Brief regering : Geannoteerde agenda Landbouw- en Visserijraad van 14 mei 2019
21 501-32 Landbouw- en Visserijraad
Nr. 1170 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 mei 2019
Met deze brief informeer ik uw Kamer over een aantal zaken.
I. Ten eerste over de agenda van de Landbouw- en Visserijraad die op 14 mei aanstaande
plaatsvindt in Brussel.
II. Conform toezegging in het AO Behandelvoorbehoud EU-voorstellen voor het nieuwe Gemeenschappelijk
Landbouwbeleid (GLB) van 4 september 2018 (Kamerstuk 34 965, nr. 4), informeer ik uw Kamer tevens over de stand van zaken rond een aantal aspecten van
het toekomstig GLB:
o De stand van zaken van de onderhandelingen voor het toekomstig GLB, waarbij ik u informeer
over de zaken die aan bod zijn geweest in de Raadswerkgroepen over dit thema.
III. Tot slot informeer ik uw Kamer over het visserijprotocol tussen de EU en de Republiek
Guinee Bissau.
I. GEAGENDEERDE ONDERWERPEN OP DE RAAD
Toekomst GLB
Gedachtenwisseling
De Raad zal van gedachten wisselen over het nieuwe prestatiemodel van het Toekomstig
GLB. Het nieuwe prestatiemodel is gericht op meer subsidiariteit, vereenvoudiging
en prestaties en omvat naast een sterke single auditsystematiek onder meer een verplichte
inzet van monitoring op basis van o.a. satellietgegevens. De Raad geeft afgelopen
januari eveneens het nieuwe prestatiemodel besproken. Destijds ging de discussie voornamelijk
over de problemen die veel lidstaten voorzien met de implementatieperiode, de uiterste
opleverdatum van het jaarlijkse prestatierapport en het moment waarop de Europese
Commissie lidstaten vraagt een actieplan op te stellen ter verbetering van het strategisch
plan bij achterblijvende voortgang van resultaten. Hoe het voorzitterschap de discussie
tijdens deze Raad zal richting geven is nog onbekend.
Nederland is ten algemene een groot voorstander van het voorgestelde prestatiemodel
en de verschuiving naar resultaat-georiënteerd beleid. In mijn inbreng zal ik daarom
mijn steun voor het prestatiemodel nogmaals onderstrepen. In haar huidige vorm biedt
het prestatiemodel goede mogelijkheden om in het Nationaal Strategische Plan (NSP)
slimme subsidievoorwaarden op te nemen die doelgericht en tegelijkertijd eenvoudig
te monitoren zijn, waardoor administratieve lasten voor de boeren en andere begunstigden
beperkt blijven. Daarnaast vind ik, met het oog op een gelijk speelveld, het belangrijk
dat op EU-niveau realistische en eenduidige afspraken gemaakt worden over hoe en wanneer
de Europese Commissie kan ingrijpen als de geplande resultaten in de EU-lidstaten
achterblijven. Hierbij moet ruimte zijn voor dialoog en efficiëntie. Als er goede
redenen zijn voor achterstand dan moet daar naar mijn mening rekening mee worden gehouden.
Bovendien ben ik geen voorstander van ingewikkelde rapportage verplichtingen.
Een schone planeet voor iedereen: strategische langetermijnvisie voor een klimaatneutrale
economie – landbouwaspecten
Gedachtewisseling
Tijdens de Landbouw- en Visserijraad van 15 april jl. zou de Raad spreken over de
mededeling «een schone planeet voor iedereen», een Europese strategische langetermijnvisie
voor een klimaatneutrale economie in 2050. Tijdens de Raad kwam het echter niet tot
een gedachtewisseling over dit onderwerp. Daarom is dit agendapunt opnieuw geagendeerd
voor de Landbouw- en Visserijraad van 15 mei aanstaande.
Over de Nederlandse inzet ten aanzien van dit onderwerp heb ik uw Kamer eerder geïnformeerd
(Kamerstuk 21 501-32, nr. 1167).
Handelszaken landbouwproducten
Informatie van de Europese Commissie
De Europese Commissie zal de Raad informeren over de stand van zaken van haar werkzaamheden
op het gebied van internationale handel in landbouwproducten. Naar verwachting zal
de Europese Commissie het hebben over de onderhandelingen in de Wereldhandelsorganisatie,
de dialoog met de VS en een aantal lopende onderhandelingen voor handelsakkoorden,
waaronder met Mercosur, Chili, Indonesië, Australië en Nieuw Zeeland. Uw Kamer heeft
op 26 oktober 2018 een overzicht ontvangen van de lopende onderhandelingen via de
voortgangsrapportage handelsakkoorden (Kamerstuk 21 501-02, nr. 1913).
Nederland steunt de inzet van de Europese Commissie bij het vergroten van de markttoegang,
-uitbreiding en -behoud voor Europese landbouwproducten.
Nederland is voorstander van ambitieuze en gebalanceerde handelsakkoorden die vasthouden
aan de EU-normen ter bescherming van mens, dier, plant en milieu en een gelijk speelveld
bevorderen. Ik zal de presentatie van de Europese Commissie op de Raad aanhoren.
Diversenpunt: Verklaring over een slimme en duurzame digitale toekomst voor de Europese
landbouw en landelijke gebieden
Informatie van de Commissie
Tijdens de Landbouw- en Visserijraad van 15 april jl. zou de Europese Commissie de
Raad informeren over de uitkomst van de Digital Day 2019, die plaatsvond op 9 april jl. in Brussel. Tijdens deze conferentie werd ook gesproken
over digitalisering van landbouw en plattelandsgebieden en is er een verklaring ondertekend
over de uitdagingen (sociaal, economisch, milieu en klimaat) waar de agrifoodsector
en landelijke gebieden voor staan en hoe technologieën zoals Artificial Intelligence
(AI), robotica, blockchain en snel breedbandinternet hier een oplossing voor kunnen
bieden. Specifiek wordt aandacht besteed aan het versterken van onderzoek, het creëren
van een innovatie-infrastructuur en het belang van een Europese dataruimte voor agrifood-toepassingen.
Bij het opstellen van de verklaring is tevens gekeken naar het «Berlijn communiqué»1 over digitalisering in de agrosector dat begin dit jaar door 74 landbouwministers,
waaronder Nederland, is getekend. Dit agendapunt is tijdens de Raad van afgelopen
april niet aan bod gekomen en is opnieuw geagendeerd voor de Landbouw- en Visserijraad
van 15 mei aanstaande.
Voor meer achtergrond en de Nederlandse inzet ten aanzien van dit agendapunt verwijs
ik u naar de geannoteerde agenda van de Landbouw- en Visserijraad van 15 april 2019
(Kamerstuk 21 501-32, nr. 1167).
Diversenpunt: Herziening GGO-Regelgeving «Nieuwe Veredelingstechnieken»
Informatie van de Nederlandse delegatie
Tijdens de Raad zal ik aandacht vragen voor de herziening van Europese GGO-regelgeving
voor nieuwe veredelingstechnieken. Het Europees Hof van Justitie (C-528/16) heeft
op 25 juli 2018 uitspraak gedaan over de reikwijdte van de GGO-regelgeving. Deze uitspraak
leidde tot duidelijkheid over veel interpretatievragen met betrekking tot de relatie
tussen nieuwe plantveredelingstechnieken en de bestaande GGO-regelgeving.
Naar aanleiding van de uitspraak van het Hof vallen ook de nieuwste biotechnologische
precisietechnieken onder de GGO-regelgeving, terwijl deze regelgeving sinds totstandkoming
niet geactualiseerd is aan de voortschrijdende stand van techniek. Een herziening
is cruciaal om te bewerkstelligen dat biotechnologische toepassingen waarvan de veiligheid
voor mens en milieu is vastgesteld, worden uitgezonderd van de toelatingsvereisten
van de GGO-regelgeving. Overeenkomstig de wens van uw Kamer zijn veiligheid voor mens,
dier en milieu samen met het waarborgen van de keuzevrijheid voor de consument en
de professionele gebruiker de belangrijkste basisvoorwaarden waar niet aan mag worden
getornd. Ook instandhouding van een Europees gelijk speelveld binnen de EU is daarbij
van groot belang.
Na de Europese verkiezingen zal de Europese Commissie met een nieuw werkprogramma
komen. Ik acht het van belang om de Europese Commissie tijdens de Raad op te roepen
om de herziening van de GGO-regelgeving in haar werkprogramma op te nemen.
Een en ander is overeenkomstig de afspraken die hierover (in het bijzonder over CRISPR-Cas)
in het regeerakkoord (bijlage bij Kamerstuk 34 700, nr. 34) zijn gemaakt. Ik ben van mening dat producten van nieuwe veredelingstechnieken waarvan
de veiligheid voor mens en milieu is vastgesteld, en die kunnen bijdragen aan het
verduurzamen van de landbouw, tegen zo min mogelijk lasten beschikbaar moeten zijn
voor Europese boeren en onderzoekers, mits hierbij geen soortgrenzen worden overschreden.
De Nederlandse inzet beoogt daarin te voorzien.
Diversenpunt: Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij (EFMZV)
Informatie van de Spaanse en Franse delegatie
De onderhandelingen over de invulling van het Europese Fonds voor Maritieme Zaken
en Visserij (EFMZV) 2021–2027 bevinden zich in gevorderd stadium. Spanje en Frankrijk
hebben een gezamenlijke document opgesteld over het belang van een toegankelijk fonds
dat effectiever is in het bereiken van zijn doelstellingen.
Hoewel het kabinet ten algemene voorstander is van een toegankelijker en effectiever
EFMZV, heeft het bedenkingen bij de concrete wijzigingsvoorstellen die door Frankrijk
en Spanje worden gedaan. Deze lijken het innovatieve karakter dat het fonds beoogt
te bewerkstelligen te ondermijnen, alsook het stimuleringseffect dat van een dergelijk
instrument hoort uit te gaan. Zo willen Frankrijk en Spanje de steunpercentages verhogen,
wat ingaat tegen het Nederlands standpunt dat bij de inzet van innovatiemiddelen altijd
ook een bijdrage van de private sector wordt gevraagd om risico op marktverstoring
te verkleinen. Frankrijk en Spanje lijken daarnaast erop uit om hun begrotingen te
ontlasten door het cofinancieringspercentage te willen verhogen op diverse manieren.
Nederland is van mening dat de lidstaten tenminste 25% moeten bijdragen aan Europese
fondsen zoals het EFMZV opdat niet volledig op EU-middelen wordt geleund. Daarom zal
ik de aangedragen wijzigingsvoorstellen niet steunen.
II. INFORMATIE TOEKOMST GLB
Stand van zaken Raadswerkgroepen
Sinds de vorige Landbouw- en Visserijraad hebben er geen Raadswerkgroepen plaatsgevonden.
III. Visserijprotocol tussen de EU en de Republiek Guinee Bissau
De Europese Commissie heeft een nieuw voorstel voor een nieuw protocol bij de partnerschapsovereenkomst
inzake duurzame visserij met de Republiek Guinee-Bissau voorgelegd aan de Raad. In
mijn brief van 20 februari 2017 (Kamerstuk 21 501-32, nr. 970) heb ik uw Kamer geïnformeerd over het onderhandelingsmandaat voor dit voorstel.
Het vorige protocol is op 23 november 2017 afgelopen.
Het nieuwe protocol heeft een looptijd van vijf jaar en biedt de vaartuigen van de
EU-vangstmogelijkheden in de wateren van Guinee-Bissau op diverse soorten, waaronder
tonijn en garnalen.
De jaarlijkse financiële tegenprestatie van de Europese Unie bedraagt € 15.600.000,
waarvan € 11.600.000 per jaar geoormerkt is voor de toegang tot de visbestanden en
€ 4.000.000 per jaar geoormerkt is voor steun voor de ontwikkeling van het sectorale
visserijbeleid en de blauwe economie van Guinee-Bissau.
Het voorstel is in lijn met het onderhandelingsmandaat en staat in verhouding tot
de in het Gemeenschappelijk Visserijbeleid vastgestelde doelstelling om een juridisch,
ecologisch, economisch en sociaal bestuurskader voor visserijactiviteiten van vissersvaartuigen
van de EU in wateren van derde landen tot stand te brengen. Daarom ben ik voornemens
in te stemmen met dit protocol.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.