Brief regering : Aanvullende versnellingsmaatregelen Tijdelijke Commissie Mijnbouwschade Groningen (TCMG)
33 529 Gaswinning
Nr. 611 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 mei 2019
Op 2 april heb ik uw Kamer bericht (Kamerstuk 33 529, nr. 593) over de voortgang van de afhandeling van verzoeken tot schadevergoeding door de
Tijdelijke Commissie Mijnbouwschade Groningen (TCMG). Ik heb aangegeven dat de TCMG
een aantal versnellingsopties heeft doorgevoerd om de schadeafhandeling te versnellen
en dat ik intensief met de TCMG in gesprek blijf hierover. Samen met de TCMG heb ik
helaas geconstateerd dat, alle maatregelen ten spijt, de resterende werkvoorraad van
de TCMG onvoldoende snel slinkt. Naar aanleiding van de meest recente gesprekken met
de TCMG heeft de TCMG mij een brief gestuurd over de voortgang van de afhandeling
van de schade waarin zij aanvullende versnellingsmaatregelen aankondigen. Ook geeft
de TCMG aan dat zij verdere, meer onorthodoxe maatregelen overwegen. Deze brief doe
ik hierbij aan uw Kamer toekomen1.
In deze brief ga ik daarnaast in op het verzoek in de regeling van werkzaamheden van
23 april 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 78, item 27) waarin wordt gevraagd om een reactie op de uitzending van De Monitor van 21 april. Daarnaast heeft de vaste commissie Economische Zaken en Klimaat bij
brief van 27 maart 2019 verzocht om een reactie op het artikel van De Monitor «Vertragen scheelt geld: «hoe langer het duurt, hoe minder huizen er versterkt hoeven
te worden»».
Brief TCMG
De TCMG is op 19 maart begonnen met een lastige opdracht. Nadat de afhandeling van
schade bijna een jaar stil had gelegen waren de verwachtingen van publieke afhandeling
hooggespannen, terwijl de TCMG-organisatie nog opgebouwd moest worden. Daarbij kwam dat de TCMG bijna 13.500 schademeldingen
overnam die reeds waren ingediend bij het CVW. Bijna de helft van deze 13.500 binnengekomen
meldingen is inmiddels afgehandeld. De TCMG heeft het afhandelingstempo sinds de zomer
aanzienlijk opgevoerd. Bewoners moeten echter nog steeds te lang wachten tot hun schade
wordt opgenomen, het rapport klaar is en de schade wordt vergoed. Daarom heb ik de
TCMG gevraagd om te komen met aanvullende oplossingen om het tempo verder te versnellen.
In de brief van de TCMG gaat zij daar verder op in. Zij geeft daarin de volgende voornemens
om het proces te versnellen:
– De TCMG wil de aannemersvariant nog verder opschalen. Dit door de nu vastgelegde aannemersbedrijven
meer opnames te laten doen, maar ook door het aantal aannemersbedrijven waar bewoners
uit kunnen kiezen te verhogen.
– De TCMG biedt daarbij de tijdelijke mogelijkheid aan om de aanvrager met een schade
tot € 10.000 de aannemer te laten kiezen om schade op te nemen en direct te laten
herstellen. Dit zal gebeuren vanuit een gecertificeerde lijst van aannemers. Hiermee
wordt de druk op de deskundigen verminderd.
– De TCMG gaat het proces versnellen door stappen in de rapportage- en besluitvormingsketen
voor alle reguliere schades te verminderen en versimpelen.
– De TCMG geeft aan ook andere onorthodoxe maatregelen te onderzoeken, maar kan mij
daar nu nog niet verder over informeren. Zodra de TCMG dit doet zal ik daarover ook
uw Kamer berichten.
Uitzending de Monitor 21 april
In de uitzending van de Monitor op 21 april jl. wordt door aardbevingsdeskundige dhr. Ihsan Bal aangegeven dat de schadeafhandeling in Groningen te ingewikkeld
is. Dhr. Bal betoogt dat het technisch niet mogelijk is om bij individuele scheuren
of schades te stellen dat deze zijn veroorzaakt door aardbevingen. Dit brengt dhr.
Bal tot het advies te stoppen met de schadeloketten en mensen onvoorwaardelijk te
compenseren voor het feit dat ze in een gaswinningsgebied wonen en daar last van hebben.
Het is inderdaad lastig om technisch te bepalen of individuele scheuren of schades
zijn veroorzaakt door bodembeweging uit het Groningenveld of de gasopslag Norg. Precies
daarom heeft uw Kamer als wetgever er voor gekozen om het wettelijk bewijsvermoeden
in te stellen, mede als hulpmiddel bij de beantwoording op deze lastige vraag. Een
panel van onafhankelijke deskundigen heeft voor de TCMG voor de toepassing hiervan
een beoordelingskader geformuleerd. Concreet betekent dit dat de TCMG er bij fysieke
schade aan een gebouw of werk binnen het effectgebied van het Groningenveld of de
Gasopslag Norg van uit gaat dat er een causaal verband bestaat, tenzij de schade uitsluitend
het gevolg is van een andere oorzaak en dit evident en aantoonbaar is. Voor de gedupeerde
betekent dit dat hij of zij ook niet meer zelf aannemelijk hoeft te maken dat de schade
redelijkerwijs door bodembeweging zou kunnen zijn ontstaan en wat de omvang van zijn
of haar schade is.
Om de Groningers, naast de schadeafhandeling en de versterkingsoperatie, perspectief
te bieden voor de toekomst is het Nationaal Programma Groningen (NPG) vormgegeven.
Het kabinet heeft hiervoor € 1,15 miljard vrijgemaakt. Bewoners kunnen zelf projecten
indienen bij het NPG-bureau. Ik ben er van overtuigd dat hiermee tegemoet wordt gekomen aan een toekomstbestendig
Groningen en de vraag van de heer Bal voor algemene compensatie voor de regio.
Dit laat onverlet dat als iemand schade geleden heeft, deze schade vergoed moet worden.
Dit betekent dat alle verzoeken om schade individueel beoordeeld moeten worden. Met
een universele vergoeding wordt niet aan dit recht tegemoet gekomen. Bovendien zal
het altijd zo zijn dat de algemene compensatie niet in alle gevallen voldoende is
om de in individuele gevallen geleden schade volledig te vergoeden.
Het doel van deze door dhr. Bal voorgestelde oplossing is o.a. om ervoor te zorgen
dat de schadeafhandeling minder ingewikkeld wordt gemaakt en sneller verloopt. Ook
wanneer gebruik zou worden gemaakt van een universele compensatieregeling behouden
gedupeerden het recht op vergoeding van het deel van de schade dat niet met het algemene
bedrag is gecompenseerd. Dat betekent dat schade alsnog in alle gevallen opgenomen
moet worden, waardoor de efficiëntieslag beperkt is. Bovendien ontstaat rechtsongelijkheid
wanneer bewoners zonder schade ook een schadevergoeding krijgen.
Reactie artikel «Vertragen scheelt geld: «hoe langer het duurt, hoe minder huizen
er versterkt hoeven te worden»»
De kop boven dit artikel suggereert dat vertragen een tactiek zou zijn om het aantal
te versterken woningen te verminderen. Ik neem afstand van deze suggestie. Samen met
mijn bestuurlijke partners in de regio en de NCG werk ik hard om de versterkingsoperatie
zo snel mogelijk te laten verlopen. Alles wat voor de veiligheid nodig is wordt uitgevoerd.
Als financiële overwegingen leidend zouden zijn in het kabinetsbeleid ten aanzien
van de gaswinning in Groningen, dan zou het kabinet het besluit om de gaswinning volledig
af te bouwen waarschijnlijk niet hebben genomen.
De belangrijkste maatregel om de veiligheid in Groningen te vergroten is het afbouwen
van de gaswinning. De Mijnraad heeft in zijn advies (Kamerstuk 33 529, nr. 498) bevestigd dat hierdoor de seismiciteit afneemt en bijgevolg ook het aantal woningen
met een (licht) verhoogd risicoprofiel. Daarbij komt dat wij steeds betere technische
kennis ontwikkelen, denk aan de NPR en de versnellingsaanpak, waardoor we steeds beter
in staat zijn om gerichter te werk te gaan. Ik zie dit als een positieve ontwikkeling.
Om duiding te geven van het aantal woningen dat in de versterkingsopgave zit is het
nodig om onderscheid te maken in de «te beoordelen» woningen en de «te versterken»
woningen. Het is pas mogelijk om iets te zeggen over mogelijke versterking nadat na
een beoordeling is geconcludeerd of een woning aan de veiligheidsnorm voldoet.
In het artikel wordt een advies van Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) aangehaald.
Nadat het besluit om de gaswinning te stoppen is genomen heeft SodM inderdaad een
advies geformuleerd waarin het een ordegrootte van 5.000 woningen noemt (1.900 te
beoordelen en versterken en 3.100 waarbij snelle generieke maatregelen moeten worden
onderzocht). Op basis van het advies van de Mijnraad is de versterkingsaanpak vormgegeven
met het algemene Plan van aanpak van de NCG en de lokale plannen van aanpak per gemeente.
De optelsom van te beoordelen woningen is groter dan het Mijnraadadvies door de verrijking
van de risicoanalyse. Daarbij krijgen gemeenten de mogelijkheid om een beperkt aantal
woningen in de prioritering mee te nemen op basis van gebiedswensen.
Op dit moment is gestart met de opnames en beoordeling van de ongeveer 3.000 meest
risicovolle woningen.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
E.D. Wiebes
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat