Brief regering : Reactie op het onderzoek van de Consumentenbond naar het bestellen van geneesmiddelen via internet
29 477 Geneesmiddelenbeleid
Nr. 565 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 maart 2019
Op 28 februari 2019 heeft de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
mij verzocht om te reageren op het onderzoek van de Consumentenbond van 26 februari
2019 inzake het bestellen van geneesmiddelen via het internet.
In zijn onderzoek van 26 februari 2019 concludeert de Consumentenbond dat er via verschillende
online aanbieders receptplichtige geneesmiddelen (UR) te koop worden aangeboden. Kopers
hoeven hierbij geen recept van hun arts te overhandigen. Uit het onderzoek bleek dat
de producten bijna altijd conform bestelling werden afgeleverd en dat de producten
daadwerkelijk de werkzame stoffen bevatten die erin zouden moeten zitten. De Consumentenbond
waarschuwt dat deze gang van zaken verschillende gezondheidsrisico’s met zich meebrengt.
De bevindingen van de Consumentenbond sluiten aan bij eerdere onderzoeken die mij
bekend zijn.1 Het feit dat Nederlandse patiënten online receptplichtige geneesmiddelen kunnen bestellen
zonder tussenkomst van een arts en apotheker vind ik zorgelijk en onwenselijk. De
controle op gevaarlijke interacties met andere geneesmiddelen wordt hiermee bemoeilijkt.
Daarnaast kunnen (vervalste) geneesmiddelen naast de werkzame stof ook andere (schadelijke)
stoffen bevatten.
Het te koop aanbieden van receptplichtige geneesmiddelen is alleen toegestaan aan
apotheekhoudenden. Het te koop aanbieden van geneesmiddelen zonder handelsvergunning
is in Nederland verboden. Ook mogen Nederlandse voorschrijvers geen recepten uitschrijven
aan personen die de voorschrijver nog nooit persoonlijk heeft ontmoet, die de voorschrijver
niet kent of van wie de voorschrijver de medicatiehistorie niet beschikbaar heeft.
De Nederlandse wet is alleen van toepassing op activiteiten die op Nederlands grondgebied
plaatsvinden.
De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) houdt toezicht op het (illegale) aanbod
van geneesmiddelen op de Nederlandse markt en de activiteiten van Nederlandse zorgprofessionals.
Bij overtredingen van de Geneesmiddelenwet kan de IGJ waarschuwen of een bestuurlijke
boete opleggen. Een aantal overtredingen kan ook strafrechtelijk worden afgedaan.
Hierover vindt altijd afstemming plaats met het Openbaar Ministerie. De IGJ handelt
bij het illegale aanbod van geneesmiddelen op basis van meldingen. Jaarlijks ontvangt
de IGJ tientallen meldingen over illegale aanbieders. De IGJ doet in haar onderzoeken
soms proefaankopen om vast te stellen of het product dat wordt aangeboden ook daadwerkelijk
een geneesmiddel is.
Om te kunnen optreden tegen een aanbieder is echter cruciaal dat de identiteit van
de aanbieder achterhaald kan worden. In veel gevallen blijkt het achterhalen van de
identiteit niet mogelijk of blijkt een aanbieder vanuit het buitenland te opereren.
De IGJ kan dan zelf niet optreden. Ook tegen de onwenselijke constructie waar de Consumentenbond
over rapporteert, waarbij een arts in het buitenland online een recept uitschrijft
voor een Nederlandse patiënt, kan de IGJ niet optreden omdat de Nederlandse wet niet
van toepassing is op artsen die vanuit het buitenland te werk gaan. De IGJ deelt in
internationaal verband relevante informatie met buitenlandse diensten. Zo kan bekeken
worden of een andere dienst kan optreden tegen een aanbieder of zorgprofessional.
Ook is de IGJ betrokken bij de jaarlijkse internationale actie Pangea. Doel van deze
actie is om (op mondiaal niveau) aandacht te vragen voor de gezondheidsrisico’s die
het gebruik van illegale geneesmiddelen met zich meebrengen en om zoveel mogelijk
potentieel gevaarlijke geneesmiddelen van de markt te halen. Naast de (vervalste)
geneesmiddelen die vanuit het buitenland Nederlandse consumenten kunnen bereiken,
is het ook mogelijk dat geneesmiddelen uit het Nederlandse reguliere kanaal in het
illegale circuit terechtkomen. De IGJ houdt toezicht op verschillende Nederlandse
actoren om de activiteiten in het reguliere kanaal te monitoren.
De aanpak van online aanbieders blijkt in de praktijk weerbarstig. Daarom is er in
de afgelopen jaren ook veel aandacht geweest voor het informeren van consumenten.
Zo zijn er twee publiekscampagnes gelanceerd, in 2010–2011 en 2016, door het Ministerie
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) om bewustwording te creëren over het gevaar
van het online bestellen van (vervalste) geneesmiddelen. Daarbij is gebruik gemaakt
van de uitkomsten van diverse onderzoeken die sinds 2009 in opdracht van het Ministerie
van VWS zijn uitgevoerd naar het bestellen van geneesmiddelen via het internet. Daarmee
is inzicht verkregen in welke geneesmiddelen gekocht worden via het internet, welke
motieven er zijn en of er wel of geen recept gebruikt wordt bij de aankoop. Ook is
gekeken naar de risicoperceptie en informatiebehoefte van de kopers. In het onderzoek
uit 20162 is onderscheid gemaakt tussen kopers van receptplichtige geneesmiddelen en kopers
van niet receptplichtige geneesmiddelen. Receptplichtige geneesmiddelen worden het
vaakst online gekocht door personen tussen de 20 en 30 jaar. Geneesmiddelen buiten
het reguliere circuit worden vaker online gekocht door mannen dan door vrouwen. De
medicijnen die het meest gekocht worden zijn pijnstillers, afslankpillen, seksgerelateerde
middelen en slaap- en kalmeringsmiddelen. Vaak zijn de kopers zich bewust van de bijbehorende
(gezondheids)risico’s. Desondanks kiezen zij ervoor om de geneesmiddelen online te
kopen.
Omdat het gebruik van deze geneesmiddelen vaak niet besproken wordt met de arts blijft
het van belang dat kopers zoveel mogelijke betrouwbare informatie hebben over het
online aanschaffen van geneesmiddelen. Op www.rijksoverheid.nl is bij het onderwerp «medicijnen» informatie opgenomen over de gevaren en risico’s
van het online bestellen van geneesmiddelen. Ik zal naar aanleiding van de bevindingen
van de Consumentenbond onderzoeken hoe we deze informatie, en eventuele additionele
informatie, nog gerichter aan de beschreven doelgroep kunnen verstrekken.
Daarnaast zal ik dit onderwerp ook opbrengen voor de (nieuwe) Europese Commissie.
Als onderdeel van de richtlijn «vervalsingen» (2011/62/EU) zijn er in Europees verband
eerder maatregelen genomen. Zo is er op Europees niveau een logo ontwikkeld waaraan
consumenten legale en betrouwbare online apotheken kunnen herkennen. Dit helpt consumenten
bij het maken van veilige keuzes. Aanbieders in Nederland kunnen het logo aanvragen
bij het CIBG en na goedkeuring mogen zij dit logo plaatsen op hun website. Wanneer
een consument op het logo klikt, wordt deze doorverwezen naar de webpagina van het
CIBG waarop de lijst met gecontroleerde aanbieders staat. Ook is het sinds 9 februari
2019 verplicht om receptgeneesmiddelen te voorzien van twee nieuwe veiligheidskenmerken:
een unieke identificatiecode en een verzegeling zodat gecontroleerd kan worden of
de verpakking ongeoorloofd is geopend. Deze veiligheidskenmerken moeten voorkomen
dat vervalste geneesmiddelen terechtkomen in het legale circuit.
Ten slotte is er in opdracht van VWS door het Instituut voor Verantwoord Medicijngebruik
(IVM) een module ontwikkeld om bewustwording te creëren bij artsen en apothekers.
Het doel van deze module is om artsen en apothekers te helpen om de gezondheidsklachten
te herkennen die mogelijk worden veroorzaakt door het gebruik van (vervalste) geneesmiddelen
die zijn aangeschaft via illegale aanbieders.
De meldingen over (vermoedelijke) vervalste geneesmiddelen worden door verschillende
organisaties nauwlettend in de gaten gehouden en verzameld. Het RIVM legt de meldingen
vast in rapporten en publiceert deze rapporten op haar website. De gegevens die volgden
uit het onderzoek van de Consumentenbond, zijn inmiddels ook door de IGJ als melding
ingenomen.
Ik hoop u middels deze brief voldoende te hebben geïnformeerd.
De Minister voor Medische Zorg,
B.J. Bruins
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg