Brief regering : Reactie op de gewijzigde amendementen van het lid Kerstens over een lichte voorhangprocedure bij de beslissing tot het verstrekken van maatwerkvoorzieningen en over een evaluatie van de wet na drie jaar
35 093 Wijziging van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 inzake de bijdrage voor maatschappelijke ondersteuning en de beoordeling voor de verstrekking van de maatwerkvoorziening
Nr. 28 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 april 2019
Door middel van deze brief geef ik mijn advies op de herziene amendementen van het
lid Kerstens met Kamerstuk 35 093, nr. 26 en nr. 271.
In amendement met Kamerstuk 35 093, nr. 26 wordt voorgesteld om een lichte voorhangbepaling toe te voegen bij de algemene maatregel
van bestuur (AMvB) waarmee regels gesteld kunnen worden met betrekking tot de beoordeling
van het college bij de beslissing tot het verstrekken van een maatwerkvoorziening(wijzing
artikel 2.3.5 van de Wmo 2015 opgenomen in artikel I, onderdeel C).
Momenteel is er alleen een voorhangbepaling van toepassing op de AMvB die de bijdrage
voor maatwerkvoorzieningen regelt. Deze voorhang geldt alleen voor een AMvB die betrekking
heeft op het meewegen van het vermogen in het bepalen van de eigen bijdrage.
Met het voorgestelde lid, dat het mogelijk maakt om regels te stellen aan de beoordeling
van het college, wordt de wet op een belangrijk punt uitgebreid. Eventuele aanvullende
regels die stoelen op deze grondslag dienen zorgvuldig opgesteld te worden. Ik vind
het om die reden goed voorstelbaar dat uw Kamer hier ook een voorhangbepaling voor
wil opnemen. Ik laat het oordeel over dit amendement aan uw Kamer.
In amendement met Kamerstuk 35 093, nr. 27 wordt voorgesteld om binnen drie jaar de doeltreffendheid en de effecten van het
wetsvoorstel te evalueren. Ik vind het belangrijk om in beeld te brengen of met het
wetsvoorstel de beoogde doelen worden bereikt en wat de effecten zijn van het wetsvoorstel.
De termijn van 3 jaar geeft de kans om hiervan een beeld te vormen. De laatste zin
van de toelichting op dit amendement luidt: «Daarnaast beschikt het CAK over alle
gegevens en is een evaluatie dus niet ingewikkeld.» Ik hecht er aan te verhelderen
dat een evaluatie van de effecten van de evaluatie van dit wetsvoorstel een breder
onderzoek, en daarmee meer informatie vraagt, dan bij het CAK beschikbare data. Met
die toevoeging laat ik het oordeel over dit amendement aan uw Kamer.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport