Brief regering : Fiche: Mededeling Vertrouwen kweken in de mensgerichte kunstmatige intelligentie
22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Nr. 2799 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 mei 2019
Overeenkomstig de bestaande afspraken ontvangt u hierbij twee fiches, die werden opgesteld
door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC).
Fiche: Mededeling Vertrouwen kweken in de mensgerichte kunstmatige intelligentie
Fiche: Mededeling voor meer efficiënte besluitvorming in het sociaal domein (Kamerstuk
22 112, nr. 2800)
De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok
Fiche: Mededeling Vertrouwen kweken in de mensgerichte kunstmatige intelligentie
1. Algemene gegevens
a) Titel voorstel
Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, De Europese Raad, de Raad,
Het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s: Vertrouwen
kweken in de mensgerichte kunstmatige intelligentie.
b) Datum ontvangst Commissiedocument
8 april 2019
c) Nr. Commissiedocument
COM (2019) 168
d) EUR-Lex
https://eur-lex.Europa.eu/legal-content/NL/TXT/?qid=1556022675237&uri=C…
e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Raad voor Regelgevingstoetsing
Niet opgesteld
f) Behandelingstraject Raad
Raad voor Concurrentievermogen
g) Eerstverantwoordelijk ministerie
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
2. Essentie voorstel
De Commissie wil met deze mededeling1 uitdagingen m.b.t. Artificiële Intelligentie2 (hierna AI) het hoofd bieden door AI-technologieën te ontwikkelen en toe te passen
die de mens centraal stelt en daardoor vertrouwen inboezemt. Deze ethische benadering
van AI kan het vertrouwen van de burger in de digitale ontwikkeling versterken en
Europese AI-bedrijven een concurrentievoordeel geven.3 De Commissie heeft daarom een externe AI High-Level Expert Group (HLEG) opgericht
die ethische richtsnoeren voor AI opstelt en toetst, gebaseerd op de input van de
Europese AI Alliantie (een multistakeholderplatform). De Commissie moedigt partijen
aan om de richtsnoeren te testen en feedback te geven, met als doel het vertrouwen
in ontwikkelingen en gebruik van AI te versterken. De Commissie ondersteunt de zeven
essentiële vereisten voor betrouwbare AI die de HLEG heeft aangeleverd en die basis
zijn voor de richtsnoeren voor mensgerichte AI die in overeenstemming moeten zijn
met de wet; ethische beginselen eerbiedigen, robuust zijn en overeenkomen met Europese
waarden:
1. Invloed en toezicht door mensen
AI-systemen moeten mensen helpen om betere keuzes te maken, moeten bijdragen aan de
samenleving in het algemeen waarbij fundamentele (mensen-)rechten worden ondersteund
en zo functioneren dat het algemene welzijn van de gebruiker centraal staat. Menselijk
toezicht kan ervoor zorgen dat een AI-systeem de menselijke autonomie niet ondermijnt
of andere schadelijke effecten veroorzaakt. Controlemaatregelen dienen ontworpen te
zijn voor het specifieke AI-gebaseerde systeem en toepassingsgebied en toezichtbevoegdheden
dienen te worden gewaarborgd door overheidsinstanties conform overeenkomstig mandaat.
2. Technische robuustheid en veiligheid
Voor betrouwbare AI moeten algoritmen veilig, betrouwbaar en robuust zijn om in iedere
fase van de levenscyclus fouten of inconsequenties aan te pakken en hier adequaat
mee om te gaan. De AI-systemen moeten vanaf de ontwerpfase veilig genoeg zijn om weerstand
te bieden tegen manipulatie van data of algoritmen en robuust genoeg zijn om een mogelijk
noodplan in te zetten waarbij nauwkeurige en reproduceerbare stappen worden gezet.
3. Privacy en datagovernance
AI-systemen moeten privacy en databescherming in alle stadia waarborgen. Mensen zullen
pas vertrouwen hebben in dataverwerking als zij erop kunnen rekenen dat zij de volledige
controle hebben over hun eigen gegevens en dat hun gegevens niet tegen hen worden
gebruikt. Daarnaast is de kwaliteit van de dataset van belang voor de prestaties van
de AI-systemen. Zo dienen sociaal geconstrueerde vooroordelen (bias), onjuistheden
en fouten die bij de verzameling van gegevens in de dataset terecht kunnen zijn gekomen,
aangepakt te worden voordat een dataset mag worden gebruikt voor het trainen van een
AI-systeem, aldus de Commissie. De integriteit van data dient gewaarborgd te worden
en de toegang van data moet adequaat worden beheerd en gecontroleerd.
4. Transparantie
De traceerbaarheid van AI-systemen (door registratie en documentatie) is van belang.
Het moet duidelijk zijn op basis waarvan en hoe een algoritme tot een besluit komt.
Daarnaast is het van belang om te communiceren over de mogelijkheden en beperkingen
van het AI-systeem, en dat de gebruiker het AI-systeem herkent en weet wie verantwoordelijk
is.
5. Diversiteit, non-discriminatie en eerlijkheid
Bij de ontwikkeling van AI-systemen moet rekening worden gehouden met bias in datasets met, onvolledigheid of slechte governance modellen wat kan leiden tot
(in)directe discriminatie, uitbuiting van (consumenten)vooroordelen of oneerlijke concurrentie. Daarnaast wordt diversiteit in de ontwerpteams
en (burger)participatie in de ontwikkeling van AI aangemoedigd. Het hele scala aan
menselijke vaardigheden en vereisten dient meegenomen te worden om voor iedereen gelijke
toegankelijkheid te creëren.
6. Maatschappelijk en ecologisch welzijn
De Commissie stelt dat voor het vertrouwen in AI rekening gehouden moet worden met
de impact op milieu, mensen en dieren. Duurzame en ecologisch verantwoorde AI systemen
worden aangemoedigd.4 De impact van AI moet niet alleen op individueel maar ook op maatschappelijk niveau
bekeken worden, waarbij het gebruik van AI ook m.b.t. democratische processen zorgvuldig
overwogen moet worden.
7. Verantwoordingsplicht
Om de verantwoordelijkheid en verantwoordingsplicht voor AI-systemen en de resultaten
te waarborgen dienen mechanismen ingevoerd te worden, waarbij controleerbaarheid van
het AI-systeem van belang is. Interne en externe auditors en beschikbaarheid van evaluatieverslagen
dragen bij aan het vertrouwen in AI. Potentiële negatieve gevolgen van AI-systemen
moeten worden geïdentificeerd, beoordeeld, gedocumenteerd en geminimaliseerd met alomvattende
beoordelingen en proportionele maatregelen. Ook moet worden voorzien in toegankelijke mechanismen voor adequate
verhaalmogelijkheden in geval van ongerechtvaardigde negatieve effecten.
Om consensus te bereiken over de zeven essentiële vereisten voor AI-systemen die worden
gebruikt voor de richtsnoeren voor ethische AI roept de Commissie stakeholders (zowel
publiek als privaat) in de gehele EU op om deel te nemen aan de pilotfase die in juni
2019 zal starten. In deze pilotfase zullen de richtsnoeren in de praktijk worden getest.
De evaluatie van de uitkomsten door de Commissie en eventuele vervolgstappen zullen
naar verwachting begin 2020 gereed zijn.
De Commissie wil de Europese aanpak op het wereldtoneel uitdragen en een internationale
consensus bouwen voor mensgerichte AI. De EU kan een leidende rol spelen bij de ontwikkeling
van internationale AI-richtsnoeren en indien mogelijk een bijbehorend beoordelingsmechanisme.
De Commissie zal zich daarom blijven inzetten om te zorgen voor meer samenwerking
met gelijkgestemde partners en een actieve rol blijven spelen in internationale discussies
en initiatieven zoals in multilaterale fora als OECD en G20.
Om de ethische ontwikkeling van AI in Europa een bredere context te garanderen streeft
de Commissie, zoals aangekondigd in het Gecoördineerd actieplan5 naar een alomvattende aanpak via met name de volgende activiteiten die voor het derde
kwartaal van 2019 moeten zijn uitgevoerd:
– In het kader van Horizon 2020 zal een reeks van 1 tot 4 netwerken van excellentiecentra
op het gebied van AI- onderzoek worden opgericht, gericht op bijvoorbeeld betrouwbare
AI.
– De start van het opzetten van netwerken van digitale-innovatiehubs6 die focussen op AI in de industrie en op big data.
– Een voorbereidende bespreking met EU lidstaten over een model voor het delen van gegevens
en een optimaal gebruik van een Europese gemeenschappelijke dataruimte met bijzondere
aandacht voor vervoer, gezondheidszorg en industriële productie.7
3. Nederlandse positie ten aanzien van het voorstel
a) Essentie Nederlands beleid op dit terrein
AI brengt vele kansen om antwoorden te formuleren op economische en maatschappelijke
vraagstukken. Door een sterke wetenschappelijke en industriële kennisbasis beschikt
Nederland over een goede uitgangspositie om AI-toepassingen te ontwikkelen en toe
te passen die maatschappelijke vraagstukken adresseren. Het kabinet heeft de Kamer
eerder geïnformeerd te werken aan een nationaal strategisch actieplan AI (SAPAI),
dat voor de zomer gereed is. De inhoud van de voorliggende mededeling zal hierin worden
verwerkt. Daarbij is voor het kabinet Europese samenwerking een belangrijk uitgangspunt.
Een belangrijke basis voor SAPAI is o.a. het eerder genoemde gecoördineerde EU-actieplan
en het rapport AI voor Nederland (hierna AINED), een publiek-privaat samenwerkingsverband van VNO-NCW, Topteam ICT,
ICAI (Innovation Center for Artificial Intelligence in oprichting), NWO en TNO. In
het AINED-rapport worden voorstellen gedaan voor acties voor overheden, bedrijven
en kennisinstellingen om AI in Nederland naar een hoger niveau te tillen. Zo ook het
mensgerichte aspect van de Europese aanpak voor AI. Daarnaast lopen er, ook als bouwstenen
voor het nationaal strategisch actieplan AI, diverse acties om de kennis over (mensgerichte)
AI te vergroten, en multidisciplinair onderzoek door de hele kennisketen te bevorderen.
Hierbij gaat het onder meer om een big data analyse; een verkenning naar AI in het
onderwijs; een visie op AI in publieke waarden; het opzetten van een transparantielab;
het toepassen van ethics in, by and for design
in casussen; een onderzoek naar juridische aspecten in algoritmen; het inzetten op
meerjarige programma’s in het kader van een missie gedreven beleid en een kennis-
en innovatieagenda voor sleuteltechnologieën als AI; experimenteren met zelfrijdende
auto’s8; en acties voor data in de gezondheidszorg. Op deze onderwerpen zal nader worden
ingegaan in SAPAI dat voor de zomer aan het kabinet wordt aangeboden.
b) Beoordeling + inzet ten aanzien van dit voorstel
AI biedt grote kansen voor Europa en Nederland. Europa heeft op het AI-gebied onderzoekers,
laboratoria en startups van wereldklasse. Door de snelle mondiale ontwikkelingen en
miljardeninvesteringen in AI vanuit de Verenigde Staten en China zijn een intensivering
van de Europese investeringen én een meer gecoördineerde aanpak gewenst om de Europese
concurrentiekracht te vergroten, zodat Europa als blok kan concurreren met andere
landen op het terrein van AI. Nederland verwelkomt opnieuw de inzet van de Commissie
die aansluit op, en verdere invulling geeft aan de in 2018 gepubliceerde mededelingen
«AI voor Europa»9 en «Gecoördineerd Actieplan AI»10.
Nederland draagt de EU-waarden en ziet mensgerichte AI als een unieke propositie om
ook uit te dragen op het internationale toneel in bijvoorbeeld OECD en G20 zoals genoemd
in de mededeling. Daarbij roept Nederland de Commissie op nauw samen te werken met
de Raad van Europa op het gebied van de ethische benadering, en met VN-organisaties
als UNECE en UNESCO. Bovendien kan de ethische benadering van AI het vertrouwen van
de burger in de digitale ontwikkeling versterken en Europese AI-bedrijven een concurrentievoordeel
geven.
De ethische richtsnoeren en de eerdere mededelingen vormen een belangrijke basis voor
de ontwikkeling van nationaal beleid. Het toetsen van de ethische richtsnoeren en
de zeven essentiële vereisten zijn gunstig voor de ontwikkelingen voor AI en toepassingen
hiervan en draagt bij aan het concretiseren van AI. De oproep van de Commissie om
belanghebbenden deel te laten nemen aan de pilotfase wordt daarom ondersteund. De
ethische richtsnoeren van de EU hebben voor Nederland ICT11, een brancheorganisatie van 600 ICT bedrijven, al gefungeerd als basis voor hun ethische
gedragscode voor het ontwikkelen en gebruiken van verantwoorde AI-toepassingen. Daarnaast
heeft de eerste partij, een Nederlandse scale-up, zich al aangemeld om deel te nemen
aan de pilotfase. Het kabinet zal zich met de AINED coalitie inspannen om zo veel
mogelijk Nederlandse bedrijven en publieke organisaties deel te laten nemen en werkt
ook samen in casussen uit het overheidsdomein (publieke taken) en het publiek-private
domein (missiegedreven aanpak). In de aanpak van AI in de overheid vormen de casussen
een belangrijk onderdeel als het gaat om ethisch verantwoorde AI oplossingen realiseren.
Hiermee wordt ook kennis opgebouwd die in het te vormen publiek private netwerk wordt
gedeeld en worden bedrijfsleven en kennisinstellingen uitgedaagd.
Het kabinet steunt de zeven essentiële vereisten aangeleverd voor het centraal stellen
van de mens door de HLEG12 en moedigt verdere uitwerking hiervan aan. Zo moedigt Nederland het bevorderen van
transparantie bij het ontwerp en de verantwoordelijke partij van AI systemen aan.
Ook het voorstel om (burger)participatie te bevorderen in de ontwikkeling van AI en
diversiteit aan te brengen in de ontwerpteams van AI wordt positief ontvangen door
het kabinet.
Het kabinet zal zich inzetten voor een goede ontwikkeling van AI-toepassingen, waarvoor
data noodzakelijk is. Om ervoor te zorgen dat algoritmen getraind kunnen worden om
bijvoorbeeld bias te herkennen en te voorkomen kan het noodzakelijk zijn om in het
trainingsstadium (bijzondere) persoonsgegevens te verwerken. De ruimte om op deze
manier o.a. directe en indirecte discriminatie te voorkomen, moet gevonden worden
binnen het wettelijk kader dat hiervoor geldt.
Het kabinet vindt het van groot belang dat sociaal geconstrueerde vooroordelen (bias)
of onjuistheden in datasets actief wordt onderzocht en aangepakt. Data kunnen sociaal
geconstrueerde vooroordelen (bias) weerspiegelen, zoals bij het gebruik van AI in
sollicitatieprocedures. Ook kunnen data onjuistheden bevatten; dit moet worden tegengegaan.
Het volledig voorkomen van enige vorm van bias en onvolkomenheden is echter onmogelijk.
Daarom volgt het kabinet de toepassing van algoritmes in specifieke sectoren. Hierbij
wordt gekeken of de gevolgen van inzet van een algoritme van dien aard zijn dat eventuele
onvolkomenheden in een datasets niet acceptabel zijn. Het Kabinet maakt in dit kader
wel een kanttekening bij de stellingname dat bias of onjuistheden in de data in alle
gevallen eerst moeten zijn aangepakt voordat een dataset gebruikt mag worden binnen
een AI-systeem. Een dergelijke stellingname heeft namelijk mogelijk tot gevolg dat
AI-ontwikkeling aanzienlijk wordt belemmerd.
Op enkele punten verdienen deze ethische richtsnoeren nog verdere uitwerking, waarbij
veel termen en definities nog aanscherping verdienen. Bij de uitwerking is het volgens
het kabinet van belang dat bestaande grondrechten zoals communicatiegeheim, eerbiediging
gezinsleven (aspecten van privacy), non-discriminatie, menselijke waardigheid, vrijheid
van meningsuiting, die basis en houvast vormen voor de richtsnoeren, goed worden verankerd
en duidelijk worden benoemd. Om recht te kunnen doen aan het op de overheid rustende
motiveringsbeginsel zijn transparantie en uitlegbaarheid van algoritmen van belang.
In lijn met het eerdere BNC-fiche voor het gecoördineerde actieplan staat het kabinet
positief tegenover het voorstel om een toonaangevend netwerk van excellentiecentra
op het gebied AI op te richten in Europa. AINED stelt in samenspraak met AI-academici
een aanbiedingsbrief op voor het kabinet met het verzoek en aanbod om samen in te
zetten op een Europees AI (onderzoek) Center of Excellence in Nederland. Het voorstel
voor een Europees AI Center of Excellence sluit ook aan bij actielijn 7 en actielijn
6 van het rapport AI voor Nederland (AINED). Naar verwachting zal de Commissie in
juni een aankondiging lanceren waarin meer duidelijkheid wordt verschaft.
Het kabinet ondersteunt het opzetten van netwerken van digitale-innovatiehubs13 die specifiek focussen op AI in de industrie en op big data. Deze digitale-innovatiehubs
leveren een bijdrage om het toepassen van AI in het midden- en kleinbedrijf te versnellen.
De hubs moeten de bewustwording in de regio vergroten van de mogelijkheden van de
digitale transformatie. Daarom is een goede samenwerking met relevante partijen (brancheorganisaties,
kennisinstellingen, regionale overheden, industrie) belangrijk. Op die manier wordt
het regionale ecosysteem versterkt. Dit initiatief sluit goed aan op het Nederlandse
Smart Industry beleid.
Ook ziet Nederland een kans in Europese samenwerking om het delen van gegevens optimaal
te gebruiken via gemeenschappelijke dataruimten. Thema’s die in het bijzonder aandacht
krijgen zijn vervoer, gezondheidszorg en industriële productie, waarvan het laatste
Europa een toppositie inneemt in de wereld. Nederland beschikt over de juiste randvoorwaarden,
zoals goede connectiviteit, datacenters, adoptiebereidheid en publiek-private samenwerking
etc. Nederland loopt ook voorop in het delen van data, zowel van publieke en private
data, binnen de bestaande juridische kaders. In samenwerking met lidstaten zal een
voorbereidende bespreking starten over een model voor het delen van gegevens en een
optimaal gebruik van gemeenschappelijke dataruimten. In het nationale actieplan AI
zal dit worden meegenomen.
c) Eerste inschatting van krachtenveld
AI wordt door alle EU-lidstaten, waaronder Nederland als de technologie van de toekomst
gezien. De meeste landen zien het belang van een gezamenlijke, Europese aanpak om
zo de achterstand met andere landen buiten Europa niet te laten oplopen. De lidstaten
hebben de werkzaamheden van de HLEG in het kader van de ethische richtsnoeren positief
ontvangen. In de conclusies van de Raad van 18 februari 2019 is onder meer kennis
genomen van de aanstaande publicatie van de ethische richtsnoeren en is steun uitgedrukt
voor het streven van de Commissie om wereldwijd een Europese ethische norm te introduceren.14
4. Grondhouding ten aanzien van bevoegdheid, subsidiariteit, proportionaliteit, financiële
gevolgen en gevolgen op het gebied van regeldruk en administratieve lasten
a) Bevoegdheid
De grondhouding ten aanzien van de bevoegdheid voor de mededeling is positief. De
mededeling heeft betrekking op meerdere beleidsterreinen, o.a. de interne markt, industriebeleid,
onderzoek en technologische ontwikkeling. Op het terrein van interne markt en onderzoek
en technologische ontwikkeling is sprake van een gedeelde bevoegdheid van de Unie
en de lidstaten (art. 4, lid 2, sub a WVEU en artikel 4, lid 3, VWEU). Op het terrein
van onderzoek en technologische ontwikkeling geldt dat het optreden van de Unie de
lidstaten niet belet hun eigen bevoegdheid uit te oefenen (artikel 4, lid 3, VWEU.
Op het terrein van industriebeleid is sprake van een aanvullende bevoegdheid (zie
artikel 6, onder b, VWEU), dat wil zeggen dat de Unie bevoegd is om m.b.t. de Europese
dimensie van het industriebeleid het optreden van de lidstaten te ondersteunen, te
coördineren of aan te vullen. Er wordt geen nieuwe regelgeving aangekondigd in de
mededeling. Het gaat hier om de uitvoering van de ethische richtsnoeren die zijn opgesteld
door de HLEG.
b) Subsidiariteit
Wat betreft deze mededeling is de Nederlandse grondhouding ten opzichte van de subsidiariteit
positief. Door op Europees niveau optimale randvoorwaarden te creëren en een mensgerichte
aanpak van AI te bevorderen kan het potentieel van de Europese digitale economie verder
ontsloten worden. Sterk presterende sectoren als de vervoerssector, de gezondheidszorg,
agrifood en de maakindustrie hebben AI nodig om concurrerend te blijven. Daarbij is
het gelet op de scherpe internationale concurrentie van groot belang dat er gecoördineerd
wordt opgetreden om ervoor te zorgen dat de EU bij de koplopers komt en blijft. Europese
AI-bedrijven kunnen zich onderscheiden door middel van Europese mensgerichte benadering,
met concurrentievoordeel als gevolg. Dit doel kan onvoldoende door de lidstaten op
centraal, regionaal of lokaal niveau worden verwezenlijkt, daarom is een EU-aanpak
nodig. Door het lanceren van een Europees breed initiatief wordt een gelijk speelveld
op het terrein van AI – onderzoek en innovatie vanuit Europees standpunt verbeterd.
c) Proportionaliteit
De grondhouding ten aanzien van de proportionaliteit is positief. De voorgestelde
vorm en inhoud van het Europees brede IA initiatief staan in een evenredige verhouding
tot het doel: het versterken van Europa’s technologische en industriële capaciteit
op terrein van AI, het ontwikkelen en toepassen van mensgerichte AI waarbij de Commissie
nog zorgvuldig zal onderzoeken of verdere Europese wetgeving noodzakelijk is.
d) Financiële gevolgen
Zoals overeengekomen in het eerdere BNC fiche Gecoördineerd actieplan Kunstmatige
Intelligentie (AI) voor Europa15voorziet het plan in versterkte coördinatie van investeringen, met het doel om tot
meer synergie-effecten te komen en om tussen nu en eind 2020 ten minste 20 miljard
euro aan publieke en private investeringen in onderzoek en innovatie op het gebied
van AI te doen voor de gehele EU. De Commissie zal hiervoor de nationale investeringen
tot 2020 aanvullen met 1,5 miljard euro, inclusief middelen voor de genoemde om een
toonaangevend netwerk van excellentiecentra op het gebied AI. De Commissie verwacht
daarnaast ruim 20 miljard euro aan publieke en private investeringen per jaar in het
decennium daarna. Voor de volgende lange termijn begroting van de EU (2021–2027) heeft
de EU daartoe voorgesteld minstens 7 miljard euro in AI te investeren uit Horizon
Europa en het programma Digitaal Europa. Activiteiten tot 2020 die worden voorgesteld
dienen binnen de bestaande financiële EU-kaders te worden uitgevoerd en worden gefinancierd
uit programma’s zoals Horizon2020. Nederland is van mening dat de benodigde EU-middelen
gevonden dienen te worden binnen de in de Raad afgesproken financiële kaders van de
EU-begroting 2014–2020 en dat deze moeten passen bij een prudente ontwikkeling van
de jaarbegroting.
Zoals vastgelegd in de Kamerbrief van 1 juni 2018 over de Kabinetsappreciatie van
het Commissie MFK-voorstel (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1349), maken de onderhandelingen over de toekomst van Digital Europe en Horizon Europe
voor wat betreft de financiële aspecten, integraal onderdeel uit van de onderhandelingen
over het Meerjarig Financieel Kader (MFK) 2021–2027. Nederland hecht eraan dat besprekingen
over Digital Europe en Horizon Europe niet vooruitlopen op de integrale besluitvorming
betreffende het MFK. De beleidsmatige inzet van Nederland bij de Digital Europe en
Horizon Europe zal ondersteunend moeten zijn aan de Nederlandse inzet in de MFK-onderhandelingen
zoals hierboven toegelicht, te weten een ambitieus gemoderniseerd en financieel houdbaar
MFK. Binnen dit kader blijft vanzelfsprekend de ruimte bestaan om op de inhoud actief
in te spelen op het verloop van de onderhandelingen. Mogelijke gevolgen voor de nationale
begroting worden ingepast op de begroting van de beleidsverantwoordelijke departementen,
conform de regels van de budgetdiscipline.
e) Gevolgen voor regeldruk en administratieve lasten
De Commissie heeft eerder aangegeven dat men onderzoek zal doen naar mogelijke lacunes.
Ook is het kabinet positief over een testfase voor het toepassen van de ethische richtsnoeren
door belanghebbenden. Na dit onderzoek en de testfase zal meer bekend zijn wat de
gevolgen zijn voor regeldruk, inclusief administratieve lasten.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken