Brief regering : Overzicht van diverse toezeggingen over overlastgevende asielzoekers
19 637 Vreemdelingenbeleid
Nr. 2478 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 april 2019
Met deze brief informeer ik uw Kamer over verdere aanscherpingen in de aanpak van
                  de groep criminele en/of overlastgevende asielzoekers. Daarnaast doe ik met deze brief
                  een aantal toezeggingen aan uw Kamer gestand inzake asielzoekers.1 Zoals ik vaker heb benadrukt is crimineel en overlastgevend gedrag volstrekt onacceptabel.
                  Daarom moet voor deze groep duidelijk zijn dat dergelijk gedrag in Nederland niet
                  wordt getolereerd en we blijven om die reden werken aan lik-op-stuk maatregelen. Niet
                  alleen vreemdelingrechtelijk, maar ook strafrechtelijk. De maatregelen in deze brief
                  zijn een verdere aanscherping die past binnen de kaders van het vreemdelingen- en
                  strafrecht.
               
Aanleiding
Nederland wil een veilig thuis bieden voor diegenen die geen veilige plek hebben in
                  hun eigen land. Als we een veilige plek en het draagvlak daarvoor willen behouden,
                  vraagt dit om daadkrachtig optreden tegen een beperkte groep asielzoekers die hier
                  voor overlast zorgt of crimineel gedrag vertoont en voor wie de beschermingsvraag
                  in veel gevallen niet aan de orde is. Dit geldt voor dergelijk gedrag op de COA-locaties,
                  maar uiteraard ook daarbuiten. De overlast brengt onwenselijke maatschappelijke gevolgen
                  met zich mee voor burgers en zorgt voor een grote belasting van de medewerkers van
                  betrokken uitvoeringsinstanties. De inzet van de uitvoeringsinstanties zou uit moeten
                  gaan naar asielzoekers die daadwerkelijk onze aandacht en bescherming nodig hebben.
                  Bovendien is het onaanvaardbaar dat het personeel van het COA en DJI in de extra begeleidings-
                  en toezichtlocaties (EBTL’s) of in reguliere opvangcentra hun werk in onveilige omstandigheden
                  zouden moeten uitvoeren. Het is dan ook terecht dat de vakbonden hier aandacht voor
                  hebben gevraagd. Tegelijkertijd wil ik mijn waardering uitspreken voor de professionele
                  wijze waarop de medewerkers van het COA, DJI en andere betrokken partijen hun taak
                  uitvoeren onder soms lastige omstandigheden.
               
Ik ben mij ervan bewust dat overlastgevend gedrag van alle tijden is en binnen vrijwel
                     elke groep van mensen – niet alleen in de asielopvang – voorkomt. De overlast die
                     sinds 2016 in de asielketen wordt veroorzaakt door een beperkte groep asielzoekers
                     is naar zijn aard en omvang echter disproportioneel groot.
                  
In het afgelopen jaar zijn daarom verschillende maatregelen aangekondigd. Deze maatregelen
                     betreffen onder meer het functioneren van de twee EBTL’s, versnelling van de asielprocedure
                     voor asielzoekers uit veilige landen en een aantal maatregelen om de dossieropbouw
                     en ketensamenwerking (ook op lokaal niveau) te bevorderen. De disproportionele mate
                     van overlast houdt echter aan. Er blijkt sprake te zijn van een kleine groep asielzoekers
                     voor wie de opgelegde maatregelen onvoldoende zijn om hun gedrag te veranderen. Deze
                     groep blijft zorgen voor een onveilige situatie in de opvanglocaties en ook daarbuiten.
                  
Daarbij komt dat binnen de huidige internationale wet- en regelgeving en de daarop
                  gebaseerde jurisprudentie de mogelijkheden beperkt zijn om – zeker waar het vrijheidsbeperking
                  betreft – verdere aanscherpingen door te voeren. Het geldende juridisch kader ten
                  aanzien van de opvang van asielzoekers en de daarbij te gebruiken bevoegdheden zijn
                  onder meer gebaseerd op de Europese Opvangrichtlijn, Dublinverordening en Terugkeerrichtlijn.
                  Op grond hiervan is vrijheidsontneming van asielzoekers slechts in uitzonderlijke
                  gevallen mogelijk.
               
Ondanks de beperkte ruimte zie ik de noodzaak en mogelijkheden om op korte termijn
                  een aantal aanscherpingen door te voeren in de aanpak van de groep overlastgevende
                  asielzoekers.
               
Aanscherping en intensivering maatregelen overlastgevende asielzoekers
EBTL
In mijn brief van 22 januari 20192 heb ik aangeven dat ik in overleg ben met COA en DJI over aanscherping van de huisregels
                  van de EBTL en de sancties op het overtreden daarvan. Daarnaast is de toezegging gedaan
                  te onderzoeken of het mogelijk is extra bevoegdheden toe te kennen aan het personeel
                  van de EBTL. Ook zijn de mogelijkheden verkend om te komen tot een ander regime voor
                  de groep die niet openstaat voor gedragsverandering, namelijk een regime dat meer
                  dan nu het geval is, gericht is op toezicht en handhaving in plaats van begrenzen
                  en begeleiden. Voor de groep die wel open staat voor gedragsverandering blijft het
                  regime van begrenzen en begeleiden van toepassing. De (voorlopige) uitkomsten van
                  de verkenningen leiden thans tot de volgende concrete gevolgtrekkingen.
               
Inzet BOA’s en strenger regime binnen de EBTL
Ik ben voortdurend met beide gemeenten met een EBTL in gesprek over het beperken van
                  de overlast.
               
Op verzoek van de gemeente Hoogeveen en na overleg met het COA, de DJI, de politie
                  en overige ketenpartners is besloten om op zeer korte termijn enkele aanpassingen
                  door te voeren in de EBTL. Per 13 mei 2019 zal op de EBTL Hoogeveen een strenger regime
                  van kracht worden, waarbij het karakter van de locatie meer gericht zal zijn op toezicht
                  en handhaving en minder op begeleiding.
               
Ten behoeve hiervan zullen er Buitengewone Opsporingsambtenaren (BOA’s), die nu al
                  in dienst van DJI/DV&O zijn, worden ingezet op de EBTL Hoogeveen. Zij houden toezicht
                  en handhaven de vrijheidsbeperkende maatregel in en rondom de EBTL. Dit toezicht richt
                  zich op de voorkoming, beheersing en beëindiging van overlast. Deze BOA’s zullen op
                  basis van een convenant functioneren onder de verantwoordelijkheid van de Politie
                  Noord-Nederland en kunnen vanuit die hoedanigheid politietaken ter hand nemen, in
                  samenspraak met het management van de locatie. Dit verschilt van het overige DJI/DCR-personeel
                  dat werkzaam is op de EBTL en daar enkel vanuit de opvangtaak opereert. Ook dit personeel
                  blijft overigens werkzaam op de EBTL, nu de samenwerking tussen het COA en DJI bij
                  deze opvangtaak waardevol blijkt bij het verminderen van overlastgevend gedrag door
                  deze doelgroep. De BOA’s zullen daarbovenop echter als verlengstuk van de politie
                  functioneren en zo met name ook preventief kunnen optreden. Zo kan voorkomen worden
                  dat overlast escaleert tot onveilige situaties voor personeel en medebewoners van
                  de EBTL. Verder zullen zij worden ingezet op het handhaven van de vrijheidsbeperkende
                  maatregel en de meldplicht die aan EBTL-bewoners wordt opgelegd. Bij overtreding hiervan
                  kan dit worden neergelegd in zogenaamde sfeer-pv’s3, zodat hier vreemdelingrechtelijk snel gevolg aan kan worden gegeven door bijvoorbeeld
                  een maatregel van bewaring op te leggen.
               
Beperking gebiedsgebod
Het gebied waar de EBTL-bewoners in Hoogeveen mogen komen wordt verder ingeperkt,
                  met het oog op het handhaven van de vrijheidsbeperkende maatregel op grond van artikel
                  56 Vw 2000. In overleg met de gemeente Hoogeveen is besloten dit gebied te verkleinen
                  en het winkelcentrum hiervan uit te sluiten. De inwoners van Hoogeveen ervaren binnen
                  dit winkelgebied namelijk veel overlast door EBTL-bewoners. Per 13 mei 2019 zal dit
                  nieuwe gebied van kracht worden. Bij plaatsing op de EBTL wordt asielzoekers gemeld
                  binnen welk gebied zij zich mogen begeven tijdens de twee uren dat dit per dag is
                  toegestaan. Wanneer zij naar een winkel willen, kunnen ze dat vragen en enkel bij
                  goed gedrag wordt dit – onder begeleiding van het EBTL-personeel – toegestaan.
               
Dit enkel bij goed gedrag en onder begeleiding naar het winkelcentrum mogen is onderdeel
                  van de herformulering van de huisregels. Op dit moment worden zowel de huisregels,
                  als de sancties die bij overtreding hiervan kunnen worden opgelegd verder aangescherpt.
                  De huisregels zullen strenger worden gehandhaafd. Zo zal er ook een sanctie komen
                  te staan op het niet deelnemen aan het dagprogramma. Bij aankomst op de EBTL Hoogeveen
                  worden asielzoekers gelijk gewezen op hun verplichting het dagprogramma te volgen
                  en de consequenties als ze dit niet doen. De gebruikelijke ROV-maatregelen4 kunnen dan worden ingezet, met dien verstande dat ook het ontzeggen van de opvang
                  vaker toegepast zal worden op deze groep.
               
Personele bezetting EBTL
Vanzelfsprekend is dit echter alleen realiseerbaar indien ook het toezicht op de naleving
                  van dit strengere regime door de inzet van BOA’s wordt verscherpt en hierop wordt
                  gehandhaafd. Daarom heb ik DJI gevraagd meer personeel beschikbaar te stellen om gezamenlijk
                  met het COA-personeel het dagprogramma te organiseren, toe te zien op naleving van
                  de huisregels en het onmiddellijk sanctioneren bij overtreding hiervan. De bezetting
                  van de EBTL en de inzet van personeel worden steeds op elkaar afgestemd.
               
Wanneer sprake is van strafbare feiten wordt onmiddellijk de politie ingeschakeld
                  en aangifte gedaan. Daaronder valt uiteraard ook geweld tegen of de bedreiging van
                  personeel door asielzoekers in de EBTL.5 Het lastigvallen van hulpverleners mag nimmer worden getolereerd , ook niet in opvangcentra.
                  Op EBTL-bewoners wordt, waar mogelijk, het snelrecht toegepast wanneer zij strafbare
                  feiten gepleegd hebben. Dit zal met name gelden bij zwaardere feiten en misdrijven.
               
Op de EBTL in Amsterdam wordt vooralsnog het huidige regime – inclusief eerder genomen
                  maatregelen – gecontinueerd. Wel zal ik met de gemeente en andere betrokkenen nagaan
                  welke van de hierboven genoemde maatregelen ook op de EBTL Amsterdam kunnen worden
                  toegepast.
               
Voor het toekennen van verdergaande bevoegdheden aan personeel werkzaam in de EBTL
                  is wijziging van wet- en regelgeving noodzakelijk. Inzet van DJI/DCR-personeel met
                  een opvangtaak in de EBTL betekent immers niet dat zij hun bevoegdheden op basis van
                  de Penitentiaire Beginselenwet ook in COA-opvang mogen toepassen.
               
Op één EBTL is twee weken geëxperimenteerd met het gebruik van bodycams. Op dit moment
                  worden de ervaringen en voor- en nadelen daarvan geëvalueerd en gekeken naar de juridische
                  aspecten. Op korte termijn wordt op basis van deze uitkomsten besloten of tot structurele
                  toepassing wordt overgegaan.
               
Selectie EBTL-populatie
Voorafgaand aan het besluit tot plaatsing in de EBTL wordt op basis van het feitelijke
                  gedrag van de overlastgever bezien welk regime het meest passend is. Daarbij wordt
                  gekeken of uit medische informatie blijkt dat er sprake is van ernstige psychische
                  en psychiatrische problematiek. Wanneer dergelijke problematiek speelt, wordt beoordeeld
                  of er een aanleiding is om betrokkene te plaatsen in een van de specialistische opvanglocaties,
                  waaronder Veldzicht, voor asielzoekers met psychisch of psychiatrische problemen.
                  Deze afweging kan ook gedurende het verblijf in de EBTL gemaakt worden.
               
Het COA heeft met de leiding van Veldzicht afgesproken dat (potentiële) bewoners van
                  de EBTL’s (eerder) voor opname in Veldzicht in aanmerking kunnen komen. Op dit moment
                  verblijven er in Veldzicht al enkele EBTL-bewoners vanwege hun ernstige psychiatrische
                  problematiek, maar mogelijk komen meerdere EBTL-bewoners hiervoor in aanmerking. Het
                  transcultureel FACT-team van Veldzicht, dat op COA-locaties ambulante zorg biedt door
                  middel van ondersteuning, begeleiding en behandeling wordt ook op de EBTL ingezet.
               
Hierbij benadruk ik dat deze maatregelen gelden voor de duur van de EBTL-pilot, welke
                  loopt tot het einde van dit jaar. Na de zomer zal ik een besluit nemen over de continuering
                  van de EBTL. Hierbij wordt ook betrokken in hoeverre de hierboven genoemde maatregelen
                  effectief zijn gebleken. Bij het besluit wordt ook het lopende evaluatieonderzoek
                  over de EBTL door het WODC betrokken.
               
Aparte opvang
De overlast in de opvang wordt veelal veroorzaakt door asielzoekers uit veilige landen
                  wier asielaanvraag in spoor 1 en 2 wordt afgedaan. Ik heb daarom opdracht gegeven
                  om uit te zoeken in hoeverre het mogelijk is deze asielzoekers apart op te vangen.
                  De regelgeving biedt hiertoe aanknopingspunten. Hiervoor wordt de omvang van de benodigde
                  opvang ingeschat en de medewerking van gemeenten gezocht.
               
Persoonsgerichte aanpak overlastgevende asielzoekers.
Naast de huidige aanpak van de overlastgevende asielzoekers, zal ook een landelijke
                  «Top X aanpak» worden ontwikkeld voor de zwaarste groep overlastgevers. Nu vindt deze
                  aanpak vooral op lokaal niveau plaats. Door deze aanvullende landelijke aanpak kunnen
                  bestaande maatregelen doeltreffender en slagvaardiger worden ingezet. Met één team
                  van partners vanuit migratie- en strafrechtketen zal nauwer worden samengewerkt in
                  een persoonsgerichte aanpak. Er wordt een landelijke lijst opgesteld en partners delen
                  beschikbare informatie (waaronder internationale antecedenten) over overlastgevers
                  met elkaar. Dit in lijn met de eerdere toezegging om informatie tussen COA en politie
                  beter te delen en overlastgevers te monitoren. De verwachting is dat hierdoor de effectiviteit
                  van de aanpak van de overlastgevers wordt verbeterd.
               
Door het intensiever verbinden van de vreemdelingenketen en strafrechtketen, moet
                  het voor de vreemdeling zichtbaar en voelbaar worden dat hij in beeld is van de overheid
                  en dat zijn gedrag niet wordt getolereerd. Dit doen we door hem door de ketens te
                  volgen en aan verscherpt toezicht te onderwerpen tot aan vertrek. Dit alles om ervoor
                  te zorgen dat de veiligheid zowel op de COA-locatie als daarbuiten wordt vergroot.
                  Tot slot dient van deze aanpak een duidelijk signaal uit te gaan dat misbruik van
                  de asielprocedure en -opvang wordt ontmoedigd.
               
Binnen deze integrale aanpak worden de volgende acties ondernomen:
• De groep overlastgevers in beeld krijgen en houden, door een team op te richten dat
                        deze groep monitort en per persoon een duidelijk beeld heeft over de stand van zaken
                        van de asielprocedure en antecedenten. Hierbij spelen de migratieketen, gemeenten
                        en politie een belangrijke rol;
                     
• Vervolgens lik-op-stuk maatregelen inzetten op deze personen door onmiddellijk in
                        te grijpen bij overtreding van toezichtsmaatregelen en/of huisregels;
                     
• Hun eventuele lopende verblijfsaanvragen zo spoedig mogelijk behandelen;
• Inzetten op zo spoedig mogelijk vertrek van overlastgevende asielzoekers, waarvan
                        de verblijfsaanvraag is afgewezen; waar nodig en mogelijk onder toepassing van vreemdelingendetentie.
                     
• Optimale aansluiting tussen het recht en het strafrecht, inclusief goede informatiedeling,
                        zodat verder overlastgevend gedrag maximaal wordt aangepakt en tegengegaan.
                     
• De strafrechtketen in staat stellen zo doeltreffend mogelijk het strafrecht toe te
                        passen onder andere door goede dossieropbouw. Dit kan er ook toe bijdragen dat een
                        vreemdeling in bewaring kan worden gesteld en vertrek gerealiseerd kan worden;
                     
Ontzeggen opvang
Het COA wil een veilige en leefbare omgeving bieden om te wonen en te werken. De overlast
                     op COA-locaties is belastend voor medebewoners en medewerkers, waardoor een gevoel
                     van onveiligheid ontstaat. Een deel van de overlastgevers laat zich niet of nauwelijks
                     corrigeren door de begeleiding van de medewerkers van het COA in de opvanglocaties,
                     of samen met hun collega’s van DJI in de EBTL.
                  
Als een asielzoeker ernstig overlastgevend gedrag vertoont, zal het COA vaker de opvang
                     ontzeggen. Bij zware of herhaaldelijke overlast kan het ontzeggen van opvang langdurig
                     of permanent zijn. Uiteraard moet de maatregel proportioneel zijn. Door deze maatregel
                     is de verwachting dat een deel van de overlastgevers uit veilige landen Nederland
                     sneller zal verlaten.
                  
Indien er sprake is van langdurige of permanente onthouding van opvang informeert
                  het COA het plaatselijke gezag over de opgelegde maatregel. De maatregel om iemand
                  de opvang (tijdelijk) te ontzeggen mag een lopend traject van terugkeer of vertrek
                  uit Nederland niet belemmeren. Om dit te voorkomen vindt afstemming plaats met de
                  ketenpartners.
               
Ketenmarinier
Tot slot zal op korte termijn een landelijke ketenmarinier worden aangesteld. Deze
                  ketenmarinier zal met mandaat vanuit de partners uit de migratieketen aansturen op
                  de gezamenlijke aanpak van overlastgevende asielzoekers. Hij kan lokale problemen
                  oplossen en fungeert als schakel tussen alle betrokken partijen, lokaal en landelijk;
                  een praktische regisseur met doorzettingsmacht.
               
Naast landelijke maatregelen worden er ook op lokaal niveau aanvullende veiligheidsmaatregelen
                  genomen, die aansluiten op de specifieke situatie, zoals die rondom het aanmeldcentrum
                  in Ter Apel. In december heb ik om die reden een Quick Reference Card met lokale bestuurders
                  gedeeld. Deze Quick Reference Card verstrekt inzicht in de handelingsperspectieven
                  en maatregelen voor de partijen die betrokken zijn bij overlast. Daarnaast zijn er
                  door de politie met de PI Ter Apel nadere afspraken gemaakt over het gebruikmaken
                  van een aantal cellen voor de opvang van arrestanten, die normaal gesproken naar het
                  cellencomplex in Groningen gaan. Doordat op deze wijze de reistijd wordt verkort is
                  de eenheid weer snel beschikbaar voor de lokale politiezorg in Ter Apel. Daarnaast
                  zal ook in deze regio de ketenmarinier aan de slag gaan.
               
Detentiecentrum Rotterdam
Uw Kamer heeft tevens verzocht om informatie over de misdragingen door vreemdelingen
                  in Detentiecentrum Rotterdam (DCR) die begin januari 2019 plaatsvonden. Begin januari
                  was er sprake van een situatie waarin een groep ingeslotenen in DCR zorgde voor ernstige
                  ordeverstoring en zeer agressief gedrag naar het personeel van DCR. Gezien de ernst
                  van de situatie en het feit dat de sfeer, ook na insluiting van diverse vreemdelingen,
                  dreigend bleef, heeft de directie van DCR besloten tot inzet van de landelijke bijzondere
                  bijstand van de dienst Vervoer en Ondersteuning teneinde het personeel te ondersteunen
                  bij het verder onder controle krijgen van de situatie. Alle vreemdelingen op de afdelingen
                  waar de onrust zich voordeed, werden tijdelijk op cel geplaatst. Een deel van de vreemdelingen
                  werd daarbij in afzondering geplaatst, waarbij tevens gebruik gemaakt moest worden
                  van afzonderingsplaatsen in naburige penitentiaire inrichtingen. Er werd tijdelijk
                  geen dagprogramma aangeboden. Vreemdelingen konden dagelijks in kleine groepen naar
                  de luchtplaats. Per dag werd bezien of de maatregel van het op cel plaatsen zonder
                  dagprogramma kon worden versoepeld. Toen de rust na een aantal dagen voldoende was
                  weergekeerd, heeft de directie besloten om het dagprogramma geleidelijk weer op te
                  starten. In een tijdsbestek van ruim 2 weken is de situatie op de reguliere afdelingen
                  geleidelijk aan genormaliseerd.
               
Ik wil alle medewerkers van DCR complimenteren met hun optreden. Uiteraard had de
                  situatie grote impact op het personeel, dat zich iedere dag inspant om de ingeslotenen
                  van het detentiecentrum te begeleiden en humaan te bejegenen. Er is al geruime tijd
                  sprake van een situatie waarin een deel van de vreemdelingen die in bewaring verblijft
                  meer onrust veroorzaakt dan voorheen. Het gaat vaak om vreemdelingen afkomstig uit
                  veilige landen die in het toezicht worden aangetroffen, waarvan een deel ook eerder
                  veroordeeld is wegens het begaan van criminele feiten. In feite komt dit beeld van
                  de populatie overeen met de situatie in de opvangcentra van het COA.
               
Om aan deze situatie het hoofd te bieden is in mei 2017 een afdeling aangewezen voor
                  verblijf van individuen die niet kunnen omgaan met interne vrijheden die in vreemdelingenbewaring
                  over het algemeen worden aangeboden. Deze vreemdelingen worden geplaatst in een omgeving
                  waar veel meer structuur geboden wordt om hiermee de orde, rust en veiligheid op de
                  overige afdelingen beter te kunnen garanderen. In het wetsvoorstel Terugkeer en Vreemdelingenbewaring
                  is hiertoe de beheersafdeling geïntroduceerd.
               
Het personeel in DCR is voorts deskundig en goed toegerust om ook lastige vreemdelingen
                  te begeleiden. Zij zijn opgeleid en getraind in beveiliging, penitentiair optreden,
                  zelfbescherming en multiculturele communicatie. Een escalatie zoals begin januari
                  plaatsvond doet zich gelukkig zelden voor. Ook in deze moeilijke situatie wisten directie
                  en personeel door adequaat optreden en door het nemen van stevige maatregelen erger
                  te voorkomen. Belangrijk uitgangspunt hierbij blijft dat vreemdelingenbewaring geen
                  straf is. Het personeel zal zoveel mogelijk eerst een gesprek aangaan met een ingeslotene
                  en zal, als een maatregel nodig is, de lichtste effectieve maatregel kiezen. Daarbij
                  blijft de veiligheid van medewerkers en ingeslotenen voorop staan. Mocht zich in de
                  toekomst nogmaals een situatie van groepsgewijze agressie voordoen, dan zullen opnieuw
                  stevige maatregelen genomen worden.
               
Geen enkele vorm van agressie of wangedrag van ingeslotenen, individueel of in groepsverband,
                  wordt getolereerd. Ingeslotenen zullen zo nodig direct worden overgeplaatst naar de
                  beheersafdeling of als straf in afzondering worden geplaatst. Zo nodig wordt uitgeweken
                  naar andere (penitentiaire) inrichtingen. DCR beschikt inmiddels over een eigen intern
                  bijstandsteam. Indien er sprake is van strafbare feiten wordt onmiddellijk aangifte
                  gedaan bij de politie.
               
Inzet en samenwerking Europa
Naast deze nationale maatregelen stellen we de overlastproblematiek ook in Europa
                  aan de orde. We zoeken daarbij de samenwerking op met andere Europese landen. Ook
                  vraagt Nederland in de onderhandelingen voor het GEAS actief aandacht voor het probleem
                  van secundaire migratie. Nederland steunt de maatregelen die beogen dit te voorkomen,
                  zoals snellere Dublinprocedures en langere bewaartermijnen in Eurodac. De nu bestaande
                  Europese regelgeving staat de beoogde maatregel in de weg om vreemdelingen (enkel)
                  vanwege overlastgevend gedrag vaker in bewaring te zetten. Nederland vraagt in de
                  onderhandelingen over de terugkeerrichtlijn actief aandacht voor het uitbreiden van
                  bewaringsmogelijkheden.
               
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, M.G.J. Harbers
Indieners
- 
              
                  Indiener
 M.G.J. Harbers, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
