Brief regering : Reactie op toezeggingen gedaan tijdens het dertigledendebat op 5 maart 2019 over zzp'ers die uitgesloten worden van verzekering
29 544 Arbeidsmarktbeleid
31 311 Zelfstandig ondernemerschap
Nr. 894 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 maart 2019
Tijdens het dertigledendebat op 5 maart 2019 over zzp’ers die worden uitgesloten van
een arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) heb ik toegezegd dat ik uw Kamer in maart
een brief stuur om daarmee het plan van aanpak van het Programma Bevorderen Keuzegedrag
aan te bieden (Handelingen II 2018/19, nr. 58, item 28). Tevens heb ik toegezegd uit te zoeken of het bekend is hoeveel zzp’ers nu geweigerd
worden voor een private AOV. Met deze brief doe ik beide toezeggingen gestand.
1. Plan van aanpak Programma Bevorderen Keuzegedrag
Mensen hebben de neiging om hun risico op, en de kosten van arbeidsongeschiktheid
te onderschatten. Met het Programma Bevorderen Keuzegedrag (hierna: het Programma)
wil ik samen met het Verbond van Verzekeraars bevorderen dat zelfstandigen een bewuste
keuze maken om zich wel of niet te verzekeren tegen het arbeidsongeschiktheidsrisico.
Ik wil bereiken dat zelfstandigen tijdig gaan nadenken over een AOV, de afweging maken
of ze deze verzekering nodig hebben en zo ja, ook daadwerkelijk gaan doorpakken. Daarbij
wil ik gebruikmaken van gedragsinzichten uit de gedragseconomie.
Zelfstandigen zijn, in tegenstelling tot werknemers, niet verplicht verzekerd voor
het arbeidsongeschiktheidsrisico. Wel kunnen zelfstandigen zich verzekeren op de private
markt en bij het UWV, als zij starten als zelfstandige uit werknemerschap.
Niet iedere zelfstandige weet nu de weg naar verzekeringsmogelijkheden te vinden,
bij verzekeraars of elders. Het kan zijn dat zelfstandigen niet verzekerd zijn of
onderverzekerd zijn. Omdat zij het risico onderschatten, zij alleen aan de korte termijn
denken of hun kennis over deze mogelijkheden tekortschiet.
In het Programma wil ik dit aanpakken. Daarvoor wil ik eerst inzicht krijgen in het
gedrag van de zelfstandige, om vervolgens effectieve interventies te kunnen ontwikkelen
zodat de zelfstandige daadwerkelijk actie gaat ondernemen.
Hierbij hanteer ik de volgende aanpak.
In een gedragsanalyse zal eerst uitgediept worden waarom zelfstandigen zichzelf niet
beschermen tegen arbeidsongeschiktheid en welke oorzaken hieraan ten grondslag liggen:
waarom zet de ene zelfstandige wel stappen om zich te verzekeren en de andere zelfstandige
niet? Daarbij wil ik de doelgroep zelf vroegtijdig betrekken. Dat zal ik doen door
een onderzoeksbureau interviews te laten houden met individuele zelfstandigen die
zich niet verzekerd hebben en individuele zelfstandigen die zich wel verzekerd hebben.
Ook zullen interviews gehouden worden met hun financieel adviseurs/intermediairs.
Zodoende wil ik inzicht verkrijgen in de vraag hoe het besluitvormingsproces van de
zelfstandige tot stand komt en wat de elementen zijn die het gedrag van de zelfstandige
bepalen. Centraal staat dus de vraag: welke «gedragsbepalers» zijn van invloed op
het wel of niet afsluiten van een AOV. Om hierin inzicht te krijgen is nader onderzoek
– middels onder meer gesprekken – nodig. Dit is recent gestart. De eerste gesprekken
met zelfstandigen zullen binnenkort worden gevoerd. Dit voorjaar zullen de resultaten
worden opgeleverd.
Daarnaast zal ook onderzocht worden welk concreet handelingsperspectief de zelfstandige
geboden kan worden en welk instrument of interventie er ontwikkeld kan worden. De
ervaringen en suggesties van de doelgroep en stakeholders zijn onontbeerlijk. Partijen
die betrokken zullen worden zijn onder andere: zelfstandigenorganisaties (PZO, ZZP
Nederland, Zelfstandigen Bouw, FNV-Zelfstandigen), de Broodfondsmakers, Kamer van
Koophandel, Adfiz, Wijzer in Geldzaken, Nibud en individuele verzekeraars. Nog voor
de zomer zullen deze gesprekken met hen worden gevoerd.
Op basis van de uitkomst van het onderzoek en de bijeenkomsten met de doelgroep en
stakeholders wil ik – in samenwerking met de betrokkenen – een concrete interventie
of instrument ontwikkelen dat in het najaar van 2019 in de praktijk gebruikt en uitgerold
kan worden, zodat zelfstandigen daadwerkelijk gaan doorpakken. Uw Kamer zal ik hierover
informeren.
2. Afwijzingen voor een private AOV
Het lid Wiersma (VVD) heeft mij tijdens het debat (Handelingen II 2018/19, nr. 58, item 28) gevraagd hoe vaak zzp’ers geweigerd worden voor een AOV. In reactie daarop heb ik
aangegeven dat volgens de laatste cijfers 3% van de zelfstandigen die zich willen
verzekeren wordt geweigerd. Aangezien deze cijfers dateren uit 2008 en omdat mij geen
recentere cijfers bekend zijn, heb ik toegezegd om te achterhalen waarom er sindsdien
geen cijfers meer zijn en wat daarbij de mogelijke (wettelijke) belemmeringen zijn.
Dat heb ik nu uitgezocht.
Het afwijzingspercentage van 3% is ontleend aan de brief van de Minister van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid van 14 september 2009 (Kamerstuk 32 135, nr. 1). Daarmee bood hij het verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de Wet
einde toegang verzekering WAZ aan uw Kamer aan. Daaruit blijkt dat dit cijfer berust
op gegevens van een grote verzekeraar – destijds waren er namelijk ook geen andere
weigeringscijfers bekend.
Het is dus niet bekend hoe vaak zelfstandigen afgewezen worden voor een AOV.
Om redenen van privacybescherming moeten verzekeraars de gegevens namelijk vernietigen
die zij hebben verzameld ten behoeve van het sluiten van een verzekering, wanneer
die verzekering uiteindelijk niet wordt geeffectueerd. Destijds gold dit op grond
van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). Sinds 2018 geldt dit op de Algemene
verordening gegevensbescherming (AVG).
Wegens deze redenen is het niet mogelijk om hierover cijfers te achterhalen en kan
ik uw Kamer helaas geen actuelere cijfers verstrekken. Om deze reden kan ik evenmin
inzicht bieden in de vraag of weigeringen vooral voorkomen in bepaalde sectoren of
beroepsgroepen, zoals het lid Wiersma heeft gevraagd in het debat (Handelingen II
2018/19, nr. 58, item 28).
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
W. Koolmees
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid