Brief regering : Actieplan Veiligheid LHBTI
30 420 Emancipatiebeleid
Nr. 303 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID EN VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 april 2019
Naar aanleiding van de motie van de leden Van den Hul en Sjoerdsma van 19 april 2018
(Kamerstuk 30 420, nr. 273), doen wij u hierbij het Actieplan Veiligheid LHBTI 2019–2022 toekomen. In dit actieplan
leest u, welke maatregelen het kabinet heeft genomen – en de komende jaren nog zal
nemen – om de veiligheid te bevorderen van lesbische vrouwen, homoseksuele mannen,
biseksuele personen, transgender personen en intersekse personen (LHBTI).
De maatregelen richten zich met name op de strafrechtelijke aanpak van discriminatie
(Ministerie van Justitie en Veiligheid) en het bevorderen van het gevoel van fysieke
veiligheid bij de doelgroep (Ministerie van JenV en Ministerie van OCW), maar zijn
wel ingebed in een geheel van maatregelen die zien op de sociale veiligheid. Het Actieplan
bevat verder voorbeelden van de inzet van lokale autoriteiten, die enerzijds de inzet
van het kabinet verder uitwerken en anderzijds daarop vooruit lopen.
Het kabinet zal over zijn inspanningen om de maatregelen tot uitvoering te brengen
verantwoording afleggen via de jaarlijkse voortgangsbrief over het Nationaal Actieprogramma
Discriminatie (maatregelen JenV) respectievelijk de voortgangsbrief Emancipatie (maatregelen
OCW). De maatregelen van de G4 zijn slechts ter illustratie opgenomen en over hun
voortgang zal het kabinet niet nader rapporteren richting uw Kamer.
Voor geweld en discriminatie op grond van seksuele gerichtheid, geslachtskenmerken,
genderidentiteit en genderexpressie, of op welke andere grond dan ook, is geen plaats
in een democratische rechtsstaat als de onze. Dit actieplan bevat maatregelen die
waar mogelijk de drempels wegnemen om melding te maken of aangifte te doen. Ook wordt
ingegaan op LHBTI-specifieke maatregelen voor veiligheid thuis en online. Er is bewust
gekozen voor een intersectionele benadering, met als doel een inclusieve aanpak om
de veiligheid van LHBTI’s te bevorderen.
De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven
Actieplan Veiligheid LHBTI
Fysieke én sociale veiligheid
Dit Actieplan Veiligheid LHBTI is een uitwerking van de motie van de leden Van den
Hul en Sjoerdsma van 19 april 2018 (Kamerstuk 30 420, nr. 273). Hoewel de motie zich richt op de strafrechtelijke aanpak van discriminatie en commune
delicten met een discriminatie-aspect, overweegt het kabinet dat van het strafrecht
weliswaar een (generaal-)preventieve werking uit kan gaan, maar dat het strafrecht enkel een reactie
achteraf kan geven. Daarbij is het kabinet zich bewust van de beperkte effecten die
inzet van het strafrecht kan bewerkstelligen: het louter inzetten van het strafrecht
lost maatschappelijke problemen niet op. Het vergroten van acceptatie, het bijdragen
aan bewustwording en voorlichting zijn evenzeer van belang. Daarom acht het kabinet
een aanpak noodzakelijk die zich tevens richt op de onderliggende oorzaken van geweld
tegen LHBTI-personen. Het actieplan dat nu voor u ligt draagt daarom de naam «Actieplan
Veiligheid LHBTI».
In dit actieplan leest u, welke maatregelen het kabinet heeft genomen en de komende
jaren zal nemen om de veiligheid te bevorderen van lesbische vrouwen, homoseksuele
mannen, biseksuele personen, transgender personen en intersekse personen (LHBTI).
De maatregelen richten zich met name op de strafrechtelijke aanpak van discriminatie
en het bevorderen van het gevoel van fysieke veiligheid bij de doelgroep, maar zijn
wel ingebed in een geheel van maatregelen die zien op de sociale veiligheid. Het Actieplan
bevat verder voorbeelden van de inzet van lokale autoriteiten, die enerzijds de inzet
van het kabinet verder uitwerken en anderzijds daarop vooruit lopen.
Een aanpak op alle bestuursniveaus
Het kabinet staat een aanpak voor op alle bestuursniveaus. Daarbij ondersteunt het
kabinet lokale, provinciale, Europese en internationale initiatieven om de veiligheid
van LHBTI-personen te bevorderen:
• In 2019 start de nieuwe samenwerking met 53 Regenboogsteden.
• Een overgrote meerderheid van de provincies heeft zich op eigen initiatief uitgeroepen
tot Regenboogprovincie.
• Nederland voert het secretariaat van het Europees netwerk van LHBTI-overheidsexperts.
• Het internationale beleid richt zich op de afschaffing van strafbaarstelling van homoseksualiteit,
het tegengaan van discriminatie en geweld en het bevorderen van sociale acceptatie.
Dit actieplan geeft een beeld van de maatregelen van het kabinet om de veiligheid
van LHBTI’s in Nederland te bevorderen. Om een goed beeld te schetsen van de inspanningen
op bestuurlijk niveau, bevat dit actieplan naast maatregelen op nationaal niveau ook
voorbeelden van concrete initiatieven van de vier grote gemeenten in Nederland. Deze
lokale maatregelen in dit actieplan dienen vooral ter illustratie, en laten zien hoe
nationale en lokale aanpak op elkaar aansluiten. Naast de G4 hebben ook de 49 overige
Regenboogsteden hun eigen maatregelen geformuleerd. In dit actieplan zijn enkele lokale
ambities van de gemeenten Amsterdam, Rotterdam en Den Haag naar voren gebracht als
voorbeeld van een goede werkwijze of ter illustratie van aanvullende maatregelen op
de maatregelen van het kabinet.
Vier maatschappelijke opgaven
Om invulling te geven aan dit Actieplan is een viertal maatschappelijke opgaven geformuleerd:
A. Pas een intersectionele benadering toe
B. Verlaag drempels voor het doen van een melding of een aangifte
C. Zorg voor LHBTI-specifieke maatregelen voor veiligheid in de privéomgeving en online
D. Zet de norm
Deze vier maatschappelijk opgaven geven invulling aan het Actieplan Veiligheid LHBTI’s.
Actieplan Veiligheid LHBTI
A. Pas een intersectionele benadering toe
Intersectionaliteit gaat over hoe verschillende achtergrondkenmerken van individuen
(denk aan gender, seksualiteit, migratieachtergrond, opleidingsniveau, etc.) elkaar
beïnvloeden. Het gaat hierbij niet om een optelling van kenmerken, maar juist om de
interactie daarvan die leidt tot specifieke uitdagingen en verwachtingspatronen. LHBTI’s
met verschillende achtergrondkenmerken zijn extra kwetsbaar. Mensen die alleen in
verborgenheid uiting geven aan hun seksuele gerichtheid (waaronder ook de categorie
mannen die seks hebben met mannen (MSM)), LHBTI-jongeren, LHBTI-ouderen, LBTI-vrouwen,
LHBTI’s met een migratie-achtergrond, en LHBTI-sekswerkers zijn extra vatbaar voor
geweld, zo blijkt uit ervaringsgegevens van gemeenten en zo wordt door welzijnswerkers
in het veld bevestigd. Ten aanzien van MSM, LHBTI’s met een migratie-achtergrond en
LHBTI-seksewerkers geldt dat de meldingsbereidheid onder deze groepen extreem laag
is: minder dan 10% doet aangifte, zelfs bij zware mishandeling (Bron: Mensenrechtenrapporteur
Raad van Europa).
Maatregelen en beleidsinterventies rond LHBTI’s nemen veelal de blanke, homoseksuele,
cis-gender1 man van middelbare leeftijd als uitgangspunt. Niet al deze maatregelen slaan aan
bij de doelgroep als geheel.
Goede werkwijzen:
Amsterdams onderzoek naar behoeften van LHBTI’s die slachtoffer zijn van een ernstig
delict
In het kader van de uitvoering van de Roze Agenda heeft de gemeente Amsterdam onderzoek
laten doen naar de behoeften van LHBTI slachtoffers na een ernstig discriminatie-incident.
Daarbij lag de focus op transgender personen en LHBT-personen met een migratie-achtergrond
omdat zij over het algemeen kwetsbaarder en minder goed bereikbaar zijn.
Intersectionele benadering in Rotterdam
Rotterdam betrekt het thema seksuele en genderdiversiteit in het masterplan Ouderen
en in het plan Eenzaamheidbestrijding en zet daarbij in op cultuursensitief werken.
1. Het bespreken van seksuele diversiteit in migranten- en vluchtelingenkringen draagt
bij aan verdere sociale acceptatie van gendergelijkheid en LHBTI-gelijkheid. Met steun
van OCW is de Alliantie «Verandering van binnenuit» in 2018 gestart met 700 voorlichtingsbijeenkomsten
en tientallen trainingen van vrijwilligers, verspreid over het hele land. Deze voorlichtingsronde
loopt door tot einde 2019. De Alliantie zal werkzaam gebleken interventies delen met
lokale beleidsmakers, beroepsbeoefenaren in het sociale domein en vertegenwoordigers
van betrokken zelforganisaties. (OCW)
2. De Netwerker Seksuele Diversiteit Den Haag stimuleert de sociale acceptatie van LHBTI-personen
door in te zetten op de samenwerking tussen migranten- en maatschappelijke organisaties
in stadsdelen door het organiseren van bijeenkomsten en het geven van presentaties
op stadsdeelevenementen. (G4)
3. De politie heeft een handelingskader mannenontmoetingsplaats vastgesteld waarin de
politietaken omschreven staan: beschermen van een kwetsbare groep bezoekers tegen
homovijandig gedrag (waaronder (dreigen met) geweld), verminderen van eventuele overlast
en optreden bij strafbare feiten. Ook is hierin aandacht voor de bejegening van de
bezoekers en zijn praktijkvoorbeelden opgenomen. De expertise van medewerkersnetwerk
Roze in Blauw is in het handelingskader verwerkt. De politie onderzoekt in hoeverre
het handelingskader nadere bekendheid behoeft binnen het korps. (JenV)
4. Het kabinet ondersteunt de activiteiten van de alliantie Gelijke Spelen 4.0 waarin
regenbooggemeenten, sportorganisaties en LHBTI-organisaties samenwerken. Zij zetten
zich in voor meer diversiteit bij sportclubs, trainers, supporters en scheidsrechters.
(OCW)
5. Om meer zicht te krijgen op groepen en individuen die mogelijk extra kwetsbaar zijn,
heeft de politie in 2018 de werkwijze «Individuele beoordeling van de kwetsbaarheid van slachtoffers» ingevoerd. Discriminatie en de aanwezigheid van vooroordelen zijn voor de politie
indicatoren voor een verhoogd risico op kwetsbaarheid. In 2018 zijn 14.000 politiemedewerkers
getraind op de toepassing van de nieuwe werkwijze. In 2019 worden nog 6.000 politiemedewerkers
getraind. (JenV)
6. Omdat Caribisch Nederland en Aruba een vooruitgeschoven positie in de regio innemen
qua gelijke behandeling van LHBTI-personen, zal het kabinet, samen vertegenwoordigers
van de lokale gemeenschap, betrokken bestuurders en regionaal opererende LHBTI-organisaties
(zoals o.a. Out Right en COC Nederland) bezien of een regionale bijeenkomst gehouden
kan worden om een impuls te geven aan de LHBTI-emancipatie. (OCW)
7. Amsterdam geeft via de aanpak straatintimidatie/Veilige Steden in 2019 en 2020 weerbaarheidstrainingen
voor groepen (bi-culturele) lesbische, biseksuele en trans-vrouwen. (G4)
8. Om kennis en expertise over de verschillende leefstijlen en groepen in de organisatie
te borgen, worden politiemedewerkers getraind op divers vakmanschap, zowel in de basis
als in de voortgezette opleidingen. Divers vakmanschap zit nadrukkelijk in het curriculum
van de basisopleiding. Het curriculum voor de voortgezette opleiding wordt op dit
moment geactualiseerd. Daarnaast komt er binnen het basispolitieonderwijs (de allround
opleiding) meer aandacht voor het thema discriminatie, zowel vanuit strafvorderlijk
perspectief als vanuit het perspectief van het slachtoffer. (JenV)
9. Om te zorgen voor een goede verbinding met alle groepen en leefstijlen in de samenleving
heeft de politie de «Bondgenotenaanpak» ontwikkeld. De politie investeert in goede
contacten met vertegenwoordigers van de verschillende groepen en werkt daarmee waar
mogelijk samen. (JenV)
10. Om de aanpak van geweld tegen LHBTI’s helder te positioneren, is het uitdrukkelijke
uitgangspunt van de politie dat elke politiemedewerker hiervoor aanspreekbaar is.
Dat geldt voor alle gevallen van discriminatie. Elke politie-eenheid monitort de discriminatiezaken
en stuurt op betekenisvolle afhandeling ervan. Daarnaast beschikt elke eenheid over
een netwerk divers vakmanschap, zodat elke eenheid – ook in operationeel opzicht –
de beschikking heeft over voldoende kennis en expertise op deze terreinen. (JenV)
11. In samenwerking met de politie vindt in de regio Rotterdam een intensivering plaats
inzake de aanpak van schadelijke traditionele praktijken (STP). Rotterdam zet in op
aansluiting en verbinding zoeken met Veilig Thuis, het centrale aanspreekpunt voor
slachtoffers van huiselijk geweld, eergerelateerd geweld (zoals eerwraak) en andere
STP. Door discriminatie samen te bezien met fenomenen als Huiselijk Geweld, kindermishandeling
en STP wordt meer rekening gehouden met een meer intersectionele benadering. (G4)
B. Verlaag drempels voor doen van een melding of een aangifte
Uit onderzoek van onder meer het SCP en van het Fundamental Rights Agency van de Europese
Unie en uit reacties van direct betrokkenen komt naar voren dat een groot gedeelte
van de LHBTI-gemeenschap drempels ervaart voor het doen van een melding of aangifte.
Belangenorganisaties bevestigen dat beeld. De hiervoor aangegeven redenen zijn het
idee dat melden of aangifte doen geen zin heeft omdat er toch niets mee gebeurt en
het gevoel onheus te worden bejegend door de politie. Die beelden zijn veelal ingegeven
door eerdere ervaringen en worden door belangenorganisaties onderbouwd door concrete
voorbeelden.
Concrete aandachtspunten die worden benoemd zijn het hebben van laagdrempelige voorzieningen
om te melden (voor de één een telefoonnummer, voor de ander een app, voor weer anderen
een veilige plek) en het doen van aangifte bij iemand die zich kan inleven in de belevingswereld
van een LHBTI-persoon en geen impertinente of niet-ter-zake-doende vragen stelt of
zichtbaar afkeurend of geïrriteerd reageert.
Goede werkwijzen:
Gay alert in Utrecht
Sinds 2010 kent de gemeente Utrecht een speciaal telefoonnummer dat LHBTI+personen
kunnen bellen bij bedreigingen of pesterijen. De gemeente brengt de melder direct
in contact met de gebiedsmanager veiligheid van de betreffende wijk. De gebiedsmanager
beoordeelt – vaak samen met de wijkagent – wat nodig is om de bedreigingen/pesterijen
te stoppen.
Samenwerking ketenpartners
De gemeente Rotterdam schuift op reguliere basis aan bij het Strategische Discriminatie
Overleg tussen OM, politie en anti-discriminatievoorziening RADAR. Voor de ketenpartners
heeft de nauwe samenwerking als voordeel dat er een betere dialoog en meer inzicht
in elkaars aanpak en overwegingen ontstaat. Dit zorgt op de kortere en langere termijn
ook voor beter beleid ter bestrijding en vervolging van discriminatiezaken.
12. Amsterdam zal met een campagne komen die zowel de inzet op het gebied van antidiscriminatie
ondersteunt als de meldingsbereidheid stimuleert. In dit kader wil het College van
B&W 21 maart – de internationale dag tegen discriminatie en racisme – meer aandacht
en impact geven. (G4)
13. Om de meldings- en aangiftebereidheid van slachtoffers van discriminatoir geweld te
vergroten, zet de politie in op maatregelen die onder meer zien op de ondersteuning
van het slachtoffer bij het doen van een melding of aangifte en op het vergroten van
de kennis en expertise door de inzet van netwerken zoals Roze in Blauw. Het uitgangspunt
van de politie is en blijft dat de politie van en voor iedereen is en dat iedereen
bij elke politiemedewerker terecht moet kunnen en goed geholpen wordt. (JenV)
14. Rotterdam vergroot de kennis over de mogelijkheden tot het melden van discriminatie,
door ervoor te zorgen dat de toegang tot de meldpunten zo laagdrempelig mogelijk is.
Ook wordt de bekendheid vergroot van de verschillende mogelijkheden om te melden,
zoals de App «Meld Discriminatie Nu». Rotterdam heeft extra aandacht voor groepen
waarvan we uit onderzoek en uit de discriminatiemonitor weten dat ze ondervertegenwoordigd
zijn in de meldingen (dit betreft LHBTI’s, mensen met een beperking en vrouwen met
een moslimachtergrond). (G4)
15. De gemeente Utrecht en haar partners van het regionaal veiligheidsoverleg zoeken de
beste aanpak voor het verhogen van de meldings- en aangiftebereidheid. Te denken valt
aan meldpunten en drempelverlagende activiteiten voor het doen van melding en aangifte.
De ervaringen met «Gay Alert» vormen belangrijke input. (G4)
16. Transgendernetwerk Nederland (TNN) werkt samen met de politie aan een voorlichtingsfilm
over een professionele bejegening van transgender personen bij het opnemen van aangiften
en bij fouilleren. De politie zal deze film intern ontsluiten. De politieacademie
zal deze voorlichtingsfilm gaan gebruiken bij de opleiding van politiemedewerkers.
(JenV)
17. De situatie van transgender personen op het gebied van veiligheid is kwetsbaar. Via
een strategisch partnerschap werkt het kabinet, samen met de alliantie «Gedeelde Trots,
gedeeld geluk» aan de sociale veiligheid en sociale acceptatie van LHBTI’s. Daarbij
hoort onder andere het versterken van de lokale infrastructuur van de transgendergemeenschap,
onderzoek naar de veiligheid van transgender personen en het vergroten van de meldings-
en aangiftebereidheid. De alliantie «Verandering van binnenuit» richt zich op sociale
veiligheid van vrouwen en LHBTI-personen, en op acceptatie van gendergelijkheid en
seksuele diversiteit in vluchtelingen- en migrantengemeenschappen. De alliantie «Act4respect»
is gericht op de preventie van gender-gerelateerd geweld bij jongeren en jongvolwassenen.
De focus ligt zowel op (potentiële) slachtoffers als op daders. (OCW)
18. Rotterdam kent een veiligheidsalliantie van politie, gemeente en roze organisaties.
De gemeente Utrecht neemt deel aan het regulier veiligheidsoverleg LHBTI+ met politie,
Openbaar Ministerie, Artikel 1 Midden Nederland, COC Midden-Nederland en de gemeente
Amersfoort.) De deelnemers bespreken alle lopende veiligheidskwesties en – waar nodig –
gevallen van discriminatie uit de regio en monitoren de voortgang. (G4)
19. Dit jaar gaat de politie de landelijke infrastructuur voor de aanpak van discriminatie
en divers vakmanschap dat nu nog is ondergebracht bij het Programma Kracht van het
Verschil borgen in de lijnorganisatie. De informele medewerkersnetwerken zoals Roze
in Blauw die zowel het slachtoffer als de politie-collega kunnen ondersteunen, krijgen
daarin een plek. (JenV)
20. Binnen de regionale veiligheidsoverleggen kiezen OM, politie en gemeenten de beste
aanpak voor het verhogen van de meldings- en aangiftebereidheid. Het is van belang
dat duidelijk zichtbaar en herkenbaar is waar discriminatie kan worden gemeld. Lokale
of regionale anti-discriminatievoorzieningen (ADV’s) en de koepelorganisatie discriminatie.nl
kunnen daarbij expertise inbrengen en een adviserende rol spelen. (JenV)
C. Zorg voor LHBTI-specifieke maatregelen voor veiligheid in de privéomgeving en online
LHBTI-jongeren die thuis, bij hun sportvereniging, in hun wijk of online niet open
kunnen zijn over hun seksuele gerichtheid of genderidentiteit, of, erger, vanwege
die reden het huis uit worden gezet of elders worden weggepest, zijn extra kwetsbaar
en verdienen aandacht. Hetzelfde geldt voor vrouwen (en soms mannen) die uit een thuissituatie
met geweld proberen weg te komen. Bestaande opvang en instanties houden veelal te
weinig rekening met de specifieke problematiek van LHBTI’s.
Een aanzienlijk aantal geweldszaken gericht tegen LHBTI’s hangt samen met het gebruik
van sociale media en dating-apps. Bestaande voorlichting over online veiligheid vanuit
bijvoorbeeld de politie sluit weinig aan op de belevingswereld van LHBTI’s en is ook
(te) veel gericht op ontmoediging van het gebruik van bijvoorbeeld dating-apps, terwijl
deze voor sociale contacten met «gelijkgezinden» een groot gedeelte afhankelijk zijn
van deze communicatiemiddelen.
Goede werkwijzen:
Handreiking Veilige Wijken voor LHBTI’s
Deze handreiking van de GayStraightAlliance Natuurlijk Samen bundelt de belangrijkste
lessen bij de aanpak van LHBTI-gericht geweld uit de afgelopen 5 jaar. Doelgroep zijn
gemeenten zelf, gemeentelijke ketenpartners en professionals die zich in willen zetten
voor veilige wijken voor LHBTI’s. In een notendop bevat de handreiking informatie
en tips over het probleem en de aanpak. Praktijkvoorbeelden en verwijzingen naar aanvullende
informatie maken de handleiding ook geschikt als naslagwerk.
Roze Regâhs
De fanclub Roze Regâhs bestrijdt samen met voetbalclub ADO Den Haag homofobie binnen
de sport. In het ADO-stadion vond de Startconferentie Alliantie Gelijk Spelen 4.0
plaats.
21. De gemeenten Rotterdam en Den Haag ondersteunen maatjesprojecten en -bijeenkomsten
tussen de lokale COC-afdelingen en statushouders. (G4)
22. In samenwerking met de John Blankenstein Foundation en sportinstellingen ontwikkelt
de gemeente Den Haag trainingen en activiteiten om de sociale acceptatie van LHBTI
in de sportwereld te bevorderen. (G4)
23. Het kabinet financiert een project van TMI Academy om jongeren gedragsregels voor
online daten op te laten stellen. Daarbij wordt vooral input gezocht bij de doelgroep
zelf. Samen met hen wordt ook nagedacht over de meest effectieve en efficiënte wijze
om deze gedragsregels onder de aandacht van de doelgroep te brengen. Daarnaast komt
er een flyer voor de politie. (JenV)
24. Rotterdam faciliteert ontmoeting(splekken) en trainingen voor kwetsbare Rotterdammers,
gericht op het vergroten van assertiviteit en veerkracht. Zeker voor kwetsbare Rotterdammers
is het belangrijk dat ze zichzelf kunnen herkennen in anderen, dat ze weten niet «de
enige» te zijn en dat ze hun netwerk vergroten. Dit geldt in het bijzonder voor LHBTI’s
en vrouwen in een niet zelfgekozen afhankelijkheidspositie. Met behulp van trainingen
voor kwetsbare Rotterdammers zorgen we ervoor dat zij de tools hebben om assertief
met situaties van uitsluiting, ongelijkwaardigheid of discriminatie om te gaan. De
gemeente gebruikt een methodiek van wederkerigheid: de aanpak is gericht op alle discriminatiegronden.
Deze activiteiten worden geborgd binnen een bredere aanpak met als doel het vergroten
van maatschappelijke deelname. (G4)
25. Informele politiemedewerkersnetwerken zoals Roze in Blauw voorzien de netwerken divers
vakmanschap van advies en ondersteuning. Roze in Blauw heeft een wezenlijke functie
voor collega’s en (LHBTI) burgers: belangenbehartiger/veilige haven voor de (LHBTI)
collega’s, toevoegen van specifieke expertise en in verbinding met de (LHBTI) achterban
in de samenleving. Ook dit jaar zal Roze in Blauw namens het korps de deelname aan
de Pride in Amsterdam organiseren. (JenV)
26. In 2019 start de nieuwe samenwerking met 53 Regenboogsteden. De samenwerking loopt
tot en met 2022. Om de samenwerking te bezegelen tekende de Minister van OCW, in haar
coördinerende taak als Minister voor emancipatie, een intentieverklaring met de wethouders
van Regenboogsteden. De Regenboogsteden spreken daarin het voornemen uit om zich in
te zetten voor sociale acceptatie en -veiligheid van LHBTI-personen. Zij werken daarvoor
samen met uitvoeringsorganisaties en lokale partners. (OCW)
27. Om zicht te krijgen op de aard en omvang van discriminatie-incidenten, waaronder de
incidenten die LHBTI-gerelateerd zijn, worden de politiesystemen continu landelijk
uniform gescreend. Tweewekelijks ontvangen alle eenheden een overzicht met discriminatie-incidenten.
Op deze wijze neemt de politie op basis van actuele informatie deel aan het regionaal
discriminatieoverleg met OM en antidiscriminatiebureaus. Politie publiceert samen
met de antidiscriminatiebureaus, MIND (meldpunt internet discriminatie) en College
voor de Rechten van de Mens jaarlijks een multi-agency rapport met discriminatiecijfers.
(JenV)
28. Naar aanleiding van de samenwerking tussen Regenboogsteden heeft een aantal provincies
zich op eigen initiatief ook uitgeroepen tot Regenboogprovincie. Hoewel provincies
zelf niet verantwoordelijk zijn voor sociaal beleid en daarmee ook niet voor LHBTI-beleid,
willen zij graag een bijdrage leveren aan LHBTI-beleid door de samenwerking met gemeenten
en uitvoeringsorganisaties op te zoeken. Zij doen dit bijvoorbeeld door aandacht te
geven aan LHBTI-thematiek, bijvoorbeeld door activiteiten op Coming Out dag (elk jaar
op 11 oktober). (OCW)
29. Het OM registreert alle mogelijk vervolgbare discriminatiefeiten en codis-feiten2 in het eigen bedrijfsprocessensysteem. Het Landelijk Expertisecentrum Discriminatie
van het OM (LECD) brengt jaarlijks een rapportage uit waarin wordt gerapporteerd over
de discriminatiezaken bij het OM. Hierin worden tenminste gegevens opgenomen over
de instroom en afdoening van discriminatiefeiten, de wijze van plegen, de discriminatiegrond,
waar het feit heeft plaatsgevonden, en de achtergrond van de verdachte. (JenV)
30. De snelheid waarmee het internet en sociale media veranderen maakt het voor het strafrechtelijke
traject noodzakelijk om uitingen en andere relevante informatie zo snel mogelijk vast
te leggen, of reeds bij een aangifte bijgevoegd te krijgen. Het OM draagt de politie
op onder meer het volgende vast te leggen: de accountnaam waar de uiting mee is geplaatst,
de openbaarheid van de uiting, de periode waarin de uiting online heeft gestaan, de
plaatsingsdatum van de uiting, de datum waarop de uiting is vastgelegd ten behoeve
van het proces-verbaal, en de samenhang en context van de uiting. (JenV)
D. Zet de norm
Dat de bescherming die wetgeving biedt tegen het maken van onderscheid, groepsbelediging
en het aanzetten tot haat ook van toepassing is op iemands seksuele gerichtheid, geslachtskenmerken,
genderidentiteit of genderexpressie is bij veel LHBTI’s niet bekend. Belangenorganisaties
pleiten dan ook voor het expliciteren dat wetgeving ook van toepassing is op LHBTI’s.
Daarmee wordt een maatschappelijke norm gesteld die doorwerking heeft in de gemeenschap
en mensen ervan weerhoudt zich homo- of transfoob te uiten.
Politie, OM en rechter kunnen – met inachtneming van hun wettelijke rol en positie
– iin hun communicatie deze norm ook meer naar voren brengen. De politie, de officier
en de rechter zijn er voor iedereen. Tegelijkertijd is de Nederlandse discriminatie-wetgeving
ingewikkeld. Of de politie een zaak in behandeling neemt, of de politie door-rechercheert,
of de officier discriminatoire aspecten meeneemt in de strafeis en of de rechter in
het uiteindelijke vonnis rekening heeft gehouden met de seksuele gerichtheid of de
genderidentiteit van het slachtoffer, vraagt steeds weer om toelichting en uitleg.
LHBTI’s mogen nooit het idee krijgen dat de overheid ze in de kou laat staan.
Goede werkwijze:
Persbeleid bij discriminatiezaken – Openbaar Ministerie
Het gaat bij discriminatie regelmatig om zeer gevoelige aangelegenheden en uitingen
die onrust hebben veroorzaakt. Niet alleen vanuit individuele personen of groepen,
maar vanuit de gehele samenleving zal daardoor in veel gevallen aandacht zijn voor
het verloop van een zaak. Het OM hanteert een actief persbeleid. Daarbij communiceert
het OM naar de buitenwereld of een onderzoek loopt, tot vervolging leidt of een zaak
voor de rechter komt. Zo maakt het OM aan een ieder in de maatschappij inzichtelijk
waar en hoe het optreedt.
Veiligheid en handhaven
Het Veiligheidsbeleid (Veilig @ Rotterdam) zet onder andere in op buurtbetrokkenheid
en sociale controle in combinatie met toezicht en krachtig handhaven waar nodig leidt
dit aantoonbaar tot leefbare wijken. Een aanpak op maat doet recht aan de ontwikkelingen
in de samenleving en in de stad, aan de verschillen tussen wijken en aan de verschillen
in zorgen en problemen die Rotterdamse burgers en ondernemers ervaren.
31. Het OM organiseert een bijeenkomst om met partners, LHBTI-belangenorganisaties en
media-experts in gesprek te gaan over de vraag hoe het de strafrechtelijke aanpak
van discriminatie in LHBTI-gerelateerde zaken voor het voetlicht brengt, met inachtneming
van de magistratelijke positie en opdracht van het OM. In een open dialoog wisselen
de betrokken partijen met elkaar van gedachten over de impact van anti-homogeweld
op de gemeenschap, de (on)mogelijkheden van het strafrecht en de dilemma’s rond de
woordvoering over strafzaken. (JenV)
32. Rotterdam investeert in het vertrouwen in de overheid en betrokken instanties door
goede voorbeelden van meldingen en opvolgende acties naar voren te brengen. Dit traject
wordt ondersteund met een campagne om discriminatie te melden. (G4)
33. Het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatiecentrum (WODC) van het Ministerie
van Justitie en Veiligheid voert in 2019 een onafhankelijk onderzoek uit naar de voor-
en nadelen van de introductie van een wettelijke strafverzwaringsgrond bij delicten
die worden gepleegd met een discriminatoir motief. Daarbij besteedt het onderzoek
ook aandacht aan de vraag of het strafrecht transgender personen en intersekse personen
afdoende bescherming biedt tegen discriminatie. De Minister van Justitie en Veiligheid
zal het onderzoek en de beleidsreactie aan de Tweede Kamer aanbieden. (JenV)
34. In overleg met Openbaar Ministerie en Politie stelt het Ministerie van JenV duidelijke
werkdefinities van de Engelstalige begrippen «hate crime» en «hate speech» op, die aansluiten bij bestaande begrippen uit het Nederlandse strafrecht. OM en
Politie zullen jaarlijks rapporteren over het aantal delicten met een discriminatoir
aspect (waaronder specifiek de categorie geweld), zowel op landelijk niveau als op
niveau van de politie-eenheden. (JenV)
35. Rotterdam zet in op het verhogen van de sociale veiligheid van (kwetsbare) Rotterdammers.
Ongewenst en grensoverschrijdend gedrag op straat wordt in Rotterdam stad niet getolereerd.
De gemeente verbindt de komende periode twee bestaande initiatieven: de Rotterdamse
alliantie Natuurlijk Samen en de aanpak Seksuele straatintimidatie. Dit gebeurt in
samenwerking met Stadsbeheer en het Ministerie van OCW in het kader van het project
Veilige Steden. Rotterdam kiest voor verbreding van de aanpak Straatintimidatie doelgroep
naar LHBTI’s en vrouwen. Rotterdam pakt naroepen, sissen of opdringerig volgen stevig
aan. (G4)
36. Met het oog op de toenemende behoefte aan specialisatie en expertise inzake discriminatie-incidenten
en om een discriminatie-aspect te identificeren en te betrekken in de strafeis beziet
het OM hoe het invulling kan geven aan structurele uitbreiding van het Landelijk Expertise
Centrum Discriminatie. (JenV)
37. Amsterdam komt in 2019 met een vernieuwd programma Amsterdam Inclusieve Organisatie.
Waar mogelijk past de gemeente de inkoopvoorwaarden voor het inhuren van personeel
aan. Voor Amsterdam is belangrijk, dat de gemeente niet alleen uitstraalt, maar ook
met hun partners afspreekt dat discriminatie niet toelaatbaar is. (G4)
38. Het kabinet verstevigt het juridische stelsel van anti-discriminatie met eigen wetsvoorstellen
(verhoging strafmaximum haatzaaien) en door actieve steun voor initiatief-wetsvoorstellen
die de maatschappelijke positie van LHBTI’s verstevigen (art. 1 Gw3, AWGB4). (JenV)
Indieners
-
Indiener
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid -
Medeindiener
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap