door onder meer deze internetconsultatie waarderen
wij dan ook zeer.
Uit de grote respons op de door u gehouden internetconsultatie blijkt hoezeer het
onderwerp leeft in de maatschappij en dat er ook concrete ideeën zijn hoe hiermee
om te gaan. Het laat zien dat het een enorme opgave is waar we voor staan en tegelijkertijd
dat het niet onmogelijk is.
In de kern komen de resultaten zoals beschreven in uw notitie overeen met die van
de Commissie Werken in de Zorg waarover wij u in december 20182 hebben geïnformeerd: er is meer aandacht nodig voor behoud en anders werken.
In onze brief van 11 maart 20193 hebben wij aangegeven hoe we de acties zoals neergelegd in het Actieprogramma Werken
in de Zorg, mede naar aanleiding van de bevindingen van de commissie, gaan intensiveren.
Omstreeks dezelfde tijd dat u deze brief ontvangt, ontvangt u ook de tweede voortgangsrapportage van Actieprogramma Werken in de Zorg (Kamerstuk 29 282, nr. 361). Om overlap zoveel als mogelijk te voorkomen richten we ons in deze brief derhalve
alleen op de internetconsultatie.
Aan de slag met de suggesties
Voor veel van de naar voren gebrachte concrete suggesties over stages en begeleiding,
praktijkleren, zij-instroomtrajecten, de contracten, roosters en werktijden, professionalisering,
de administratieve lasten terugdringen, gezonder werken en slimmer werken in de zorg
geldt dat zij vooral snel in de praktijk moeten worden toegepast. In de eerste plaats
in de zorgorganisaties zelf. En in de regio; door daar met onderwijs, medewerkers
en andere stakeholders concrete afspraken te maken in de RAAT (regionale actieplannen
aanpak tekorten) en deze gezamenlijk uit te voeren.
VWS ondersteunt dit onder meer via het Actie Leer Netwerk, de scholingsimpuls SectorplanPlus,
het programma gericht op de aanpak van regeldruk Ontregel de zorg, het ondersteuningsprogramma
de Juiste Zorg op de Juiste Plek en het samenwerkingsplatform Zorg voor innoveren4.
We zien dat de regio’s actief aan de slag zijn, maar dat we ook nog een versnelling
hoger moeten. Daarom stellen wij de komende periode vanuit VWS extra menskracht voor
ondersteuning van de regio’s beschikbaar.
De suggesties uit de internetconsultatie geleiden we ook graag door naar de regio’s
en het Actie Leer Netwerk, zodat betrokkenen hiermee verder aan de slag kunnen in
aanvulling op de activiteiten die reeds door ze zijn ingezet.
Goed werkgeverschap
Een groot deel van de reacties op de internetconsultatie is gericht op (het verbeteren
van) de arbeidsvoorwaarden, arbeidscontracten en meer begrip en waardering. Zoals
we ook hebben aangeven in de brief van 11 maart over de intensivering van onze acties
(Kamerstuk 29 282, nr. 355), is goed en slim werkgeverschap hierin cruciaal. Leidinggevenden zullen meer en
beter in gesprek moeten met hun medewerkers over wat belangrijk voor ze is en wat
nodig is om het werk in hun organisatie aantrekkelijk te houden. Wat betreft de arbeidsvoorwaarden
geldt, zoals u weet, dat VWS ieder jaar geld beschikbaar stelt voor een marktconforme
ontwikkeling van de arbeidsvoorwaarden in de zorg. De 1,7 miljard die we in 2019 extra
beschikbaar stellen, biedt ruimte aan sociale partners om goede afspraken te maken
over de arbeidsvoorwaardenontwikkeling via het afsluiten van aantrekkelijke cao’s.
Nieuwe instroom
Verder hebben veel van de suggesties uit de internetconsultatie betrekking op inzet
op nieuwe instroom: velen gaven de tip meer gebruik te maken van andere groepen van
personeel (her- en zij-instromers) en de instroom in zorgopleidingen te vergroten.
Dit zijn zeer terechte suggesties en ze staan nadrukkelijk op ons vizier. De afgelopen
periode zijn hierop ook al goede resultaten geboekt: het aantal zij-instromers nam
toe met 14,5% van circa 76.000 in 2017 naar 87.000 in 2018. Het aantal herintreders
steeg in diezelfde periode met bijna 5% van ruim 41.000 naar circa 43.000. De instroom
in de tekortopleidingen (MBO-verzorgende IG, MBO-verpleegkunde en HBO-verpleegkunde) ten opzichte van schooljaar 2016–2017 is toegenomen
met 13%. In onze brief van 11 maart (Kamerstuk 29 282, nr. 355) hebben we tevens aangegeven dat in een aantal regio’s actief wordt ingezet op het
aantrekken van meer mensen met een uitkering en/of afstand tot de arbeidsmarkt.
In de voortgangsrapportage van het Actieprogramma Werken in de Zorg (Kamerstuk 29 282, nr. 361) die u voor het Algemeen Overleg Arbeidsmarkt op 29 mei ontvangt, presenteren we
de nieuwste cijfers en prognoses.
Grote betrokkenheid
U geeft aan dat veel respondenten blijk geven van grote betrokkenheid maar ook van
frustratie en boosheid. Dat is herkenbaar. Tijdens onze overleggen en werkbezoeken
valt steeds weer op met hoeveel liefde en passie medewerkers in de zorg spreken over
hun vak. Maar ook klinken soms boosheid en frustratie in de gesprekken door. Men is
ontzettend trots op het vak en het werken in de zorg, maar er is boosheid en frustratie
over hoe we het met elkaar soms hebben georganiseerd. De respondenten van uw consultatie
noemen hierbij relatief vaak de administratieve last die veel medewerkers in de zorg
nog steeds ervaren. Ook geeft een aantal van hen aan dat het steeds weer benadrukken
van negatieve factoren (zoals het imago van werken in de zorg) kan leiden tot een
nog negatiever beeld. Zorgelijk zijn de reacties over onveilige situaties als gevolg
van het personeelstekort. Met het actieprogramma willen we dat de medewerkers en cliënten
zo snel mogelijk het verschil gaan merken van alle inspanningen. Daar is het uiteindelijk
om te doen. De «Ik Zorg» campagne bijvoorbeeld brengt honderden medewerkers in zorg
en welzijn in beeld en laat zien wat werken in de zorg betekent. In het komend jaar
richt de campagne zich (nog meer) op de beroepstrots. En via het programma (Ont)regel
de zorg blijven we stevig inzetten op het verminderen van de (ervaren) administratieve
lasten.
Met interesse hebben we kennis genomen van de resultaten van het door uw Kamer uitgezette
onderzoek «Ouderen- en gehandicaptenzorg in Scandinavië»5 waaruit onder meer blijkt dat in de langdurige zorg (ook) in Scandinavië arbeidsmarkttekorten
een groot probleem zijn. Ten slotte waarderen wij de vele suggesties onder verwijzing
naar internetartikelen en -pagina’s.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge
De Minister voor Medische Zorg,
B.J. Bruins
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
P. Blokhuis
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede ondertekenaar
B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg -
Mede ondertekenaar
P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport