Brief regering : Nederlandse inzet in Europese grens- en kustwacht in 2019
32 317 JBZ-Raad
Nr. 550
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 april 2019
Nederland heeft tijdens de jaarlijkse bilaterale gesprekken met het Europese grens-
en kustwacht agentschap (Frontex) de nationale inzet voor de activiteiten van het
agentschap in 2019 vastgesteld. In deze brief informeer ik u mede namens de Ministers
van Buitenlandse Zaken en Defensie over de Nederlandse inzet van personeel en materieel
voor Frontex in 2019.
Nederlandse inzet in Frontex operaties in 2019
In het regeerakkoord en de integrale migratieagenda wordt het belang van effectief
beheer van de buitengrenzen in Europa benadrukt. De activiteiten van Frontex aan de
Europese buitengrenzen dragen bij aan deze beleidsdoelen. Het kabinet vindt het daarom
van belang dat Nederland een substantiële bijdrage levert. De effectieve ondersteuning
van de bewaking van de Schengen-buitengrenzen door Frontex is voor een belangrijk
deel afhankelijk van de hoeveelheid en kwaliteit van de capaciteit die lidstaten aan
het agentschap beschikbaar stellen. Elk jaar doet Frontex een uitvraag bij lidstaten
om personeel en materieel te leveren voor de reguliere gemeenschappelijke operaties
zoals opgenomen in het jaarprogramma. In de bilaterale gesprekken bepalen Frontex
en de lidstaat in gezamenlijkheid de uiteindelijke materiële en personele bijdrage
aan deze operaties. Het personeel en materieel moeten voldoen aan specifieke eisen,
vastgesteld in Frontex-verband. Ook worden er afspraken gemaakt over de periode en
duur van de inzet.
In 2019 bedraagt de Nederlandse personele inzet in de reguliere Frontex-operaties
ongeveer 29 VTE. De personele inzet in de reguliere Frontex-operaties bestaat dit
jaar uit grenswachters van de Koninklijke Marechaussee (KMar), personeel van de Dienst
Vervoer en Ondersteuning (DV&O), de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) en de Nationale
Politie (district Zeehaven van de eenheid Rotterdam).
De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) is daarnaast als intermediair betrokken
bij het maandelijks beschikbaar stellen van gemiddeld 92 VTE tolken aan Frontex. Deze
tolken worden voor een periode van circa 2 maanden 6 dagen per week ingezet. Ten opzichte
van 2018 is de vraag naar tolken aanzienlijk toegenomen, met name van uit Italië en
de Griekse eilanden. Voor 2019 wordt rekening gehouden met een verder toenemende vraag
vanwege de groeiende migratiestromen via de Westelijke route naar Spanje. De omvang
van deze vermoedelijke stijging van de vraag naar tolken is nog niet bekend.
De getalsmatige personele inzet van de KMar is in 2019 wederom lager dan in voorgaande
jaren. Dit heeft voornamelijk te maken met de toegenomen capaciteitsinzet op de nationale
grensbewakingstaken van de KMar. Het kabinet heeft in 2017 extra middelen beschikbaar
gesteld aan de KMar ten behoeve van de grensbewakingstaak. De KMar neemt de noodzakelijke
maatregelen om haar capaciteit in de komende jaren weer te laten groeien naar het
gewenste niveau, waardoor de mogelijkheid ontstaat de bijdrage aan Frontex te vergroten.
In 2019 draagt Nederland ook bij met materieel aan Frontex operaties. Het betreft
twee patrouillevoertuigen van de KMar en een snel KMar-vaartuig (RHIB). Daarnaast
wordt een Kustwachtvliegtuig ingezet.
Afhankelijk van de beschikbare nationale capaciteit zal Nederland personeel en/of
materieel leveren voor eventuele ad hoc uitvragen die Frontex in de loop van het jaar
kan doen. De voorgenomen Nederlandse inzet kan hierdoor in de loop van 2019 wijzigen.
Waar wordt Nederlandse capaciteit ingezet?
In lijn met het regeerakkoord zal de Nederlandse inzet zich in 2019 vooral concentreren
aan de gemeenschappelijke buitengrenzen waar de druk van irreguliere migratie het
grootst is, namelijk in Griekenland, Italië en Spanje. Nederlandse experts worden
ook ingezet aan de landgrenzen in het oosten van de EU, zoals in Polen, Letland, Roemenië,
Bulgarije en Griekenland en op grensdoorlaatposten in belangrijke (lucht)havens in
lidstaten waar risico’s bestaan op het gebied van irreguliere migratie, zoals Hongarije,
Bulgarije en Spanje.
In april en in oktober wordt een van de twee Nederlandse Kustwachtvliegtuigen in totaal
30 dagen in Griekenland ingezet. Verder neemt de Kustwacht deel aan de activiteiten
en overleggen in het kader van de Europese samenwerking ten aanzien van kustwachttaken,
gecoördineerd door Frontex.
In het kader van Europese samenwerking draaien daarnaast de Nationale Politie (district
Zeehaven van de eenheid Rotterdam) en de KMar mee in een lopend Joint Crew Project met de Duitse Bundespolizei op het eiland Samos in Griekenland. De huidige deelname van de KMar in de air border operations staat in het teken van ervaringsuitwisseling, waarbij de locaties voor aanvang van
de operatie door Frontex bepaald worden. In dit kader zullen er ook 6 guest officers van andere lidstaten met de KMar meedraaien op Schiphol.
Inzet in de terugkeerpools en de Rapid Reaction Pool
Nederland levert in 2019 ook capaciteit aan de Frontex-terugkeerpools. Deze pools bestaan uit terugkeermonitors, -escorts en -experts. Zij hebben als taak het ondersteunen
van lidstaten bij het organiseren van terugkeeroperaties, het inrichten van een terugkeerproces
en/of het verkrijgen van reisdocumenten. Voor de terugkeerpool levert de KMar 10 terugkeerescorts
en de Inspectie Justitie en Veiligheid (IJenV) heeft 7 terugkeermonitors beschikbaar.
De DT&V heeft tot 4 VTE beschikbaar voor internationale inzet. De precieze inzet wordt
nader bepaald in reactie op uitvraag vanuit Frontex.
De IJenV stelt in 2019 zes terugkeermonitors beschikbaar aan de Europese pool. Deze
terugkeermonitors inspecteren de door Nederland georganiseerde terugkeeroperaties
die in Europees verband worden uitgevoerd. Ook levert de IJenV bijstand aan landen
die te weinig eigen monitors hebben, door Europese terugkeeroperaties van de betreffende
landen te inspecteren.
In 2017 is een Rapid Reaction Pool ingericht, waarover uw Kamer is geïnformeerd.1 Het personeel dat door Nederland beschikbaar is gesteld, is door Frontex tot dusver
niet ingezet.
Inzet in trainingen
Nederland stelt in 2019 trainers ter beschikking aan Frontex voor trainingen aan Europese
grenswachters. Daarnaast heeft Nederland een Partnership Academy op Schiphol waar de KMar trainingen van Frontex faciliteert.
Financiering van de inzet
De operationele kosten voor de inzet van personeel en eventueel materieel worden grotendeels
door Frontex vergoed. Kosten zoals salaris en buitenlandtoelages komen ten laste van
de zendende lidstaten. Daarnaast kunnen er voor lidstaten (extra) kosten ontstaan
bij de inzet van materieel die ze zelf moeten bekostigen. De kosten voor de inzet
van de tolken worden geheel door Frontex vergoed.
Nieuwe ontwikkelingen
Verordening Europese grens- en kustwacht
De Europese Raad van 28 juni 2018 benadrukte het belang van een effectieve controle
van de buitengrenzen van de EU en verwelkomde de ambitie van de Europese Commissie
om de Europese grens- en kustwacht verder te versterken. Dit heeft geleid tot het
voorstel van de Commissie van 12 september 2018. Er werd door de Commissie voorgesteld
om het agentschap uit te rusten met een operationele capaciteit alsmede bevoegdheden
die nodig zijn voor een doeltreffende ondersteuning van de lidstaten.2 Een permanent korps van 10.000 operationele personeelsleden met uitvoerende bevoegdheden
moet de EU de capaciteit verschaffen voor een passende inzet waar en wanneer dat nodig
is, zowel aan de buitengrenzen van de EU als in derde landen. Het voorstel bevat ook
een sterker mandaat inzake ondersteuning van de lidstaten m.b.t. terugkeer (alsmede
richting derde landen).
Onder het Roemeens voorzitterschap is een Raadspositie vastgesteld. Het Voorzitterschap
wenst de in februari gestarte triloogfase met het Europees Parlement nog dit voorjaar
af te ronden. Zoals afgesproken met uw Kamer, worden de ontwikkelingen hieromtrent
gecommuniceerd via de geannoteerde agenda voor de JBZ-raad.3
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
M.G.J. Harbers
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.G.J. Harbers, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid