Brief regering : Actuele stand van zaken situatie in Libische detentiekampen
32 735 Mensenrechten in het buitenlands beleid
30 573
Migratiebeleid
Nr. 243
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID EN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE
HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 april 2019
Tijdens het Algemeen Overleg ter voorbereiding op de JBZ-raad van 7 en 8 maart jl.
heeft de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid uw Kamer toegezegd een update
te sturen van de ontwikkelingen op het gebied van migratie in relatie tot de situatie
in Libië en in het bijzonder de Libische detentiecentra (Kamerstuk 32 317, nr. 548). In navolging van onze brief van 4 december 2018,1 informeren wij u hier graag over, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken.
Hierbij gaan wij ook kort in op het bezoek van de Staatssecretaris van Justitie en
Veiligheid aan Libië op 12 maart jl.
Zoals uw Kamer bekend, zet het kabinet zich in voor het verbeteren van de situatie
van migranten in de Libische detentiecentra met als doel de uiteindelijke sluiting
daarvan.2Het kabinet deelt de zorgen in uw Kamer over het lot van deze mensen. In EU-verband
en in nauwe samenwerking met de Libische autoriteiten, UNHCR, IOM en de Afrikaanse
Unie zijn in de laatste periode belangrijke stappen gezet. Het moge echter duidelijk
zijn dat nog veel werk te verzetten is. Dit werd nogmaals bevestigd tijdens het recente
bezoek van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aan Libië, medio maart.
Sinds eind december 2017 zijn mede door de inspanningen van de gezamenlijke Task Force
van de Afrikaanse Unie, de Europese Unie en de Verenigde Naties 3.303 kwetsbare vluchtelingen
en asielzoekers door UNHCR geëvacueerd. Het merendeel is overgebracht naar Niger vanuit
waar zij worden hervestigd.
26 personen zijn naar Nederland hervestigd binnen het nationale hervestigingsquotum.
Een nieuwe Nederlandse hervestigingsmissie is voorzien in de eerste helft van 2019.
Libië is vanouds een belangrijk bestemmingsland voor met name arbeidsmigranten. Aan
het begin van dit decennium werd hun aantal op 1,2 a 1,5 miljoen geschat. Inmiddels
is dit cijfer volgens IOM gehalveerd tot ca. 670.000. Het merendeel van deze arbeidsmigratie
is niet geformaliseerd. Hierdoor zijn betrokkenen kwetsbaar voor uitbuiting en anderszins
misbruik, temeer onder de huidige situatie van economische stagnatie en politieke
instabiliteit.
Gevolg is dat sommigen het land wensen te verlaten. Met behulp van IOM zijn sinds
2015 meer dan 40.000 migranten vrijwillig teruggekeerd. Ruim de helft daarvan is eind
2017 teruggekeerd, kort nadat de AU-EU-VN Task Force van start ging. Van de meer dan
16.000 migranten die in 2018 door IOM zijn geholpen, is meer dan de helft vanuit de
detentiecentra teruggekeerd. Het gaat hier ook om mensen die met onzeewaardige bootjes
trachtten de oversteek naar de EU te maken en door de Libische kustwacht weer aan
wal zijn gebracht.
Onverlet de bovenstaande ontwikkelingen en het feit dat een tiental centra is gesloten,
neemt het aantal migranten dat volgens UNHCR in de resterende detentiecentra wordt
vastgehouden niet af. Volgens UNHCR zouden er op dit moment 6.000 migranten worden
vastgehouden.
Mede op aandringen van de internationale gemeenschap bij de Libische autoriteiten,
waaronder ook door de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
is begin december 2018 de zogenoemde Gathering and Departure Facility (GDF) van UNHCR in gebruik genomen. Sinds december 2018 zijn meer dan 750 vluchtelingen
vrijgelaten uit de detentiecentra en overgebracht naar de GDF. Vanuit de GDF worden
zij geëvacueerd naar Niger of hervestigd naar een derde land. Dit is een belangrijke
stap. Wat het kabinet betreft, wordt het gebruik van de GDF uitgebreid. In zijn gesprek
met zijn Libische counterpart heeft de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
hier ook op aangedrongen zodat erkende vluchtelingen daar worden opgevangen, ongeacht
of hun eventuele evacuatie of hervestiging al is georganiseerd.
In datzelfde gesprek heeft de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid ook gepleit
voor een hardere aanpak van mensensmokkel in Libië, verbetering van de mensenrechtensituatie
in detentiecentra, de invoering van een registratiesysteem en de noodzaak van meer
toegang tot detentiecentra van VN-organisaties en ngo’s. Zijn gesprekspartner, de
viceminister voor Migratie, vroeg aandacht voor het trage verloop van de hervestiging
en evacuaties via Niger. Ook het kabinet maakt zich hier zorgen over en beziet in
overleg met UNHCR hoe dit kan worden verbeterd. Voorts bespraken zij de mogelijkheden
voor een door IOM gerund opvangcentrum voor vrouwen en kinderen en één aparte faciliteit
voor alleenstaande kinderen dat zou worden gerund door UNICEF. Waar mogelijk zal het
kabinet deze inspanningen steunen.
Dit geldt ook voor de Europese inspanningen om de Libische kustwacht te trainen, bijvoorbeeld
in het kader van de onlangs verlengde operatie Sophia. Daardoor groeit de capaciteit
van de Libische kustwacht om de wettelijke taken uit te voeren binnen de Libische
search and rescue (SAR) zone, inclusief het redden van migranten in onzeewaardige bootjes. Tegelijkertijd
wordt een daling geconstateerd van het aantal drenkelingen dat door de Libische kustwacht
weer aan wal wordt gebracht. Volgens cijfers van UNHCR zou de Libische Kustwacht in
2019 855 personen hebben ontscheept. In algemene zin lijkt er sprake te zijn van een
daling van het aantal pogingen van smokkelaars om bootjes met migranten de zee op
te sturen. Daarvoor zijn verschillende verklaringen mogelijk: de hardere aanpak van
mensensmokkel (o.a. door de VN-sancties), de toename van vrijwillige terugkeer naar
herkomstlanden, alsmede de verminderde aanwezigheid van NGO-schepen dicht onder de
kust van Libië kunnen hier aan bijdragen.
De inzet van het kabinet én de internationale gemeenschap blijft gericht op het verbeteren
van de humanitaire situatie, onder meer door professionalisering van de Kustwacht,
structurele verbeteringen in de Libische detentiecentra, het creëren van (open) alternatieven
en de uiteindelijke sluiting daarvan. Het kabinet zal de inspanningen van met name
de EU en de AU-EU-VN Task Force daartoe ook blijven ondersteunen.
Tot slot hecht het kabinet eraan te benadrukken dat -naast de inzet op migratie- Nederland
wil bijdragen aan duurzame stabilisatie van Libië. De recente ontwikkelingen waarbij
gevechten zijn ontstaan en dreigementen zijn uitgesproken baren het kabinet grote
zorgen. Nederland geeft steun aan de VN die actief bemiddelt tussen de Libische partijen.
Het is van groot belang om zo snel mogelijk te komen tot de-escalatie, een staakt-het-vuren
in conflictgebieden en een nieuwe politieke dialoog. Ook vraagt Nederland in multilaterale
fora blijvend aandacht voor effectieve samenwerking binnen de internationale gemeenschap
en de verslechterde humanitaire situatie. Tijdens de Raad Buitenlandse Zaken op 8 april
jl. is ook door de Minister van Buitenlandse Zaken aangegeven dat Nederland steun
geeft aan de Europese inzet om gezamenlijk de VN inspanningen zo goed mogelijk te
willen ondersteunen. Het kabinet volgt de ontwikkelingen nauwgezet.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
M.G.J. Harbers
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
S.A.M. Kaag
Indieners
-
Indiener
M.G.J. Harbers, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid -
Medeindiener
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking